Het transcript dat je hieronder aantreft is gegenereerd met behulp van computertechnologie.
Hierdoor kunnen de namen van personen en partijen soms foutief zijn weergegeven.
Indien je een fout opmerkt kun je deze gemakkelijk verbeteren door op het bewerk-symbool (het potloodje) te klikken.
Allemaal goede avond en welkom bij de beeldvorming. Presentatie groene ambities vereisen een groene norm. Welkom aan alle inwoners, raadscommissieleden en aan de wethouder in het bijzonder. Natuurlijk aan de sprekers van vanavond, de heren Hendriks en Wennekers. Ik zal even een korte inhoudelijke toelichting geven. Tijdens deze beeldvorming geven Stichting Duurzaam Leidschendam, dat is dan Forward, en de Algemene Vereniging voor Natuurbescherming AVN, een pleidooi om behoud van groen, natuur en biodiversiteit op te nemen in de omgevingsvisie. De omgevingsvisie zelf is een document waarin de gemeente beschrijft hoe zij de inwoners in de toekomst willen laten wonen, werken en ontspannen. Tijdens deze bijeenkomst licht de organisatie toe wat ze graag zien opgenomen worden in de omgevingsvisie. We noemen het groen als een integraal onderdeel van de omgevingsvisie. Neem in de omgevingsvisie richtlijnen op voor de hoeveelheid en natuurkwaliteit van het groen. En maak bij nieuwe ruimtelijke plannen een integrale afweging waarbij getoetst wordt aan normen voor bodem, water, groen, natuur en luchtkwaliteit in samenhang. De heren zullen eerst de presentatie geven, mocht u vragen hebben, doe dat dan na de presentatie. Laat de heren eerst even hun verhaal doen en daarna kunnen jullie met vragen komen. Er is in principe ruimte en tijd zat voor, dus dan geef ik nu het woord aan de heer Wennekers.
Dankjewel, goedenavond allemaal. Ja, ik ben Sander Wennekers, maar ik denk dat de meeste mensen hier dat inmiddels wel weten en ik sta hier vanavond namens de AVN en Wim Hendriks, dadelijk namens Stichting Duurzaam. Maar goed, dat is de taakverdeling vanavond. Ik dank u allen voor de gelegenheid om hier het belang van groene natuur, die zelf geen stem heeft, te vertolken. En Wim Hendriks zal halverwege het stokje overnemen. En ik sta hier dus, zoals ik net al zei, namens Stichting Duurzaam Leidschendam-Voorburg en de AVN. Tot dusverre spraken wij als natuurorganisaties vaak aan de achterkant. Daarmee bedoel ik dat als de ambtelijke kaarten en soms zelfs de politieke kaarten al geschud waren, er meestal niet veel meer in ontwikkelingsplannen veranderd kon worden. En dan sneuvelt het toch weer groen, of er wordt een kans gemist om te vergroenen of nieuw groen te creëren. De omgevingsvisie, die nu in de maak is, is volgens ons een uitgelezen kans om het groen juist ook aan de voorkant veilig te gaan stellen. En dat is de reden dat we hier staan. Wat is eigenlijk het probleem? Ja. Oké, ja, kort samengevat gaat het volgens ons om het spanningsveld tussen twee sterke krachten. Ten eerste de groene ambities van deze gemeente, want het gemeentebestuur van Leidschendam-Voorburg heeft ongetwijfeld en boven elke twijfel verheven groene ambities. Het mantra is hier sinds jaar en dag de groene woongemeente. Dat wordt telkenmale herhaald en dat is ook terecht. Wij onderschrijven het ook, maar we willen onszelf er ook graag aan houden. Tegelijkertijd, de tweede kracht, zijn er de diverse ruimteclaims van woningbouw, bedrijfsleven, maatschappelijke voorzieningen, verkeer, sport en dergelijke. Die zijn zo dringend en dwingend, vaak ook gesteund door toekomstige opbrengsten voor de gemeente, dat groene natuur volgens ons alleen overeind kan blijven in dat krachtenveld als het wettelijke en ook politieke bescherming krijgt. Dat heeft volgens ons de praktijk bewezen. Dus onze conclusie is: groene ambities, zoals in de titel, vereisen een groene norm. Of normen, maar daar zal Wim dadelijk nader op ingaan. En wij stellen voor dat die een plaats krijgen in de omgevingsvisie, want in de notities die wij over die omgevingsvisie al hebben gezien, staan wel mooie groene teksten, maar nergens normen, niks is vast. Zo groen mogelijk wordt het dan vaak. Nou, eerst een overzicht waar we het over gaan hebben in onze presentatie. Nou, allereerst de vraag: waarom zijn groen en natuur erg belangrijk? Vroeger beschouwden we groen misschien toch meer als decor, niet onbelangrijk en aangenaam, maar groen en natuur worden gewoon steeds belangrijker. Dat zullen we dadelijk uitwerken voor allerlei andere dingen dan alleen maar decor. Tweede vraag die we aansnijden is: hoe groen zijn wij eigenlijk, hè? We vinden ons een groene woongemeente, nou in hoeverre klopt dat en waar klopt dat misschien minder en welk beleid zetten we erop? Dus wat houdt dat groenbeleid in, welke beleidsnota's zijn er nou? De conclusie zal zijn: dat is zeker allemaal niet niks, maar toch. En dan komt dus de vraag: waarom een groene norm in de omgevingsvisie? Nou, dat is best een ingewikkeld onderwerp en dat zijn in, zeg maar, de wetenschap, de ecologische wetenschap, de laatste jaren best wel op gestudeerd. Er zijn een aantal normen ontwikkeld, die zijn onlangs ook vergeleken. Dat gaat Wim Hendriks allemaal uitleggen, ja. En daar kun je dan uiteindelijk volgens ons wel iets uit destilleren wat je zou kunnen gebruiken. En dan tot slot de vraag: ja, hoe nu verder? Kijk, wij hebben wel een droom, hè? Groene droom, we have a dream. Maar ja, wij hebben ook de wijsheid niet in pacht, dus ons voorstel zal toch zijn om in gesprek te gaan met de