Nieuws in één oogopslag

Het Journaal toont kort en krachtig wat er speelt.

Journaal

Raadsinformatie

Alles kunnen vinden en niets missen. Met analyses & samenvattingen.

Maak een dossier

Verzamel informatie over een specifiek onderwerp.

Dossiers
Kies een vergadering : 06-05-2025, Beeldvorming raadszaal
Het transcript dat je hieronder aantreft is gegenereerd met behulp van computertechnologie. Hierdoor kunnen de namen van personen en partijen soms foutief zijn weergegeven. Indien je een fout opmerkt kun je deze gemakkelijk verbeteren door op het bewerk-symbool (het potloodje) te klikken.

Toelichting voorlopige resultaten Omgevingseffectrapportage


Th.j. (diederik) Visser

Goedenavond, welkom allemaal. Het is 19.30 uur geweest. Als de heren nog even plaatsnemen, dan kunnen we beginnen. Welkom aan de inwoners die meekijken en meeluisteren. Welkom raadsleden en commissieleden en in het bijzonder welkom aan Iris en Noortje Stalker van Witteveen+Bos die de presentatie willen geven, ingeleid door de projectleider van het hele omgevingsgebeuren, als ik het even zo mag benoemen. Daar vergeet ik hiervoor niks. Een korte inhoudelijke toelichting vooraf: tijdens deze beeldvorming zullen door beide dames een presentatie worden gegeven over de resultaten van de omgevingseffectrapportage. In het kader van de Omgevingswet is het verplicht de effecten van belangrijke keuzes in beeld te brengen via een zogenaamde omgevingseffectrapportage, dat afgekort OER. Dat was voorheen de milieueffectrapportage en daarin worden breder dan voorheen de effecten in beeld gebracht, waarbij bijvoorbeeld ook aandacht wordt besteed aan leefbaarheid en gezondheid. Het proces van de OER start met de nota reikwijdte en detailniveau, oftewel NRD, ook wel startnotitie genoemd. Het college wil de Raad graag vanaf het start betrekken bij het proces van de OER die op 10 februari zijn in een informele sessie. Het proces is een kernpunten, alternatieven en beoordelingskader van de NRD toegelicht. Vanavond wordt er een voorlopige effectbeoordeling gedeeld met de Raad. De voorlopige beoordeling wordt gebruikt voor de aanpassing of de aanscherping van de keuzes die zullen gemaakt worden in de omgeving. Daarna volgt nog een definitieve beoordeling. Mocht u vragen hebben, deze bijeenkomst is informatief van aard. Dus als u technische vragen heeft, dan kunt u die uiteraard stellen. Ik stel voor om dat na de presentatie te doen, maar mocht er behoefte zijn om nader uitleg te krijgen over een aspect dat dan genoemd wordt, dan mag dat ook tussendoor de presentatie. Ik geef nu eerst het woord aan Peter van Prins, projectleider Omgevingsvisie. Hij licht al kort het proces rondom de omgevingsvisie en de bedoeling van de presentatie toe.

Onbekende spreker

Bosch toelichten en daarna krijgen de dames het woord. Peter Gijgen. Dank u wel, voorzitter. Ja, ik heb één sheet met een korte toelichting op het proces, wat de voorzitter net ook al aangaf. Het college wil de Raad graag vanaf het begin van het proces meenemen. Het allereerste begin is natuurlijk al een aantal jaren geleden, maar dit jaar gaan we richting de afronding, zeg maar inclusief de milieueffectrapportage. We hebben inderdaad 10 februari in een technische sessie bijgepraat over dat proces. 25 maart zijn we hier ook geweest en hebben we de resultaten van het vitaliteitsonderzoek in Stompwijk besproken als opmaat naar het gebiedsprogramma dat we parallel met de omgevingsvisie opstellen. Vandaag staan we hier, zeg maar, om nader te duiden wat een MER precies is en wat de betekenis is voor het proces. Dan gaan we de stukken verder afronden. We hopen rond 1 juli ambtelijk klaar te zijn zodat ze naar het college kunnen. Dan na de zomer is er een periode van terinzagelegging. In die periode willen we ook u graag een beeldvormende sessie aanbieden, zeg maar, om ook verkennend de stukken met ons te delen en te bespreken voordat het in een besluitvormende fase is. En dat verwachten we dan eind december of eind van dit jaar opnieuw aan te bieden, zeg maar, en dan via de reguliere procedure van ook beeldvorming en oordeelsvorming richting...

