Het transcript dat je hieronder aantreft is gegenereerd met behulp van computertechnologie.
Hierdoor kunnen de namen van personen en partijen soms foutief zijn weergegeven.
Indien je een fout opmerkt kun je deze gemakkelijk verbeteren door op het bewerk-symbool (het potloodje) te klikken.
Dat debat is aangevraagd door de VVD, CDA, ChristenUnie, SGP en in die volgorde wil ik ook daarom beginnen met de bijdrage van deze partijen en ik geef als eerste het woord aan mevrouw Van Eekelen namens de VVD. Mevrouw Van Eekelen.
Wacht even zo. Dank u wel, voorzitter. Voorzitter, in het openbaar bestuur gaat het om betrouwbaarheid, om openheid en om transparantie. Het gaat niet om persoonlijke belangen. Het gaat ook niet om geheime agenda's en het gaat zeker niet om wraakgevoelens. Het gaat erom hoe betrouwbaar je bent en daar gaat dit debat over. In de raad van 11 april heeft de VVD samen met het CDA en met de ChristenUnie-SGP gevraagd om dit debat om in alle openheid terug te kijken op wat ik wel mag zeggen, wat een slopende en bizarre vergadering was. Wij willen terugkijken zonder emoties en gebaseerd op de feiten. En waar gaat het de VVD nou om? Het uitgangspunt van de gebouwenschuif is de levendigheid van de Herenstraat. Dat staat voorop en heeft bij ons altijd voorop gestaan. Ook de wethouder zal de levendigheid van het Huygenskwartier in het vizier hebben gehad. Maar op de weg hiernaartoe is het misgegaan. In het feitenrelaas zoals we dat hebben gekregen, lees ik dat eind maart het proces ontaardt in een chaos met paniekerig en niet zorgvuldig handelen. Fout stapelt op fout. Onder invloed van een projectontwikkelaar die een intentieovereenkomst niet wil tekenen zonder dat er een voorbereidingsbesluit wordt genomen, drukt de wethouder de besluitvorming in het college door en het lijkt er sterk op dat de wethouder onder deze druk de mogelijke komst van een derde supermarkt is gaan blokkeren en de raad voor dat karretje heeft willen spannen. Een voorbereidingsbesluit om deze reden aan de raad voorleggen is wat de VVD betreft onaanvaardbaar en het bracht ook de onafhankelijkheid van het bestuur in gevaar en het vertroebelde het proces rondom het voorbereidingsbesluit. De druk die daarna werd opgebouwd naar de raad, naar het college en naar de ambtenaren is enorm geweest. En die druk heeft er ook toe geleid dat het betrekken van de raad in deze verworden is tot een schijnvertoning. In de commissie AZ praat de wethouder op doorzichtige wijze in een één-tweetje met een partijgenoot de aanwezige raadsleden in het geheim bij over het nemen van een voorbereidingsbesluit. Hoezo open en transparante bestuursstijl? Vraag ik u. De wethouder legt een dilemma voor, maar het dilemma blijkt helemaal geen dilemma, want alles lijkt erop om de plannen door te laten gaan. Koet koet. Op vragen van de raad of er interesse is van een andere supermarkt en of er formeel of informeel contact is geweest met de gemeente over de komst van de supermarkt, antwoordt de wethouder met een nee. Uit de tijdlijn blijkt dat er wel degelijk contact is geweest met de gemeente en er is dus gelogen tegen de raad en dat is een doodzonde. Uiteindelijk loopt de raad van 11 april uit op een chaos waar de wethouder het voorstel intrekt omdat de raad niet over de juiste gegevens beschikt. Nu blijkt ook nog dat het voorstel, zoals het er lag, eerder zelfs voordat het college en laat staan de gemeenteraad erover besloten hadden, al naar de krant is verzonden. Mensen alsof de raad niet bestaat. Voorzitter, de VVD staat voor een betrouwbare overheid voor iedereen. Inwoners moeten kunnen rekenen op een gemeente waarbij het een groot goed is dat besluitvorming open, transparant, zonder druk en zorgvuldig plaatsvindt. En voorzitter, de VVD is dan ook zeer kritisch over het handelen van wethouder Rozenberg. En laat mij helder zijn. Iedereen kan fouten maken, maar voorzitter, dit is geen incident. Dit is een optelsom van fouten. Zijn functioneren is in een steeds donkerder schaduw komen te staan door zijn wijze van handelen en daarmee brengt hij niet alleen zichzelf schade toe, maar dit gehele gemeentebestuur en onze gemeente. Het onjuist, ontijdig en onvolledig informeren van de raad is voor de VVD onacceptabel en het aftreden van de wethouder is voor de VVD hiermee onafwendbaar en wij zullen in de tweede termijn komen met een motie van wantrouwen.
Bestuurlijke integriteit houdt in dat bestuurders de verantwoordelijkheid aanvaarden die met hun bestuursfunctie is gegeven en bereid zijn om daarover verantwoording af te leggen tegenover de gemeenteraad, tegenover collega-bestuurders en tegenover degenen ten dienste van wie zij hun functie vervullen. Onafhankelijkheid staat daarbij centraal en zij vermijden zelfs de schijn van belangenverstrengeling. Openheid is een noodzakelijke vereiste. Dit zijn enkele elementen uit de gedragscode van het college van burgemeester en wethouders, ondertekend door wethouder Rozenberg. In het DVC-dossier informeerde wethouder Rozenberg de raad onvolledig. Hij bood daarvoor zijn excuses aan. Op 15 juni 2015 kreeg wethouder Frank Rozenberg een motie van treurnis, omdat hij een geheim stuk op een USB-stick in ontvangst had genomen van een ingehuurde medewerker. De aangenomen motie kwam van Gemeentebelangen, D66, GroenLinks en de PvdA. Een motie van wantrouwen van de voltallige oppositie werd verworpen. De wethouder bood zijn excuses aan en beloofde beterschap. Nu, nog geen twee jaar later, staan we hier opnieuw, dit keer over het feitenrelaas voorbereidingsbesluit Huygenskwartier. Ondanks de ernst van de situatie moet ik complimenten geven voor het document en zoals toegezegd door de burgemeester voor het op tijd aanleveren van het feitenrelaas. Het feitenrelaas schetst een ontluisterend beeld van het proces en levert ook nog veel vragen op. Als fractie willen we graag de feiten, vandaar de volgende vragen. 24 november 2016, na overleg van wethouder Rozenberg en de ambtelijke opdrachtgever met Waaijer, waar wordt gesproken over een onduidelijkheid in het bestemmingsplan voor Herenstraat 177A, wordt de dag daarna besloten om een opdracht uit te zetten voor het DPO. Wethouder Rozenberg, waarom werd deze opdracht toen gegeven? 20 december ontvangt AOG de eerste conceptversie van het DPO. Tot die tijd heeft wethouder Rozenberg zowel het college als de raad niet geïnformeerd over deze stap in het plan gebouwen schuif Huygenskwartier. Waarom heeft wethouder Rozenberg dit totaal niet besproken met het college en waarom is de raad niet geïnformeerd? 17 januari, bijna een maand later, komt een tweede versie van het DPO. Nog steeds heeft de wethouder de raad en het college niet geïnformeerd. Waarom is er een tweede versie nodig? 23 januari heeft Rozenberg overleg met de toenmalig wethouder economie over DPO en het voorbereidingsbesluit. Dan wordt ook besloten het voorbereidingsbesluit op te stellen. En de dag daarna informeert Rozenberg de rest van het college informeel over het DPO en het voorbereidingsbesluit. Het college besluit dat er eerst nader onderzoek moet plaatsvinden. Dan is het ruim een maand stil tot 6 maart. Op die dag krijgt de vastgoedadviseur van Herenstraat 177A te horen van het Casa C dat het vestigen van de supermarkt in Herenstraat 177A conform het bestemmingsplan niet is toegestaan. Dit blijkt onjuist te zijn, maar is nooit gecommuniceerd tot afgelopen week. Waarom is dit niet gebeurd? Kwam het wethouder Rozenberg goed uit dat dit niet gebeurd is? 17 maart ontvangt Waaijer een concept intentieovereenkomst. Vraag die ik hierbij heb: waarom heeft wethouder Rozenberg de raad hier niet over geïnformeerd? 20 maart geeft Rozenberg de opdracht het in procedure brengen van het voorbereidingsbesluit, omdat in het Voorburgs Dagblad staat dat er mogelijk een supermarkt komt in Herenstraat 177A. Hij meldt dit de volgende dag aan het college. Het college besluit geen voorbereidingsbesluit te willen nemen. Vraag aan het college: wat zijn de overwegingen geweest voor het college om geen voorbereidingsbesluit te nemen? 22 maart, tijdens het overleg van de projectleider met Waaijer, geeft deze laatste aan geen intentieovereenkomst te tekenen zonder dat er een voorbereidingsbesluit is. De projectleider informeert Rozenberg hierover. Rozenberg heeft op 24 maart contact met Waaijer. In dit gesprek geeft Waaijer aan dat de vastgoedadviseur weet dat er geen ruimte is voor een derde supermarkt in Herenstraat 177A en Rozenberg meldt aan het college dat de vastgoedadviseur van Herenstraat 177A aanvragen voor een supermarkt afhoudt. Vraag aan wethouder Rozenberg: was Waaijer op de hoogte van het concept DPO en de inhoud? 28 maart informeert Rozenberg het college. Het college vraagt om met een notitie te komen met scenario's. 29 maart, een dag later, ligt de notitie klaar. Het concept DPO en het voorbereidingsbesluit ter bespreking op 4 april. In de notitie, inclusief een planning, staat ook dat na de raad van 11 april op 12 april de publicatie in de Staatscourant en het krantje zou plaatsvinden, zodat 13 april het voorbereidingsbesluit in werking treedt. Wethouder Rozenberg had dit dus kunnen weten. Het college besluit op 4 april nog geen besluitvorming te laten plaatsvinden, maar vraagt wethouder Rozenberg dat hij die avond eerst de commissie AZ vertrouwelijk consulteert. Dit is de eerste keer dat de commissie AZ hoort over het DPO en het voorbereidingsbesluit. In die AZ-vergadering vraagt het CDA aan de wethouder of er al interesse is voor een supermarkt. De ultieme kans voor wethouder Rozenberg om openheid te verschaffen over wat hij tot dan heeft gedaan. De wethouder kiest niet voor die openheid en informeert dus onvolledig. Ook geeft hij aan dat tussen het moment van het raadsbesluit en publicatie in de Staatscourant er enkele dagen extra geheimhouding zouden moeten plaatsvinden in verband met het plaatsingsproces publicatie. Vraag: waarom schetst wethouder Rozenberg dit plaatsingsproces, terwijl in de notitie aan het college duidelijk staat dat publicatie op 12 april, een dag na de raadsvergadering, zou plaatsvinden? Hij meldt de commissie dat hij zo spoedig mogelijk een voorbereidingsbesluit aan de raad wil voorleggen ter besluitvorming. Vanwaar de haast? Rozenberg weet tenslotte dat de vastgoedadviseur al sinds 7 maart de aanvragen voor een supermarkt afhoudt. Er is geen sprake geweest van een consultatie van de commissie AZ, zoals het college had voorgesteld, maar slechts een aantal mededelingen. De wethouder opereert solistisch en houdt zich niet aan de afspraak in het college. 6 april naderen we het einde. Sinds april stemt het college in met de notitie en het voorbereidingsbesluit en bekrachtigt de geheimhouding. Vragen aan het college: waarom verandert u van standpunt? Het voorstel komt dan in het presidium aan de orde met een behandelvoorstel. Alleen CDA-fractievoorzitter Bouw en VVD-raadslid Brokken betwijfelen de noodzaak voor geheime behandeling en de snelle behandeling in de raad van 11 april, omdat daarmee een behandeling in de commissie AZ en een uitgebreide bespreking in de fractie worden overgeslagen. 11 april vindt onder de geheimhouding als laatste agendapunt van de raad de besluitvorming in de raad plaats. De raad blijkt die avond niet het definitieve DPO te hebben ontvangen, terwijl dit al op 5 april in bezit was van het college. Dan, na een hele lange schorsing van het college, wordt het voorstel voorbereidingsbesluit ingetrokken. De raad kan dus geen besluit nemen over het voorbereidingsbesluit. Ook blijkt dan dat die dag, inmiddels 12 april, in het krantje en de Staatscourant het voorbereidingsbesluit wordt gepubliceerd. Dit zonder instemming van de raad. Wat ging er eigenlijk mis op 11 april tijdens die raadsvergadering? Graag verzoek ik wethouder Rozenberg uit te leggen waarom hij na de schorsing van het college die nacht het voorbereidingsbesluit terugtrok voor besluitvorming. Op 12 april was er nog steeds geen definitief exemplaar van het DPO in bezit van de raad, ondanks vragen van het CDA, ook op 13 april niet. Na wederom vragen van het CDA kwam het DPO pas in de middag van 13 april. Waarom is dit DPO niet direct doorgestuurd naar de raad? En tenslotte blijft de vraag over: is inmiddels de intentieovereenkomst door Waaijer getekend? Het feitenrelaas geeft hier geen uitsluitsel over. Wij constateren naast de bovenstaande feiten het volgende: de wethouder heeft ook in dit dossier de raad onvolledig, onjuist en ontijdig geïnformeerd. De wethouder heeft de raad gevraagd om op oneigenlijke gronden een besluit te nemen om daarmee de eis van Waaijer in te willigen. De wethouder heeft zich onder druk laten zetten door de projectleider van Waaijer. De wethouder heeft de raad onvolledig geïnformeerd over de risico's van een planschadeclaim. De wethouder heeft zich niet gehouden aan de door hem ondertekende gedragscode burgemeester en wethouders. De motie van treurnis van 15 juni 2015 sprak zich uit over het vertrouwen in het vermogen van de wethouder om hiervan te leren. Het feitenrelaas laat zien dat wethouder Rozenberg niet beschikt over het lerend vermogen en daarmee is het vertrouwen in de wethouder onterecht gebleken. Dit alles overziend zijn wij van plan mede met de VVD en de fractie Hagen een motie van wantrouwen tegen wethouder Rozenberg in tweede termijn in te dienen. Dank u.
