Het transcript dat je hieronder aantreft is gegenereerd met behulp van computertechnologie.
Hierdoor kunnen de namen van personen en partijen soms foutief zijn weergegeven.
Indien je een fout opmerkt kun je deze gemakkelijk verbeteren door op het bewerk-symbool (het potloodje) te klikken.
Goedenavond beste mensen, welkom. Een warm welkom aan alle aanwezigen, aan onze raadsleden, onze enthousiaste burgers die altijd deelnemen en een bijzonder welkom aan onze gasten: mevrouw Leonoor Clemens van ICS Adviseurs, die de presentatie gaat verzorgen, en Rob van der Veer van de Montessorischool Nieuw Vreugd en Rust. Zij gaan ons vanavond meenemen in het Integraal Huisvestingsplan. Het Integraal Huisvestingsplan staat op de agenda, dus vanavond laten we ons informeren. Jullie kunnen vragen stellen. Zij nemen ons mee in het proces. Het gaat vastgesteld worden voor de jaren 2024-2040. Op het moment dat zij niet uit de vragen gaan komen die jullie stellen, hebben we ook nog onze ambtenaar Frank Breedeveld. Zijn naam mocht ik noemen en aan jullie even de vraag om de vragen op te sparen tot aan het eind van de presentatie en de vragen feitelijk te houden. Het debat mogen we straks voeren in de raadzaal, dus voor nu, en dan kijk je in de toekomst. Ga je gang. Ja, dankjewel.
Ik zal me nog even kort voorstellen. Ik ben Leonoor Clemens van ICS Adviseurs en wij zijn door de gemeente gevraagd om het proces tot het opstellen van een Integraal Huisvestingsplan te begeleiden. Dus dat doen wij samen met de gemeente, waaronder Frank, maar ook alle schoolbesturen en een afvaardiging van de kinderopvang. En we willen jullie vandaag meenemen. In eerste instantie willen we jullie meegeven wat een IHP is, waarom we een IHP maken en waarom het belangrijk is als gemeente om een IHP te hebben. We leggen ook uit hoe wij dat met elkaar aanpakken en waar we nu in het proces staan. We hebben namelijk met elkaar al hard gewerkt aan de visie en ambitie en de uitkomsten van die sessie. Daarin willen we jullie ook meenemen in wat vanuit de gemeente en de schoolbesturen de visie op onderwijshuisvesting is. Dus dat is even kort wat we vanavond toe gaan lichten.
Even om te beginnen, een IHP, dat is een afkorting voor Integraal Huisvestingsplan en dat is een plan dat wordt opgesteld in opdracht van de gemeente, maar eigenlijk echt in samenspraak en samen met het hele scholenveld. Dus alle schoolbesturen worden daar nauw bij betrokken en ook een afvaardiging van de kinderopvang. Nu is het nog niet verplicht om als gemeente een IHP op te stellen, maar dat wordt het wel. Er is een wetswijziging in de maak die het verplicht stelt voor gemeenten om zo'n plan te hebben en dus ook echt een meerjarenperspectief te hebben op hoe je als gemeente omgaat met de huisvesting die je hebt. In de scope van het IHP hebben we net al even verteld, heeft het eigenlijk een doorlooptijd, vaak van 16 jaar, dus van 2024 tot 2040 nemen we eigenlijk plannen op voor die termijn.
Wat staat er nou zoal in een Integraal Huisvestingsplan? Bovenal zijn we bezig met een beleidswerkplan. Dat houdt in dat we met elkaar goed nadenken vooraf over de visie en de ambitie, dus echt de stip op de horizon wat we willen bereiken met de huisvesting. Maar daarnaast geeft een plan ook inzicht in de huidige staat van de gebouwen op verschillende aspecten. Dus we kijken bijvoorbeeld naar de kwaliteit, zowel technisch als functioneel, als het binnenklimaat. Maar we nemen ook de ontwikkeling van de leerlingpopulatie mee om te zien of de aanwezige capaciteit eigenlijk nog past bij de behoefte die er nu is, maar natuurlijk ook in de toekomst. Uiteindelijk resulteert het IHP ook in een financieel meerjarenperspectief, dus in een overzicht van alle projecten die eigenlijk op de gemeente afkomen en wat dat ook in financiële zin betekent.
In dit plaatje hier laat zien hoe een IHP zich eigenlijk door de jaren heen ontwikkeld heeft. Het is oorspronkelijk heel erg begonnen als een capaciteitsplan, dus echt om te beoordelen of er voldoende onderwijscapaciteit is als je dat afzet tegen de behoefte. Maar inmiddels zijn we eigenlijk al een paar stappen verder, dus ook de kwaliteit van de huisvesting telt voor een heel groot deel mee en een plan is allang niet alleen meer voor het onderwijs, maar veel meer een kindvoorzieningenplan wat eigenlijk inhoudt dat ook de behoefte aan kinderopvang, maar ook zorg, dat soort vraagstukken ook meegenomen worden in het IHP. En het laatste laat nog even zien dat we dat heel erg gebiedsgericht aanpakken, dus ook wijk- en maatschappelijke wijkgerelateerde voorzieningen inventariseren we en nemen we op in het plan. Mede ook omdat de school natuurlijk ook verankerd is in de wijk en dus ook zijn weerslag heeft op de wijk.
De aanleiding voor de gemeente Leidschendam-Voorburg om een nieuw IHP te maken is enerzijds omdat de doorlooptijd van het IHP dat er ligt is verstreken, dus er is eigenlijk weer behoefte aan een nieuw perspectief. Het plan dat er lag liep tot 2024. Vandaar dat we nu weer opnieuw vooruit gaan kijken en de plannen opnemen. Maar misschien nog wel belangrijker is dat we natuurlijk met elkaar willen zorgen dat kinderen opgroeien en ontwikkelen in een gezonde en veilige omgeving en dat we met elkaar na moeten denken wat dat ook betekent voor de gebouwen, wat voor gebouwen zijn er dan voor nodig? Dus de kind- en talentontwikkeling een plek geven en nadenken wat dat van gebouwen vraagt is een belangrijk onderwerp, ook voor de komende jaren. Daarnaast zijn er natuurlijk tal van ontwikkelingen op sociaal-economisch vlak, op duurzaamheidseisen die aangescherpt worden, maar ook onderwijskundige ontwikkelingen die van invloed zijn op de huisvesting.