Th.j. (diederik) Visser

Uiteindelijk een besluit van uw Raad. Dat als aftrap en ik wens u veel plezier met de toelichting van De Wit, Veen en Bosch. De televisievergadering is openbaar, dat dus ook voor de inwoners van de gemeente Nederland. Ja, zeker zeker ja, dat is waarschijnlijk vanaf half augustus tot eind september. Die exacte data moeten we nog bepalen, maar er wordt rekening gehouden met de vakantie. Uiteraard, ja, zeker dank u wel. Hij werkt gewoon, denk ik, hè, ja top nou, mijn naam is Iris Al en ik ben hier met mijn collega Noortje Schalker. Wij zijn van

Onbekende spreker

Als u de microfoon eventjes goed op uw mond richt, want anders wordt het geluid niet goed gevangen. Zo beter. Helemaal goed. Mijn naam is dus Iris, aldus mijn collega Noortje Schalker. Wij zijn van Witteveen+Bos en wij werken aan de omgevingseffectrapportage voor de omgevingsvisie van Leidschendam-Voorburg. En, wij gaan daar nu gewoon een toelichting geven over het proces dat wij hebben doorlopen en de verdere inhoud daarvan. In deze presentatie gaan we in op de inhoud van wat is een OER precies, dus een. Wat is een omgevingseffectrapportage? Welk proces wordt er doorlopen en wat is dan de wisselwerking met de omgevingsvisie? Wat doet het OER? Daarnaast gaan we in op de alternatieven, het beoordelingskader en het doelbereik. Wat terugkomt in de omgevingseffectrapportage en vervolgens geven we een toelichting op het vervolgproces. Een OER dus, dus een omgevingseffectrapportage. Dat is eigenlijk een verbredere kijk dan een MER, een milieueffectrapportage en dit hoort bij een plan of een besluit voor de fysieke leefomgeving. In dit geval is dat plan de omgevingsvisie voor Leidschendam-Voorburg en omdat dit een kaderstellend plan is, maken we daar een omgevingseffectrapport bij. In het OER komen de effecten van het beleidsvoornemen voor de fysieke leefomgeving naar voren. En hiervoor kijken we naar verschillende effecten, zoals milieu, natuur, landschap, gezondheid en leefkwaliteit. En dit is dus een breder plaatje dan wat er hier voorheen alleen in het MER werd gedaan, dus die zitten bijvoorbeeld ook wat sociale effecten in of effect op economie. En daarbij is het een informerend document en het helpt om keuzes te maken en keuzes ook hierin te onderbouwen. Hierin binnen dit proces zijn er verschillende rollen. Het college van B en W is hierbij de initiatiefnemer en die heeft ook de NRD, dus die startnotitie vastgesteld. In het NRD staat de aanpak wat er wordt gedaan in het OER. Nou, Witteveen+Bos, dat zijn wij dus als onafhankelijke partij. Voor zorgen wij de nou een onafhankelijke beoordeling van de potentiële effecten. Nou, de gemeenteraad is hierin het bevoegd gezag en daarnaast vindt er nog een onafhankelijke toetsing plaats van het OER als het gehele document af is en ter inzage ligt door de Commissie MER en de Commissie MER is een onafhankelijk adviesorgaan. Ja, die dus weer daarover advies kan geven. En dit kan bij de vaststelling van de omgevingsvisie mee worden genomen. Ja, dus eigenlijk een beoordeling of de effecten voldoende in beeld zijn gebracht. Nou, welk proces doorlopen we dan? Het is echt een iteratief proces met de omgevingsvisie. Het is misschien niet helemaal goed leesbaar. Dit plaatje op de bovenste rij staat, daar staat de tijd en je hebt omgevingsvisie en het OER in groene onderdelen omgevingsvisie in blauw het OER en daarin kun je dus zien dat we nu bezig zijn in het rode cirkeltje met de effectbeoordeling van allereerst de alternatieven en daarna het VKA, het voorkeursalternatief. En op basis van die eerste beoordeling van de alternatieven is er ook weer een interne werksessie bij de gemeente geweest, op basis waarvan de conceptomgevingsvisie weer is aangescherpt en dit is doorgewerkt in het VKA. Het voorkeursalternatief waar we nu de beoordeling voor uitvoeren. En de beoordeling van het voorkeursalternatief gaat weer terug naar de omgevingsvisie en daarin kunnen de aandachtspunten daaruit weer worden meegenomen voor verdere aanscherping van de omgevingsvisie, die vervolgens dan wordt aangeboden ter