Voorzitter. Voorzitter, vorige week woensdagavond was ik in Naarden voor een uitvoering van de Matthäus Passion. Dat is een gewoonte van mij elk jaar in de week voor Goede Vrijdag en Pasen. Ik ga graag naar Naarden omdat daar een goede uitvoering is en het werk is er ook naar en ik ben elk jaar weer onder de indruk van de manier waarop Bach het lijdensverhaal en de betekenis daarvan voor een gelovige tot uitdrukking weet te brengen. In Naarden heb je ook een bepaald publiek, dat soms ook begrijpt wat het werk betekent en dat ook soms zwijgend na afloop van de uitvoering weer naar buiten gaat. Vorige week woensdag was dat helaas niet het geval en gingen enkele mensen toch weer staan klappen. Bij de Matthäus Passion is dat voor mij een teken dat je dus totaal niet hebt begrepen wat Bach wil overbrengen. Voorzitter, er is natuurlijk een groot verschil tussen mijn woensdagavond en mijn dinsdagavond vorige week. En ik zal vast eerlijk zeggen dat bepaalde delen uit de Matthäus Passion mij meer aanspraken dan sommige agendapunten dinsdagavond. Maar desondanks was ik wel blij dat de Matthäus Passion eindigde op een tijdstip dat de raadsvergadering ongeveer halverwege was. Je zou zeggen op een christelijke tijd, maar wat. Maar de overeenkomst was, voorzitter, dat beide avonden, woensdag- en dinsdagavond, eindigden voor mij in een complete verrassing. Woensdagavond negatief dat de mensen gingen klappen. En dinsdagavond negatief en positief denkend, die van mij mee dat we ook verrast werden door de wethouder met zijn mededeling van ja, u bent ook iets aan het beraadslaagd, maar morgen staat in de krant dat u besloten heeft. Dat was wat vreemd. En hoe moet je dat slot van die avond nou zien? Hoe moet je dat nou waarderen? Want ik denk vanavond gaat natuurlijk formeel alleen over dat laatste stukje van dinsdagavond. Maar hoe moet je het slot nou zien als een soort dissonant geluid op een verder mooie uitvoering? Of moet je zeggen, nee, het was een vals slotakkoord naar een uitvoering waarin van alles voortdurend uit de maat werd gespeeld, hè? De beoordeling van het eind kun je niet los zien van wat zich daarvoor allemaal heeft afgespeeld. Dus vandaag wordt het toch eventjes natuurlijk niet. Het debat van vorige week over doen toch even teruggaan en waarbij ik me aansluit bij het compliment van de heer Veelenturf dat u het een vrij uitgebreid feitenrelaas heeft gegeven als college, waardoor we dus weer helemaal van het begin kunnen meekijken hoe het allemaal gelopen is. Maar ik moet wel zeggen, dat maakt de zaak er niet beter op, want ik had vorige week al bezwaren dat ik dacht van ja, dit besluit wordt er met oneigenlijke gronden gemotiveerd en nu lees ik het opnieuw. Het begint met een overleg met Waaijer en daarna de opdracht voor een PO. Dat brengt dus het vermoeden met zich dat er een bepaald verband tussen die twee zaken zit en dat het PO is aangevraagd door Waaijer. Misschien kan de wethouder dat nog toelichten, want dat is dus wat ik nu denk en vervolgens zie je hetzelfde gebeuren als je zegt, we nemen geen voorbereidingsbesluit en Waaijer zegt dan teken ik niet en dan gaan we vervolgens denken, nou, dan doen we misschien toch een voorbereidingsbesluit. Dat Waaijer hier zegt, ik heb belang bij dat voorbereidingsbesluit vind ik vanuit diens optiek volkomen legitiem. Die hebben dan commercieel belang. De Hoogvliet wil geen concurrentie. Maar dat is niet een belang waar de gemeente voor mag gaan staan. In de stukken die de wethouder ook gekregen heeft en aan de raad gestuurd, staat gewoon dat concurrentieoverwegingen geen rol mogen spelen bij een voorbereidingsbesluit. Nou, probeert het college zich daar eruit te redden door te zeggen, van ja, maar het plan Waaijer heeft wel ruimtelijk ordeningsrecht en dat zijn we aan het beschermen. Die redenering, die klopt niet, voorzitter. En als je goed leest, dan kun je het advies aan Straatman ook eigenlijk terugvinden, want die geven een voorbeeld die zeggen, ja. Een voorbereidingsbesluit mag je nemen. En als dat betekent dat bijvoorbeeld de gemeente een grondpositie heeft en daardoor financieel voordeel heeft bij het voorbereidingsbesluit, wil dat niet zeggen dat het voorbereidingsbesluit onjuist is omdat je hoofdmotief is. Het ruimtelijk ordeningsaspect en die bijvangst die mag er niet anders. Die redenering geldt natuurlijk ook omgekeerd. Als je hoofdmotief is het commerciële belang van Hoogvliet te beschermen en de bijvangst is ja, dan heb je ook nog ruimtelijke ordening winst. Dan is ook je hoofdmotief geldend voor de rechtvaardigingsgrond voor de geldigheid van dat besluit en daar deugt het hier dus niet. En dat blijft dus mijn kritiek en dat is nog een keer dus onderstreept dat het inderdaad zo is gegaan uit het feitenrelaas. Ik vind het dus ook buitengewoon jammer dat het zo gelopen is dat het besluit naar de raad is gegaan met een mijns inziens verkeerde motivering, maar in het feitenrelaas blijkt nog meer, want ik heb de wethouder tijdens de behandeling horen zeggen op een bepaald moment van ja raad u doet nu een beetje moeilijk over dit besluit, maar dat is helemaal niet nodig, is eigenlijk helemaal niets bijzonders. We hadden het ook gelijk aan het begin van het traject kunnen nemen. En ja, waarom we dat niet gedaan hebben? Ja, misschien omdat de gemeente daar geen ervaring mee heeft. Als ik nu het feitenrelaas lees, dan denk ik van helemaal niet waar. Het college heeft expliciet besloten om dat voorbereidingsbesluit niet te nemen en pas achteraf is men dat wel gaan doen. Het college wist heel goed dat men dat aan het begin van het traject niet kon doen en is gaan draaien. Nou en dan vanuit zo'n uitvoering dan staat men nog een keer te zeggen nadat slotakkoord toe bijt dan allemaal misgaat bij de publicatie. Kijk. Als je die zaak op zichzelf bekijkt, dan kun je zeggen van, ik kan het snappen dat een wethouder zich inspant om als die denkt van ik moet een besluit in een vertrouwelijke vergadering laten nemen en dat besluit moet vertrouwelijk blijven tot het moment van publicatie. En dan treedt het in werking dat hij daar alles aan doet om die publicatie zo snel mogelijk na het besluit plaats te laten vinden. Dat is op zich logisch en dat er allerlei voorbereidingen worden getroffen. Ook dat kan ik ook allemaal snappen. Dan kun je zeggen van nou ja, en in zo'n constellatie. Naar een raad die heel laat vergadert. En nou ja, waar je dingen ook met aanlevert tijdens en zo ja, daar kan een keer wat fout gaan en maar ja, toevallig is dat nu net op dit dossier zo fout gegaan. Zo kun je erover denken, maar ik ga dan toch een beetje. Ja, een beetje Cruijffiaans denken en zeggen, toeval is logisch, want als je zo in dit dossier zit, waar je dus voortdurend dan push je bent met dit moet maar doorgaan, ook al klopt het eigenlijk niet, dan is het ook logisch dat je het aspect van gaat, de publicatie wel goed uit het oog verliest. En daar ben ik toch een beetje bij de kern van het probleem, want ik denk dus dat ik nu indicatie dat eerst nog heb je zeggen, ja, dat had gewoon beter gekund natuurlijk hè, want die wethouder heeft zelf een tijdschema beetje voor zich gehad waar die ziet. 11 maart 11 april de raad 12 april publicatie. Ja, je hoeft ook weer niet geen briljant inzicht te hebben om te denken van, hé, dat is toch wat vreemd. Hoe krijg je dat zo snel voor elkaar? Waarom bouw ik geen veiligheidsklep in om te zeggen van nou, ik heb het klaar staan, maar ik moet het model kunnen. Ik weet het publiceren, ga ik dat wel redden? Had er strikte toezicht op mogen zijn, want ik had het idee dat de wethouder zeer scherp zat in dit dossier, maar net op dit punt weer niet. Dat is nog net net jammer. Maar dat is dus een. Het past wel in mijn totaalbeeld van het plaatje en. Dat vind ik dus jammer. Ik heb vorige week aan het begin van mijn bijdrage gezegd. Dat ik de indruk had dat deze wethouder als die bepaalde dingen kansen mogelijkheden ziet en daar een bepaalde gretigheid op ontwikkeld dat hij soms de kaders waarbinnen die moet opereren uit het oog verliest, hè? Dat vond ik met het indienen van de besluit. En eigenlijk heeft de wethouder dat mijn indruk aan het einde van de avond op. Nou ja, ik zou bijna zeggen op weergaloze wijze bevestigd door ook deze fout te maken. Maar dat is dus wel iets wat mij zorgen baart. En ik zie daar ook eerlijk gezegd een doorgaande lijn in. We hoeven geen oude koeien uit de sloot halen, maar ik denk ook die USB stick. Dat het ook iets was van ja, die kans was even te mooi om niet te grijpen en daardoor gaat het fout, want dan ook weer dat uit het oog verliezen van de kaders. En ja, dat brengt mij dan wel bij de vraag van ja, hoe moet dit nu verder? Of misschien nog bij de vraag moet dit verder, maar daar ben ik nu nog even niet aan toe, want ik ben eerst wel even benieuwd naar de reactie van de wethouder. Ik heb nog een vraag, niet speciaal aan de wethouder, maar aan het college in het algemeen. Ik lees in het feitenrelaas dat de commissie AZ is. Geconsulteerd en het lijkt er een beetje op of het college zich aan de hand van dat consult heeft laten leiden in haar eigen besluitvorming. Ik was bij die commissie AZ. Ik had niet de indruk dat ik werd geconsulteerd, ik dat dat de wethouder is ging meedelen. Hij had het over zijn eigen dilemma en wat hij misschien wilde toevoegen aan de raadsagenda en dat het puur procedureel was. Inhoudelijk viel er niks te consulteren, want ik heb samen met meneer Van Rossem gevraagd om vergelijkbare besluit, omdat ik helemaal geen toetsingskader. Dat wat ik met dat voorstel aan moet, dus ik hoor graag van het college wat daar mee wordt bedoeld dat de commissie AZ vertrouwelijk is geconsulteerd en hoe de invloed daarvan is geweest om het collegebesluit dat kinderlijk daarna toch is genomen. Ik hoor het graag van u tot zover in de eerste termijn dank u wel. Dank u.
Verrast mij met deze volgorde, maar. Voorzitter gisteravond stonden we hier met een aantal fractievoorzitters in een hele leuke sfeer in deze zaal. Het was de bijeenkomst voor mensen uit onze gemeente die interesse hebben in de lokale politiek. Ze kregen te horen wat het ze al is en ze mochten aan ons vragen stellen wat wij ervan vonden, wat we deden en ook of we het leuk vonden. En ik merkte in dat gesprek dat ik gewoon weer opnieuw enthousiast werd voor het gemeenteraadswerk. Het is mooi werk, we doen leuke dingen. We doen dingen die ertoe doen. We waren allemaal gewoon echt heel enthousiast. En yes, het geeft ons energie. Vanavond sta ik hier anders. En, ik zeg u ook heel eerlijk, ik had hier gewoon liever niet willen staan en ik denk dat velen dat met mij delen. Wij zijn deze coalitie ingegaan met een volmondig vertrouwen in deze coalitie en in dit coalitieprogramma. En dat vertrouwen hebben we nog steeds. Maar dit debat is er ook niet voor niks. Er zijn zaken misgegaan die volgens de PvdA niet zo hadden mogen gebeuren. Ook wij wilden een spoeddebat en ook wij wilden een feitenrelaas. En ook van onze kant complimenten voor het snelle en uitgebreide leveren van het feitenrelaas. Maar het feitenrelaas beantwoordt niet al onze vragen, sterker nog. Wij zien hierin witte vlekken die we graag beantwoord willen zien. Ik concentreer me op drie zaken: één is de chronologie van deze gebeurtenissen en de besluitvorming, twee is de geheimhouding versus openbaarheid en drie is de relatie wethouder en raad. Allereerst de chronologie van de besluitvorming. Als je terugkijkt in het feitenrelaas, dan zien we dat op 17 januari al met diverse mensen in- en extern is gesproken over een eventueel voorbereidingsbesluit. Onder andere de centrummanager werd hierover geïnformeerd. Op 24 januari heeft het college twijfels over een voorkeursbesluit. Op 27 januari trekt de wethouder zelf de conclusie dat een voorbereidingsbesluit nog niet rijp is voor besluitvorming. Dan gebeurt er volgens het feitenrelaas in de hele maand februari niets. Dat bevreemdt ons. Was er dan helemaal niets op de agenda's van de wethouder? In maart moet er opeens toch een voorbereidingsbesluit komen, meldt de wethouder in het collegeoverleg. Maar wat is de aanleiding daarvoor? Heeft dat te maken met de mededeling op 6 maart van de vastgoedadviseur van The Village, dat er interesse is vanuit een supermarkt? Of met de mededeling van Waaijer op 22 maart dat als er geen voorbereidingsbesluit komt, er ook geen intentieverklaring komt? Of is er in februari meer overleg geweest, wat niet formeel in de agenda stond? De 180 graden draai die gemaakt is tussen januari en maart komt op ons vreemd over en er is geen verklaring voor te vinden in het feitenrelaas. Ik zou daar graag een toelichting op willen hoe die tot die 180 graden draai is gekomen. Dan de publicatie van de al dan niet geheime stukken. Uit het feitenrelaas blijkt dat bij het college al op 4 april bekend was dat publicatie in de gemeentelijke rubriek een deadline kende van 4 april 11 uur. Er staat letterlijk dat de planjurist van RO de tekst voor publicatie heeft aangeleverd. Klopt het dat op die 4 april het college nog niet eens had ingestemd met het voorbereidingsbesluit? En laat staan de raad? Wist de wethouder hiervan? Heeft hij ermee ingestemd dat dat zo verstuurd werd? Ook de deadline van de Staatscourant mag toch algemeen bekend zijn. Die is 48 uur van tevoren. Als je een raad hebt op 11 april 's avonds met een geheim onderdeel, wat je weet dat aan het eind staat en het staat de volgende ochtend in de Staatscourant, is dat geen 48 uur. Dat kan je van tevoren uitrekenen. Heeft de wethouder dit besluit nog voor de accordering van college en raad en zonder raadsbesluit over de geheimhouding al vrijgegeven voor publicatie? Is dat met hem, door hem gebeurd? Werd binnen het gemeentelijk apparaat oprecht gedacht dat het besluit er toch doorheen zou komen? En daarmee kom ik op mijn derde punt, de samenwerking raad-college. Het college geeft op 21 maart aan geen voorbereidingsbesluit te willen, maar eerst de commissie aan zet te willen raadplegen. In het vertrouwelijke deel van de commissie AZ brengt de wethouder ter sprake, ook voor mij, ook door het CDA en ChristenUnie is gezegd dat hierin de ons niet is aangegeven van wethouder. Goed idee, gaat u maar door. Vervolgens blijkt er wel in de raad zelf een voorbereidingsbesluit te liggen en in het college stuk is dan opeens die ommezwaai van wij stemmen wel in. Het lijkt erop alsof er gedacht werd dat de raad een gelopen race was en dat vind ik niet in lijn met dualisme. En het lijkt alsof de dan de eenvoudige gedachte is. En ik kan dat zeggen als coalitiepartij van. Nou ja, de hele oppositie is tegen, maar de coalitie zal wel voor zijn. Ik ga er niet vanuit dat zo gedacht wordt. Ik ga ervan uit dat het een opeenvolging van feiten is, maar het komt op de raad op de PvdA in elk geval gewoon echt heel vervelend over. Voorzitter, dit feitenrelaas geeft ons voldoende aanleiding om deze vragen te stellen en onze indruk is dat de procedure rond dit voorbereidingsbesluit te overhaast was en te slordig. Het had ook niet zo hoeven gebeuren, want wat was er op tegen geweest om de raad in een open gesprek mee te nemen of in de commissie aan zet van ik zit met het dilemma, hoe gaan we dit doen? In plaats van al met een kant-en-klaar traject te komen, dan hadden we ook een transparant debat kunnen voeren en geen fait accompli voor de raad. Voorzitter, de PvdA is niet per definitie tegen een voorbereidingsbesluit. Het is een wettelijk instrument van de ruimtelijke ordening dat ingezet kan worden om de ruimtelijke kwaliteit te bewaken, maar zo'n voorbereidingsbesluit neem je meestal aan het begin van het proces en in een open discussie met de gemeenteraad. Net vorige week stond in de krant dat ook Den Haag zo'n besluit heeft genomen, toevallig ook tegen een supermarkt. Maar nu is het halverwege gebeurd en dat roept gewoon achterdocht op. Met welke goede bedoelingen misschien ook, het roept gewoon achterdocht op. Waarom nu en waarom zo snel? Het plan Waaijer was nog niet aangenomen dat het een goede ruimtelijke kwaliteit voor onze gemeente en voor het Huygenskwartier zou betekenen, was ook nog geen besluit. De wethouder stond voor met echt met heel zijn doen en laten voor een goede invulling van het Huygenskwartier en daar bewonderen we hem ook voor. Maar als raad hadden we nog niet het plan Waaijer voorgelegd gekregen. De wethouder antwoordde mij op mijn vraag in de raad vorige week, toen ik vroeg of er enige belangstelling van een supermarkt was geweest of gemeld, antwoordde hij mij, aan mij is niets gemeld. Dat is ook wel kritisch als je nu het hele feitenrelaas erbij betrekt, dan kan dat misschien ook anders geïnterpreteerd worden. Belangrijk voor ons. Ik zei al, het instrument op zichzelf is een bekend instrument, maar belangrijk is of dit instrument integer en transparant wordt toegepast en lezende het feitenrelaas is de PvdA daar niet van overtuigd geraakt. De gemeenteraad lijkt in een fuik te worden geduwd. Het moest snel en het moest nu. Maar waarom en waarom op deze manier en waarom met dit instrument? Deze vragen staan voor ons gewoon echt nog open. Voorzitter, de PvdA heeft heel veel waardering voor de inspanningen van deze wethouder voor de gemeente en hij heeft heel veel goed gedaan en veel bereikt. Maar op dit dossier komen we toch op een andere conclusie. Er is ook heel veel fout gegaan. Wij horen heel graag van de wethouder zijn antwoorden op de vragen, want wij hebben het hier gewoon nu echt moeilijk mee om overtuigd te raken van de feiten, zoals in het feitenrelaas staan. En ik wacht echt op het antwoord van de wethouder, dank u wel. Dank.
U wel, dan ga ik naar de fractie van GroenLinks. En waarom in deze volgorde, mevrouw Van Giezen? Dat was omdat Partij van de Arbeid en GroenLinks ook de aanvraag van het spoeddebat ondersteunden mondeling in de raadsvergadering. De heer Van Rossum nodig ik uit om namens GroenLinks de bijdrage te leveren. Voorzitter, dank.