Daarnaast bekijken we ook de ruimtelijke opgaven integraal, want een plan en een school of een gebouw staat altijd in een wijk, is onderdeel van de gebouwde omgeving en heeft ook sociale consequenties op de inrichting van een gebied. Dus we nemen dat in een integrale zin mee. En de laatste is denk ik niet heel onbelangrijk, maar ook de druk op de financiën en daar een oplossing voor vinden en daar oog voor hebben is heel belangrijk voor het IHP dat we voor de komende jaren gaan maken. Aan de ene kant wordt de gemeente natuurlijk gekort op de inkomsten en aan de andere kant zien we dat de bouwprijzen de laatste jaren flink gestegen zijn. Ja, dat is iets waar je niet omheen kan, maar daar hebben we wel oog voor in de plannen die we maken.
Waar we jullie ook nog in mee willen nemen, is hoe het IHP zich verhoudt tot ander gemeentelijk beleid, want een IHP staat niet op zichzelf. Momenteel wordt er binnen de gemeente ook gewerkt aan de LEA. Een LEA staat voor Lokaal Educatieve Agenda en er zijn grote raakvlakken tussen het IHP en de LEA die worden opgesteld. Maar we kunnen ook een knip maken, dus er zit ook wel een scheiding in en heel plat gezegd houdt de LEA zich bezig met de inhoud en de samenwerking tussen partijen, dus daar komen thema's aan bod als passend onderwijs, kansengelijkheid, rijke schooldag en binnen de LEA zijn ze aan het nadenken wat dat voor aanbod vraagt, maar ook welke partijen daar met elkaar de samenwerking opzoeken. En in het IHP gaat het eigenlijk nadrukkelijk om de huisvestingscomponent daarvan, dus eigenlijk de stenen. We nemen jullie straks mee in een aantal visie-thema's en ambities en daar hebben we het met elkaar gehad over duurzaamheid, over de functie van het gebouw in de wijk, gebruik en uitstraling ook en inclusieve huisvesting. En uiteindelijk, als we wat verder zijn in het proces en we zijn toe aan de scenariovorming, dan komen die zaken samen. Dus daar waar we vanuit de gebouwelijke knelpunten een aanleiding zien om voor nieuwbouw of renovatie te gaan, bekijken we ook welke onderwerpen vanuit de LEA binnen dat gebied ook van belang zijn om te integreren.
Daarnaast het gemeentelijk vastgoedbeleid, mobiliteitsbeleid, beleid op de openbare ruimte. Dat zijn ook onderwerpen die bij de uitvoering van de plannen als ze verder in ontwikkeling gaan natuurlijk ook meegenomen worden, dus daar komt het IHP ook weer samen in het bredere gemeentelijke plaatje. Het IHP-proces pakken wij heel gefaseerd aan, dus we hebben het hele traject opgedeeld in vijf verschillende fasen en we zijn daar in de zomer van 2023 mee begonnen. De eerste stap was dat wij de schoolgebouwen zijn gaan analyseren en de prestatie van de schoolgebouwen in beeld hebben gebracht. Dus van ieder schoolgebouw maken wij een factsheet om de gebouwen ook op basis van uniforme aspecten met elkaar uiteindelijk te kunnen vergelijken. De tweede fase is een kick-off geweest met alle betrokken partijen, een interne kick-off met de gemeente, maar ook een kick-off met alle schoolbesturen en kinderopvangorganisaties om met elkaar kennis te maken en te verkennen wat de belangrijke thema's voor dit IHP gaan zijn. Inmiddels hebben we de ambitievorming, dus eigenlijk de derde fase, bijna afgerond. Daar hebben we met elkaar stilgestaan over de ambities op de onderwijshuisvesting en uitgangspunten en spelregels voor het IHP geformuleerd. En dat is ook waar we jullie straks nog over meenemen, meer de inhoud daarvan. De fase die daarna komt, is de fase van de scenariovorming. Daar gaan we eigenlijk dat wat we hebben opgehaald in de analyse vergelijken met de visie die we hebben geformuleerd met elkaar en gaan we waar dat mogelijk is wijkgericht met scenario's aan de slag en daar komt ook de financiële vertaling bij kijken. Dus dan gaan we kijken naar het type ingreep, maar ook prioritering en dat ook afgezet tegen de financiële vertaling van die plannen. In de laatste fase is het opstellen van een rapportage en daarin verwerken we eigenlijk alle resultaten uit die fases daarvoor in een beknopt rapport. De verwachting is nu dat we dat na de zomer dat rapport gereed hebben.
Heel even kort een inzicht en een overzicht in de locaties die we hier in Leidschendam-Voorburg hebben. We hebben in totaal 28 onderwijslocaties, verdeeld in verschillende typen onderwijs. We hebben 20 locaties voor basisonderwijs, eentje voor speciaal basisonderwijs en 7 locaties voor voortgezet onderwijs. Als we dan kijken naar de gemiddelde leeftijd, dan zien we dat het voor het speciaal basisonderwijs gemiddeld 45 jaar oud is, de gebouwen en het voortgezet onderwijs 35 jaar oud. En dat klinkt natuurlijk aanzienlijk, aangezien de economische levensduur van gebouwen na 40 jaar verstreken is. Maar als je dit afzet tegen het landelijke gemiddelde, is dit helemaal niet zo hoog, want landelijk gezien zijn onderwijsgebouwen gemiddeld 55 tot 60 jaar oud. Betekent natuurlijk niet dat dit niet laat zien dat er ook echt wel een heel aantal gebouwen flink verouderd zijn en dat er dus ook voor de komende jaren zeker een opgave ligt. Hier laten we ook nog zien wat de verwachting is wat de leerlingenontwikkeling gaat doen. De gemeente heeft prognoses laten opstellen. Dat wordt al bij een apart bureau gedaan die onder andere woningbouwontwikkelingen die vastgesteld zijn ook meenemen om een beeld te schetsen wat dat doet met de leerlingenontwikkeling. En we zien dus dat de gemeente Leidschendam-Voorburg een groeigemeente is, want zowel voor het primair onderwijs als het voortgezet onderwijs is nu de verwachting dat het leerlingaantal gaat toenemen. En dat betekent natuurlijk ook iets voor de behoefte aan onderwijs en opvang en andere voorzieningen. En nu geef ik Rob het woord om even toelichting te geven hoe we de visie en ambitie hebben aangepakt.