vaststelling. Wat doet het OER? Nou, het is dus een vergelijking van de referentiesituatie met alternatieven richting het uiteindelijke toekomstbeeld. Nou, het is misschien allemaal een beetje een technisch verhaal, maar de referentiesituatie daarbij kijken we naar hoe is het nu gesteld en wat is de huidige situatie in Leidschendam-Voorburg voor verschillende onderwerpen? En, wat is de situatie die tot en met 2050 zou ontstaan door autonome ontwikkelingen? Dus eigenlijk als je het huidige beleid voortzet, wat is dan de situatie die ontstaat? Ja, ja en daar ook inderdaad externe ontwikkelingen die bijvoorbeeld een vergunning die of is vastgesteld. Nou dat dat gaat sowieso gebeuren, dus dat nemen we mee. Maar ook andere externe effecten. Vervolgens zijn er twee alternatieven ontwikkeld. En, die hebben we dan beoordeeld op de omgevings effecten en hierbij is er een vergelijking van de referentiesituatie voor de twee alternatieven. Dus levert dit een verslechtering of een verbetering op van de verwachte situatie of blijft het ongeveer gelijk? En daarnaast is er gekeken naar het doelbereik, dus er worden bepaalde doelen gesteld en worden deze doelen ook behaald met het voorgestelde beleid. In het OER wordt dan bijvoorbeeld de beslisinformatie ja eigenlijk gebundeld en het helpt om een keuze te maken over het toekomstbeeld en dit wordt verder uitgewerkt in de omgevingsvisie. Nou, Iris noemde het net al even, maar we hebben van nou Peter en zijn team eigenlijk twee alternatieven doorgekregen en het ene alternatief was gematigd gespreid en het ander was geconcentreerd. En dat betekent dat de woningen vooral geconcentreerd worden rond OV-knooppunten en verder verschillen de alternatieven zoals je kan zien in het aantal woningen. Het alternatief één heeft er veel minder en twee meer en ook het aantal arbeidsplaatsen verschilt van 3000 naar 4000. Verder is ook de inzet op het STOMP-principe verschillend. Oh, sorry, het STOMP-principe, dat is de inzet op. Eerst stappen de S dan trappen T dan OV Mobility as a Service, dus dat is eigenlijk meer deelvervoer, zoals zo'n scooter die je kan huren of een auto die je op een plek ergens in de straat zet die een ander ook kan huren en dan P staat voor privévervoer en het is ook de mate van belangrijkheid. Dus allereerst zet je in op een leefomgeving waarbij lopen bevorderd wordt en daarna fietsen. Nou zo verder. Oh, hij moet eigenlijk nog even terug. Als die slide later over de verschillen. Nou dan vervolgens hebben we de verschillende alternatieven ook getoetst op doelbereik en. Het doelbereik hebben we bepaald aan de hand van de toekomstperspectieven die door de gemeente zelf zijn opgesteld en dus hebben we gekeken van nou, als we als je zoveel woningen realiseert, wat doet dat dan met het doel voor we willen een woongemeente zijn, waar woningen zijn voor iedereen. We hebben ook de omgevingseffecten bepaald. Volgens deze schaal nul betekent eigenlijk dat er geen verandering is ten opzichte van de referentiesituatie plus is een verbetering en min is een verslechtering. We hebben het volgende beoordelingskader gebruikt, de toekomstperspectieven die ik net al even noemde. Die staan in de meest linkerkolom. Daar hebben we thema's aan gehangen en dan daarachter zijn weer aspecten. Dus bijvoorbeeld voor woningbouw is het woningaanbod en bij gezondheid en leefbaarheid kun je denken aan luchtkwaliteit, geluid en omgevingsveiligheid. Dan één aspect wat we er dachten van nou ligt er even uit dat het proces wat duidelijker wordt. Dat is voor het aspect woningaanbod en hiervoor zijn de indicatoren waar op basis waarvan we getoetst hebben de balans tussen vraag en aanbod en ook betaalbaarheid. Nou het allereerste onderdeel van het proces was bekijken hoe het er in de huidige situatie voor staat. Dus hoeveel woningen zijn er beschikbaar? Zijn er tekorten? Wat zijn bijvoorbeeld de wachtlijsten voor sociale huurwoningen en hoe zit het met de duurzaamheid van de woningen? De beoordeling daarvan ja was slecht, omdat er lange wachtlijsten zijn voor sociale huurwoningen. In 2017 was het volgens mij 5 jaar