Dank, daar staan we dan. Een week na een roerige raadsvergadering die afliep ver na kinderbedtijd in een spoeddebat. Wat inderdaad ook GroenLinks gesteund heeft en we hebben een feitenrelaas gekregen waar een week lang hard aan gewerkt is. Dat moet wel, want het is een stuk langer feitenrelaas geworden dan GroenLinks had verwacht. Een feitenrelaas met nieuwe inzichten, maar ook een feitenrelaas waarin de basis niets nieuws in staat. Want de bottomline is hetzelfde. Er is een kapitale politieke blunder gemaakt. Een niet genomen besluit dat bovendien nog vertrouwelijk was, is gepubliceerd als ware het in kannen en kruiken, ontijdig en incorrect. Onze gemeente moest rectificeren. En wellicht dat het besluit gekund? GroenLinks snapt geluiden over oneigenlijk gebruik en ook ik schrok van het feit dat Waal volgens het feitenrelaas geen intentie wilde tekenen, maar mogelijk zijn er voldoende precedenten om dat te weerleggen. En ik zou graag van het college horen hoe men daar nu tegenaan kijkt. Ruim een week verder, al was het maar omdat ik niet zo juridisch onderlegd ben als collega Rouwendal. Maar los van de vraag of dat gekund had, vind ik dat de zweem van inmenging in de markt, de zweem van verwarring tussen doel en middel en de zweem van haast en onzorgvuldigheid maken dat dit dossier zo gevoelig is dat er geduldiger en voorzichtiger had moeten worden geopereerd. En ik gebruik het woord zweem bewust, omdat ik er oprecht van overtuigd ben dat de wethouder de beste intenties heeft voor het havenkwartier. Maar ik denk wel dat het goed is ons te beseffen dat het soms goed en verstandig is om iets minder haast te maken. Het besluit werd niet aangenomen. Maar als dat wel het geval was geweest, dan moet het ons college duidelijk zijn geweest dat er zichtbaar ongemak bestond over dit besluit. Zowel bij oppositie als coalitie en ook in zo'n geval is uiterste prudentie vreselijk belangrijk. En dan hebben we het nog niet over de voorbarige publicatie. De bijzonder ongelukkige aap die ver na middernacht uit de mouw kwam. En voor GroenLinks telt hier meer nog dan de openbaring van een stuk dat tot dan toe geheim was, de volgorde der dingen. Want de raad neemt een besluit en dan kan het naar buiten. En, het lijkt in de beeldvorming nu alsof de raad voor lief genomen is. En ik kan dat mijn buurvrouw niet uitleggen. De raad had het besluit moeten maken voor welke publiek maak ik dan ook? En ons college weet dat, wethouder Rozenberg weet dat en ook onze ambtenaren weten dat. En, ik wil graag ook gerustgesteld worden over die laatste groep, voorzitter, want ik mag toch hopen dat hier ook in het gemeentehuis ver buiten het college lang over gesproken is. Want het stelt ons wel voor een worsteling, voorzitter, uitgerekend onder verantwoordelijkheid van wethouder Rozenberg, die eerder een gele kaart aan zijn broek kreeg, komt deze flater onze kant op. Wat niet betekent dat het geen worsteling is, voorzitter, want wethouder Rozenberg is ook de wethouder die onze culturele ondernemers een nieuwe wind gaf, die de cultuursector van Leidschendam-Voorburg een nieuwe pep heeft gegeven en is ook de wethouder die LHBT-beleid voor het eerst een serieus gezicht heeft gegeven in Leidschendam-Voorburg en vooral een worsteling, omdat hiermee de trots op het collegeprogramma en op het coalitieprogramma zich moet meten met principes over de gang van de lokale democratie. En precies daarom vraagt GroenLinks zich af hoe de wethouder hier zelf tegenaan kijkt, is hij te beschadigd om zijn werk voort te zetten of denkt hij dat alsnog te kunnen? Er is inmiddels door de VVD en CDA al een motie aangekondigd, want de kern is voor GroenLinks helder. We willen graag samen met onze coalitiepartners dit laatste jaar de klus afmaken. Maar er is wel een sterk college voor nodig. Een college dat zaken voor mekaar krijgt en het gezicht kan zijn van de kern van onze samenwerking. Voorzitter, GroenLinks twijfelt aan de veerkracht in deze ontstane beeldvorming, want politiek gaat niet alleen over feiten, maar ook over beeldvorming, over leiderschap, over het goede voorbeeld en over onkreukbaarheid. Dank.
Voorzitter, dank. Waar fractie Hohage al meer dan een jaar in haar persberaad, in persberichten en in deze raadzaal voor heeft gewaarschuwd, is dan nu uiteindelijk naar buiten gekomen. Het onethisch handelen van het gehele college is openbaar geworden en heeft hun integriteitsprobleem opgeleverd voor het college en voor de gehele lokale politiek. Een probleem dat alleen door juist integer en ethisch handelen van de Raad nog kan worden opgelost. En dat is wat wij als gehele Raad hier vanavond moeten doen. Het college heeft met betrekking tot het dossier Huygenskwartier volstrekt onethisch en fout gehandeld. Het feitenrelaas dat het college heeft gegeven, zegt meer over het handelen en de denkwijze van het college dan over de werkelijke feiten. De schuld afschuiven op ambtenaren is voorbijgaan aan de verantwoordelijkheid van het gehele college. Het college zegt altijd met één mond te spreken, de wet is overtreden, publiceren van de raadsbesluit voordat het in de Raad is aangenomen, mag niet. Het feitenrelaas van het college is daar wel duidelijk in. Echter, door zoveel bomen kan het bos slecht gezien worden. Het lijkt wel een oerwoud en het afschuiven nogmaals op ambtenaren, college. U bent daarvoor verantwoordelijk. Als u dat anders ziet, dan bent u incapabel in het besturen van uw ambtenaren. In het zogenaamde feitenrelaas staat dat het college het zogenaamde raadsbesluit al voor de raadsvergadering van dinsdag 11 april op dinsdag 4 april als vaststaand besluit heeft doorgestuurd voor de opmaak naar de Staatscourant en het krantje. En daarmee is dus nogmaals de wet overtreden en is de Raad genegeerd. Dit handelen van het college getuigt van ongelooflijke arrogantie van het college jegens de Raad. Dit is overigens niet de eerste keer, zoals fractie Hohage al vaker constateerde. Er is in het handelen van het college dus voorbijgegaan aan de positie van de Raad als wettelijk besluitnemer. Het college ging er vanuit dat de gemeenteraad het voorstel wel even zou goedkeuren als zogenaamde formaliteit. De gemeenteraad en alle leden daarvan worden dan ook door dit handelen geschoffeerd. En dat is ook niet voor de eerste keer, maar ook als het voorstel was goedgekeurd, dan was de wet overtreden. De publicatie van het raadsbesluit was nu eenmaal te vroeg. Dat het voorstel nu niet werd goedgekeurd, geeft hoop. Hoop dat dualisme weer een onderdeel wordt van deze gemeenteraad. De Raad is er namelijk in de eerste plaats om besluiten te nemen en het handelen van het college te controleren. En dat is nu precies wat er is gebeurd en wat er nu gebeurt. Er is kritisch gekeken naar het handelen van het college en de Raad heeft dat afgekeurd en nu moet als Raad verder. Het college heeft in het dossier Huygenskwartier onethisch gehandeld. Er zijn er dan ook verder veel vragen in het dossier nog niet beantwoord. Op welke gronden was dit besluit gebaseerd? Wie had en heeft er belang bij dit eventuele besluit? Waarom moest daar, na eerdere aankondigingen dat het voorstel openbaar zou worden, opeens weer geheimhouding worden afgegeven? Kan het project Huygenskwartier zonder het deelproject Hoogvliet nog doorgang vinden? Graag antwoord op deze vragen. Dit zijn vragen die bij fractie Hohage het beeld oproepen dat er belangen bij betrokken waren die niet bij de gemeente vandaan komen. Hoogvliet en de firma WAAIER lijken hierbij wel een heel grote rol te spelen in het project Huygenskwartier. Of dit waar is en dat dit tot het genoemde handelen heeft geleid, is iets aan het college om aan de Raad uit te leggen. En als we verder kijken naar het dossier Huygenskwartier, ziet fractie Hohage nog meer vraagtekens. Wie heeft bijvoorbeeld de stuurgroep Huygenskwartier benoemd en waar houdt deze zich mee bezig? En waarom werden juist deze mensen benoemd? Mensen met veel belangen in het Huygenskwartier. En dan het vele extra geld dat via andere budgetten, onder andere sport en cultuur, in het Huygenskwartier wordt gestopt. Fractie Hohage heeft haar twijfels daarbij. Het geeft een beeld van promotie en voortrekken van dit project, waarbij onethisch handelen de toon lijkt te zetten. Het is overigens niet de eerste keer dat de bij dit dossier betrokken wethouder in een zwaar dossier onethisch heeft gehandeld. Het is al eerder gezegd, de duiven voor de corridor voor fractie Hohage zegt dit voldoende. Het is al de tweede keer dat het college door het handelen van deze wethouder in de problemen komt. Het is nu aan de Raad om daar een oordeel over te hebben. Voor fractie Hohage is het echter het topje van de ijsberg. In het huidige college lijkt bij een deel van het college onethisch handelen de norm te zijn geworden. Op veel vragen van raadsleden wordt geen of onduidelijk antwoord gegeven en in veel dossiers wordt vooral mist opgetrokken. Nu blijkt dat in het dossier Huygenskwartier onethisch en arrogant gehandeld is, zou het fractie Hohage eigenlijk niet verbazen dat het in verscheidene andere dossiers ook gebeurt. Op dossiers als de begroting, reserves, inhuur externe bureaus en onderzoeken, het snippergroen, de Woei enzovoorts hebben veel vragen opgeroepen die nooit goed beantwoord zijn of geheim zijn verklaard. En dit gaat het gehele college aan. Ook openbaarheid en transparantie waren de steekwoorden van dit college toen het aantrad, maar daar is nooit iets van waargemaakt. Het onethisch handelen en het geheim houden van informatie is onder geen enkel ander college zo groot geweest. Dat baart fractie Hohage dan ook grote zorgen. Het is nu aan de Raad om dit gehele college daarop aan te spreken en ervoor te zorgen dat het vertrouwen in de lokale politiek hersteld wordt. Want het mag toch niet zo zijn dat dit college in zijn handelen het vertrouwen van de inwoners van Leidschendam-Voorburg in de gehele lokale politiek verder kapot maakt? En daarom dient ook fractie Hohage voor de eerste en tweede termijn een motie van wantrouwen in, tezamen met VVD en CDA, jegens wethouder Roosenberg. Dank.
De gebeurtenissen van vorige week dinsdag hebben we tot een feitenrelaas geleid in de kwestie Voorbereidingsbesluit Huygenskwartier en dit naar aanleiding van de mededeling van wethouder Rozenberg in de nacht van 11 op 12 april. Dat het op dat moment nog te nemen besluit door de Raad reeds onderweg was voor publicatie in de media. Voor de goede orde: fouten maken mag, kan en dat gebeurt nou eenmaal. Dus het zou kunnen dat er te veel proactiviteit aan de dag gelegd is om het besluit wereldkundig te maken. Evenwel, het feitenrelaas is zo helder niet wat ons betreft en roept nog veel meer vragen op. De voorgangers zojuist hebben die vragen al gesteld, dus het heeft niet zoveel zin om al die vragen nog een keer te beantwoorden of te stellen. Ja. Dus ik sla een paar pagina's over. Dankjewel. Dus voorzitter, uit het feitenrelaas en de ook weer vele vragen die dit oproept en die zojuist ook gesteld zijn, ontstaat het beeld van haast en van onzorgvuldigheid. Iets wat 6 maanden speelt, moet in een week door het college en de Raad beklonken worden. College en Raad zijn niet in positie gebracht om een voorstel goed af te kunnen wegen. En dit is kortweg geen goede gang van zaken geweest. Ik meen oprecht als ik denk dat de bestuurlijke opdrachtgever het beste voor heeft met de ontwikkeling van het Huygenskwartier. Het gaat er evenwel niet alleen om het resultaat te hebben. Het gaat er ook om om daar op een zorgvuldige manier te komen. In de politiek in de gemeente wegen vele belangen en er zijn altijd meerdere stakeholders. Inwoners en marktpartijen mogen van ons College en Raad verlangen dat we niet overhaast beslissingen nemen, maar dat we die verschillende belangen van die diverse partijen wikken en wegen en zorgvuldigheid in de besluitvorming betrachten. En dat is wat hier misgaat. Over de inhoud of je nou wel of geen voorstander bent van dat voorbereidingsbesluit, daar kun je over van mening verschillen. We staan hier vanavond niet om over de inhoud van dat besluit te spreken. Dat had vorige week gemoeten en wat ons betreft liever op een later moment, omdat er op dat moment ook nog vele vragen open stonden. Maar in plaats van over de inhoud van het besluit te debatteren, staan we hier te spreken over de gang van zaken in de opmaat naar wat een inhoudelijk debat had moeten zijn. En het is dit precies. Dit is het precies. Dit debat vanavond zou eigenlijk niet moeten hoeven. Daar zit eigenlijk mijn zorg. Door de gang van zaken hebben we het niet over de inhoud. We hebben het niet over wat we willen bereiken met de gemeente, maar we hebben het over gedoe. Dus de integriteit van het proces van besluitvorming raakt te veel vermorzeld in de dadendrang die we hier waarnemen. En dat is niet de stijl die D66 voorstaat. Voorzitter, er ligt een prachtig coalitieakkoord en daar hebben alle wethouders aan bijgedragen, inclusief wethouder Rozenberg. En daar zijn we ook zeer dankbaar voor. En we gaan ook graag door met de realisatie daarvan en dat betekent in onze ogen ook de samenwerking tussen de 4 partijen die dat akkoord hebben ondertekend. Maar we vragen ons in ernstige mate wel af of de handelswijze van wethouder Rozenberg past bij de realisatie van onze ambities. Maar we geven wethouder Rozenberg graag de gelegenheid hier eerst op te reageren.
Voorzitter. De fractie van Gemeentebelangen heeft het feitenrelaas rond het voorbereidingsbesluit met belangstelling gelezen. Er is door vorige sprekers al veel over gezegd. Gemeentebelangen wil deze inbreng langs twee lijnen opbouwen. In de eerste plaats, een algemeen beeld en daarnaast nog een aantal vragen aan het college. In het algemene beeld dat mijn fractie uit het feitenrelaas opmaakt, is dat er een aantal bijzondere zaken zijn gebeurd die de organisatie van de gemeente en de griffie raken. Ik doel hier op de uitwisseling van documenten tussen college en raad, de publicatie voordat een besluit was genomen, de agendering door de griffie, maar ook de onjuiste informatie vanuit het KC aan de makelaar over wat wel en wat niet mocht. En zojuist heeft ons ook het bericht bereikt dat de makelaar een claim heeft neergelegd bij de gemeente. De claim die gebaseerd is op het feit dat het KC tegen de makelaar heeft gezegd dat op basis van het bestemmingsplan geen supermarkt zich mag vestigen in de Village. Ik ga hier nu inhoudelijk niet op in, maar kan de wethouder die verantwoordelijk is voor het KC aangeven hoe zij tegen deze zaak aankijkt? De hele gang van zaken komt allemaal weinig professioneel over. De bespreking in het college laat nog eens zien dat dit dilemma van wel of geen voorbereidingsbesluit te nemen, dat in de commissie AZ werd aangegeven, ook zeker gespeeld heeft. Gemeentebelangen ziet ook de contacten tussen Waaijer Projectrealisatie en Hoogvliet Beheer over een te nemen voorbereidingsbesluit en het DPO. Wat is nu de functie van het voorbereidingsbesluit en waarom moest dat nu worden genomen? Kan de wethouder dat kort aangeven en was er sprake van druk door Waaijer en/of Hoogvliet? Er is in januari een overleg geweest tussen de projectwethouder Huygenskwartier, wethouder Rozenberg en wethouder Economie Bruines. Hoe kijkt de wethouder aan tegen de samenwerking met wethouder Bruines in dit dossier? En hoe kijkt de wethouder aan tegen de rol van de griffie in dit dossier? Voorzitter, als de fractie van Gemeentebelangen echter door de oogharen van het feitenrelaas heen kijkt, dan is er enerzijds sprake geweest van een opeenstapeling van onhandigheden. Anderzijds ziet Gemeentebelangen geen wethouder die de geheimhouding heeft geschonden of die stukken niet naar de raad heeft willen sturen. Wel een wethouder die bezig is voor het Huygenskwartier een mooie ontwikkeling te faciliteren. In opdracht van de raad wordt onderzoek gedaan naar de gebouwenschuif en het plan Waaijer. Daarbij stelt wethouder Rozenberg voor om van een legitiem planologisch instrument gebruik te maken om de uitkomsten van het onderzoek ook betekenisvol te laten zijn. Met de kennis dat het bestemmingsplan ruimte biedt voor een vestiging van een supermarkt in de Village, is Gemeentebelangen van mening dat een voorbereidingsbesluit een terecht instrument is om deze belangen in het Huygenskwartier te dienen. In onze ogen sluit dit ook feilloos aan op de werkwijze die wij van de gemeente verwachten, verwoord in het coalitieakkoord en ik citeer: "Dat betekent een andere werkwijze en een andere rol van de gemeente als overheid. De ambtelijke organisatie luistert en staat open voor initiatieven van instellingen, inwoners en bedrijven en durft kansen te benutten." Wij staan daarom volledig achter onze wethouder, die niet alleen in het Huygenskwartier, maar ook in andere projecten heeft laten zien zaken vlot te kunnen trekken en de gemeente Leidschendam-Voorburg op de kaart wil zetten en haar inwoners, verenigingen, instellingen en bedrijven vooruit wil helpen. Dank u wel.
Ik zou graag een vraag willen stellen aan de heer Ross Benders. Wilt u uw functie als raadslid opgeven? Wilt u de gehele gemeenteraad opheffen? De wethouder is volkomen voorbijgegaan aan de Raad en u verdedigt hem.
Ik sluit hierbij de eerste termijn van de Raad af en ik ga voor beantwoording naar het college. Wethouder Rozenberg krijgt de gelegenheid om te reageren op de reacties die gegeven zijn en de vragen die gesteld zijn. Wethouder Rozenberg.