gemeente, met raadsleden, met ambtenaren, met politie om te kijken of we daar samen kunnen uitkomen. Nou, dan die eerste hoofdvraag: waarom zijn groen en natuur belangrijk? En wat ik voorop gezet heb, dat is biodiversiteit, dus niet decor, maar biodiversiteit om twee redenen. Ten eerste is biodiversiteit de variëteit aan flora en fauna, heel kort samengevat. En ja, ik wil er toch voor pleiten dat ze dat ook gaan zien als een waarde in zichzelf, hè? Ik bedoel, wij mensen hebben ons die hele wereld eigenlijk toegeëigend. Maar ja, er leeft van alles wat ook bepaalde rechten zou moeten hebben, dus in als waarde in zichzelf, maar ook voor ons mensen is het verschrikkelijk belangrijk. Zonder biodiversiteit geen bestuiving, zonder bestuiving zullen de landbouwopbrengsten gigantisch in elkaar kunnen storten. Wereldwijd, ja. Maar daarnaast is groen natuurlijk hartstikke belangrijk en het staat ook allemaal prachtig uitgewerkt in het groen actieplan in het eerste hoofdstuk met alle wetenschappelijke rapporten die daarvoor beschikbaar zijn geciteerd. Dus ik loop het snel door. Het is goed voor onze gezondheid. Met groene natuur kun je hittestress mitigeren, niet voorkomen, maar beter opvangen. Dat geldt ook voor schone bodem, wat samenhangt met natuur, schone lucht. We weten allemaal wat bomen betekenen voor de luchtkwaliteit. Daarmee pak je dus ook klimaatadaptatie, wateropvang en schaduw, hangt allemaal samen met al dat groen. En dat toch ook ons welbevinden. Ik moet eerlijk zeggen dat als ik in een groene omgeving loop, ik vrolijker word. Ik hoop eigenlijk dat dat voor veel mensen geldt. Volgens onderzoek is dat ook zo. Ja, maar ja, het is ook goed voor de waarde van huizen hoor en woonkwaliteit, minder vandalisme is allemaal wel uit onderzoek gebleken, dus dat is voor een heleboel dingen goed en dus ook voor recreatie. Wat is er leuker dan te wandelen of te fietsen door het groen en het is toch verschrikkelijk dat kinderen niet meer, of in ieder geval veel minder dan in mijn jeugd, buiten spelen en in het groen kunnen spelen, dus daar wil ik ook eigenlijk wel een pleidooi voor opzetten. En dan komt bij de volgende sheet: hoe groen zijn we eigenlijk? Nou, dan begin ik, want dat is toch de basis, met de hoofdgroenstructuur. Dit plaatje is genomen uit het groenstructuurplan uit 2009. Maar ja, structuren veranderen niet snel, dus dat is 15 jaar later nog steeds in grote lijnen geldig en die structuur komt niet uit de lucht vallen, want die volgt de ruimtelijke en geologische ontwikkeling van de plek waar wij wonen, is echt van de laatste 2000 jaar, hè? Daarvan erfden wij de Vliet onderin de blauwe lijn, de strandwallen, de strandvlakte ertussen, de oude heerweg of voorweg nu getooid met allerlei namen, Westeinde tot Straatweg en de eveneens zeer oude Achterweg. Ook met vele namen vanaf de Broeksloot in Voorburg tot de Leidseweg in Schakenbos. Dat is eigenlijk een hele oude landweg, allemaal parallel lopend, allemaal evenwijdig aan de kust. Dat is de hoofdstructuur. Ik loop ze even langs van onder naar boven, heb je dus langs de Vliet. Ja, zal niemand verbazen. Dat heet de Vlietzone en dat heeft grote tuinen particulier. Dat heeft ook resten van landgoederen. Het heeft ook deels groene wandelpaden, openbaar groen langs de Vliet. Daarboven heb je dan smallere lijnen, de voorweglopen vaak uitgevoerd als een fraaie bomenlaan middenin de centrale groenzone. Dan hebben we elkaar wel eens eerder over gesproken. Die is hier erg breed weergegeven, maar ik moet er toch bij zeggen dat die soms echt flinterdun is, zeker vanaf zeg maar de MOL richting Voorschoten en in feite ernstig bedreigd en daarboven loopt dan nog een smalle zone langs de Heuvelweg. En dat is ook een weg met vier namen en daarboven dan weer breder getekend. De ook niet verbazingwekkende naam de Spoorzone, ja ook en daartussen zie je allemaal dwarsverbanden, een hele grote. Dat is links die, dat is de Loszone die loopt eigenlijk helemaal van Park Vreugd en Rust tot Huis ten Bosch. Dat heeft nog te maken met een oude erfdienstbaarheid dat ze in Huis ten Bosch vrij uitzicht moesten hebben. Tot ja, tot de einder, zeg maar ja, maar goed, daar danken wij dan toch die Loszone aan en verder ziet u ook allerlei kleine dwarsverbindingen. Dat is allemaal hartstikke belangrijk voor de biodiversiteit, want zonder verbindingen geen biodiversiteit. Je kan wel een heleboel plekjes groen hebben, maar als ze maar klein zijn, dan stort je biodiversiteit in. Juist die verbindingen zijn essentieel. Ga ik naar de volgende dia. Nou, wat zijn dan de sterke punten? Nou, ik wil toch heel graag wijzen op de tientallen prachtige bomenlanen in onze gemeente. Ik denk bijvoorbeeld aan diverse straatweg staan meer dan 150 platanen. Als je daar zomaar doorheen loopt, loop je gewoon door een tunnel of aan de Voorburgseweg veel later geplante amberbomen moet je daar eens in de herfst langs fietsen, dus gewoon dat de kleuren schreeuwen je tegemoet en dat gaat helemaal zo door tot hun Voorburg Westerlo kade overal prachtige bomenlanen trouwens staat er niet bij, maar voor wie het niet weet lijkt zijn vorm is een soort arboretum. Eigenlijk hoor, we hebben weer een groenbeheerder, René Priem, die heeft toch wel eens ambitie om 1000 verschillende boomsoorten te hebben en volgens mij is die al heel erg in de buurt. 