Ja, Rob van der Veer, directeur-bestuurder van de Montessorischool Nieuw Vreugd, met een locatie in Voorburg en een andere locatie in Den Haag. Ik ben gevraagd om namens de schoolbesturen en de kinderopvang ook even te ondersteunen bij deze beeldvormende vergadering en dat doe ik graag, want wat voor mij belangrijk is, is ook bij jullie aan te geven dat de totstandkoming van de ambities en de doelen in hele goede harmonie is gebeurd. We zijn met elkaar in een aantal sessies bij elkaar geweest onder leiding van Leonoor en collega, maar ook van de beleidsambtenaren die hebben aangegeven van nou, welke vragen moeten we nu met elkaar centraal stellen en wat vinden we daar dan van als onderwijsveld en kinderopvangveld en kunnen we elkaar daarin vinden en kunnen we ook daar de gemeenschappelijke delen uithalen, zodat het ook vertaald kan worden naar een integraal huisvestingsplan? Nou, dat hebben we gedaan in een aantal sessies. Verschillende thema's, de thema's die staan hier ook geschreven. Welke functie heeft die school nu in de wijk? Niet alleen nu, maar ook voor de komende 40-50 jaar dat je een schoolgebouw neer gaat zetten. Duurzaamheidsvraagstuk, de inclusievraagstukken en het gebruik en uitstraling in de wijk en in het totale plaatje van de gemeenschap waar de school komt te staan. Daar hebben we met heel veel geeltjes gestickerd om uiteindelijk allemaal meningen op te halen en die zijn vertaald in een centrale conclusie. En die volgt hierna, dan ga ik hem weer teruggeven.
Ja, want deze vier thema's, daar wil ik jullie even kort in meenemen wat de resultaten ook zijn geweest en eigenlijk de gemene deler uit die sessie waar we nu op uitgekomen zijn. Nou, de eerste is dus de functie van een school in de wijk, even tussen haakjes hè? Dat heeft er ook mee te maken dat het primair onderwijs heel erg verankerd is in de wijk, hè? Veel kinderen gaan vaak zo dicht mogelijk of binnen hun eigen wijk naar school, terwijl het voortgezet onderwijs en wijk overstijgende onderwijsconcepten ook in het PO een wat regionale aantrekkingskracht hebben, hè? Maar één schoolgebouw heeft ook altijd een functie in de wijk waar het gebouw staat. Nou, voor het primair onderwijs, daar hebben we aangegeven, is het de voorkeur om integrale kindcentra te realiseren wat eigenlijk inhoudt dat onderwijs en kinderopvang zoveel mogelijk, en als dat gewenst is, ook onder één dak plaatsvindt. En dat kan, hè. Zo'n kindcentrum kan ook aangevuld worden met wijk gerelateerde voorzieningen en dat is maatwerk. We kunnen nu nog niet zeggen wat voor voorzieningen dat zijn. Dat is ook heel erg afhankelijk van de behoefte die binnen een wijk leeft. Maar een school is wel vaak een laagdrempelige plek voor ouders en kinderen om, nou ja, om ook maatschappelijke voorzieningen en activiteiten te kunnen vinden. Nou, daarnaast is het binnen het primair onderwijs ook belangrijk dat er een breed aanbod aan concepten is, hè, zodat er voor ouders en kinderen ook iets te kiezen is, dus dat er voor kinderen ook gericht op hun eigen ontwikkeling iets te vinden is wat bij hen past. Nou, in een extra programma eigenlijk hè, bovenop het onderwijs dus. Denk aan kinderopvang of andere maatschappelijke zaken die komen niet ten laste van de onderwijshuisvesting, dus daar wordt een constructie ook opgetuigd dat door middel van kostprijsdekkende huur bepaalde meters ook worden gefinancierd door derde partijen. Nou, voor het voortgezet onderwijs. Daar zien we dat de huisvesting, zeker vanwege de grootte van het gebouw hè? Vaak ook meerdere bouwlagen, één grote ruimte eigenlijk, één grote impact heeft ook op de wijk en dat dus de inbedding van zo'n gebouw in de wijk vanuit de uitstraling en de inpassing dus heel belangrijk is, dus dat er ook voldoende aandacht voor moet zijn. En daarnaast zien we dat voortgezet onderwijsgebouwen vaak heel veel faciliteiten hebben, hè? Dus denk aan een keuken, een grote aula en dat zijn functionaliteiten waarbij de bereidheid ook is om die beschikbaar te stellen voor de wijk, bijvoorbeeld buiten schooltijd. Daar moet wel goed over nagedacht worden over de afsluitbaarheid, maar het is zeker eigenlijk de wens om die gebouwen zo efficiënt mogelijk ook te laten gebruiken. Ook na schooltijden en ook bijvoorbeeld kindcentra kunnen van dat soort voorzieningen gebruik maken als daar goede afspraken over worden gemaakt. Nou, daarnaast hebben we ook nagedacht over de doorgaande leerlijn, eigenlijk tussen de kinderopvang, primair onderwijs en voortgezet onderwijs, eigenlijk van nul tot 18 jaar. En met als doel hè? Het streven om de overgang voor kinderen ook zo klein mogelijk te maken en zeker de overgang tussen PO en VO. Daarmee kun je natuurlijk ook het moment om de overstap te maken uitstellen en wat meer passender maken op de behoefte van het kind. Nou, die overgang tussen de kinderopvang en het primair onderwijs. Die wordt ook binnen kindcentra geregeld, hè? Omdat daar vanuit een pedagogische visie ook naar de kinderen gekeken wordt en de overgang tussen het primair en het voortgezet onderwijs is in ontwikkeling. Daar worden nu verschillende initiatieven gewerkt om te onderzoeken hoe dat