Voorzitter, hier staat een trieste wethouder, een trieste wethouder omdat hij heeft geconstateerd dat het vorige week in de Raad inderdaad volstrekt verkeerd is gegaan. En dat spijt mij ten zeerste. En de vraag die u heeft gesteld, die begrijp ik ook. En die begrijp ik omdat daarbij het beeld zou kunnen ontstaan dat deze wethouder, maar wat ik echt nog heel erg vind, ook het college onzorgvuldig hebben gehandeld in de richting van uw Raad en dat, dames en heren, voorzitter, is absoluut niet de bedoeling geweest. Noch van het college, noch van deze wethouder. Mijn bijdrage in eerste termijn bestaat uit twee delen en allereerst zal ik ingaan op toch een aantal feitelijkheden die misschien ook het feitenrelaas wat beter kunnen duiden. Ik zal ingaan op de gebouwen, schuif het plan Waaier, het distributie planologisch onderzoek, het voorbereidingsbesluit, het bestemmingsplan, publicatie van het voorbereidingsbesluit en de geheimhouding. En daarmee hoop ik ook de meeste van uw vragen in één keer te hebben behandeld. Voorzitter, zoals bekend is een van de speerpunten van het college het verbeteren van het Huygenskwartier Voorburg en daartoe is een groot aantal acties opgezet en inderdaad mevrouw Hohage, onder leiding van een stuurgroep met stakeholders, stakeholders die staan voor het gebied van het havenkwartier, die daar hun voetstappen hebben gezet, die daar hun belangen hebben en die weten wat er voor het hoofdkwartier in gezamenlijkheid nodig is. En ik ben daar heel trots op en ook heel blij dat die stuurgroep er is. En morgen is er weer een vergadering van de stuurgroep en daar bespreekt de stuurgroep welke activiteiten in het actieplan, wat ook aan de Raad is voorgelegd, weer aan de orde zijn. Zoals u weet, is de ontwikkeling van het Huygenskwartier ook gedeeltelijk gebonden aan de gemeentelijke panden die we hebben en dat zijn er vier zoals u weet. We hebben gekeken of het mogelijk zou zijn om die gemeentelijke panden een bijdrage te kunnen bieden aan de ontwikkeling van het Huygenskwartier. En dat is zoals u weet, de gebouwen schuif gaan heten. En, zoals ook bekend heeft zich vorig jaar Waaijer projectrealisatie zich gemeld met een plan voor de integrale invulling van Herenstraat 42, de Raadhuisstraatzijde en de huidige Hoogvliet. En dat betekende verplaatsing en vergroting van de Hoogvliet, een parkeergarage met circa 130 plaatsen, woningen en verbetering van de Vlietstraat. Uw Raad heeft gevraagd om de gebouwen schuif, inclusief het plan Waaier verder te onderzoeken en u bent geïnformeerd over het plan van aanpak waarin de opzet van het onderzoek is beschreven. En zoals ik constant nadrukkelijk heb gemeld, is er geen sprake van dat de gebouwen schuif door zou moeten gaan of dat het plan Waaier al in kannen en kruiken is. Integendeel. Ik heb vele malen bijna tot vervelens toe aangegeven op allerlei plekken, ook in deze Raad en ook bij Waaijer, welke toetsingen er allemaal moeten plaatsvinden voordat het plan Waaier tot realisatie zou komen. En dat geldt dus ook voor de gebouwen schuif, zowel ruimtelijk qua verkeersintensiteiten, de opbrengsten voor het kasboekje van het college van de gemeente, geluid, water en ook de marktbehoefte. En dat laatste gebeurt dan in de vorm van een distributie planologisch onderzoek, ofwel het DPO. En dat deed hij ook, dames en heren, meneer de voorzitter, gaat u op twee manieren een rol spelen? In het plan Waaier is voorzien dat de huidige supermarkt van Hoogvliet wordt vergroot. Met een DPO moet dan worden aangetoond dat de vergroting ook passend is gelet op de koopstromen, marktbehoefte en dergelijke. Dit staat dus nadrukkelijk los van de situatie die rond de Village is ontstaan. Een DPO was en is een van de toetspunten om de haalbaarheid van het plan Waaier te kunnen beoordelen. En ik haal het nog één keer aan: één van de toetspunten in het onderzoek dat door de Raad is gevraagd. Als de Raad in december 2016 besluit om het college gebouwen schuiven, inclusief het plan Waaier te laten onderzoeken, meldden zich Waaijer projectrealisatie en Hoogvliet beheer zich bij mij en u zult begrijpen dat zij blij zijn met het besluit dat u heeft genomen. Er wordt hen immers een kans geboden om mogelijk een mooi project te realiseren. En ik herhaal het nog een keer: het plan Waaier noch de gebouwen schuif waren in kannen en kruiken. Het moest worden onderzocht en moest worden getoetst. In dat gesprek met mij wordt echter ook aangegeven dat men zich zorgen maakt over de leegstaande The Village. Een derde supermarkt in het gebied zou mogelijk een van de economische dragers uit het plan Waaier kunnen halen en die opmerking vond en vind ik nog steeds terecht. Ik vond die opmerking ook relevant in het kader van het onderzoek dat in opdracht van de Raad door het college werd uitgevoerd rond de gebouwen schuif en het plan Waaier. De mogelijke vestiging van een derde supermarkt zou ertoe kunnen leiden dat er een prachtig onderzoeksrapport en Raadsvoorstel voor een volgende stap in de gebouwen schuif en het plan Waaier zou liggen, terwijl één van de key spelers, de Hoogvliet, die het plan Waaier voor de herontwikkeling van Herenstraat 42 interessant maakt, dan zou zeggen: ja, leuk dat rapport van jullie, maar voor drie supermarkten ziet Hoogvliet geen bedrijfseconomische basis om in dat plan Waaier te blijven participeren. Consequentie daarvan: geen opwaardering van de Vlietstraat, geen grote parkeergarage om de Herenstraat 42 en het huidige pand van Hoogvliet en beduidend minder woningen. En op dat moment komt het planologisch instrument van het voorbereidingsbesluit om de hoek kijken. In de afgelopen week is helaas het beeld neergezet dat het voorbereidingsbesluit bedoeld is of was om de vrije marktwerking te verstoren, de concurrentie tussen supermarkten tegen te gaan en wat dies meer zij. En verder, ik herhaal het weer, is het beeld neergezet dat het plan Waaier al in kannen en kruiken is. Dat is en was niet het geval. Beide beelden werp ik echt verre van mij. Ten aanzien van het plan Waaier en de status daarvan heb ik al aangegeven dat dit op verzoek van de Raad wordt onderzocht en getoetst. Er was en is dus geen besluit genomen het plan Waaier te realiseren. Met het nemen van een voorbereidingsbesluit, en dat is denk ik de essentie, dat is bedoeld om mogelijke externe ontwikkelingen in het Huygenskwartier te bevriezen. Het voorbereidingsbesluit zou de pauze geven om eerst het onderzoek in uw opdracht naar de gebouwen schuif en het plan Waaier af te wachten. Voorzitter, de woorden van de heer Roozendaal van vorige week heb ik daarom niet begrepen. En dat betreurt mij eigenlijk ook, want zijn betogen, u weet het, die stel ik altijd zeer op prijs, maar hier ging het even mis. De redenering van de heer Rouwendal was namelijk andersom. Vrij vertaald, ik interpreteer nu even, u hoorde het: het plan Waaier is door de Raad nog helemaal niet besloten, dus hoe bestaat het dat de wethouder het lef heeft om de Raad een voorbereidingsbesluit te laten nemen? Voorzitter, het voorbereidingsbesluit is als het nemen van een optie op een nieuw huis. Je hebt in principe een mooi huis gezien, je moet nog onderzoeken of het allemaal wel past en daarom neem je een optie. Past het allemaal, dan koop je het huis, past het niet, dan blijf je zitten waar je zit. En in analogie zou dat betekenen, ik gebruik nu even de heer Rouwendaal, excuus daarvoor, dat de heer Rouwendaal dat hij nooit een optie op een mogelijk nieuw huis zou nemen. Hij gaat eerst onderzoeken of het mogelijke nieuwe huis hem past en als het past en de mensen weer bij de makelaar, dan loopt hij dus de kans dat de makelaar zegt: sorry, het huis hebben we net aan een ander verkocht. In het geval van het onderzoek naar de gebouwen schuif en plan Waaier, die was ik al bang voor. Interruptie van...
U hoeft niet bang te zijn, want ik wil u even helpen, want u heeft inderdaad niet helemaal goed begrepen. Dat had de rest van de raad ook al door, begreep ik denk ik. Maar mijn kritiek was niet zozeer dat u geen opties mag nemen, maar dat de motivering van uw besluit niet deugt. U zegt van ja, ik ga een ruimtelijke ordening ontwikkeling beschermen door de hoofdstructuur te beschermen door een plan te beschermen, maar dat doet u om een commercieel belang van een van uw, nou ja, noem het eventjes heel populair, een van uw vriendjes, maar van uw partners daarin te helpen. Dat was mijn kritiek. U draait de boel om, u helpt iemand en die persoon als u die helpt, ja, heeft ook nog een paar gunstige effecten en dat is uw redenering. Maar dat mag nou volgens mij juist niet.
Nee, maar ik ben blij dat die correctie ook even zelf maakt, want er zijn al heel veel beelden over mij nu de revue gepasseerd. En dat beeld wil ik er zeker niet bij hebben. Ik neem
Dank u, voorzitter. Maar toch, meneer Rouwendaal, slaat u niet weer een stapje over? Ik begon ermee dat wij niet de hoofdpiet wilden beschermen. Wij wilden het onderzoek dat we aan het doen waren beschermen. Maar daar zit wel een cruciaal verschil in. En of het nou de Hoogvliet was geweest of een ander, dat maakt in principe niet uit. Waar het om gaat, is dat we met een onderzoek bezig waren en zijn in opdracht van uw Raad. En door niet het ruimtelijke verhaal in het huis kwartier even te bevriezen, zou dat onderzoek nutteloos kunnen zijn, voorzitter.
Mag ik een vraag stellen aan de wethouder, want als hij zegt, we willen het bevriezen en we willen het goed onderzoeken, waarom dan niet in november? Waarom moet dat dan op stel en sprong binnen een week, voorzitter?
Dat geeft ook antwoord op de vragen die zijn gesteld waarom er op een keer zo'n haast was en waarom het zo lang heeft geduurd. Het heeft ook een lezing in het feitenrelaas dat het besluit ook in het college een lastige afweging is geweest. Het is een besluit wat we eigenlijk in onze gemeente niet gewend zijn, dus het college heeft echt op een aantal malen gesproken en gediscussieerd over: is het nou wel of niet verstandig om het voorbereidingsbesluit te nemen? Hoe zit het nou precies, wat zijn de voor- en nadelen? En, ik geef toe, dat heeft ook toegeleid dat daar een soort van ups en downs in hebben gezeten in dat proces, want u ziet dat ook hè? Nou niet, ja wel nee, ja toch niet, onderzoek toch weer niet. En tegelijkertijd ging de tijd wel door. En waar het college dus kennelijk met elkaar de tijd en de ruimte heeft genomen te zien wat nou het effect was van het voorbereidingsbesluit, werd de noodzaak van het voorbereidingsbesluit — en ik kom daar zo meteen op terug — in feite steeds groter. En het spijt me oprecht dat het ertoe heeft geleid dat u in feite niet in een fuik werd geduwd, maar wel helemaal achterin in een tijdslijn kwam te zitten. Interruptie.
Van Eekelen: Ja, dat is precies mijn vraag en waar ik ook op aan wil sluiten. Want u zegt: het is een heel moeilijk proces en het college en we doen er lang over en dit en dit en dit en dat en en en het is heel ingewikkeld. En dan krijgt de Raad zeggen en schrijven een week de tijd om hierover te besluiten. Dat is toch voor de Raad nog niet eens een week, maar dat is voor de Raad toch ook absoluut geen goede zaak.
Voorzitter mevrouw Van Eekelen herhaalt in feite wat ik net aangaf. Dat is wat er dus gebeurd is. Het college heeft lang gediscussieerd over nut en noodzaak en de noodzakelijkheid van het voorbereidingsbesluit. Had daar twijfels bij, had daar nadere vragen bij, maar de tijd schreed voort en we hebben dus met elkaar, of ik heb onvoldoende in het vizier gehad dat daarmee uw positie in het gedrang was gekomen. En nogmaals, dat spijt mij oprecht, voorzitter.
Waarom de Raad daar dan niet van? In een eerder stadium in meegenomen? Waarom zo lang gewacht en waarom dan wel ter publicatie aanbieden voordat de Raad een besluit neemt? Want dat heeft u dan wel gedaan.
Ik kom daar zo meteen op terug als mevrouw Van Eekelen mij dat toestaat. Ik kom nog even terug op dat voorbereidingsbesluit en wat ik zei, waarom dat nodig was. In het geval van het onderzoek naar het gebouw schrijven het plan. Waaijer zou, als we dat dus niet zouden hebben genomen, een aantal maanden onderzoek en de daarbij behorende kosten voor niks kunnen zijn geweest. We hadden dan een plan voorgelegd waarbij dan Waaijer had gezegd, ja, dat is leuk, maar er zit nu een supermarkt in The Village. De economische drager is voor mij nu weg om met het plan door te gaan en dat was dus waren die voordelen die ik net heb genoemd ook weg. Voorzitter, ik heb al aangegeven dat een DPO hoe dan ook nodig was als een van de toetspunten in het plan Waaijer. Was nou een voorbereidingsbesluit ook echt nodig? Als het college met een nog betekenisvol rapport met het onderzoeksresultaat naar de gebouwen schuif en het plan Waaijer zou komen. En nu wordt die wat complex. Dat voorbereidingsbesluit was niet nodig geweest als in het huidige bestemmingsplan en ik concentreer me even op The Village. Een supermarkt niet was toegestaan. Dit zijn heel veel ontkenningen. Dus ik ga toch nog even herhalen. Het bestemmingsplan van The Village geeft aan dat, nee, als dat had aangegeven dat de supermarkt niet was toegestaan, was er geen voorbereidingsbesluit nodig geweest. Een derde supermarkt was er namelijk helemaal niet mogelijk geweest. En dan was alleen dat DPO nodig geweest om te zien of de uitbreiding van de Hoogvliet op locatie Heesstraat wel of niet mogelijk was. Maar het bestemmingsplan van The Village staat nou juist wel een supermarkt toe. Elke supermarkt had zich bij het vrijkomen van The Village direct vrij kunnen vestigen in The Village. En u heeft een notitie aan wethouder Bruines, de toenmalige wethouder Economie en aan mij kunnen lezen dat het bestemmingsplan de vestiging van een extra supermarkt niet kon voorkomen. En dat het dus ook vanuit economisch perspectief niet handig was dat er een derde supermarkt zich zou vestigen. En overigens die samenwerking tussen wethouder Bruines en mij was in alle gevallen en ook op dit dossier uitstekend en ik heb daar absoluut geen enige wanklank over te melden, integendeel. U heeft gezien dat die notitie ook wat economische aspecten over die vestiging van de supermarkt worden aangegeven. Dat is niet mijn portefeuille, dus daar moet ik verwijzen naar mijn huidige collega wethouder De Ridder. Maar volgens mij gaat het daar niet om. Voorzitter, in het college is informeel gesproken over het wel of niet nemen van een voorbereidingsbesluit en dat leidde niet tot een ja of een nee.
Ik heb nog even een vraag, maar bent u nu een beetje klaar met dat PO en heb ik toch nog een vraag over? Ik hoorde u net zeggen van ja, dat die uitbreiding van de hoofdpijler was een van de dragende pijlers onder het plan waaier. En daarom was het PO nodig. Zo heb ik het even in mijn hoofd. Maar het is toch niet een gebruikelijke gang van zaken dat als een supermarkt wil uitbreiden dat hij aan de gemeente vraagt, kun je onderzoeken of dat mogelijk is. Daar is nog iets bijzonders aan de hand dan hoe is dat nou precies?
Wethouder, nou, dat is nou juist hetgeen wat ik net probeerde aan te geven dat als we even de Village helemaal wegdenken, dan was nog steeds dat DPO nodig, want in het plan Waaier was er sprake van dat de Hoogvliet zou uitbreiden. En zoals we hebben gezien bij de vestiging van de Albert Heijn aan de Parkweg was ook daar de vraag, is er wel ruimte? In zo'n DPO-onderzoek om een extra supermarkt zoals de Albert Heijn toe te laten treden. De uitbreiding van de Hoogvliet in het plan Waaier moest dus ook worden getoetst of die uitbreiding wel voldoende draagvlak had in de markt. Dat is het, voorzitter, toetsaspect van het DPO. Interruptie.
Over een commercieel bedrijf dat tientallen supermarkten heeft in deze regio. Vindt u niet dat het een verantwoordelijkheid is van een bedrijf om zo'n afweging te maken of er een potentiële markt is in het gebied? Wethouder.
Nee. Natuurlijk maken zij die afweging, maar het gaat hierom dat de gemeente ook een toets moet uitvoeren en dat doet de gemeente met een DPO. Als ik Hoogvliet was, dan zou ik zeggen, nou ik Voorzitter.