950 die zijn wel gepasseerd. Ja daarnaast hebben we natuurlijk de parken, de landgoederen, het buitengebied. Naar mijn smaak iets te weinig bos, maar ja, dat kan je natuurlijk verwachten in een poldergebied, maar toch prachtig Duivenvoorde, de Vlietlanden, Leidschendammerhout, noem ze maar op in totaal 87.000 bomen. Dat is 1,1 per inwoner. Dat ja om dat een beetje te duiden, dat is redelijk gemiddeld. Ja, het is in Rijswijk niet veel anders. Het is het landelijk gemiddelde. Ja, we zijn geen topper, we zijn ook zeker niet slecht en in sommige opzichten zijn we waarschijnlijk wel een topper, bijvoorbeeld met dat arboretum en ja en met bepaalde landgoederen ja, maar daar kom ik daar nog op terug, want er zijn ook zwakke punten. Nou ten eerste dat we toch in de groene zones bouwen. Die centrale groenzone wordt langzaam volgebouwd. Ja, ik word niet moe te herhalen. Ja, en dus ook toch maar weer even het bouwplan voor Huisvader aan? Ja. Daarnaast hebben we toch een te geringe kroonbedekking. Je kan als je bij je zal het moeten opvragen, misschien, maar bij het groen. Nee, bij het groen actieplan. Daar hoort ook nog een bijlage is gebaseerd op luchtfoto's van Cobra en daar zit van alles in hittestress kaarten, maar ook kroonbedekking. En ze hebben dus vastgesteld dat er is een ja wat toch wel wordt gehanteerd als een norm voor kroonbedekking dat maar 78 dat maar 22% van onze wijken of buurten of onze woningen hoe je het formuleert. Dat haalt dus 78% heeft toch nog onvoldoende kroonbedekking? We hebben wel veel bomen, maar je moet natuurlijk ook laten uitgroeien om kroonbedekking te krijgen. En ja, er is een. Er is ook een kaart voor gemaakt. Er zijn best wel plekken met hittestress. En, ja u kan dat allemaal opzoeken in die bijlage. Het is hier misschien niet te zien, maar er zijn 15 locaties echt wel met forse hittestress. En daarvan hebben we er even eentje gepakt, dus die is met pijl aangegeven waar die staat. En dat is dan het Koningin. Ja, dat is eigenlijk niet de Julianaplein, maar de laan. Meteen als je de hoek omgaat daar ja naast, waar vroeger de ABN AMRO zat, ja, dat kan natuurlijk veel groener, maar zo zijn er natuurlijk tal van dat soort plekken aan te wijzen. Stationsplein, Kennedyplein, Damlaan, Damplein, Badhuisstraat, bij de Kwikfit, Horridus, Paradijsstraat, ja, Prins Frederiklaan, dat zijn allemaal ja, heel en als als. Het is heel simpel als er hittestress is, is het stenig. Staan er geen bomen en is het stenig? Ja, nou, je kunt het gemeentelijk groen op allerlei manieren onderscheiden, maar ook naar status. Misschien status van bescherming en. Ja de hoogste beschermingsgraad in Nederland is natuurlijk Natura 2000 nou, daar hebben wij niet veel van en natuurnetwerk Nederland. Dat hebben we in ieder geval is de Leidse nog maar hout is en en en dat is wettelijk beschermd. Maar daarnaast hebben wij dus wel de gemeentelijke hoofdgroenstructuur. Dat was eigenlijk dat plaatje waar ik er straks mee begonnen ben. En daarvan zeggen we altijd, die moeten we die staat onder druk en die moeten we versterken, behouden en versterken. En dan zie je toch wat er elke keer weer gebeurt? Dus onze conclusie is dat die toch te zwak is geborgd. En daar gaan we dus een pleidooi voor voeren, nou, verder is ruud over open het overig openbaar groen. Nou, daar is in wezen geen enkele borging voor, behalve de kapvergunning. En die is voor gemeente bomen streng 50 cm omtrek daarboven moet, je moet de gemeente zichzelf moet zelf een kapvergunning verwerven voor particuliere groen, wat misschien wel de helft van ons groen is. Is ook de enige bescherming. De kapvergunning. Daar is de norm, veel ruimer 90 cm en dat is eigenlijk de enige borging. En ja, ik moet ja, ik ben een paar jaar geleden met dit werk begonnen. Het begin, dan ging ik ze een beetje op. Elke aanvraag kapvergunning af, maar dat is ook geen begin aan, maar ja, dus ik moet erop vertrouwen, maar in ieder geval. Er worden nog best veel particuliere bomen gekapt, waarvan ik dan denk was dat nou echt nodig? Ja, had dat nou gemoeten? Ja. Ja. Dan zou ik iets zeggen over het beleid. Ja, nou, ik heb het al genoemd. We hebben dat groenstructuurplan 2009 met een uitvoeringsprogramma 2012 ik kan dat nog steeds zeer in lezing aanbevelen, want het is echt een prachtig stuk werk. Het heeft misschien niet toevallig dezelfde ambtelijke auteur als het groene actieplan, wat onlangs verschenen is, maar daar zit echt heel veel achter en er kan heel veel van leren over je gemeente. We hebben ook bomen nota's 2017 deel een beleid, deel twee beheer ook zeer lezenswaardig ja. Heb ik ook wel gespeld dat ook alle boomsoorten in en ja daaraan. Ja, we zijn nu in afwachting van een nieuwe versie. Ja, volgens mij is het meesterwerk gedaan. We hopen ook dat er een nieuwe misschien nog wat strengere bomenverordening in zal staan. Dan is er de bouwsteen groene woongemeente uit 2021. Ik moet eerlijk zeggen dat die mij ons toen wel teleurgesteld heeft, want dat gaat toch echt meer over woningbouw in over groen? Ja en dan is er natuurlijk het groen actieplan wat helemaal over groen gaat. Ja, maar waar ik het al over heb gehad. Er is in deze gemeente geen groen beleidsplan lange termijn. Ik weet niet waarom, misschien was dat het idee van het groenstructuurplan, misschien kunnen we daar ook nog eens over hebben, maar nou ja. De vraag is dus ook met het ontbreken van een groenbeleidsplan en het ontbreken van normen. Hoe effectief borgt dit beleid onze groene woongemeente en daarvoor geef ik graag het stokje over aan Wim Hendriks, ja. Oh ja.