mogelijk is, dus dat is meer de inhoudelijke kant en als daar meer over duidelijk is, dan wordt ook gekeken straks in het IP hoe dat, ja, welke weerslag dat ook heeft en effect dat heeft op de huisvesting. Nou, we hebben het ook over volumeafspraken gehad. Dat is iets wat niet nieuw is. Die volumeafspraken zijn al gemaakt in het vorige IP en het doel van die afspraken is dat je een evenwichtige spreiding eigenlijk van leerlingen krijgt over de capaciteit die je hebt, dus dat je ook efficiënt omgaat met de onderwijsmeters die je hebt. Dus eigenlijk plat gezegd mag de groei van de ene school niet per se ten koste gaan van een andere school en de gemeente als gemeente wil je ook niet bouwen voor leegstand, dus je wil efficiënt omgaan met dat wat je al hebt. Nou, in de basis zijn we het ook nog steeds eens met die afspraken, maar we hebben wel gezegd, zeker met de groei die eraan zit te komen in de gemeente, dat we ook moeten kijken of die afspraken nog passend zijn en als dat niet zo is dat we dat ook binnen het IP gaan bijstellen. Nou, de laatste als we kijken naar de functie van de school in de wijk, gaat het over de buitenruimte en het bewegen. Eigenlijk alle partijen hebben ook het doel om kinderen zoveel mogelijk te laten bewegen, niet alleen tijdens schooltijd, maar ook daarvoor en daarna. En dat kan op verschillende manieren. Een eerste is om leerlingen, maar ook medewerkers zoveel mogelijk te stimuleren om met de fiets of lopend naar school te komen. Dan moet er natuurlijk ook genoeg ruimte zijn op het plein om je fiets kwijt te kunnen en er moet ook nog voldoende speelruimte over zijn, dus dat betekent ook ruimtelijk iets. Maar daarnaast willen we ook een uitdagende buitenruimte creëren waar kinderen echt uitgedaagd worden om te bewegen, hè? Dat kan in de manier van speeltoestellen en je inrichting van je terrein kan daaraan bijdragen. En een groene buitenruimte kan daarnaast ook nog eens, ja, de natuureducatie ook aan kinderen overbrengen en buitenonderwijs mogelijk maken. Nou, en waar dat mogelijk is, zal ook gekeken worden hoe of de schoolpleinen opengesteld kunnen worden voor de wijk. En daar is wel een kanttekening bij gezet en dat moet wel op basis van goede afspraken gedaan worden, hè? Denk dan aan vandalisme of aansprakelijkheid, hè? Want wat als er iets gebeurt buiten schooltijd? Wie is er dan verantwoordelijk? Maar hè, mocht er dus in de wijk niet veel andere speelmogelijkheden zijn, dan is een schoolplein natuurlijk wel een mogelijkheid om dat breder bruikbaar te maken. Nou, dan hebben we ook nog het bewegingsonderwijs hè? Wat de partijen ook aangaat, is dat de druk nu op de sportaccommodaties heel erg hoog is en zeker met de leerlinggroei die verwacht wordt, wordt die druk alleen maar groter. Dus wij gaan in het IP. Nemen we dat ook mee? Wij gaan inventariseren wat dat betekent, hè, welke behoefte er ligt en hoe we daar ook, zeker bij nieuwbouw van scholen, bijvoorbeeld de bouw van een gymzaal integraal mee kunnen nemen om te zorgen dat er voldoende capaciteit is. En wat daarnaast ook belangrijk is, is dat het beweegaanbod dat er genoeg variatie is voor kinderen dat leren om verschillende sporten uit te proberen en hun motorische vaardigheden daarmee ook worden vergroot. Dus dit is bijvoorbeeld een afbeelding hoe een innovatieve vernieuwer gymzaal eruit zou kunnen komen te zien. Nou, ik ben natuurlijk ook gehad over duurzaamheid hè? Want vanuit het klimaatakkoord zijn er grote doelen voor de toekomst en zeker de periode waar we nu het IP voor gaan maken. Krijg je ook te maken met verscherpte duurzaamheidseisen en in het IP maken we het verschil eigenlijk tussen twee categorieën gebouwen. We hebben de categorie nieuwbouw of renovatie en we hebben ook een categorie gebouwen waar binnen het IP die geen ingreep krijgen, maar die eigenlijk wel zoveel mogelijk ook mee moeten in die verduurzaamheidslag. Nou, voor nieuwbouw en renovatie, daar hebben we met elkaar de ambitie gesteld om te gaan voor energieneutrale gebouwen en dat is eigenlijk al een stapje hoger dan waar het bouwbesluit nu vanuit gaat, want die gaat uit van bijna energieneutrale gebouwen, maar omdat we dit plan maken voor de komende 16 jaar, is de kans ook groot dat die eisen in de komende tijd ook aangescherpt gaan worden. Dus dat we daar eigenlijk nu al op voorsorteren. Nou, binnen duurzaamheid is het ook belangrijk om te voldoen aan een goed binnenklimaat, zeker bij nieuwbouw, dus we gaan daarvoor gemiddeld frisse scholen klasse B en we beoordelen ook en dat al na het IP zijn of de schoolbesturen ook financieel kunnen bijdragen aan het behalen van duurzaamheidseisen. Want er zit natuurlijk ook een terugverdieneffect aan vast en op het moment dat dat ook aangetoond kan worden, kunnen schoolbesturen daar ook in bijdragen. Dus verduurzaming is ook eigenlijk nadrukkelijk een gezamenlijke inspanning. Nou, voor bestaande gebouwen daarvan vinden we dat er een scan moet komen om aan te tonen welke duurzaamheidsmaatregelen er toegepast kunnen worden. Nou, zo'n scan wordt in eerste instantie op initiatief van het schoolbestuur uitgevoerd en de maatregelen die uit zo'n scan komen