Maar niet voor een supermarkt die zich vervolgens in de Village zou hebben gevestigd. Nee, ik zeg het nu verkeerd, dat was het dus. Dus zonder dat, zonder de Village had de Hoogvliet vanuit dat toetsingskader de ruimte om in het plan Waarderweg een grotere supermarkt te gaan vestigen. Echter, als de Village zou worden bezet door een grotere supermarkt, dan was die ruimte weg en viel dus ook de economische pijler, drager onder het plan Waarderweg, en daarmee zouden wij dus aan u een voorstel hebben doen toekomen in een onderzoeksrapport. Nou, het is een prachtig verhaal. Het plan Waarderweg past, het is allemaal getoetst. Het kan, het kan, het kan, maar omdat er nu een supermarkt heeft gevestigd in de Village, helaas, gaat het plan Waarderweg niet door en daarom was dat voorbereidingsbesluit nodig. En die de...
Excuses, ik was iets te snel, maar die analyse of die conclusie kan ik niet trekken. Het DPO gaf aan dat er ruim voldoende vierkante meter supermarkt in dit gebied was. Tijdens de discussie in de Raad is ook aangegeven dat er vraagtekens waren bij het DPO, omdat er een aantal zaken zoals de 5000 appartementen op de Binckhorst en de uitbreiding hier in het centrum van woningen niet was meegenomen in de aantallen. Dus alleen op die basis zou er veel meer ruimte kunnen zijn. Dus ik begrijp nog steeds niet waarom u op basis van uw verhaal tegen die invulling bent van de Village.
Wethouder, nee, voorzitter, ik ben hier tegen invulling van een supermarkt in de Village. Waar ik voor stond en voor sta is het uitvoeren van het onderzoek wat u mij heeft opgedragen en dat onderzoek was kijken naar de gebouwen schuif en daarin het plan Waaier en in dat plan Waaier was een DPO noodzakelijk. Dat DPO is opgesteld en dat gaf aan dat het inderdaad mogelijk was om binnen het plan Waaier de uitbreiding van de supermarkt Hoogvliet te realiseren. Dat was de ruimtelijke ontwikkeling waar we met elkaar voor stonden. Dat was tenslotte uw eigen opdracht. Die heb ik proberen uit te voeren en waar ik dus tegenaan liep, was op het moment dat we dan niet even de time-out zouden nemen in het Huis kwartier met andere ontwikkelingen dat dan het onderzoeksrapport wat we zouden opleveren direct ook van nul en generlei waarde zou zijn, want dan zou alle waarschijnlijkheid Hoogvliet hebben gezegd: Nou, dat is mooi. Je hebt een prachtig onderzoek verricht, maar op basis van het DPO staat er nu zo meteen een supermarkt in de Village. Die kan zich namelijk nu vestigen. Maar ik heb dan geen ruimte meer om mijn uitgebreide Hoogvliet te vestigen en daarmee is dus dat ruimtelijke aspect relevant geworden. Voorzitter.
Interruptie de heer Geurts ook een vraag even even duidelijk. In de tijdlijn staat op vrijdag 24 maart dat wordt, dat bent dat het dus wethouder Rozenberg het bestuurlijk op een gegeven moment meldt aan het college dat een vastgoedadviseur van de Herenstraat weet dat er geen ruimte is voor een derde supermarkt in het pand Herenstraat 77 A 170 A er valt goed vast, we zouden, zo houdt dit af, dus op 24 maart weet u eigenlijk dat er dus geen supermarkt zal komen, want de vastgoedadviseur had het af en de vastgoedadviseur weet dat er geen ruimte is. Dat deelt u aan het college mede. Waarom zet u dan het voorbereidingsbesluit dan alsnog door? Als u zegt, van ja, want dat dat dat dat dat begrijp ik dan gewoon niet als u aangeeft van hij weet toch wel dat het niet gebeurt, dus daar komt. Daar komt geen aanvraag voor een derde supermarkt als ik het zo goed lees. Wethouder
Nou voorzitter, daar zit het punt wat ik nu net wilde aansnijden. De vastgoedmakelaar of de vastgoedadviseur ging er kennelijk van uit dat er geen supermarkt mocht komen, maar dat mocht dus wel. En voorzitter, als u mij toestaat, ga ik even verder met mijn betoog en dan hoop ik ook de vraag van de heer Geurts daarmee te beantwoorden. Het bijzondere element in het feitenrelaas is dat vanuit de afdeling er ook helder was dat een supermarktvestiging op basis van het huidige bestemmingsplan wel mogelijk is. Oftewel, bij het vrijkomen van de Village had direct een supermarkt zich kunnen vestigen. Had de gemeente niets tegen kunnen doen. Het klantcontactcentrum had echter aan de makelaar van de Village aangegeven dat de vestiging van de supermarkt niet mogelijk is. En voorzitter, in de Raad is net aangegeven dat ik wist wat het klantcontactcentrum heeft aangegeven. Dat is niet het geval. Helaas is dat niet het geval. Pas afgelopen donderdag bij het concept van het feitenrelaas kwam mij die informatie, maar ook voor het college pas ter ore. Toen bleek pas dat er twee sporen zijn gelopen: het spoor vanuit het KCC in de richting van de vastgoedmakelaar, waarin is aangegeven dat de vestiging niet mogelijk is, en het spoor binnen mijn project. Lees de notitie van ook de centrummanager dat die vestiging gewoon per direct mogelijk zou zijn geweest, voorzitter.
Voorzitter. Het casus C heeft gehandeld op verzoek van de vastgoedadviseur van de verkopende partij of van de huurderspartij? Daar is die vraag binnengekomen. Die vraag is beantwoord en die vraag, en dat heeft het college dus helaas moeten constateren, is niet goed beantwoord.
Nog even verduidelijkende vraag, hoe kan het dan dat het KC een heel ander antwoord geeft dan u voor ogen zou hebben? Hebben ze het zelf verzonnen? Ik ben heel benieuwd naar. Ja voorzitter het
Het probleem is dat ik niet de casus ken. Ik weet hoe dat daar gegaan is. Wat ik wel weet, is dat de medewerker die daar heeft gezeten, en ik wil hem absoluut niet afvallen, integendeel, het bestemmingsplan op een bepaalde wijze heeft geïnterpreteerd terwijl de collega aan de andere kant van de straat het op een andere manier heeft gedaan. En helaas, ik herhaal dat, is dat het college pas afgelopen donderdag bekend is geworden. Ook geldt dat voor deze wethouder. Pas op donderdag heeft het college dus toen dat werd geconstateerd de huisadvocaat gevraagd om nog eens een keer extra naar te kijken. En toen bleek dus dat in mijn projectteam wel het juiste antwoord was gegeven, namelijk dat in de Village direct een supermarkt zich had gevestigd.
Wethouder nee voorzitter. Het gaat niet om de communicatie tussen college en KC. Het gaat om de communicatie intern tussen de afdeling RO en het KC. En dat is denk ik een van de aandachtspunten die uit dit feitenrelaas helaas, ik herhaal het, naar voren is gekomen. Ik heb. Voorzitter bij
Dat kan toch even het feit dat de laatste dan maar weer even bij je op om even die feiten langs te gaan. Op dinsdag 29 november stelt de centrummanager met de beleidsadviseur vast dat een supermarkt op locatie de Village mogelijk is volgens het bestemmingsplan. Op 7 maart geeft de afdeling KC aan bij die vastgoedadviseur van de Village dat een supermarkt niet mogelijk is. Dat is op dat moment dus foutieve informatie. Diezelfde dag binnen het uur geeft de centrummanager aan bij het KC dat er een DPO is waaruit blijkt dat er geen ruimte is voor een extra supermarkt. Het DPO stelt dat die ruimte er weliswaar beperkt is. De centrummanager weet op dat moment dat het bestemmingsplan die ruimte wel laat voor een extra supermarkt. De centrummanager heeft op dat moment namelijk 23 januari daarvoor al het advies gedaan aan de bestuurlijke opdrachtgever om een voorbereidingsbesluit te nemen om dat te voorkomen. Dus de centrummanager weet op dat moment dus dat de vastgoedadviseur verkeerde informatie heeft en besluit dat te laten weten aan de bestuurlijk opdrachtgever. Dat is de vraag die daaruit volgt dat op dit moment aan de hand was. En zo nee, is dat niet erg relevante informatie op zo'n belangrijk dossier, maar waarvan verondersteld mag worden dat de bestuurlijke opdrachtgever hiervan op de hoogte is, dus die terugkoppeling op dat moment aan de vastgoedadviseur had in onze optiek gemoeten. Vervolgens nog een paar feiten erbij. Op 24 maart geeft het project de realisatie aan. Dat is nog steeds allemaal voor het voorbereidingsbesluit, bij wethouder Rozenberg via de vastgoedadviseur van Herenstraat 177 A stelt dat er geen supermarkt mag komen. Dat is een kans om uit te zoeken hoe die vastgoedadviseur op dat moment aan die informatie komt en het is in ieder geval ook weer een kans om de vastgoedadviseur van de juiste informatie te voorzien. Dus dan is de vraag, hoe ga je op dat moment met die twee situaties om? Dus als je weet dat er foutieve informatie bij die vastgoedadviseur ligt, je zou eigenlijk door je centrummanager en je bent daardoor waar je zelf op gewezen. Dat is een kans om dat te herstellen, want het voorbereidingsbesluit is op dat moment gewoon nog niet genomen. Dat houdt.
Ik begrijp de redenering van de heer Van der Griend. Maar ik vrees helaas dat in de communicatie het anders is gegaan dan de heer Van der Griend het voorstelt. En, ik zal aangeven wat ik daarmee bedoel. Ik herhaal even wat ik net zei: een bijzonder element in het feitenrelaas is dat vanuit de afdeling RO helder was dat de supermarktvestiging op basis van het huidige bestemmingsplan wel mogelijk is, terwijl het KC had aangegeven dat het niet mogelijk is aan die vastgoedadviseur. En ik herhaal nu precies wat de heer Van der Griend zegt. Het bijzondere is verder dat de makelaar, dus die vastgoedadviseur, binnen 10 minuten reageert op de melding vanuit het KC en vraagt of een uitzondering mogelijk is op dat bestemmingsplan en dat er vervolgens tussen KC en de makelaar klaarblijkelijk geen contact meer is. En voor de helderheid, en ik haal het nog maar een keer aan: over het contact tussen KC en de makelaar en tussen de afdeling KC en RO was mij niets bekend en ook het college niet tot vorige week donderdag. De terugmelding op de vraag vanuit het KC aan de afdeling RO of een uitzondering mogelijk was, luidde - dat heb ik ook in het feitenrelaas gelezen - dat er een DPO is opgesteld waaruit blijkt dat er geen ruimte was voor een derde supermarkt. Maar dat er een DPO is opgesteld was helemaal niet relevant. Want op basis van het bestemmingsplan had op dat moment al direct een supermarkt zich kunnen vestigen. De makelaar had dus op basis van het huidige bestemmingsplan nog dezelfde dag zonder problemen de Village aan de supermarkt kunnen verhuren. Het is daarom uitermate wrang en ook voor mij, en zeker in deze positie waar ik me nu bevind, en ook voor u om te moeten constateren dat de makelaar met onjuiste informatie over het bestemmingsplan naar alle waarschijnlijkheid supermarkten van zich af heeft gehouden en het voorleggen van een voorbereidingsbesluit helemaal niet nodig was geweest. En de laatste berichten over het vestigen van de nieuwe motorzaak in de Village lijken dat te bevestigen. En helaas heb ik van vanmiddag ook kennis moeten nemen van de aansprakelijkheidsstelling jegens de gemeente. Voorzitter.
Wil ik toch graag weten of de wethouder op 24 maart kennis heeft genomen dat de vastgoedadviseur weet dat er geen derde ruimte is voor een supermarkt, omdat er dan geen alarmbellen afgaan. En waarom vergreep u zich daar niet in? Dat verbaast mij dus eerder en ik hoor daar graag uw reactie op.
Waaien is een prachtig plan ter verbetering van het Huygenskwartier. Het moet heel veel levendigheid in dit gebied brengen. Het is niet zomaar een plannetje. Het is echt een complex plan met heel veel kansen en ambitie. In zo'n proces moet er toch enig gevoel voor urgentie zijn bij een wethouder als die dit soort signalen krijgt. Daar moet hij wat ons betreft direct op ingrijpen. Het is nog steeds voor mij onbegrijpelijk dat die alarmbellen niet zijn afgegaan. Maar misschien bevestigt het ook een beeld dat we al hebben.
Wethouder Rozenberg, Voorzitter, ik heb al gezegd dat de huisadvocaat afgelopen donderdag heeft getoetst of die supermarkt zich wel of niet zou kunnen vestigen. En ik heb u aangegeven wat daar de conclusie van is geweest. Het DPO, want ik zei net, was dus niet relevant. Dat het er lag, het DPO was vervolgens wel relevant voor de onderbouwing van het te nemen voorbereidingsbesluit. Het voorbereidingsbesluit kan je niet nemen zonder een goede onderbouwing. Dat was weer het DPO. Het DPO dient dus vanaf dat moment twee doelen: als toetselelement voor het plan Waaier autonoom zonder iets met Wilders te maken te hebben, in het kader dus van het gevraagde onderzoek door de Raad, gebouwen, schrijfplan Waaier en als onderbouwing van het te nemen voorbereidingsbesluit.
Dan, voorzitter, begrijp ik niet waarom de wethouder, de Commissie Algemene Zaken of de gemeenteraad in het geheel niet vanaf 24 januari heeft meegenomen in deze afweging en dat wij dus in die fuik uiteindelijk zijn beland van afgelopen dinsdag, waarin we halsoverkop een besluit moesten nemen over iets heel ingrijpends waar nota bene u en ook het volledige college al maandenlang over mag wikken en wegen. Waarom niet vanaf 24 januari, als dat de eerste datum was dat het bij u opkwam van: goh, we moeten een voorbereidingsbesluit nemen? Waarom dan bijna 3 maanden lang niks met ons over uw dilemma gedeeld?
Voorzitter, heb ik net aangegeven, het college was er niet uit. En in het college hebben ze niet besproken dat we op die manier de Raad zouden betrekken in ons denkproces. Dus we hebben gekeken intern in het college wat er besproken is. Er is een aantal keer overheen gegaan. We hebben gezien wat nu wel of niet verstandig was, maar voorzitter, op het moment dat het college zou besluiten om het dus niet te doen, ja, dan zou het raar zijn geweest om u dat voor te leggen.
Overmeer, ja, dank u voorzitter, want een van de positieve dingen die daar in deze raadsperiode is, is toch juist die nieuwe manier van samenwerking, die nieuwe relatie die er tussen Raad, College en stad is. En ook al bent u er nog niet uit, dan zou u ons toch mee kunnen nemen in die afweging, zodat er ook, zoals het die week daarvoor van de consultatie zou zijn, dat u ons mee kan nemen en dat wij ook onze gedachten daarin kunnen delen, zodat we niet voor een voldongen feit worden geplaatst. Wethouder.
Dat is niet gebeurd en u bent niet voor een voldongen feit geplaatst. Ik heb proberen aan te geven dat de mogelijkheid nog steeds bestond om wel of niet dat voorbereidingsbesluit te nemen. Voorzitter, ik ga even verder met mijn betoog. Het college besloot om een voorbereidingsbesluit niet voor te leggen aan de Raad. Interruptie
Ja, ik interrumpeer nu even, omdat ik denk dat het over het vorige gaat, want ik ben nog steeds een beetje puzzled hoe dat dan zit met zo'n PO. Ik hoor u zeggen dat het PO, als ik het goed begrepen heb, eigenlijk aanvankelijk bedoeld was als een soort interne toets voor de gemeente of dat plan überhaupt haalbaar was. Zo heb ik het begrepen. En het heeft pas later een tweede functie gekregen. Maar bij mijn herinnering is dat nooit op die manier naar de gemeenteraad gecommuniceerd. Ik heb nooit begrepen dat het plan zou inhouden of mede zou inhouden dat er geen nieuwe supermarkt in de herfst zou komen, want anders zou het commercieel niet haalbaar zijn. Dat had dan toch meegenomen moeten worden in de besluitvorming al in een veel eerder stadium.
Ja voorzitter, volgens mij is dat de herhaling van de vraag van mevrouw Van Eekelen. En ik heb al aangegeven dat we daar dus wel in de overwegingen zaten. Maar dat het college daar in januari over heeft gesproken, dat toen het besluit niet is gevallen om dat wel of niet te doen en er moest een scenario worden gekozen. Dat scenario heb ik ook gezien, maar dat leidde niet tot een helderder beeld, vond ik althans, voor het college om het wel of niet te doen. En vervolgens is dat weer verder gegaan. En ik was precies op dat punt aanbeland, voorzitter. Het college besloot dus om het voorbereidingsbesluit niet voor te leggen aan de Raad. De projectleider had een dag later een gesprek met Waaijer Projectrealisatie over een concept-intentieovereenkomst en deze concept-intentieovereenkomst is onderdeel van het plan van aanpak waarover u als Raad bent geïnformeerd. En voor de helderheid, een intentieovereenkomst betekent nog steeds niet dat het plan Waaijer al in kannen en kruiken zou zijn geweest, maar het geeft wel de kaders aan waarbinnen we met elkaar verder zouden kijken, voorzitter.