Even oké, fotomoment. Dank u, voorzitter. Ja, hoe effectief borgt dit beleid onze groenere gemeente? Nou ja, mijn naam is Wim Hendriks. Ik ben hier aangekondigd van Stichting Duurzaam. En jullie hebben mij al meerdere keren hier zien staan en jullie zouden misschien wel kunnen raden wat mijn antwoord is op deze vraag. En ik wil helemaal niet negatief doen. Ik zou ook graag die "I have a dream" toespraak willen houden. I have a dream dat onze gemeente zo groen blijft als hij is en qua biodiversiteit nog versterkt wordt, dat nieuwe bouwprojecten net zo groen worden als wat er al is, met dezelfde hoeveelheid groen en bomen en met nog weer die goede diversiteit. Dat is de droom, dat is de visie die ik graag zou willen zien in de omgevingsvisie. Maar voordat ik de vraag beantwoord, nou ja, eigenlijk brand ik de vraag van nee, het beleid zoals het nu is, heeft niet geborgd dat onze groenstructuren en onze biodiversiteit worden afgebroken. In nieuwe plannen en ontwikkelingen zien we vaak toch heel veel aandacht voor rood: woningbouw, bedrijven, infrastructuur. Steeds zien we toch dat groen wordt geofferd. En de vraag is nu, hoe kunnen we dit voorkomen? Hoe kunnen we voorkomen dat ik hier niet? Dat is die andere droom, dat ik hier voortaan na bij een vergunningaanvraag of een bestemmingsplan aanvraag sta om te vertellen hoe prachtig het is geworden. Dat is mijn droom en dat kunnen we denk ik bereiken in die omgevingsvisie. Dat is de kans. En dat is denk ik, dan denk ik dus vooral aan het borgen van het groen voor nieuwbouwprojecten, voor nieuwe ontwikkelingen. Maar ik denk natuurlijk dan ook aan de bestaande buurten, de zwakke punten, de hittestresspunten of waar de boomkroonbedekking niet gehaald wordt, dat we daar een beleid voor ontwikkelen en dat we die één voor één aanpakken. Dus nogmaals, we pleiten voor die waarborgen over het beschermen en versterken van het bestaande groen. Het meer ecologisch maken en de ecologische verbindingen stimuleren. En ook, nou ja, nogmaals het aanpakken van de zwakke plekken. En hoe gaan we dat dan doen in die omgevingsvisie? Dat is dan de volgende vraag. Nog even de voorbeelden om te onderbouwen. Ja, ze zijn allemaal voorbijgekomen, maar hier nog even de Van Ruysdaellaan midden in de groenzone. Ik denk ook aan bijvoorbeeld de ideale locatie midden in de groenzone Schakenbos de groenzone. En zo zijn er nog meer gebouwen aan te wijzen die daar zijn neergezet, ondanks dat er zo'n hoofdstructuurplan was. Hoe kan dat? Er stond toch in versterken bewaren? Het was niet genoeg. De Ruysdaellaan, u ziet daar dat de oude bouwkader. Dat is een relatief klein gebouw. De rest eromheen is echt biodivers groen, zo erkend door de provincie. Het hele terrein wordt tot de rand volgebouwd met de verdiepte parkeergarage. Alle natuur in de bodem op de bodem daarboven verdwijnt voor dit nieuwe gebouw in de centrale groenzone. Dus hadden we dat van tevoren misschien toch die ontwikkelaar niet wat andere regels kunnen meegeven. Onlangs besproken in de Raad over Overgoo. Op zich is het een nieuwe gebiedsontwikkeling, dus daar gaat het misschien niet zozeer over bewaren wat daar is, maar meer van. Zijn er van tevoren regels hoe zo'n gebied eruit moet zien? Ik was op een informatiebijeenkomst van Overgoo, sprak daar met degene die de stadsontwikkeling doet, vroeg hem van, wat hebben jullie voor norm bij voorbaat meegegeven aan de mensen die deze bouwplannen tekenen? Nul, geen eisen over het aantal bomen, over de hoeveelheid groen per woning, niets. En dat denk ik van, dat had toch anders gekund. Ik zie bij Diaconessenhuis bijvoorbeeld wel een echte en daar is de man van Schuim heet die club. Die hebben daar van tevoren een groot inspraakproces gedaan. Daar zie ik al meer van tevoren van. Wat willen we met dit gebied? Stadsontwikkeling met parken erbij, nadenken over hoe moet dit gebied als geheel eruit zien? Toch is er daar. Toch gaat de overgoot niet bij. In tegenstelling tot bij KP bijvoorbeeld gaat het hier niet alleen om het nieuw vormgeven van de gebied. Er zijn bij nadere beschouwing in die rode vierkantjes zijn er toch, al is het toch al redelijk wat natuur in dat gebied. Onder andere middengebied van een hectare. Ik heb daar toen voor gepleit, maar aan de achterkant natuurlijk, toen alles al getekend was. Of toen het kader al helemaal op papier stond, dat park dat had Central Park kunnen zijn van die ontwikkeling en het zou het nog steeds kunnen zijn. Ik bedoel, het proces is nog niet gelopen en daar aan de tegen de snelweg aan wordt ook nog een flink stuk afgesnoept van het bestaande groen. Waarom wordt dat niet gewoon integraal opgenomen in die nieuwe wijk? Nou ja, graag hadden we dat van tevoren besproken en verankerd gezien. Oké, heel concreet. Heel praktisch nu van hoe. Hoe ga je dat dan verankeren in de omgevingsvisie? Een voorstel wat al werd geopperd in het groene actieplan was de 3-30-300 regel. Andere richtlijnen zijn de 4 richtlijnen van mijn liefste en natuur in de stad. Waar heb ik die vandaan? Er is een studie gedaan door Sweco in opdracht van onder andere Staatsbosbeheer, Natuur en Milieu en Vogelbescherming. Nog een paar organisaties om te kijken van in het woud goede metaforen denk ik in dit in deze samen in het woud van groennormen, welke zijn hebben impact gaan bereiken, wat wij willen die biodiverse omgeving en welke zijn bruikbaar zijn auto voelbaar en deze 3 kwamen uit. Even inzoomend wat. Wat betekende die normen? 