worden ook gezamenlijk opgepakt. Binnen de gemeente is er nu een voorziening verduurzaming onderwijshuisvesting, eigenlijk een subsidie die 50% van de kosten dekt en de andere 50% wordt door het schoolbestuur bekostigd. En zo pak je ook die verduurzaming van bestaande voorraad gezamenlijk op. Nou, inclusie, daar hebben we het inderdaad ook over gehad. Ook twee aspecten die daarin terugkwamen is aan de ene kant inclusief onderwijs en aan de andere kant de huisvesting voor nieuwkomers en asielzoekers. Nou, als we kijken naar inclusief onderwijs, dan vinden we het belangrijk dat kinderen met ook met een ondersteuningsbehoefte of een bepaalde zorgvraag zoveel mogelijk in de eigen wijk dus thuis naar bijna school kunnen. Maar dat vraagt natuurlijk ook iets van de hulpverlening die je daarvoor nodig hebt, maar eigenlijk is de intentie en het streven om de zorgverlening naar het kind te halen en niet zozeer het kind naar een andere plek of zelfs buiten de gemeente naar school te laten gaan. Nou, dat vraagt natuurlijk in eerste instantie veel van samenwerkende partijen. Dus binnen de LEA, de lokaal educatieve agenda, wordt dat ook op inhoudelijk vlak nog verder uitgewerkt en de gevolgen daarvan op de huisvesting nemen we dan uiteindelijk mee in het IP. Wat we al wel met elkaar hebben vastgesteld is dat we de gebouwen in ieder geval willen laten voldoen aan een keurmerk voor toegankelijkheid en dat is eigenlijk een plus op het bouwbesluit. Het bouwbesluit houdt voornamelijk rekening met de rolstoeltoegankelijkheid en zo'n keurmerk maakt je gebouw ook voor blinden en slechtzienden, dus dat is wat breder. Wordt daar gekeken naar de toegankelijkheidseisen? Nou, en de huisvesting voor nieuwkomers en asielzoekers. Dat is natuurlijk iets wat zich heel moeilijk laat voorspellen. Hè? We weten wel dat die vraag, zeker vanwege de spreidingswet, ook op ons af gaat komen, maar omdat die behoefte onvoorspelbaar is, vraagt het vooral om een flexibele huisvesting. Dus op het moment dat we daar in het IP-traject meer over weten, nemen we dat mee. Maar een direct antwoord daarvoor hebben we op dit moment nog niet. Oh ja, sorry. Wij komen bij het laatste onderwerp wat we in de visie met elkaar hebben besproken. Dat gaat eigenlijk over gebruik en uitstraling van de gebouwen. Nou ja, daar is de ambitie om aantrekkelijke onderwijshuisvesting te realiseren, omdat het ook het leer- en het werkplezier bevordert en zeker de schoolbesturen gaven ook aan dat de uitstraling, maar ook de functionaliteit van een gebouw eigenlijk moet zoveel mogelijk moet passen bij de onderwijsvisie. Hè? Want dan kan je natuurlijk ook. Je programma komt het beste tot zijn recht, dus dat betekent eigenlijk hè? De klassieke gebouwen, de gangen met de klaslokalen? Ja, dat past voor een heel groot deel niet meer bij de huidige manier van lesgeven, dus zeker bij nieuwbouw wordt er gekeken naar meer flexibele, maar ook innovatieve manieren om je gebouw ook functioneel inzetbaar te maken. Daarnaast zal er zeker in de ontwerpfase ook aandacht moeten zijn voor de uitbreidbaarheid van een gebouw. Vaak wordt daar op voorhand geen rekening mee gehouden en is het dus in een latere fase vaak heel lastig om een gebouw uit te breiden als dat nodig is. Nou, en flexibiliteit en multifunctionaliteit zijn ook wel kernprincipes om mee te nemen in de uitwerking van een gebouw en het terrein, zeker omdat er ook steeds meer verschillende partijen van een gebouw gebruik maken. Is dat eigenlijk wel een vereiste? Nou, en als laatste punt wordt ook aangegeven, ook uit de ervaringen van eerdere trajecten dat het heel belangrijk is om ook vroegtijdig de buurt en de omgeving mee te nemen. Als er plannen spelen, vaak ook omdat een school zo is ingebed in de wijk dat zo’n bouwtraject nou ook voor de nodige overlast kan zorgen, zodat het ook belangrijk is om daar de buurt over te informeren en te betrekken. Ja, dus dit was even een kort, ja toch relatief kort de speerpunten uit het visiestuk en dat is natuurlijk allemaal geschreven tekst. Wij zouden het heel leuk vinden om met raadsleden op inspiratiereis te gaan om hè, de visie die wij hier op papier hebben gezet, te laten zien hoe dat in de praktijk in een gebouw tot uiting kan komen en wij hebben ervoor gekozen om naar KC IJsselmonde te gaan in Rotterdam op 18 april in de middag en KC IJsselmonde is een recent opgeleverd gebouw, dus een nieuw pand waar eigenlijk inclusie heel goed tot zijn recht komt, hè? Het gebouw is ook bij uitstek een wijkfunctie. Er komt regulier en speciaal onderwijs, komt samen in het gebouw en daarnaast zijn er ook zaken als kinderopvang. CG Ik heb hier opgeschreven. Fysiotherapie, logopedist geïntegreerd in het pand en hè? Ze merken hier ook dat zowel buurtbewoners, vrijwilligers, ouders en kinderen daar echt samenkomen. Dus dan is het een laagdrempelige plek voor heel veel mensen om ook hulp te krijgen. En nou ja, de 18e worden wij, dus ja, wordt er meer toegelicht over de gebruikers van het pand die ons meer kunnen vertellen, ook over totstandkoming, maar ook wat er inhoudelijk gebeurt. Dus het lijkt ons heel leuk om daar met elkaar naar toe te gaan.