De wethouder schetst iedere keer een beeld dat hij heeft over de ideeën bij de Raad. Maar ik herken die ideeën bij de Raad helemaal niet. Wij waren helemaal niet in de fase dat wij dachten dat het plan was aangenomen, want we zaten vooral nog in een fase dat wij druk bezig waren met de eisen voor een eventuele raadszaal, wat ook onderdeel was van een projectplan voor dit pand. Dus ik begrijp niet dat u een beeld heeft dat wij als Raad al dachten dat er een besluit was genomen. Kunt u dat toelichten?
Wethouder Voorzitter, ik ben blij met de vraag van die vele teugels. Dat is precies wat ik namelijk aangeef. Er was geen besluit genomen over het plan. Er was een besluit genomen om onderzoek te doen naar de gebouwen. En het plan, en dat staat in het plan van aanpak dat er nu is aangeboden. Als je dat doorleest, dan ziet u precies hoe die processen zijn gelopen en u heeft volledig gelijk. Eén van die elementen was de werkgroep waar u volgens mij zelf in heeft geparticipeerd, namelijk de afbakening van Heerstraat 42. Wat wel of niet in de richting van het plan zou kunnen, dus u onderschrijft in feite wat ik zeg en daar ben ik blij mee. Voorzitter, voorzitter.
Ik ben blij dat de wethouder aangeeft dat ik een duidelijk beeld heb geschetst. Alleen, voor mij zei die net toch wel even iets heel anders, dus ik wacht nog wel even het vervolg af van deze wethouder.
En nu? Ik begin nog een keer met de zin die ik net al heb uitgesproken. Het college heeft besloten om een voorbereid besluit niet voor te leggen aan de Raad. En de projectleider had een dag later een gesprek met Waaijer Projectrealisatie over een concept intentieovereenkomst en deze concept intentieovereenkomst is onderdeel van het plan van aanpak waarover u als Raad bent geïnformeerd en voor de helderheid: die intentieovereenkomst betekent nog steeds niet dat het plan Waaijer al in kannen en kruiken zou zijn geweest. Uit de terugkoppeling van de projectleider maakte ik op dat het door de Raad gevraagde onderzoek Gebouwenschuif en plan Waaijer nog steeds een betekenisloze exercitie dreigde te worden als de gemeente niet helder is over de randvoorwaarden en het speelveld waarbinnen Waaijer Projectrealisatie en Hoogvliet Beheer met hun planontwikkeling verder zouden kunnen en door de onzekerheid over de Village kon doorwaaien. Projectrealisatie kon niet meer overzien wat daarvan de consequenties voor het plan Waaijer zouden kunnen zijn en de suggestie dat Waaijer Projectrealisatie de gemeente of mij onder druk heeft gezet. Ook deze suggestie, voorzitter, werp ik oprecht verre van mij. Het overleg tussen de ambtelijke organisatie en Waaijer Projectrealisatie in mei was constructief met wederzijds begrip voor elkaars posities. En laten we ook niet vergeten dat Hoogvliet Beheer dan wel Waaijer Projectrealisatie mogelijk miljoenen in hun plan zouden gaan investeren, maar ook in de verdere plan detaillering en uitwerking ook kosten zouden maken. De opmerking van Waaijer Projectrealisatie aan de projectleider zag en zie ik daarom niet als druk, maar als een reële opmerking vanuit het zakelijke belang van Waaijer. En mocht de Raad dat anders willen zien, dan zou ik u toch echt willen vragen u even in de positie van Waaijer en Hoogvliet te verplaatsen. U staat voor een miljoeneninvestering en de gemeente geeft alle ruimte aan de anderen om daar mogelijk nog omheen te gaan. En men was met elkaar in onderzoek. Ik begrijp in ieder geval zeer goed de verbazing die Waaijer vandaag in het Voorburgs Dagblad uitspreekt over zijn vermeende rol in dit dossier. Ik zag en zie de opmerking van Waaijer ook niet als druk vanuit het perspectief van de gemeente, omdat ik herhaal het nog een keer: ik mij niet bezig wil houden met allerlei onderzoeken in uw opdracht, waarbij het schip vervolgens op de rotsen landt omdat een van de partners in het onderzoek zich terecht niet in het drijfzand wil begeven. Ik geloof niet dat deze passage voorkomt in de Mattheus Passion van Bach, maar er zit wel een bijbelse connotatie aan, voorzitter.
Vanuit de positie van Waayer is het op zich begrijpelijk, denk ik, dat ze zeggen van ja, wij hebben, wij hebben, wij willen graag dat voorbereidingsbesluit. Wat ik niet begrijp, is dat er, nou ja, het was een gesprek van een kwartier, dus dat er over niks anders is gesproken, hè? Want ik neem aan dat er in die intentieovereenkomst ook andere dingen zijn, dus het is een los eindje, maar er zijn toch ook andere zaken die je dan nog kan bespreken. Dus waarom kregen de ambtenaren van de gemeente niet een tweede kopje koffie en konden over de andere punten gesproken worden? Dat vraag ik me af, maar los van Waayer, het gaat erom. Wat was vervolgens uw bestuurlijke reactie de dag daarna en die dag en de dag daarna besloot u dat voorbereidingsbesluit weer in werking te gaan zetten.
Ja voorzitter, ik ben hier bij dat gesprek geweest. Misschien waren de koekjes wel oubollig, ik weet het niet. Voorzitter, het heeft kennelijk kort geduurd, dat gesprek. Interruptie.
Dank u. Ik stapte daar niet zo makkelijk overheen. Ik wilde er nog even op terugkomen. Ik begrijp ook heel goed waar en ook dat daar voor hem een miljoeneninvestering in zit, dus in mijn betoog heb ik daar niet op aangevallen. Maar ik vind, ook al is het een miljoeneninvestering, het moet nog steeds via zuivere en transparante besluitvorming gebeuren en daar was onze inzet in de eerste termijn ook op gericht, en ook van andere partijen. Dus eens dat het misschien een miljoeneninvestering kan zijn, maar het gaat hier ook om de juiste besluitvorming en daar wil ik me graag op concentreren.
Voorzitter, daar ben ik het volledig eens met mevrouw Van Giessen en dat sluit volgens mij aan bij hetgeen waarmee ik ook begonnen ben. Dat wij in het college die afweging steeds hebben gemaakt. Dat ik daarbij, zoals nu is gebleken, kennelijk de doorloop van de tijd niet goed in de gaten heb gehad. Maar dat wel in de tussentijd er al allerlei publicaties waren dat er toch mogelijk een supermarkt in de fik zou komen en tegelijkertijd wist ik nog het college dat de project, sorry, de vastgoedadviseur op een heel ander spoor zat. Voorzitter, ik heb naar aanleiding van het gesprek met Waaier inderdaad aangegeven aan het college dat het mij verstandig leek om dat voorbereidingsbesluit toch te gaan nemen. Exact om de reden die ik net heb aangegeven. Het zou wat mij betreft zonde zijn als we dat onderzoek waar we mee bezig waren, zouden laten stranden op het feit dat Waaier c.q. Hoofdliet zich zou terugtrekken uit het proces. En, ik meen mij te herinneren dat wij met elkaar, althans een groot gedeelte van deze raad, het plan Waaier met de parkeerplaatsen, met een verbetering van de fietsstraat, met de extra woning en dergelijke het onderzoeken waard vond en nogmaals, er is en was geen besluit genomen over het realiseren van het plan Waaier en wat mij betreft kunt u alle banden nazien die er zijn waarin ik daarover praat. Ik heb constant tegen u gezegd en ook tegen anderen: het plan Waaier en de gebouwen schuif wordt pas gerealiseerd op het moment dat daar een gedegen onderzoek naar gedaan is. Voorzitter, aanzien van de.
Voorzitter, ik zal de laatste hem dat ontkennen, maar wel in het licht van wat ik net heb gezegd. Ik heb het niet gezien als een druk van de heer Waaijer, maar als een reële opmerking vanuit zijn perspectief als partner in de plan om dat te onderzoeken. Om zijn positie ook helder te krijgen, ook in relatie tot de gemeente. Ja, ik vind het niet meer dan begrijpelijk dat iemand met wie je in gesprek bent, met wie je een onderzoek wilt uitvoeren waarvan de Raad heeft gezegd: Wethouder, ga dat vooral onderzoeken, dat die zegt: ja, maar je vraagt mij iets als gemeente, terwijl ik me een beetje op drijfzand aan het begeven ben. Nou, ik vind dat niet reëel om dat als gemeente aan een zakelijke partij voor te leggen. Voorzitter.
Voorzitter, het gaat hier niet om de rol van de heer Waaijer. Het gaat om de rol van de wethouder en de wethouder heeft naar aanleiding van het gesprek met Waaijer de boel bespoedigd en met stoom en kokend water naar de Raad en het college gestuurd en onder druk gezet. Wethouder, nee.
Nee, voorzitter, ik heb in het college voorgesteld. Ik heb aan het college gezegd: het is misschien toch handig om dat voorbereidingsbesluit te nemen. Als we dat direct hadden gedaan, dan hadden we meteen de dag daarna een collegevergadering gehad. Dat is niet het geval geweest, integendeel. Er is de volgende dinsdag in het college over gesproken en vervolgens is daar besloten om, en daar komt het wat moeilijkere woord, de consultatie in de commissie AZ te doen en ik begrijp de opmerking die u heeft gemaakt over die consultatie in de commissie AZ.
Ik heb ook nog wel een paar vragen op dit punt, want op het moment dat het college... laat ik anders beginnen. Ik ben het met u eens dat het vanuit de positie van Wieren gezien hun vraag volkomen reëel is. Ik heb dat voor mij ook in eerste termijn al gezegd. Maar hij was voor mij zo reëel dat de dag ervoor het college ook heeft kunnen voorzien dat dat zou gaan gebeuren. Dat Wieren zoiets zou gaan zeggen, hè, die opmerking zou maken. Kennelijk heeft men daar toen... Nou ja, dat van nou. Dat is dan een Wieren. Ik vul het maar even zelf in. Ik ben er niet bij geweest. Als dat zo is, was dat volgens mij de goede lijn geweest, want dit is nou exact het punt waar onze wegen scheiden. U zegt ja, ik moest dat onderzoek redden en daarom ga ik dat voorbereid besluit nemen, want dan blijft Wieren in de markt hè, dan blijft hij meedoen, al doet hij het niet. Het commerciële belang van Wieren is reëel, maar dat is toch niet een belang wat de gemeente zich aan moet trekken en dat concurrentiebeding is nou juist geen goede grond voor zo'n voorbereidingsbesluit. Wethouder Voorzitter.
Voorzitter, ik herhaal het nog een keer, dat was nou juist de reden om de ruimtelijke ontwikkeling in het plangebied te bevriezen om dat onderzoek de ruimte te kunnen geven om tot een oordeel te kunnen komen. En ik ga het nog een keer zeggen. Het plan was niet in kannen en kruiken. Het moest getoetst worden en er moesten nog gesprekken plaatsvinden met deze en genen. En ik heb u ook aangegeven dat door het verlopen van de tijd er inderdaad tijdsdruk is ontstaan. En ik heb u ook al gezegd dat het me daarin spijt dat we die klok niet in de gaten hebben gehouden, ook niet in uw richting of juist niet in uw richting. Interruptie van
Van mevrouw Van Giessen, en ik bespeur wel dat we nu dit onderwerp een aantal keren steeds weer interruptie op hebben, maar ook dezelfde feiten met elkaar wisselen. Dus ik wilde ook proberen om de volgende onderdelen en de reactie verder naar voren te brengen. Mevrouw Van Giessen nog, en dan ga ik naar de wethouder.
Misschien kan mijn interruptie dit ook mooi afsluiten, want wat ik aan wil geven is dat ik het verhaal van de wethouder begrijp dat het niet zo bedoeld was. Maar ik hoop dat hij ook begrijpt dat doordat hij het telkens juist zo blijft benadrukken, het bij ons het gevoel gaf dat het plan vaststaat. U geeft ons dat gevoel eigenlijk nu vanavond ook, wethouder. Nee.
Nee, voorzitter, juist niet. Ik noem juist bewust het onderzoek waar u naar heeft gevraagd in december. Dat was voor mij het leidende principe. En ik zou het uitermate jammer hebben gevonden als door het niet nemen van het voorbereidingsbesluit, wat dus nodig was omdat het bestemmingsplan die mogelijkheid bood om direct een supermarkt te vestigen, u vervolgens tegen mij zou zeggen of tegen het college zou zeggen, ja, dat is handig, dan ben je bezig met onderzoek en laten het vervolgens uit je handen glippen. Natuurlijk hadden we dat eerder moeten bedenken met elkaar. Maar ik heb ook aangegeven dat in het college de discussie een beetje op en neer is gegaan. Voorzitter, maar nu ben ik volgens mij echt aan het einde, voorzitter. Dat dat...
Dat klopt. En ik wilde eigenlijk de wethouder nu vragen, want ik had al aangegeven om dit verder af te ronden en nu te vragen om de andere thema's die ook waren aangekondigd om daarop te reageren. Dus, met uw permissie meneer Van der Grind, wil ik de wethouder nu vragen om dan de andere thema's nu ook te behandelen. Ik ben...
Ben er bijna, voorzitter. Dan de voortijdige publicatie. Voorzitter, ik heb daar een paar opmerkingen over. In de eerste plaats de woorden van de VVD dat de rechtsorde hierdoor geschonden zou zijn, voorzitter, dat vind ik hele zware woorden die wat mij betreft nog wel kunnen raken. Er zit een beetje in de lijn van afval, terreur, asielzoekers, terreur en vergelijkbaar opkloppen. Dat rijt die politieke debat verder eerder fysieker dan vooruit helpen. Dat het niet goed is gegaan, dat zal ik als eerste toegeven. Maar om deze grote woorden te gebruiken voor wat hier gebeurd is, vind ik echt van een hele andere orde. U heeft namelijk de voorbeelden gezien in andere gemeenten, ook daar werd de besluitvorming gepubliceerd, dus ook daar moet reeds voor besluitvorming door de Raad van Publicaties zijn aangeleverd en zijn ook voorbeelden van vergelijkbare situaties als vorige week. De Raad besluit niet tot het nemen van een voorbereidingsbesluit, er wordt dan gerectificeerd, zoals ik vorige week ook heb aangegeven. Het.
In het raadsbesluit staat dat het in werking treedt een dag na besluitvorming en publicatie, maar bij een voorbereidingsbesluit is het aan de raad om te bepalen wanneer het in werking treedt. Er had dus ook gekozen kunnen worden voor een lange of langere termijn tot het in werking treedt. Waarom heeft u daar niet voor gekozen voor de zekerheid?
Voorzitter, omdat daarmee namelijk het fenomeen van het voorbereidingsbesluit, de reden van het voorbereidingsbesluit ook weg zou vallen. Het voorbereidingsbesluit was immers bedoeld om zo snel mogelijk die time-out in het gebied te leggen, dus hoe langer dat zou duren, hoe meer kans er zou kunnen zijn dat alsnog die supermarkt zich zou vestigen en daarmee dat onderzoek waarmee ik bezig was ook in het niet zou vallen. Voorzitter.
Snap ik, maar dan ga ik. U zei net dat u de wethouder het woord zou geven om ons verhaal af te maken en nu laat u weer allerlei interrupties toe, dus dat verbaast mij.
Ja voorzitter, in aanvulling op de vraag van mevrouw Van Giessen, ik snap de snelheid, maar er is ons ook verteld dat er geen concrete intentie was. Ik ga er toch vanuit dat de wethouder het met mij eens is dat een supermarkt over het algemeen niet in twee dagen ergens gevestigd wordt, dus dat er wel degelijk tijd was om een paar dagen ruimte te laten. Wethouder.
Ja, voorzitter. Ik ben niet bij het gesprek geweest waar al dan niet één of twee kopjes koffie werden geschonken. Ik ben ook niet bij de gesprekken geweest tussen de vastgoedadviseur en de mogelijke partijen. Het risico dat we zouden kunnen lopen dat daar toch al gesprekken aan de gang waren, dat wil het college niet nemen en daarom is dus dat raadsbesluit eigenlijk gekoppeld aan een directe publicatie. Voorzitter.
De wethouder doet nu wat badinerend over een of twee kopjes koffie, maar in een tijdslijn staat in het feitenrelaas zelf dat de projectleider met u heeft gesproken. Dat was 15 minuten en dat u daarna een uitgebreide terugkoppeling heeft gekregen. Dus u kunt niet zeggen dat u niet weet waar het over ging en of het over een of twee kopjes koffie ging. U heeft het wel degelijk geweten. Ja
Dan mevrouw Wolfhaag op hetzelfde punt, maar ik wil wel terug naar het thema waar we zaten. En dat gaat over de publicatie, want ik wil dat we gaan weer terug naar dezelfde discussie. Voorzitter mevrouw.