3 bomen te zien vanuit elke woning, 30% boomkroonbedekking hè? Dat je 30% dus over tuinen en openbaar gebied samen. Dus als je een foto maakt dan zie je 30% groene bomen kronen. En dan binnen 300 m een park dat Central Park van Overgoo had daar mooi ingepast die 3 bomen. Dat wordt wel moeilijk als we de manier waarop we nu aan het bouwen zijn. En die 30% boomkroonbedekking die past ook niet meer tussen de gebouwen die we daar nu hebben. Dit is een vrij ambitieuze norm. Dat halen we inderdaad op het moment nog maar in 22% van de gemeente, dus wij beseffen ook wel dat misschien per ontwikkeling er dit een streefnorm is of in het totaal van de gemeente. Maar per ontwikkeling moet je misschien naar de norm, zoals door mijn liefste is geopend. De een 20-300 regel één boom per woning te zien, 20% boomkroonbedekking en 300 m en park. Daarnaast wordt er dan ook een norm gesteld voor de hoeveelheid groen per inwoner die 50 m². Zodat iedere, zodat er gewoon voldoende ruimte is voor elke bewoner en ook ja voldoende ruimte voor de natuur en dat dat drukt zich dat dat betekent dan in de praktijk dat je 55% van de hele oppervlakte in ieder geval bestemming groen moet hebben en dan liefst ook nog groen een. Maar dat is dan nog een andere discussie die we nog eens moeten hebben wat groen een het oude groen een wat we nu afgeschaft hebben, hoogwaardig groen en. Naam Groen ja. Wat mijn liefste toevoegt aan dit, want het ander gaat allemaal over kwaliteit en sorry over kwantiteit over hoeveel groen en hoeveel bomen en hoeveel bomen kroonbedekking. Maar je wil je daar natuurlijk een biodivers iets van maken, dan moet je ook iets gaan zeggen over hoe het dan ingericht moet zijn. En dan krijgen die verhoudingen tussen struiken, bomen en gras die hier dan genoemd wordt en dat faciliteert dan die biodiversiteit en dat dat dat verbetert natuurlijk ook de beleving. Een andere benadering die ook in het groene actieplan wordt geopperd, is de de doelsoorten benadering. En dan kom je echt van de andere kant, je kijkt van, ik wil dat deze beestjes vogels zoogdieren hier floreren en als die floreren dan floreert de rest ook insecten en en en wat heb ik daar dan voor bomen struiken en gras nodig dus die twee kunnen met elkaar kunnen hand in hand gaan. De eerste is meer zo van, nou, dat is een eerste grove benadering en dan moet de stadsecoloog die we gelukkig net aangesteld hebben, is kijken hoe dat dan uitwerkt. Onze doelsoorten. Natuur in de stad is meer meer kwalitatief, geeft nog eens benadrukt nog weer eens even die ecologische verbindingen. Kijk even hoe verbind deze zone dit vlekje zich met de rest? Nou, zoals we weten uit onze ecoducten? Ja dus je moet verbinden, anders dan dan breiden die populatie zich niet uit. Nogmaals die stadsnatuur, dat is de als je kijkt. De biodiversiteit in Nederland telt, dan is die stadsbestuur stadsnatuur binnen die bepaalde kom is net zo belangrijk voor onze biodiversiteit als het buitengebied. Ik wil het buitengebied natuurlijk niet afschrijven, maar besef wel als je die stadsnatuur opgeeft, dan geef je de helft van onze biodiversiteit op. Nogmaals we pleiten heel sterk, dus die 50-75 m groen per woning. Die zouden we er toch graag inhouden? Of die 55% groen? Dus ons voorstel. Kijk naar het groene actieplan naar die 3-30-300. Regel wordt hier ook in veel andere gemeenten gebruikt. En ja de. Geeft aan minimum aan van een 20-300 en zet een norm voor de hoeveelheid vierkante meter. Groen per woning en natuurlijk kwaliteitsnormen. Het moet uiteindelijk een biodivers. Goed beleefbaar geheel worden. Boomkroonbedekking nou ja, het werd al genoemd 22% van de gemeente. Er zijn kaarten over verschilt erg per buurt, dus ze kunnen per buurt per groenbeheerplan daar op inzetten, maar dit is de huidige situatie. Elk nieuwbouwplan wat wij nu maken? Breken we dat af, laten we dat niet doen. Laten we zeggen dat dat we het wat we nu hebben, is behoudens zwaard en. Ja het uit te breiden of uit te kwalitatief en kwantitatief. Dit is gelaagd groen. Ik denk dat hier heel veel vogeltjes vissen insecten zich thuis voelen. Dit is vanuit de zeg maar die norm van mijn liefste van de verhoudingen. Rechts te doelsoorten zoals die door de gemeente zijn gepropageerd die dit kunnen vormgeven. Ja vanuit. Daar wil ik nu weer laten. En nee, nee, de Wennekes. Die kan nog even zeggen wat ik allemaal verkeerd heb gezegd of vergeten ben en dan.
Ook wel de kort zijn, want je hebt helemaal niets verkeerd gezegd. Ik denk dat we de waarde van tijd benut hebben, dus ik zal het heel snel afronden nu. Dan hadden wij nog wat overige suggesties, maar we hebben de lezing ook rondgestuurd, dus u kunt die allemaal nalezen. Naast die norm zijn er dus nog wat gedetailleerdere dingen waar je op zou kunnen inzoomen. Ik wil eigenlijk alleen maar even iets zeggen over dat laatste balletje. De meer sturing vanuit de gemeente op vergroenen van particuliere tuinen. Wij laten eigenlijk het particuliere groen gewoon zijn gang gaan, maar het is de helft hè? Ik zie zoveel mensen hun tuin betegelen. Ik bedoel, we hebben wel een tegeltaxi, maar ja, ik kijk om me heen en ik zie dingen dat ik denk, dat kan toch niet? Ja dus. Ja, ik wilde een verordening voor zoveel procent omvaart. Ja, of een rioolheffing? Ja, als u meent dat uw tuin betegeld moet zijn. U zadelt de maatschappij op met uw water. Dat wordt dan onze wateroverlast, dan zult u ook moeten betalen. Dus of je kan het ook omdraaien. Een korting op de rioolheffing als je je tuin groen houdt. Ja, in ieder geval, ik wil heel positief eindigen. Het linker plaatje laat zien dat het smalste straatje. Dit is niet altijd zo'n vorm, maar het zou je wel kunnen zijn. Het smalste straatje wat je maar kan bedenken, maar echt geen boom kan dragen, kan ook hartstikke groen zijn en het rechter plaatje laat zien hoe ik het graag zie dat kinderen kunnen spelen. Nou, dat kan helaas in Voorburg nergens, dus deze foto is ook gemaakt in Voorschoten. Ja hoe nu verder? Nou ja, ik zei het al, we hebben de wijsheid niet in pacht, maar we gaan wel graag met jullie in gesprek. Ambtelijk politiek. Wellicht een werkgroep, ik drop het idee en we kijken of het ontvankelijk is. Mocht dat niet zo zijn, dan hebben wij als onderste optie nog het initiëren van een officieel burgerinitiatief. Voorlopig hou ik dat liever in de mouw en wil ik gewoon graag het gesprek aangaan. En nou ja, mochten er nu al vragen of suggesties zijn, dan staan we klaar. Wim ook en ook ja, er zitten nog wat collega's op de bank en die zijn niet alleen de publieke tribune, maar ook.