en ook de WOZ-prijs is ergens tegen de afgelopen tijd. En, dat is natuurlijk ook nationaal niveau. Is er een verhitte woningmarkt, maar dus ook op lokaal niveau. De vraag is gewoon veel groter dan het aanbod en daardoor stijgen de prijzen. Nou volgende stap was beoordeling van de referentiesituatie wat gebeurt er als je eigenlijk het huidige beleid voortzet, maar daar verder niets aan toevoegt, maar wel ook die autonome ontwikkelingen meeneemt. Daarvan was de beoordeling ook slecht, omdat er worden in van de harde plannen zijn er 1500 woningen die erbij zouden komen tot 2050, maar dat is gewoon niet genoeg om te voorzien in de vraag dus dan zou ja de wachtlijst voor sociale huurwoningen zou nog steeds heel lang blijven. En ook de WOZ-waarde blijft hoog en verder waren er ook voor verduurzaming van de woningvoorraad weinig concrete maatregelen waarvan wij konden zeggen van nou, de situatie verbetert en dus bleef die gelijk. Nou dan de volgende stap is het beoordelen van de omgevingseffecten voor alternatief één en twee. En nou, als je kijkt naar balans tussen vraag en aanbod, dan dacht zij dat verbetert in beide situaties wel iets, want in de ene alternatief werden bijvoorbeeld 4000 woningen gebouwd en in die ander 8000. Alleen was het niet helemaal duidelijk. Wat het huidige tekort precies is, dus daardoor konden we niets helemaal met zekerheid zeggen of je bij 4000 extra woningen echt het tekort oplost. Verder werd er in beide alternatieven niet ingegaan op voor wie er werd gebouwd. Jullie zagen al in die tabel met hoeveel woningen er komen. Het zijn er 4000 en 8000 maar er werd bijvoorbeeld niet gezegd van we bouwen voor statushouders of ouderen met een zorgvraag of studenten, dus dat was een andere onzekerheid. En. Oh, we hebben ook naar de duurzaamheid gekeken en dat werd ook niet toegelicht in de alternatieven, dus uiteindelijk hebben we onze beoordeling eigenlijk vooral gericht op balans tussen vraag en aanbod waarvan we verwachten dat het dus verbetert. En nou de volgende stap is dus het oordelen van het voorkeursalternatief, oftewel het voorgenomen beleid, oftewel de concept ontwerp omgevingsvisie en daar zijn we nu mee bezig. Nog even hier een aanvulling op te doen. Dit is dus deze effectbeoordeling heb ik gedaan voor alle aspecten uit dit beoordelingskader. Dus voor alle thema's en aspecten die daar achter hangen is zo'n beoordeling uitgevoerd. En zoals je ook hoorde aan de punten die Noortje noemt, komen daar gewoon aandachtspunten uit van. Hé, dit is nog niet zo goed uitgewerkt. Nou, deze aandachtspunten die zijn ook juist weer meegegeven in een werksessie om verder uit te werken in de omgevingsvisie. En, dat is dan juist weer dat stukje van het iteratieve proces tussen het OER en de omgevingsvisie, waar een ja eigenlijk een een verdiepingsslag plaatsvindt. En dat nou, dat vindt nu dus ook weer plaats. We zijn nu dus bezig met de beoordeling van het voorkeursalternatief en het voorkeursalternatief is ook achter op veel meer onderwerpen uitgewerkt, waardoor we ook een veel completer beeld kunnen beoordelen. Helaas kunnen we dat die resultaten nu nog niet laten zien omdat we daar nu op dit moment mee bezig zijn. En inderdaad als het vervolgproces ja, waar zijn we, waar gaan we de komende tijd mee bezig? Bij die beoordeling van het VKA. Die ronden we komende tijd af. Dit wordt ook weer intern besproken binnen de gemeente en zorgt dan weer voor een verdere aanscherping van de omgevingsvisie. Dus de aandachtspunten die wij ophalen bij uit de beoordeling die kunnen dan weer worden meegenomen. Vervolgens. Komt er een definitief OER en een ja en wordt het OER samen met de omgevingsvisie ter inzage gelegd. En volgt er een advies ook van die Commissie MER dus dat onafhankelijke adviesorgaan dat een advies geeft op het OER en vervolgens wordt de omgevingsvisie met eventuele kleine aanscherpingen nog aan de Raad aangeboden voor vaststelling. En dat daarbij ook dus dat de omgevingsvisie wordt vastgesteld, maar het OER zelf wordt daarbij niet vastgesteld. Dat is gewoon een een onderdeel van de omgevingsvisie.