Wethouder Voorzitter, ik begon mijn zin met maar. Of, ik eindigde mijn zin met maar en toen werd ik geïnterrumpeerd. Ik moet helaas constateren dat wat er is voorgevallen niet de bedoeling was van deze wethouder en ook niet van het college. U weet dat ik in de Commissie aan zet heb aangegeven dat nadat het besluit genomen is, het enige dagen kan duren voordat het gepubliceerd is. En, u moet mij echt geloven, ik verkeerde oprecht in de veronderstelling dat op die manier ook het verhaal zou worden gepubliceerd. Er heeft zich buiten mijn zicht een lijn voorgedaan waarbij de gedachte post heeft gevat van: nou ja, de Raad vergadert op de dinsdag, het krantje komt woensdag uit. We zitten met een aanlevertijd voor het krantje dat moet worden aangeleverd. Dus nou, we plaatsen het en ik sluit niet uit dat men heeft gedacht: nou ja, als het niet doorgaat, dan wordt het alsnog gerectificeerd. Mevrouw Hohage.
Maar een andere type vraag, want ik geloof best dat de wethouder niet wist dat er al misschien op een knop gedrukt was, maar de wethouder is wel verantwoordelijk voor het gevoel van urgentie en misschien wel het halsoverkop gevoel dat is ontstaan op het gemeentehuis over dit onderwerp. En het is hetzelfde gevoel van urgentie en halsoverkop effect dat wij als gemeenteraad hebben moeten ervaren. Er was ongelooflijke haast en paniek, waardoor deze situatie is ontstaan en dat er dus besloten is tot publicatie voordat het college van B en W besloten had en voordat de gemeenteraad hierover besloten had.
Er was geen sprake van paniek en dat wil ik zeker niet gezegd hebben. Er was wel sprake van een gevoel van urgentie, wat heeft geleid tot een voortvarende voorbereiding van het besluit. Maar als u terugkijkt naar het verhaal dat ik heb gehouden in de Commissie AZ, ook daar verkeerde ik echt in de veronderstelling en ook in de opvatting dat eerst het besluit moest worden genomen voordat gepubliceerd zou moeten worden. Ik heb niet voor niets gezegd in de Commissie AZ dat tussen het nemen van het besluit, laat dat op de dinsdag zijn geweest, en het feitelijk van kracht worden, het publiceren enkele dagen zou zitten. En natuurlijk in het collegevoorstel staat een prachtige planning van hoe dat dan zou zijn en ook daar. Ja, moet ik constateren dat in mijn gevoel publicatie op 12 april zou hebben betekend dat het dan zou worden aangeboden. Maar de praktijk is helaas anders geweest en u heeft ook zelf kunnen zien hoe ik daar mee werd geconfronteerd en hoe ik dat ook aan de voorzitter heb meegedeeld. Het was mij, voorzitter, absoluut niet bekend. De heer
Het gaat over een bestuurlijk behandelvoorstel en daar staat een planning in van 12 april 2017. Dat voorstel is onder uw verantwoordelijkheid opgesteld. Als ik het goed begrijp, had u gedacht dat de planning voor publicaties die daarin stond, u zelf had opgevat als: dan gaan we het een keer opsturen, zodat het een paar dagen later wordt gepubliceerd. Wethouder.
Als wij het op de 12e toesturen, dan kan het, of ja, als we de 12e willen publiceren, dan kan het de 12e al op de webpagina van de gemeente staan. Als we de 12e toesturen naar de Staatscourant, was mijn gedachte, dan wordt het de 13e dus gepubliceerd, althans. Nou, ik heb u aangegeven, daar is iets grondig misgegaan, want het beeld dat ik u ook heb geschetst en waar ik nog steeds achter sta, wat ik in de Commissie aan zet heb aangegeven, is dat het aan de Raad is om een besluit te nemen en dat kon positief of negatief zijn. Echt, het kon positief of negatief zijn en als het positief was geweest, dan was pas daarna wat mij betreft die publicatie tot stand gekomen, voorzitter.
Er worden, mevrouw Voorzitter, meerdere publicaties van deze gemeente in de Staatscourant gedaan in het systeem GVOP van de gemeente en de Staatscourant. Er staat duidelijk dat er minimaal 48 uur tussen de publicatie en de aanmelding daarvan moet zitten. Wilt u daarvan op de hoogte gehouden worden? Of wist u dit ook niet? De heer Overmeeren nog.
Over die publicatie, want de wethouder erkent, voorzitter, dat er een gevoel van urgentie ontstaat. Ik leg dat in ieder geval uit dat daardoor in ieder geval ook de onzorgvuldigheid is toegeslagen en die onzorgvuldigheid is illustratief. Ook omdat op het moment dat u ons in de commissie, nou ja, in uw woorden consulteert over dit voorgenomen besluit, op dat moment was het al, en dus ook meldt dat er nog enige tijd tussen zit voor de publicatie, op dat moment was het al aangeboden aan de Staatscourant. En dan ben ik toch wel verbaasd dat niemand zich op dat moment bij u meldt van ja, maar het is al weg.
Ik kan helaas niet anders zeggen, het is zoals het is. Ik heb pas op de bewuste avond om half twee 's nachts kennis genomen van het feit dat die publicatie al uit was gegaan. En ik geloof dat ik redelijk wit wegtrok toen ik dat hoorde. Want nogmaals, het is en was niet mijn bedoeling om de Raad op deze manier te passeren. Integendeel, u weet als geen ander hoe ik aan dit soort procedures ben gehecht, dus het zou volstrekt niet passen in mijn aard om dat op deze manier te doen. Voorzitter, ik ben daar inderdaad politiek verantwoordelijk voor en ik geef dus ook niet de ambtenaren de schuld, integendeel, ik ben daar politiek verantwoordelijk voor. Er is op een voortvarende manier te werk gegaan, niet onder druk gezet door mij, maar wel denk ik in het belang van op een goede manier zorgen dat we dat voorbereidingsbesluit zo snel mogelijk gepubliceerd krijgen en dat daar iets mis is gegaan, staat volstrekt buiten kijf. Maar ik zal de laatste zijn om daar de ambtenaren de schuld van te geven, want ook dat weet u. Men komt niet aan de ambtenaren en zeker niet aan die van mij. U heeft in het feitenrelaas kunnen lezen dat het college van de concrete voorbereiding van de publicatie op woensdag niet op de hoogte was. Het college was in de veronderstelling dat publicatie na besluitvorming door de Raad zou plaatsvinden, hetgeen ook in lijn is met wat ik in de Commissie Algemene Zaken heb gezegd. Voorzitter, dan de juiste versie van het DPO. In het feitenrelaas heeft u kunnen lezen dat het ieders intentie is geweest om het definitieve DPO in de juiste versie op maandag bij de Raad te krijgen. U heeft kunnen lezen dat ik in het weekend de vraag stelde of wel het goede DPO was toegestuurd en dat we ermee te maken hadden dat ik een pagina had gezien waarop groot 'concept' stond. Op maandag is dat ambtelijk ook geconstateerd dat niet de juiste versie was verstuurd, men heeft dat aangepast. Ik heb een melding gekregen dat het was aangepast. En in technische zin, en daar komt het vervelende in dit relaas, in technische zin is de definitieve versie ook bij de Raad aangekomen naar ik heb begrepen. En vergeef me deze opmerking, maar de postduif die of het rooksignaal dat vanuit het Raadhuisplein daarvoor in de richting vanuit snel moeten opstijgen om te melden dat er iets was verzonden, was niet opgestegen. Het gaat natuurlijk om e-mail en telefoon, maar ik wil aangeven hoe ouderwets de communicatie tussen college en Raad is geregeld. Er moet vanuit het college de afdeling agendering via e-mail of via de telefoon worden gemeld dat iets is verstuurd. En dat is niet gebeurd. Maar in technische zin had de Raad dus de beschikking over, ja, kunnen hebben over het rapport en die heeft ook kunnen lezen. Herhaal het nog maar een keer dat wat mij betreft het rapport ook bij u had moeten liggen. En u heeft ook mijn verbazing gezien toen ik constateerde dat u nog steeds over het concept beschikte. Voorzitter, tot slot van het betoog wat ik heb voorbereid, de geheimhouding, het doel van het voorbereidingsbesluit was om de situatie in het Huis Kwartier qua ontwikkelingen te bevriezen. Initiatieven zouden dan eerst langs de gemeente ter toetsing moeten. Dit in het openbaar behandelen zou betekenen dat voordat een besluit genomen zou zijn er mogelijk snel zaken geregeld zouden kunnen worden die nu juist voorkomen hadden moeten worden. De opgelegde geheimhouding is in die zin dus terecht. Tegelijkertijd was de facto de geheimhouding misschien wel een wassen neus geworden door de agenda die voor de Raadsvergadering is verspreid. Daar stond namelijk op dat het om een voorbereidingsbesluit Huis Kwartier zou gaan. En het zou mij niet verbazen dat ook een publicatie die op de maandag of de dinsdag voorafgaand aan de Raadsvergadering verscheen, dat door goed te combineren van de betreffende journalist hij tot zijn artikel is gekomen. En daarmee was de facto, ik herhaal het, eigenlijk de geheimhouding in die zin al, nou niet geschonden, dat zou ik een groot woord vinden, maar in een ander daglicht komen te staan. Wat mij persoonlijk verder heeft verbaasd, is dat het Raadsbesluit over de geheimhouding waarover u heeft vergaderd, anders luidt dan het Raadsbesluit dat het college aan de Raad heeft voorgelegd over die wijziging. Die dus kennelijk hier ergens heeft plaatsgevonden. Ik weet het niet, ben ik in ieder geval niet geïnformeerd. De Raad gaat echter over de eigen ondersteuning en procedures. Daar heb ik verder geen opvatting over. Voorzitter, ik heb het al aangegeven, laat vooral helder zijn. De hele gang van zaken betreur ik ten zeerste en het feitenrelaas biedt helaas een aantal aandachtspunten voor verbetering. Voorzitter, ik kijk nog heel even of ik, waar zien jullie mij daar weer bij helpen of ik de vragen een beetje gehad heb?
Ja voorzitter, ik denk dat dat een terechte opmerking is die u daar maakt. Ik kijk dan ook heel even in de richting van de heer Veelenturf. De heer Waaijer was niet op de hoogte van de inhoud van het DPO. De intentieovereenkomst is dus niet getekend. Ik heb het besluit in die zin niet geaccordeerd toen het werd aangeboden. Er is mij, zoals ik heb aangegeven, niets gemeld rond de melding van het KC in de richting van de vastgoedadviseur. Het is geenszins de bedoeling geweest in de richting van GroenLinks om een inmenging te doen in de markt. Ik heb u volgens mij aangegeven waarom dat voorbereid besluit genomen werd. Dan heeft mevrouw Ouwehand nog een aantal vragen gesteld die volgens mij meer gaan over de Stuurop huis of over het Huis kwartier in zijn algemeenheid. Die lijken mij op deze avond niet echt aan de orde. En ik ben het volledig eens met de heer Van de Griend van D66. Dit is onnodig gedoe en zeker als we zien wat deze week is gepubliceerd rond de nieuwe vestiging van een volgens mij prachtige herenmodezaak in het Huis kwartier. En daar ben ik dan wel weer heel blij om. Voorzitter, tot zover het eerste deel van mijn eerste termijn. Voorzitter.
Vraag u hoeveel tijd u voor de schorsing ongeveer nodig heeft. 5 minuten? 5 minuten, dan schors ik de vergadering voor 5 minuten. Dames en heren, ik wil u verzoeken plaats te nemen. Ik heropen de vergadering. En de wethouder heeft aangegeven de beantwoording in twee delen te doen. Het eerste deel is de beantwoording van een reactie op de eerste termijn. Dat heeft hij zojuist afgerond en ik geef de wethouder het woord voor het tweede deel en ik verzoek u daar geen interruptie op te doen.
Wethouder, voorzitter, geachte leden van de gemeenteraad, vorige week ben ik in de raadsvergadering bij het agendapunt over een te nemen voorbereidingsbesluit in het Huis van de Stad geconfronteerd met een onverkwikkelijke zaak. Uw raad had nog geen besluit genomen, zoals u in het feitenrelaas heeft kunnen zien, was er ambtelijk reeds voorgesorteerd op het te nemen besluit. Het besluit was naar de Staatscourant voor publicatie gezonden en dit werd mij in de nacht meegedeeld. U bent live getuige geweest hoe ik de voorzitter om een extra schorsing heb gevraagd. En nu, na het bericht van deze onjuiste publicatie, ondanks dat mij deze gang van zaken niet bekend was, ben en blijf ik hiervoor politiek verantwoordelijk. Voorts moet ik constateren dat ik ook binnen de colleges dragende partijen op onvoldoende steun kon rekenen voor door mij gevoerd beleid om het Huis van de Stad verder te profileren en te positioneren. Ik heb vorige week, maar ook zojuist, aangegeven waarom het voorbereidingsbesluit aan u is voorgelegd. U heeft mij gevraagd om een onderzoek uit te voeren naar de gebouwen schuif en het plan Waaier. Het resultaat van het onderzoek zou zinloos zijn als de mogelijkheden die het bestemmingsplan biedt benut zouden worden. Het voorbereidingsbesluit zou een ruimtelijke time-out betekenen voor onderzoek en besluitvorming over de gebouwen schuiven en het plan Waaier. Ook de discussie rond het evenementenbeleid en de visie, recreatie en toerisme hebben mij duidelijk gemaakt dat mijn manier van werken om snelheid te maken met concrete voorliggende plannen aan de gang te gaan, niet altijd in deze raad op applaus kan rekenen. Voorzitter, gelet op deze gebeurtenissen vorige week en ook deze week en ook alle publicaties in de media die over mij zijn verschenen, lijkt het mij dat voor mij de basis voor een goede samenwerking met de gemeenteraad is weggevallen. Voorzitter, samenwerking brengt mij op vrijwel al mijn toespraken en speeches, maar ik heb genoemd Samen Maken We Leidschendam-Voorburg, daarmee aangevend dat ik ervan overtuigd ben dat onze gemeente echt voor iedereen is en voor iedereen plek moet kunnen bieden. Man, vrouw, jong, oud, gezond, ziek, met of zonder kleur, religieus, niet-religieus, hetero, homo, het maakt niet uit. Samenwerking vraagt ook om wederzijds vertrouwen en een gevoel van veiligheid en helaas heeft het daar niet altijd in gezeten. Voorzitter, ik had verder een speech voorbereid met allerlei goede en minder goede zaken waar ik op terug zou kunnen blikken. Bij de goede zaken zou het verwijt kunnen zijn dat ik me op de borst loop te kloppen en bij de mindere zaken zou het onaangenaam kunnen worden voor mij, maar ook voor u. En u begrijpt, voorzitter, ik doel daarbij vanzelfsprekend niet op u als persoon en die speech heb ik daarom terzijde geschoven. Voorzitter, aan iedereen met wie ik in de afgelopen drie jaar heb samengewerkt bij de VNG, in de subcommissie jeugd, in de commissie bestuur en veiligheid, in de regio, in de stuurgroep Huis van de Stad, maar bovenal met inwoners, ondernemers, verenigingen en stichtingen en instellingen in onze gemeente, de Leidschendammers, de Voorburgers en de Stompwijkers, dank daarvoor. Het was mijn groot genoegen. Aan de ambtelijke organisatie, dank voor jullie ondersteuning. Er is in de afgelopen drie jaar gelukkig weer meer lef gekomen. De situatie die ik aantrof bij de start van het wethouderschap was een platgeslagen korenveld na een zomerstorm. Gelukkig heb ik gezien dat het korenveld op een zeer groot aantal plekken omhoog kon komen, en daar ben ik blij om. Het kan ook misgaan, zoals vorige week is gebleken en ik neem daarvoor nogmaals de politieke verantwoordelijkheid. En ik geef niemand, dan ook oprecht niemand, daarvoor de schuld. Hoe gek het ook misschien klinkt gelet op mijn eigen positie nu. Ik zou het bijzonder jammer vinden als ook ambtelijk wordt afgerekend. Van fouten leert men, van straffen ontstaat daarentegen weer een groot gevoel van onveiligheid in de ambtelijke organisatie. Het staat ook het initiatief, de innovatie en de creativiteit dood. Initiatief, innovatie en creativiteit in de relatie tussen gemeente en samenleving is nu juist waar ik voor sta. En verder zou ik tegen de ambtelijke organisatie willen zeggen, wees blij. Jullie krijgen straks weer een P&O's en de onuitputtelijke ideeënstroom die droogt weer op. Aan de gemeentesecretaris, in het college en de collega-wethouders in het college, dank voor de samenwerking. Aan de leden van de raad, dank voor de debatten die we met elkaar hebben mogen voeren, ook dank voor het inzicht dat u mij gaf dat grote zaken tot kleine antwoorden leidden en kleine zaken tot grote antwoorden. En ik wens u als raad de wijsheid toe om grote zaken groot te gaan beantwoorden en kleine zaken klein te gaan beantwoorden. Aan de fractie van Gemeentebelangen, veel dank voor het thuisgevoel van de pragmatische aanpak, direct en dichtbij de mensen, wars van opsmuk en politiek gekonkel en gericht op wat goed is voor de mensen, verenigingen, instellingen en bedrijven die samen Leidschendam-Voorburg en Stompwijk maken. Aan de burgemeester, dank voor ruim het half jaar dat we hebben samengewerkt, ook in de relatie burgemeester en locoburgemeester. Ik wens u wijsheid en Gods zegen toe in de taak waarvoor u staat in het project van de bestuurlijke vernieuwing in de raad en tussen college. Dan kan men aan mijn directe ondersteuning en ook aan de bodes die mij altijd weer van thee hebben voorzien. Samen maken we Leidschendam-Voorburg. Dat samen lukt er zonder mij als wethouder zijn. Voorzitter, gelet op artikel 49 van de Gemeentewet neem ik hierbij ontslag als wethouder van de gemeente Leidschendam-Voorburg. Het gaat u allemaal goed en ik heb nog een wens voor u toe wat aan deze raadszaal. Ik...