Ja voordat we verder gaan met het stellen van de vragen, zou ik even een kort rondje willen doen, zodat onze sprekers weten met wie ze van doen hebben. Wie er aan tafel aangeschoven is. Ik start zo met Freek Stuut, je mag je naam en je rol hier aangeschoven melden en van welke partij je bent en dan eindigen we bij de mensen die een hoop vragen hebben. Ik heb een hoop mensen zien schrijven, Freek.
Mijn eerste vraag is, jullie presenteerden net een aantal ambities waar jullie al veel mee hebben gesteggeld, zeg maar. Ik kan me voorstellen dat we ook een keer moeten komen tot bepaalde keuzes maken, omdat dit niet allemaal financieel haalbaar is. Wanneer is dat beoogd? En doen jullie dat ook in samenspraak of moeten wij dat moeilijke proces doen? Dat was even mijn eerste vraag. En wat zij doen.
Hè? Daar heb je inderdaad gelijk in, verschillende ambities. Het kost ook allemaal geld. En nou ja, wat wij straks in het IP gaan doen is dat we daar uiteindelijk ook de keuzes financieel inzichtelijk maken. Dus ja, je hebt sowieso te maken met eigenlijk een basisbedrag waar je eigenlijk niet aan ontkomt en een plus voor inclusie of een plus voor het vergroenen van je schoolplein, dat maken we dan apart inzichtelijk. En nou, hoe we een IP vaak aanpakken is dat we een voorstel neerleggen bij de Raad, maar dat het aan de Raad dus ook wel is om daar ja op te zeggen of een andere keuze te maken.
Dankjewel. Ik heb eigenlijk twee vragen, één: kun je voor mij die groeicijfers even duiden? Want je zegt voortgezet onderwijs plus 4,25. En of basis, via andersom ja. Ja.
Wat je hier ziet is dat er tot 2038, dus van nu tot 2038, in het speciaal basisonderwijs een groei wordt verwacht van 427 leerlingen en in het voortgezet onderwijs een groei van 208. Dus dat is ten opzichte van nu.
Oké, jullie hebben een analyse gemaakt van bouwprojecten binnen de gemeente, maar hebben jullie ook die twee enorme projecten aan de grens van onze gemeente, de Binckhorst in Den Haag en de SoZa aan de Laan van NOI? Daar gaan 1000 en 1000 nieuwe woningen komen. Ongetwijfeld zal dat een waterbedeffect gaan krijgen voor aanmeldingen op onze scholen. Dus het lijkt me sterk dat die ook zijn meegenomen.
Wordt gekeken naar woningbouwontwikkelingen in de eigen gemeenten. In principe ben je als gemeente natuurlijk verantwoordelijk voor onderwijshuisvesting voor de eigen inwoners. Uiteraard hebben we in de Randwijk wel wat meer leerlingen uit omringende gemeenten, vooral natuurlijk uit Den Haag. En de Binckhorst zal ook zeker wel invloed hebben op scholen in dat gebied. Maar wat we ook niet kunnen voorzien, is hoe het zit met nieuwkomers; die komen ook niet terug in prognoses. Dus het gaat puur om het woningbouwprogramma. Als de planning erin verschuift, heeft dat weer invloed op de prognoses. Als het van appartementen naar grondgebonden woningen gaat of andersom, heeft dat invloed op de prognoses. Dus die prognoses worden ook in de loop van het IP bijgesteld. Steeds om de 4 jaar kijken we of die cijfers nog kloppen, want als we nu zouden kunnen voorspellen hoe het over 16 jaar is, dan moeten we misschien ook vaker naar het casino gaan, want dan hebben we bijzondere gaven.
De praktische vraag: hebben jullie überhaupt ook overleg met bijvoorbeeld Den Haag en Pijnacker-Nootdorp en zo, om te kijken of dit soort ambities toch een beetje met elkaar overeenkomen of helemaal niet?
Op het gebied van voortgezet onderwijs is er regionaal overleg, niet zozeer tussen de gemeente, maar tussen de onderwijsinstellingen, het RPO dus dat wordt gevoerd. Voor primair onderwijs wordt dat overleg eigenlijk niet gevoerd. Wij analyseren wel, we kunnen bij DUO alle leerlinggegevens opvragen. Ze analyseren wel wat er nu gebeurt, hoeveel leerlingen er nu uit onze gemeente en omringende gemeenten gaan. En waarom hè? Gaan ze naar een bijzonder onderwijsconcept wat wij misschien niet hebben, zijn er andere redenen, dus zo kunnen we wel een beetje zien wat de trends zijn, maar we kunnen niet vooruitkijken. Ja, is even.
Daarop voortbordurend, want ik vroeg me af. De capaciteitsberekening is eigenlijk voortbouwend op jullie beide opmerkingen. Het is natuurlijk te verwachten als je met name naar de Binckhorst kijkt. Daar krijg je natuurlijk een hellend vlak. Van die piek die, laat ik zeggen, de eerste opleveringen die al aan het gebeuren zijn, leiden natuurlijk toch ook tot zoekgedrag van de mensen aldaar. Dus ik vroeg me af of het denkbaar is dat je een soort opneemt in je prognose van de gemeente zelf. Dus extra. Wie zou er
Wij, wij krijgen natuurlijk in de basis van de VNG een normvergoeding en die normvergoeding is bedoeld voor onze leerlingen, dus wij krijgen ook niet gefinancierd voor de extra capaciteit voor kinderen uit omringende gemeenten. Het komt ook wel voor in andere gemeenten dat er een postcodebeleid gevoerd wordt, dus dat kinderen uit omringende gemeenten geweerd worden. Dat doen we niet, want we willen wel daar waar mogelijk regionaal samenwerken. Maar het is echt wel aan de gemeente Den Haag om in die wijk ook op tijd hun onderwijsvoorzieningen in te richten.
Aanvullend daarop, het uitgangspunt is nu thuisnabij onderwijs, zeker voor het primair onderwijs. En dat maakt dat je wat meer een wijkgerichte benadering hebt. Daar waar het kan, want er zijn ook onderwijsvormen, neem even die van mezelf, die wat meer een regionale functie hebben. En net wat Frank zegt, voor het voortgezet onderwijs geldt dat dus niet. Daar is het veel meer een regiofunctie in. Maar de prognoses zijn ook gebaseerd op thuisnabij onderwijs, denk ik. Ja.