Th.j. (diederik) Visser

Dus dit is eigenlijk het proces dat wij de komende tijd nog doorlopen. Zijn er vragen? Wat is dan de vraag die ik stel? Ja, dan kijk ik eventjes rond, ik zie in ieder geval één vinger.

Onbekende spreker

Twee vingers, drie vingers. Dan begin ik hier wel even bij, meneer Van Wissen. Ja, Koos van Meeste, Gemeentebelangen. U gaf aan dat in de twee alternatieven, zeg maar, niet gekeken wordt naar het type woningen dat gebouwd wordt. Wordt daar in de nadere uitwerking wel naar gekeken? Want dat kan nog wel effect hebben voor de aansluiting tussen vraag en aanbod. Er wordt wel gekeken, maar niet heel uitvoerig. Er wordt gezegd in het VKA dat er niet wordt ingezet, of in ieder geval minder, op grondgebonden woningen en meer op woningen voor kleine huishoudens. Er wordt wel aangegeven dat er gebouwd wordt voor een heel groot scala aan aandachtsgroepen, dus mantelzorgers, 75-plussers met een zorgvraag, studenten. Dus wat dat ja, dat...

Onbekende spreker

Ja, ga je gang Edgar Hamer, Gemeentebelangen. Kan u mij uitleggen wat het verschil is tussen de indicatoren van de LER en de OER? De Leefbaarheidseffectrapportage en de Omgevingseffectrapportage. Kijk, dit beoordelingskader voor dit OER, dat wordt eigenlijk gewoon elke keer opnieuw een beoordelingskader vastgesteld, dus daarin kun je ook zelf kiezen welke indicatoren je meeneemt. Dit beoordelingskader is nou in samenwerking met de gemeente ook opgesteld en ook op basis van de toekomstperspectieven die dan weer in het koersdocument zijn genoemd. Dus wij hebben hiervoor echt een beoordelingskader opgesteld dat heel specifiek past bij de gemeente. Ja, en ik kan niet zo zeggen van dit is echt heel anders dan een LER. Er zit geheid...