Ik had tijdens de presentatie van u al een vraag gezien naar het publiek. Wel even de vraag aan alle raadsleden en commissieleden om zich even voor te stellen met naam en politieke partij, zodat de mensen thuis ook weten in welke hoedanigheid u spreekt. En dan geef ik u het woord. Ja.
Ben Guus Beek van de fractie VVD. Ik heb eigenlijk twee vragen. Het ene is dat ik in uw presentatie zag over het kappen van bomen en daar heeft de Raad zich ook wel eens over opgewonden. En volgens mij is er ook een herplantplicht gekomen. Dus voor iedere gekapte boom moet een nieuwe boom geplant worden. Want dat zie ik niet terug in uw presentatie. Er is dus wel, laten we zeggen, enige aandacht voor, dus dat mis ik even in uw presentatie.
Nou, dat is op zich heel waardevol, maar ik wilde toch een paar dingen bij maken, want wat er gekapt wordt, kan ook een boom zijn van 50 jaar oud. En wat er geplant wordt is een jonge boom die 30 jaar nodig heeft om dezelfde natuurwaarde terug te brengen. Dus ik zou er dan zelf voor pleiten dat je eigenlijk meer bomen moet terugplanten, dat...
Maar ik ben het wel met u eens dat ik vind dat bomen van een zekere leeftijd, daar moeten we zorgvuldig mee zijn. Maar dat is een goed punt. En dan de andere vraag is: ja, er is een heel participatietraject geweest voor de omgevingsvisie en daar is volgens mij ook bij maatschappelijke organisaties binnen de gemeente gesprekken gevoerd. Ik neem aan dat er ook met jullie is gesproken.
Nou ja, dus wij. Wij hebben daar natuurlijk bij gezeten en er zijn dus in de omgevingsvisie ook wel teksten opgenomen over het versterken en behouden van groen. Maar helaas zijn dat dezelfde teksten die nu in het groenstructuurplan staan. Of vrijwel dezelfde teksten en die blijkbaar niet effectief waren, dus ja, er rest ons niets om de interpretatie van het versterken van groen bleek te zijn. Een heel terrein volbouwen en dan op het dak van de parkeergarage wat groen zetten. En wat compensatiegroen, maar als je van een terrein in een natuurterrein 2/3 gewoon een parkeergarage neerzet, dan is dat gewoon niet meer die kwaliteit. Dat is niet versterken. En dus het woord versterken is niet sterk genoeg, zeg maar, en het moet getalsmatig. Het moet duidelijker, dat is eigenlijk. En dat hebben we ook wel gezegd bij die en ik bedoel de en bij diverse fora bomen, nota, groen actieplan groen overal bij al die inspraakmogelijkheden hebben we dit ook van tevoren gebracht. Maar we stellen nu gewoon vast dat we nu bij de omgevingsvisie echt gewoon op moeten letten. En misschien is...
Dat is bij ons ook voortschrijdend inzicht, dat kwartje is ook echt recentelijk gevallen. Het moet gewoon in die omgeving zijn en dat moet een norm worden. Anders ja, dus dat ja, wij doorlopen dan ook een proces, hè? Ja, op een gegeven moment denk je, dit moet echt strenger, want anders blijven het woorden.
Koos van Wissen, Gemeentebelangen. Ik heb twee punten, tenminste even wat betreft de inventarisatie van het groene buitengebied. Daar mis ik een heel belangrijk poldergebied, namelijk de drooggemaakte Grote Polder in Stompwijk, een van de meest diverse polders die we hebben volgens mij, en vind ik wel erg jammer dat daar geen aandacht voor is in deze presentatie. Dus ik zou dat graag in een vervolg, als u nog een presentatie heeft, dat die meegenomen wordt in ieder geval, en zeker omdat dat een poldergebied is dat heel veel eigenaars kent, omdat dat door speculanten, zeg maar, al aangeboden is aan veel particulieren. En juist daar zou de druk wel eens groot kunnen zijn. Dus om dat gebied mee te nemen lijkt me buitengewoon.
Slecht het tweede is en dat vond ik op zich wel. Dat hoorde ik recent en heb ik ook gezien bij de inrichting van de Duivenvoorde Corridor in Voorschoten. Daar hebben ze strikte eisen gesteld aan de afscheiding van tuinen dat het alleen nog maar met struiken kan, zeg maar groen, dus ik ben niet zo enthousiast om dwingend, zeg maar de vergroening op te leggen aan bestaande tuinen. Maar als er nieuw gebouwd wordt, zeker in een gebied als bijvoorbeeld de Duivenvoorde Corridor. Daar heeft de gemeente Voorschoten wel normen gelegd voor de scheiding en dat sprak mij wel heel erg aan, moet ik zeggen. Ja.
Ja, ja, dus in feite is dat eigenlijk ook wat we bij elk nieuw project hebben geargumenteerd, dat daar de kans later is, de invloed op de particuliere tuin veel moeilijker, maar juist bij die nieuwbouw kan je de norm zetten. Zeg maar dus.
Ja. Mee eens, ja, ik zie die moet dat dus laaghangend fruit is. Dat moet je in ieder geval doen. Ja, en bestaande tuinen is veel moeilijker. Dat zal langer discussie vereisen. Maar ja, misschien uiteindelijk ook die kant op, maar dan inderdaad die nieuwbouw in ieder geval pakken, ja.