Het in. Daar hebben we het wel over gehad en dat staat in het visiestuk. Hebben we dat ook opgenomen, hè? Dat we ook streven naar veilige fietsroutes om te voorkomen, hè? Dat is inderdaad volgens mij een bekend probleem als er auto's in de straat parkeren of mensen hun kinderen op school afzetten dat die eigenlijk de straat blokkeren en het daar alleen maar onveiliger van wordt. Dus dat is ook iets wat herkend wordt en waar we het ook over hebben gehad en dat is iets wat je natuurlijk uiteindelijk dan ook meeneemt in de uitvoering van je projecten, dan neem je ook de inrichting van de openbare ruimte daarin mee hè, dus daar zullen we niet direct een oplossing voor hebben in het IP, maar wel een opgave voor. Voor beide ontwikkeling van scholen dat daar voldoende aandacht voor is. Ik zie
Ja, iets heel anders. Maar ik heb twee vragen. In de eerste plaats, bedankt voor de presentatie. Zou je nog wat meer kunnen vertellen over de manier waarop gekeken is naar hoe de schoolgebouwen ook een prettige werkplek kunnen zijn voor de leerkrachten? Ook...
Nee, nou wat we hebben gedaan eigenlijk in de inventarisatie is dat we alle schoolbesturen benaderd hebben, eigenlijk met een vragenlijst, dus eigenlijk een soort enquête gehouden om dit soort elementen op te nemen. Dus we hebben daar gevraagd ook naar de functionaliteit van het gebouw en één aspect daarvan was ook om te beoordelen hoe de werkomgeving voor het personeel is. Dus wij hebben eigenlijk per school, hebben ze daar ook een beoordeling op kunnen geven. Dus dat hebben we in de factsheets waar ik het over had. Daar brengen we dat in beeld. Oké, ja je vertelde ook al iets over de toegankelijkheid en de inclusiviteit van het onderwijs, wat daar geboden wordt. En je bedoelde daarin dingen als rolstoeltoegankelijkheid en voorzieningen voor kinderen die slechtziend zijn. Nou, enzovoort, ik vroeg me ook af, wordt er in zeg maar die context van inclusiviteit ook gedacht aan voorzieningen voor kinderen die een beperking hebben van niet fysieke aard, dus bijvoorbeeld stilteruimte voor kinderen met autisme of zware ADHD, dat soort dingen. Ja, volgens mij Frank, val bij als dat niet klopt, maar in die norm die nu wordt gehanteerd, die toegankelijkheidsnorm, daar zitten dat soort aspecten ook in, dus ook de prikkels die een gebouw af kunnen geven die een reactie kunnen uitlokken. Dat zit ook in die norm, dus om die integrale toegankelijkheid voor allerlei soorten beperkingen te waarborgen, is niet alleen fysiek. Nee, en dat klopt, afhankelijk. Ja.
Ja, aanvullend daarop, misschien ook het vraagstuk dat op ons afkomt nu vanuit het inclusief onderwijs, is dat natuurlijk een heel groot vraagstuk en zeker ook voor schoolbesturen. Best wel een hoop hoofdbrekens van hoe ga ik daaraan voldoen en zeker ook in je nieuwbouw. Wat we in veel andere gemeenten zien, hebben we hier niet meegenomen, is dat er ook bepaalde specialismen komen waardoor je dus voorzieningen op een van de scholen kan treffen.
Hij is rood. Ik had nog een vraagje. Je gaf aan dat de financiering van het extra programma niet ten koste zou gaan van onderwijshuisvesting. En dat de financiering zou komen van een VVE en kostendekkendheid. Mijn vraag was eigenlijk of de gemeente dus risico loopt op het moment dat we die meters niet vullen. Klopt dat?
Nou ja, daar zit natuurlijk wel een kern van waarheid in, maar dat is ook een constructie die nu al wordt toegepast op het moment dat er zowel onderwijs als opvang eigenlijk in een gebouw wordt gerealiseerd. En daar weet Frank wellicht ook meer over, maar dat soort afspraken worden altijd gemaakt op basis van langjarige huurovereenkomsten, dus een deel van het risico wordt ook afgedekt door langjarige afspraken te maken met de partij die huurt.
Even een vervolgvraag, want ik kan me voorstellen dat je dat bij kinderopvang bijvoorbeeld doet en dat dat tot in de lengte der jaren, zeg maar, prima gaat, maar zeker met fysio of zo of iets anders waar we het net over hadden. Ik kan me voorstellen dat kortere contracten zijn, dat je daarmee ook meer flexibiliteit hebt, dus ook soms leegstand. Ja, ja.
Ja, daar is de kans natuurlijk wel wat groter. Wat we nou in andere gemeenten, daar hebben we hier denk ik nog niet zo specifiek over gehad. Maar uiteindelijk is de visie die je natuurlijk hebt op dat wat je aanbiedt in zo'n gebouw natuurlijk leidend en dat maakt ook dat je als partij een bepaald commitment met elkaar aangaat. Wat jij die kinderen ook aan ondersteuning wil bieden, dus ik kan me ergens voorstellen als het ene visie overtrekt dat je daar zelf ook als partijen baat bij hebt om je visie in stand te houden om daar ook een nieuwe partij voor te vinden om dat programma daar wel te behouden.
De microfoon mag naar Diederik Visser en ik wil even inventariseren of er nog andere vragen zijn, want we hebben nog een paar minuutjes. Aansluitend en als laatste dan naar de lever van weers.