Onbekende spreker

Ja. Ga je gang. Voorzitter, dank u wel. Guus Beek van de VVD. Ik heb een paar vragen, als dat mag. De eerste vraag is: de Commissie MER, wie zijn dat en hoe werkt dat? Is dat een externe commissie? De Commissie MER is inderdaad een externe commissie. Dat is een onafhankelijke commissie die milieueffectrapportages beoordeelt. Hiervoor wordt advies gevraagd door de gemeente aan de commissie, en die stellen dan een commissie op die de stukken doorneemt en op basis daarvan een advies geeft. Alle stukken die zij maken zijn ook openbaar en zij geven dan een advies, en dan is er bijvoorbeeld een gesprek om dat verder nog toe te lichten. Dat advies zien wij ook als raad of wordt dat onderdeel van de MER? Dat is niet zozeer onderdeel van de MER, maar het is wel gewoon openbaar, dus dat is gewoon inzichtelijk en op basis daarvan kan weer verdere aanscherping van de MER plaatsvinden. En dan heb ik nog twee inhoudelijke opmerkingen. De ene is dat het werd door collega Van Wisse al gevraagd over doelgroepen waarvoor wij bouwen. Nou hebben wij een mooie verordening in de gemeente die zegt dat we 30% sociaal en 30% middeldure woningen bouwen, en dat is dus wel, laten we zeggen, een soort verdeling van woningen over doelgroepen. Anders dan dat we zeggen, we bouwen voor mantelzorgers, dus er is wel een zekere verdeling. Wordt daar dan rekening mee gehouden? Ja, dat wordt inderdaad daarin meegenomen. Ja, dat wordt erin meegenomen. En dan de andere vraag is eigenlijk, en dat gaat over het geheel. Een MER is natuurlijk ook een beetje een waterbed, want als je op het ene moment zegt van ja, we willen meer woningen en dat zou hoger scoren, dan heb je natuurlijk aan de andere kant wat wordt genoemd verstening van de stedelijke ruimte, en daar moet natuurlijk wel ergens een balans in zitten. Op een gegeven moment zal het zo zijn dat men zegt van ja, liever minder bouwen om toch wat meer groen te houden. Dus hoe wegen jullie dat in een MER? In die zin dat wij wegen in wat het voorgestelde beleid is, dus dat beoordelen we op en dat kan weer zorgen voor verdere aanscherping. Daarbij geven we ook wel weer aandachtspunten mee, bijvoorbeeld vanuit landschap. Als je een nieuw bebouwd gebied maakt, let dan op de landschappelijke inpassing daarvan. Maar wij gaan niet de keuze maken wat het beleid wordt, dat ligt niet bij ons. Dit is meer als input daarvoor om een gewogen keuze te maken. Nou, mijn vraag is eigenlijk: worden de consequenties zichtbaar voor ons als raad, zodat we, laten we zeggen, makkelijker kunnen kiezen in die zin? Dat is wel, ja, dit is inderdaad om als hulpmiddel om die keuze te maken. Ja, ja. Als ik daar nog iets op mag aanvullen. De stap van de beoordeling van de alternatieven maakt ook best wel inzichtelijk wat de effecten zijn, want de twee alternatieven lopen natuurlijk uiteen. Dus bij het ene, minder woningen, kunnen we beoordelen van nou, dat heeft minder impact op groenvermindering of verstening. En bij twee is er meer verstening en misschien meer groenverlies. Dus ook juist door de beoordelingen van de alternatieven mee te geven, kan de gemeente vervolgens bepalen van oké, gaan we dan in het midden zitten of kiezen we voor meer woningen en dan maar minder...

Onbekende spreker

Meneer Verwissel nog ja, nog even op dat laatste punt inhakend wat betreft de hoeveelheid groen. Er is nu regelmatig komt de norm van 3-30-300 naar voren. In hoeverre wordt die meegenomen in de OER? Wij geven hem mee als mitigerende maatregel en dat is dus eigenlijk een handvat wat we meegeven aan de gemeente van ja, een maatregel die ze kunnen nemen om dus de effecten te verminderen. Dus bijvoorbeeld als je meer woningen bouwt, kunnen we zeggen, nou maar denk er dan wel aan dat je bijvoorbeeld die groenorm implementeert, zodat er uiteindelijk iets minder impact is op groen. Dus hij staat erin.

Th.j. (diederik) Visser

Trouwens, dat is wel in de conceptversie, dus ik weet niet of die blijft. Heb ik nog een vraag. We hebben natuurlijk drie onderscheiden dorpen in onze gemeente met de min of meer in het diepe, maar ook hele verschillende samenstelling en

Th.j. (diederik) Visser

Karaktereigenaardigheid zal ik het maar even noemen van een van de dorpsgemeenschappen.