Dank je Liesbeth van der Heijden van het CDA. Ik had een aantal vragen. Dat onderzoek heb ik inderdaad ook gezien. Die komen natuurlijk met een aantal aanbevelingen op basis van al die groen normen die ze hebben vergeleken. En dan zeggen ze onder andere: Definieer nou wat we er exact onder verstaan. Groen, wat verstaan jullie onder groen en in hoeverre zien jullie dat terug in het groene actieplan? Daar ben ik ook benieuwd naar. Dus hebben we het dan over bomen of boomkronen? Hebben we het dan ook over al het particuliere groen? Tot hoe ver tellen plantjes mee? Het zegt ook: maak nou een bandbreedte, dus zeg niet zo'n strakke norm van: het moet overal zoveel procent zijn, maar zeg tussen dit en dat. Hoe kijken jullie daar naar? En ze zeggen, begin nou met die baseline, dat hebben we vrij goed in zicht als ik ook kijk naar het groene actieplan en van daaruit stel dan normen die ambitieus zijn maar nog wel haalbaar. Dus even ervan uitgaan dat jullie kennis een stuk verder gaat dan die van mij. Wat vinden jullie dan een haalbare norm voor onze gemeente, gezien de baseline die we al hebben? En als laatste vroeg ik me af, hè, als we het hebben over groen normen richting de omgevingsvisie, hebben jullie voorbeelden van andere gemeenten waar ze daar al mee zijn gaan experimenteren? Zoals in, hè, een groen norm. In de gemeente Den Haag weet ik dat ze zijn gaan werken met referentienormen voor verschillende typen voorzieningen, waaronder groen. Maar daar is de conclusie alweer dat ook referentienormen niet juridisch afdwingbaar zijn. Dus hebben jullie daar wellicht nog ideeën?
Ideeën? Nou, misschien eerst de vraag van, wat is groen nou? Ik ben daar best wel ruimhartig in. Kijk, alles wat groeit en bloeit is groen, hè? Dus wat niet groen is, maar soms wel juridisch groen wordt genoemd, dat zijn parkeerplaatsen, dat is kunstgras. Kijk, dat heeft toch de kleur groen, ja, maar alles wat groeit en bloeit is groen. Maar dat wil niet zeggen dat het allemaal even waardevol is, dus het gaat toch uiteindelijk om een groenstructuur, niet alleen qua locatie, maar ook qua opbouw. Die norm van mijn liefste had daar dus een hele goede suggestie voor, de gelaagdheid. Zoveel procent bomen, zoveel procent struiken, zoveel procent gras, vaste plantenlaag, hè? Daar zijn we gewoon. Daar is wel over nagedacht, dus dat is een. De groen is pas goed of optimaal als het zo'n structuur heeft. Ja, en verder, ja. Wat groen in volle grond is waardevoller dan groen in potten, dus ik bedoel, je kunt natuurlijk uiteindelijk een parkeergarage nog opleuken met potten of een plein, maar veel en veel beter voor de biodiversiteit en voor de, maar ook voor kroonbedekking is dus groen in volle grond. Ja, dus ik, ja, daar kun je wel invulling aan geven. Ik weet...
Ja nou ja, ik heb zelf. Je hebt natuurlijk. Het is een waardevolle aanvulling. Ik heb mijn, ik heb, ik heb sedum op mijn schuren. Ja dus het is toch leuk. Je ziet er toch altijd vogels op, dus het kan natuurlijk bomen niet vervangen, maar elk ook een beetje. Ik ben voorstander van elk beetje groen erbij hoor. Ja ook ja zeker groene daken. Ja, nee, precies niet als vervanging van groen in de volle grond, maar wel als extra groen, wel als vervanging van een stenen dak. Of een ja. En ja, ik weet dat in Den Haag nu ook wordt gepraat over de 3-30-300 norm. Het is eigenlijk een norm die ik nu en ook in Rijswijk, dat is echt de norm die begint door te breken volgens mij ja, dus ja, wij gaan daar natuurlijk ons ook verder in verdiepen. Ik weet nog geen gemeente die al trouwens de meeste gemeentes hebben omgevingsvisies nog niet eens klaar. Ik geloof het Westland wel, maar ik heb dat nog niet kunnen lezen. Ja, ik ben ook maar vrijwilliger.
Een andere vraag was, welke norm dan eigenlijk bruikbaar is? En zoals ik al aangaf, die 3-30-300 is erg ambitieus, zal zeker niet in elke ontwikkeling haalbaar zijn en dat wordt ook aangegeven in het rapport als een van de grote nadelen van die norm. Maar als streefnorm natuurlijk, als je helemaal opnieuw begint, zou je je daar wel op kunnen richten. De EN 20 heeft ook dat opgemerkt en die is daarom met de EN 20-300 regel gekomen als iets wat wel heel goed haalbaar moet zijn, zeker in onze gemeente met onze 87.000 bomen, sorry, en ook die 20% daar zouden we zeker in nieuwe ontwikkelingen minstens aan moeten kunnen voldoen. Dus dat is, denk ik, het antwoord op de vraag van welke norm moeten we dan voor gaan? Maar altijd gekoppeld aan die hele goede vraag van, is het wel echt? Is het wel hoogwaardig groen faciliterend voor doelsoorten, faciliterend voor een biodiverse natuur? Dat was.