Ja eentje voor de bestuurder: heeft u vanuit uw bestuurdersstoel gesproken of heeft u eerst even bij docenten en directeuren informatie opgehaald om dat te delen met IC met ICS? Dat is het. Zelf ben ik ook directeur, dus dat is het voordeel van een klein bestuur hè, dan zit je heel dicht op de werkvloer en ik heb het gevoel dat hoe wij met elkaar hebben gezeten, dat het werkelijk vanuit kinderen gedacht is. En daar horen docenten bij omdat ze voor ik in de zorg. Maar het is vooral vanuit het kind gedacht. En een tweede is van de UU geeft aan dat u wijkfuncties wil integreren in het huisplan. Heeft u ook met de wijkverenigingen gesproken of iets dergelijks of komt dat pas op een later moment? Ja, dat komt pas.
Op een later moment. Dat is eigenlijk pas in de fase na het IP. Zeg maar hoe de gemeente dit oppakt, hè? Er wordt een plan gemaakt en uiteindelijk als een locatie dan wordt herontwikkeld, dus als daar nieuwbouw voor op de planning staat, dan wordt er een, moet ik even het goede woord zeggen, een huisvestingsonderzoek gedaan. Dat is hem en dat ja, dat kan je ook zien als een business case, dus dan wordt er echt verkend van welk programma is hier behoefte aan, welke partijen gaan participeren en wordt dat verder ingevuld, eigenlijk wat meer concreet gemaakt. Dus dat is echt iets wat na het IP aan bod gaat komen.
Het klonk een beetje alsof overdag onderwijs gegeven mag worden. En 's avonds mag er gebruik gemaakt worden van andere voorzieningen. Maar ik zou me kunnen voorstellen dat er ook overdag gebruik gemaakt zou willen worden. Daar
En dan heb ik nog een vraag. Praktische vraagje: sportaccommodaties. Klonk het voor mij als al dan niet een gymzaal bij de school zelf? Maar ik neem aan dat er ook bedoeld wordt van: je kunt ook naar Forum Sport lopen, hè? Om om een voorbeeld te noemen en op die manier sportaccommodaties delen toch?
Toch? Ja, we worden natuurlijk in de eerste plaats gekeken naar de sportaccommodaties die er zijn. Ook in de omgeving van scholen. Dus het is echt niet altijd inpandig, want zeker niet iedere school heeft een eigen gymzaal, dus er wordt in de eerste plaats gekeken naar het netwerk rondom de school. Wat is er in de nabijheid waar gebruik van gemaakt kan worden? Maar ook daar zien we dat de druk hoog is, dus dat het daardoor kan zijn dat het in sommige gevallen ook nodig is om daar capaciteit aan toe te voegen en dan dus ook inpandig bijvoorbeeld te realiseren.
In België op school gezeten en ik kom vanaf twee jaar tot 18 jaar letterlijk op hetzelfde terrein. Waarom is dat in Nederland helemaal niet zo? Heb ik het idee hè? Waar ligt dat grote verschil dan in? Hoe weet...
Wij hebben dit stelsel op deze manier ingericht. Dat is natuurlijk ook een vraagstuk dat ook nu naar voren komt. Dat hebben we ook besproken. Ook bij de ambities van dit plan. Waar bouwen we voor, is het stelsel over 40 jaar nog steeds hetzelfde, of over 16 jaar nog steeds hetzelfde als je het binnen het P blijft houden? En dan zie je dat er dus verschillende initiatieven zijn om te kijken waar daar de ruimte zit om het misschien wat meer kindvriendelijk te maken, bij wijze van spreken, en dat kan zijn, dat doen we dus al in de kindcentra, denk dan even aan de nul tot 4 betrekken bij het onderwijs. En nu worden de eerste proeven, pilots, bedacht over het stukje POVO. En uiteindelijk, ja, misschien leidt dat wel tot iets wat breder gedeeld gaat worden. Op dit moment is het stelsel nog niet zo ingericht, maar laten we vooral ook even kijken naar wat mogelijk is.
Diederik, maar ik denk een niveau hoger. Ook rijksoverheid en dergelijke dus misschien in. Precies, we gaan afsluiten met de vraag van Nathalie van Weerst.
In ieder geval dank u wel voor de presentatie. Ik ben ook heel blij dat er veel aandacht is voor inclusie en duurzaamheid, maar er staat wel, zeg maar, een duurzaamheidsscan voor panden die niet aan de beurt komen voor renovatie. Is er ook zoiets als een inclusiescan, zeg maar, voor panden? Of gaat dat, zeg maar, we pakken het aan als er een probleem voorkomt? Ja, goeie vraag. Ja, nee, een inclusieplan is er nu nog niet en daar waar je nieuwbouw of renovatie hebt, dan neem je dat natuurlijk integraal ook mee in wat je gaat doen. In bestaande gebouwen is dat natuurlijk maar de vraag ook wat je kunt. Ja, en daar is denk ik nu nog in wat mindere mate ook aandacht en mogelijkheden voor. Ik weet niet hoe dat gemeentebreed is. Daar liggen natuurlijk ook wel eisen om aan te voldoen, hè? Ook als het gaat om toegankelijkheid bij bestaande bouw, dus dat is denk ik het minimale. Echt grootschalige ingrepen zullen niet per se.
Misschien even vanuit de praktijk. Op dit moment hebben we te maken met passend onderwijs, nog niet eens zozeer met inclusief onderwijs, en voor veel gebouwen is passend onderwijs al haast niet mogelijk, omdat we daar de ambulante hulp bijvoorbeeld, die aan kinderen gegeven moet worden, niet kunnen geven, omdat er gewoon geen ruimte voor is. En als we nu de stap naar inclusief willen gaan maken, dan zullen we dus vooruit moeten kijken en dus een nog grotere ruimtebehoefte gaan krijgen.
Ik denk dat we het hierbij moeten laten voor vanavond. Ontzettend bedankt voor de presentatie en jullie voor het stellen van alle verhelderende vragen. Deze sessie was puur informatief. Het stuk gaat nog naar de Raad komen, dus de meesten van ons hebben aansluitend fractievergadering. Neem het desnoods mee naar je fractievergadering. De presentatie die wordt aan dit agendapunt van vanavond in iBabs gehangen. Heel goed, dankjewel voor het stellen van deze vraag. Dat stond ook nog op een lijstje. Een ieder een prettige vergadering verder gewenst en deel thuis.