Schors de vergadering. En dat zal misschien enige tijd duren omdat ik ook denk dat het aantal fracties nog bij elkaar wil komen. Maar ik wil in ieder geval ook even een overleg met de fractievoorzitters. Het overleg is in de kamer van de griffier. Dames en heren, ik wil u vragen om plaats te nemen. En mogelijk dat de griffie nog even de andere fracties kan inseinen. Willen in ieder geval de aanwezige raadsleden alvast plaatsnemen, zodat we kunnen zien of alle fracties aanwezig zijn. De fractie van de VVD wordt nog even gehaald, en dan kunnen we daarna verder. Ik heropen de vergadering. En in de schorsing is afgesproken dat alle fracties ook in de tweede termijn het woord krijgen. En elke fractie nog een statement dan wel verklaring in de tweede termijn zal geven. En ik wil daarmee beginnen bij de fractie van Gemeentebelangen en ik geef de heer Ross bendes het woord. Dank u.
U wel, voorzitter. De fractie van Gemeentebelangen betreurt het vertrek van wethouder Rozenberg. Ten eerste, onze GBOV-wethouder, onze Frank, die heeft laten zien dat projecten waar al jaren aan werd gewerkt vlot getrokken konden worden. Hij deed dit samen met de inwoners, ondernemers en instellingen en de ambtelijke organisatie, de bestuursstijl die wij als partij voor ogen hebben. Ik noem graag de volgende zaken: de Stompwijkseweg en de randweg Stompwijk, het cultuurhuis met de eerste klimaatneutrale school in onze gemeente, de nieuwe inrichtingsplannen rond de Duivenvoordecorridor, de ontwikkelingen in het Huygenskwartier, het nieuwe elan van de Vlietdagen, het LHBT-beleid in Leidschendam-Voorburg dat nu aandacht heeft en positief op de kaart staat, ondersteuning bij nieuwe evenementen en het binnenhalen van de BinckBank Tour Tijdrit aankomende zomer. Veel van deze zaken heeft hij weten te bereiken door veel op bezoek te gaan bij inwoners, ondernemers en instellingen, in plaats van vanuit die ivoren toren op het Raadhuisplein te opereren. Samen zijn we Leidschendam-Voorburg. De werkwijze van wethouder Rozenberg gaf ook de ambtelijke organisatie de kans om te groeien en daar hebben we echt verbeteringen in gezien en er is sprake van een open cultuur en wij hopen ook dat die zal blijven. Gemeentebelangen is trots op deze wethouder, een wethouder die zijn nek uitsteekt, een visie heeft en lef toont. In juni vorig jaar stond ik hier ook en gaf ik aan dat het voor de goede politieke samenwerking noodzakelijk is dat we allemaal in de spiegel durven kijken. De afgelopen week heeft laten zien hoe door politieke partijen in de media op onze wethouder is gereageerd zonder de inhoudelijke feiten te kennen. Die kwamen we pas bij het feitenrelaas. Dat doet pijn en zeker rond de paasdagen. Het laat zien hoe diep die frustratie tegen onze wethouder bij sommige partijen nog steeds zit. Het heeft Gemeentebelangen ook verbaasd hoe de coalitiegenoten hebben gereageerd. Ik verwijs naar het coalitieakkoord waarin we samen met D66, Partij van de Arbeid en GroenLinks mooie woorden hebben geschreven over een bestuursstijl waarin meer ruimte is voor initiatief en ontwikkelingen en dergelijke die ik al noemde in de eerste termijn. Wij vinden het knap hoe wethouder Rozenberg vanavond het debat heeft gevoerd. Dat verdient respect. Vanaf deze plaats wil ik Frank namens de hele fractie danken voor zijn inzet voor de gemeente en de inwoners, ondernemers en instellingen in Leidschendam, Voorburg en Stompwijk. Wij zijn daar trots op. Ook een woord van dank aan Peter, de rol van wethouder kan alleen ingevuld worden met de steun van thuis. Gemeentebelangen is helder geweest in onze eerste termijn. Wij stonden volledig achter onze wethouder. Wij staan volledig achter onze wethouder en blijven dat doen. Voorzitter, het is die reden dat de fractie van Gemeentebelangen heeft besloten de coalitie te verlaten en vervolgens concludeert dat de drie resterende coalitiepartijen in de raad geen meerderheid meer hebben. Dank u wel. Dank u.
Dank. In de eerste plaats dank aan de wethouder voor de gegeven antwoorden zojuist. We hebben in de eerste termijn aangegeven dat we moeite hadden met de stijl die in deze kwestie, maar goed, niet voor de eerste keer tentoongespreid is. Ook na de antwoorden bleven er nog vele vragen over en bleven we ook met de situatie zitten dat de gang van zaken gewoon niet zorgvuldig is geweest en overhaast, en dat we ook als gemeente in de problemen zijn gekomen met bijvoorbeeld zo'n claim als vanmiddag. Desalniettemin zijn we van mening dat het eigenlijk onafwendbaar was, hè, dus wij vonden ook het vertrek van wethouder Rozenberg onafwendbaar. Desalniettemin wil ik hem ook een compliment maken voor het werk dat hij gedaan heeft en ook voor de manier waarop hij zojuist ook zijn woorden heeft uitgesproken. Dus respect voor zijn besluit en voor de waardigheid waarmee hij dat heeft gezegd. Dan kom ik op de ontstane politiek-bestuurlijke situatie. En dat is voor D66 wel een teleurstelling, hè, want ik heb al in de eerste termijn aangegeven: wij koesteren wel het akkoord dat we met elkaar gemaakt hebben en de mooie afspraken die we daarin hebben opgeschreven en dat we hopen die met elkaar te realiseren. Evenwel is het de keuze aan Gemeentebelang om de coalitie te verlaten en wat ons betreft had dat laatste niet gehoeven. De positie van wethouder Rozenberg was wat ons betreft onhoudbaar, maar de coalitie kon wat ons betreft door. De situatie is deze. Dat betekent, hoe gaan we verder? Een variant zou kunnen zijn wat ons betreft, hè, maar goed, het nieuws is nog vers en we hebben daar denk ik ook met de Raad gewoon eens even over te spreken. Een variant zou kunnen zijn dat we met zijn drieën verder gaan. We hebben minder dan een jaar te gaan. We hebben volgend jaar maart verkiezingen. De vraag is of het verstandig is om opnieuw te gaan onderhandelen met die korte termijn die er nog te gaan is, dus de pragmatische overweging zou kunnen zijn dat we met zijn drieën doorgaan en dat alle voorstellen die naar de Raad komen, en dat zou weer een democratische zege kunnen zijn, gewoon op een hun meerderheid moeten verdienen. Hé, we hebben nog een kadernotadebat. We hebben nog een begroting voor volgend jaar en rondom december, januari begint de verkiezingskoorts, dus dat zou de pragmatische route kunnen zijn. Maar goed, daar gaat de Raad over. En voor nu moeten we daar verder over spreken. Tot zover, voorzitter. Dank.
Voorzitter, zoals ik in het begin van mijn eerste termijn al zei, hiervoor ben ik niet in de politiek gegaan en de PvdA betreurt dan ook ontzettend wat er nu de afgelopen tijd gebeurd is. We betreuren het bijzonder dat wethouder Rozenberg heeft moeten opstappen. Ondanks dat we ook twijfels hadden over het optreden op dit dossier en de gang van zaken rond dit dossier en daarom ook zijn besluit tot terugtreden begrijpen, hebben we geen twijfels over zijn inzet voor de gemeente. De PvdA wil hem bedanken voor zijn inzet ook vanavond en vooral zijn inzet voor de gemeente. Inderdaad heeft hij daadkracht getoond. Daar zijn we heel erg blij mee, maar voor ons blijft wel voorop staan dat die daadkracht samen op moet gaan met de Raad. We betreuren het evenzeer dat dit voor Gemeentebelangen reden is om zich terug te trekken. Al begrijpen we hun steun aan de wethouder. We stonden samen voor de inhoud van dit mooie coalitieprogramma en daarin is ook niets veranderd. Dank dus aan Gemeentebelangen GBLV voor de samenwerking en veel waardering daarvoor. Wij hopen oprecht dat onze samenwerking blijft. Een speciaal woord van dank zeg ik als fractievoorzitter aan de fractievoorzitter van GBLV, de heer Ross Benders. We beseffen in welke moeilijke positie hij terecht is gekomen en we hebben waardering voor zijn strijd en afweging. De PvdA heeft nog steeds het volste vertrouwen in dit college, in de ambtelijke organisatie, in onze coalitie en in het coalitieprogramma. We hebben niet voor niets daar met elkaar de handtekening onder gezet en we zullen ons ten volste blijven inzetten voor het voortzetten van dit programma en met de partijen en bij voorkeur met de coalitiepartijen, maar ook met de Raad als geheel, want dat heeft ons vanavond echt laten zien. We staan er als Raad als geheel voor en wij zijn gezamenlijk met het college verantwoordelijk voor een goed bestuur van deze gemeente. Daarom ook ben ik wel in de politiek gegaan, ook al betekent dat in goede en in slechte tijden. Voorzitter, de PvdA staat achter het programma en is bereid op alle mogelijke manieren samen te werken om tot goede besluiten te komen, in welke vorm dan ook. Wij staan voor een pragmatische oplossing. Ik sluit me aan bij de woorden van de heer Van der Gins en de meerderheid van de Raad zal uiteindelijk altijd de juiste keuze maken. Dank u. Dank.
Dank voorzitter. Laten we beginnen met veel respect uit te spreken voor het besluit van de wethouder om af te treden. Ik heb eerder op de avond al gezegd dat politiek gaat over meer dan feiten. Alleen politiek en in specifiek het gemeentebestuur heeft een publieke en daarmee een representatieve functie en een gele kaart en een blunder daaropvolgend kunnen schade doen aan het imago van het gemeentebestuur en passen daar simpelweg niet bij. En volgens mij heeft het debat van vanavond en ook de antwoorden van de wethouder de twijfels van de raad niet weggenomen dat de wethouder het signaal van onze raad zo serieus neemt dat hij de eer aan zichzelf houdt, is daarom wat mij betreft te prijzen. Maar ik wil wel graag gezegd hebben dat dit geenszins betekent dat GroenLinks geen oog heeft voor alle mooie dingen die wethouder Rozenberg de afgelopen jaren heeft gedaan voor Stompwijk, voor onze kunst en cultuur, voor onze ondernemers, voor de LHBT-gemeenschap. GroenLinks dankt Frank Rozenberg voor zijn passie, zijn optimistische inzet en zijn voortvarende ambitie voor Leidschendam-Voorburg. Dat neemt niet weg dat we nu in een nieuwe situatie belanden. En voor GroenLinks is het zaak om het hoofd koel te houden en te kijken hoe we het vertrek van deze wethouder kunnen opvangen. Deze gemeente moet verstandig bestuurd worden en wat GroenLinks betreft had dat een voortzetting van de uitvoering van ons coalitieprogramma kunnen betekenen. Het programma is door het vertrek van de wethouder niet veranderd, maar de politieke werkelijkheid helaas wel. Nu Gemeentebelangen er geen heil in ziet de bestuursperiode af te maken met ons, rest het ons volgens mij niets anders dan een andere oplossing te zoeken om het gemeentebestuur te kunnen garanderen en voort te kunnen zetten. En ik wil dan toch, voorzitter, afsluiten met het verzoek aan de collega's van Gemeentebelangen om hier vooral nog eens een nachtje verstandig over te slapen.
Nee, ja dank u wel, voorzitter. Allereerst wil ik de wethouder bedanken voor zijn betoog van vanavond en voor zijn inzet de afgelopen jaren. Zoals door mijn voorgaande sprekers is gezegd, wil ik me daarbij aansluiten. Wat mij betreft is het wel een hele droevige avond. Het was wat ons betreft onvermijdelijk, maar toch treft deze avond ons hart. Ik vind het ook jammer dat Gemeentebelangen, toch de grootste partij in deze gemeenteraad, in 3 jaar tijd 2 keer een college doet vallen. Dat komt de bestuurbaarheid van de stad niet ten goede. En, hoe moeten we nu verder nu de grootste partij de stekker eruit trekt en de grootste partij heeft nu eigenlijk de verantwoordelijkheid. Maar zij trekken zich terug en de stad moet bestuurd worden. Daar zijn we ons zeker van bewust. Er is een minderheidscoalitie en het is niet ons coalitieakkoord. Dus het is een moeilijke opgave en ik zou me dan ook aan willen sluiten bij de oproep van de heer Van der Griend om hier met de raad verder in alle rust over te praten. Dank u.
Ja, hij doet het. Een juist, maar onvermijdelijk besluit van de wethouder. We moeten nu zorgvuldig de verschillende opties onderzoeken, zoals de heer Van Rossem net al zei. Juist, nu moeten we niet in alle haast een besluit nemen. Wij als fractie willen daar de tijd voor nemen. Hartelijk dank.
U wel, voorzitter, en laat ook ik beginnen met het uitspreken van respect voor wethouder Rozenberg. Hij had het scenario klaar en die als tweede deel voorlas natuurlijk al in zijn zak zitten en hij had hem ook, hè? We kunnen kiezen om dat gelijk voor te lezen, maar hij heeft er moedig voor gekozen om zijn beleid te verdedigen en wat mij betreft niet eens onverdienstelijk. Hij heeft me niet overtuigd, maar ik vond wel dat hij het bekwaam deed vanuit zijn visie gezien. En daar heb ik toch wel waardering voor als mensen een beetje strijdend ten onder willen gaan. Ja, dan de vraag, hoe nu verder? Kijk, voor ChristenUnie en SP zou je kunnen zeggen, verandert het ook weer niet zo heel verschrikkelijk veel, want wij hebben de gewoonte om elk voorstel, ongeacht bij wie het vandaan komt, gewoon op zijn eigen meritus te beoordelen. En daar kunnen we gewoon mee doorgaan. Of het desondanks wil zeggen dat dat de beste manier is waarop deze raad ook moet doorgaan, dat waag ik een beetje te betwijfelen. Als er verkiezingen aankomen, wordt de profileringsdrang van de verschillende partijen natuurlijk groter. Wordt de mogelijkheid om compromissen te vinden kleiner en we hebben al twee breuken gehad, dus enige polarisatie in de raad was de afgelopen tijd waarneembaar en ik kan me zomaar voorstellen dat die de komende tijd toeneemt. Dus wat hier wijsheid in is, dat weet ik ook niet. Maar nou ja, we gaan er kennelijk de tijd voor nemen met de collega's, dus laat ik het ook maar doen dan. Dank.
Voorzitter, dank. Wethouder Rozenberg heeft nu de consequenties getrokken uit zijn verantwoordelijkheid over het te handelen. Hij is afgetreden als wethouder. Dat hij deze verantwoordelijkheid heeft genomen, is hem te prijzen. Gemeentebelangen, mijn respect, jullie zijn heel consequent in woord en daad. Ik gaf toen straks wel een kleine veeg uit de pan. Maar wat jullie zeggen, doen jullie ook, je blijft je wethouder steunen. We zitten in een, ja, toch wel bestuurlijke crisis. Ik heb net in de eerste termijn een heel verhaal gehouden over non-ethisch handelen, non-transparantie. Dat zou ik niet over willen doen. Ik zou het liever positief willen houden. De coalitiepartijen die nu overblijven, ja, het voorstel van de heer Van der Griend lijkt me het meest pragmatische, gezien de vrij korte tijd die we nog hebben. Laten we met zijn allen wat er hier is gebeurd. Vanavond was natuurlijk vreselijk. Laten we allemaal de les hieruit trekken: transparantie, integriteit. Als er verzoeken komen, Wob-verzoeken, stuur ze door, beantwoord ze, geef transparant, duidelijk, helder antwoord op elke vraag van raadsleden. Draai niet om de boel heen, wees eerlijk. Dank u. Dank u.
Gelet op de politiek-bestuurlijke situatie, zoals door sommigen van u ook al geduid is, lijkt het mij verstandig en ook gehoord hebbende wat de verschillende fractievoorzitters hebben aangegeven om zeker een aantal opties ook met elkaar goed te kunnen bespreken. In principe ligt er wel een eerste verantwoordelijkheid, ook bij de drie zittende fractievoorzitters vanuit de coalitie die er zeg maar nog is, met daarbij ook het verzoek en ik denk dat het goed is en dat wil ik u dan ook voorstellen en niet om fractievoorzitters daarin voor de voeten te lopen, maar ook dus alvast te laten organiseren via de griffie om in hun bredere overleg ook nog eens verder. Want dat hoorde ik heel nadrukkelijk daar nog verder over te spreken met alle fractievoorzitters. Daar zal de griffier in ieder geval een moment voor organiseren om daar verder met elkaar over te spreken. Dan gaat het niet over de inhoud, maar vooral over het proces om te komen tot die situatie dat we ook de gemeente goed kunnen blijven besturen, ook vanuit deze gemeenteraad. Daarmee wil ik de tweede termijn en daarmee dit agendapunt dus ook afsluiten.