Onbekende spreker

Wat er ook sprake is van een leefbaarheidseffect? Ja, ik snap de vraag. Ik ben alleen even aan het verduidelijken, want we hebben de beoordeling niet onderverdeeld in gebiedsdelen, maar in dus ja, milieu- en omgevingseffecten. Dus bij natuur komt het bijvoorbeeld wel terug dat er nu bij Stompwijk misschien een uitbreiding komt. Dat heeft natuurlijk een effect op de hoeveelheid natuur en natuurbeleving die daar is. Oh, sorry. En bij vestigingsklimaat komt het ook terug dat er misschien meer ruimte wordt geboden aan bedrijven op bedrijventerreinen, maar dat heeft natuurlijk ook effect op ja, dat het vestigingsklimaat kan verbeteren. Maar ja, dan moet je er wel ruimte voor geven en dat wordt niet concreet gemaakt in...

Th.j. (diederik) Visser

Het oké. Wilt u dan even uw naam en.

Onbekende spreker

Loes Blok en ik ben bestuurslid van wijkvereniging Oud Voorburg en ik sluit me eigenlijk even aan bij de opmerking of vraag van de voorzitter. Het was namelijk ook onze vraag, is er in de visie die waar jullie nu bekend mee zijn, voldoende rekening gehouden met de cultuurhistorische waarde en erfgoed van de wijken met alle verschillende identiteiten in samenhang met het groen? Dus het is een beetje. Het heeft een beetje dezelfde strekking deze vraag. In de twee KA worden onderscheid gemaakt naar gebiedstypen en dan ook bepaalde kwaliteiten die daar behouden moeten blijven. Dus bijvoorbeeld voor het villapark is volgens mij de insteek dat er geen inbreiding gebeurt, maar wel op zich vergroening. Maar dat is dan op het eigen perceel, omdat daar verhoudingsgewijs meer van is dan openbaar groen. Maar we

Onbekende spreker

D66. Alex, joehoe D66 inderdaad. Ik heb een beetje misschien een speculatieve vraag, maar het viel mij op dat de huidige situatie als slecht wordt beoordeeld. En als je dan zelf even kijkt naar de kaders die er zijn en wat we zouden willen bereiken, maak ik me een beetje zorgen over hoe je dan van slecht naar beter of goed zou kunnen komen. Hebben jullie daar een beeld bij hoe dat dan zou kunnen, vanwege de beperkingen die we hier hebben? Nou, daarom geven wij dus mitigerende maatregelen mee. Ik zal even denken uit mijn hoofd. Nou, we geven dus aan van specificeer ook de woningtypes. Je kan nadenken over het bijstellen van de betaalbaarheidsnorm. Die is nu 2/3 betaalbaar, waarvan 30% sociale huur. Alleen er is nu al een tekort, dus als je het tekort wil oplossen moet je eigenlijk hoger inzetten om het op te lossen. En daarbij wordt er in het VKA ook ingezet op bouwen voor verschillende aandachtsgroepen die misschien niet een heel groot budget hebben, waardoor dus ook de vraag naar betaalbare woningen groter wordt. Dus nou, een mitigerende maatregel om het woningtekort op te lossen zou kunnen zijn: kijk naar die betaalbaarheidsnorm. Beantwoordt dat de vraag? Ja, ik denk dat het zeker deels beantwoord lukt. Wel een nieuwe vraag aan mij uit als dat mag, ja, dat mag even kijken, want er is natuurlijk een tekort aan sociale huurwoningen, dat weten we allemaal. Maar mijn beeld is dat er ook op iets zeg maar in het middensegment dat er ook echt wel een tekort is dat meer mensen ook zoeken, dus dan is het misschien wel onhandig om die norm te gaan veranderen. Ja, elk voordeel heeft zijn nadeel heb ik wel eens gehoord, dat klopt dus ja, we noemen hoorde ik net al oh weten we het zeggen. Druk dan even papier nou als ik even mag voorzitter, dat is een beetje het spanningsveld waar wij ook met de omgevingsvisie in zitten en de vraag is ook van in hoeverre gaan we dat verduidelijken in de omgevingsvisie of pakken we dat op in het woonprogramma, wat we ook op het lijstje hebben staan en veel van de vragen die hier gesteld worden, over woningtype en aantallen en dat soort dingen daarvan zullen we de hoofdlijn opnemen in de woon- of in de omgevingsvisie en de uitwerking van de aantallen zal waarschijnlijk in het woningprogramma terechtkomen. Maar goed, dat is het spanningsveld waar we de komende maanden in zitten van wat werken we nog in de omgevingsvisie uit en wat doen we in een programma?

Th.j. (diederik) Visser

Eigenlijk dus het meegeven van die mitigerende maatregelen die dan doorwerking kunnen vinden in. En daarbij gaan we dan uit van een bevolkingsaanwas of

Onbekende spreker

Stand in bevolking of mogelijkheden om het voor krimp. Het lijkt me waarschijnlijk, maar nee, we gaan uit van de bevolkingsgroei, maar wel vergrijzing. Dus dat doet ook iets met de vraag naar woningen, dan krijg je meer vragen naar bijvoorbeeld ouderenwoningen. Nou, als ik toch nog een vraag mag stellen, ik denk dat jullie daar dus ook nog niet zover mee zijn als ik het goed heb begrepen. Maar we hebben natuurlijk ook de verschillende stations waar allerlei plannen voor bestaan. Als je dan kijkt naar het Stationsplein, Mariahoeve heeft natuurlijk een volledig andere uitstraling dan het Stationsplein wat we hier in Oud Voorburg hebben.

Onbekende spreker

Dat is wederom door de projectleider. Ja, dat is de slag waar we nu ook nog middenin zitten, dus die gebiedsgerichte vertaling, zeg maar die ook eerder al benoemd is. En wat we gedaan hebben is veel kwaliteit ook halen uit de nota omgevingskwaliteiten, zeg maar die gewoon aangeven wat belangrijk is in de verschillende gebieden en wat dat dan ook betekent voor eventuele ontwikkelingen en stationsgebieden. Nou ja, daar zeggen we veel over, want waarschijnlijk gaan we daar richting verdichting, zeg maar ja, het ene station is het andere niet. Het station Voorburg zullen we dan opmerkingen maken over te bouwen, de kwaliteiten en binnen die bandbreedte kun je dan iets van verdichting doen. Maar hoeveel dat precies zal...

Th.j. (diederik) Visser

Ook in het vervolg nog uitgewerkt moeten worden. Ik zie geen verdere vragen meer, dan wil ik de

Th.j. (diederik) Visser

De dames en de heren bedanken voor hun presentatie en de Q&A.

Th.j. (diederik) Visser

Om dan toch eens er wat van meer te weten en te kunnen bespreken. We nemen dit in ieder geval mee naar de griffie en we nemen het mee in de agenda van de commissie en dan zullen we kijken wat de mogelijkheden zijn, uiteraard in overleg met de afdeling. Want het moet natuurlijk wel gedaan worden om te kijken of er nog een mogelijkheid is voor een technische sessie. En dan kijk ik toch wel even naar u, want u gaf aan dat u voor de zomer in ieder geval naar het college toe wil. Dan zal het in ieder geval in...

Th.j. (diederik) Visser

Heeft en. En dat is het aanbod wat ik in de eerste instantie deed om dat dan in september te doen. Even voor alle duidelijkheid, de technische sessie is dan wel anders dan bijvoorbeeld een commissievergadering van ja. OK.

Onbekende spreker

Is dat voldoende? Ja. U heeft nog een vraag, tot slot dan. Ja, ik heb eigenlijk een laatste vraag: hoe gaat u uiteindelijk om met alle inbreng uit de inspraak en...

Th.j. (diederik) Visser

Hoe wordt alle input vanuit diverse groepen inzichtelijker?

Onbekende spreker

Gemaakt? Dat is ook weer, denk ik, voor de projectleider. Ja, zoals we dat vorig jaar ook gedaan hebben, een samenvattend verslag gemaakt. Maar dat zullen we ook van de ronde in maart die we georganiseerd hebben doen. Daar komt een samenvattend verslag van dat ook op de site beschikbaar komt. En een volgende ronde zal het een wat ander karakter krijgen, want dan is het een formele inspraakprocedure. Dus

Th.j. (diederik) Visser

Via een zienswijze, dus dan ziet het er wat anders uit. Dank u wel, als er dan verder nu geen vragen meer zijn dan rond ik bij deze deze bijeenkomst af, nogmaals met dank voor de inbreng en met dank voor de vragen.