U wel Sangeeta Patterns, lid van de Partij van de Arbeid. Ik zit een beetje naar mijn vraagformulering te zoeken, maar ik ga gewoon praten en dan kom ik er vanzelf wel op, want u beschrijft zelf al het dilemma dat we zeg maar, aan de ene kant willen we die groene woongemeente blijven, maar in woongemeente zit ook huizen en aan de andere kant moeten er dus ook die huizen worden gebouwd en daar zit ik ook een beetje te zoeken naar van. Ja, hoe zien jullie die balans? Want ik hoor wel van ja, we willen graag groen, maar niet al het groen is groen genoeg en dat snap ik ook. Maar we moeten daar wel als woongemeente in de Randstad een balans in vinden, dus ik ben heel benieuwd naar uw reflectie daarop. Als u op mijn stoel zou zitten in deze gemeenteraad. Als u daar de balans in zou moeten vinden. Dus niet alleen vanuit de natuur geredeneerd. En een andere vraag die mij al een tijdje bezighoudt, omdat het vaker in deze raad is geopperd: meer sturing vanuit de gemeente op vergroenen van particuliere tuinen. Ja, ik weet niet hoe ver overheidsbemoeienis gaat. Ik zou niet willen dat de wethouder bij mij in de tuin op de tegels aan het wippen is en zegt tegen mij van hier, groen zootje, je gaat een groen zoodje aanleggen, dus ik vraag me af hoe realistisch dat is. Het is een eerlijke vraag en ik stel hem zo scherp omdat ik een beetje zit te zoeken naar waar zit onze ruimte nu voor ons als raad om toch te voldoen aan die omgevingsvisie om onze gemeente groen te houden, te versterken, misschien wel wat meer groen toe te voegen. Dus daar ben ik een beetje naar op zoek.
Ja nou, misschien mag ik beginnen met de tweede vraag, ja. Ik heb persoonlijk eigenlijk helemaal niet zo veel moeite mee dat de overheid eisen aan ons stelt. Ik moet ook belasting betalen en ik bedoel, natuurlijk komt de wethouder niet bij mij in de tuin de tegels wippen, maar ze kunnen toch met luchtfoto's zien hoe wat percentages voor haar zijn. Ja, in dit geval misschien wel, maar natuurlijk, het valt wel mee bij ons, maar nee, ik heb daar geen moeite mee, dus nee, maar dit kan heel zakelijk. Het is gewoon een norm. En ja nou, wilt u die norm niet halen, ja, dan zadelt u de maatschappij met dat probleem op. Dan moet die betalen. Maar de eerste vraag...
En als ik daar even op mag reageren, want als we gaan normeren, stel, ik moet zoveel procent meer groen toevoegen aan mijn tuin, dan moet ik dus het gras maaien, de plantjes verzorgen en zorgen dat die beestjes daar ook kunnen leven. Dat brengt veel meer met zich mee dan alleen maar. Maar zeg maar, ik laat het maar volgen.
Want ja, dus ik. Ik denk dat Sander het ook al wel noemde, dus het is niet alleen een kwestie van normeren, maar je kunt ook verlokken en dat is juist. Daar komt die rioolbelasting om de hoek. Als jij zegt van, je hebt zoveel groen, dan is het een keuze van ga ik betaal ik voor. Nou ja, voor mijn tegels of ga ik de tuin onderhouden en het verschil is dan verschil in waterschapsbelasting of WOZ-belasting en dus dan is het meer een keuze laten maar wel de consequenties laten zien, net zoals we zeggen van de vervuiler betaalt is het hier hetzelfde principe en dus niet ongebruikelijk.
En dan de eerste vraag de woongemeente ja nou ik Ik ga. Ik ga nu absoluut niet spreken namens de AVN of stichting Duurzaam, maar gewoon persoonlijk bedoel ja, als ik op die stoel zou zitten en daar al jaren had gezeten, was ik om te beginnen al kritisch geweest over de doelstelling van 5000 woningen. Ik had gezegd, je kunt niet aan de voorkant een getal noemen, want je bent een groene woongemeente, dus je zegt, we gaan zoveel mogelijk zoals we nu in de praktijk altijd wordt gezegd. We doen het zo groen mogelijk, hè? Had ik gezegd, we gaan zoveel mogelijk woningen bouwen als verantwoord is voor de lange termijn, want wij willen dat onze bevolking ook op lange termijn in een leefbare gemeente woont. En als daar de conclusie van is, 5000 woningen, zo be it, maar als daar de conclusie van is, we kunnen er maar 3,5 duizend bouwen, dan zou ik daarvoor gepleit hebben. Maar dat is puur persoonlijk, maar u stelde mij een vraag, dus ik geef een antwoord.
Even kijken naar de tijd is? Inventariseren nog een vraag. Nog even dan de laatste vraag en dan sluiten we af, denk ik. Dan sluiten we af, dus ik geef het woord aan meneer.
Alex Hoekhaard, D66. Vanuit die gedachte zou ik ook groen belonen en niet zozeer steen bestraffen overigens. Maar ik vind het wel in ieder geval dank voor de beeldvorming, want het vormt in ieder geval bij mij zeker wel een beeld en ik vind ook normeren een interessant gegeven. En ik had maar één vraag, hè, dus dan ga ik alles helemaal samenvatten tot één vraag: zou het ook niet gewoon handig zijn om de norm te hanteren waar nu groen staat? Mag je gewoon niet bouwen, zou dat ook een oplossing zijn? Nou.
Binnen de centrale groenzone absoluut. Ja, ja, ik denk niet dat het afdoende is, maar absoluut binnen de centrale groenzone is het voor mij dat de norm daar bouwen we niet, niet, tenzij niet, mits nooit. Mee
Eens, want ik sluit ook aan bij mijn collega van GWW, het groene gebied hè, dus het buitengebied nu, dat willen we ook graag denk ik groen houden. Misschien zelfs wel ontwikkelen richting biodiversiteit. Dat miste ik ook een beetje in de presentatie.
Ja ja nou ja dus dus ja, eigenlijk op allebei de vragen van hoe dat spanningsveld. En ik sluit mij natuurlijk aan bij Sander van ja, je laat ook niet een wijk helemaal volbouwen, zodat er geen ruimte meer is voor winkels of voor scholen of voor wat dan ook. En zo is groen ook een voorziening die je dan niet gewoon zomaar kunt weglaten en dat is nu wel wat er gebeurt. Het moet op gelijke voet staan met al die andere normen en ruimte-eisen en niet als sluitpost. En dat is eigenlijk waar we voor pleiten.
Fijn dat ik het mag afsluiten. Dank, nou eigenlijk een vraag. Het betrekken van inwoners, want eerlijk gezegd. Jullie gezichten hebben we wel regelmatig inderdaad gezien, maar hoe betrekken jullie nou inwoners erbij? Want u noemt een aantal voorbeelden van pleinen die er desolaat uitzien. Dan heeft u het over de quickfit, dan heeft u het over het Koningin Julianaplein en ik weet daar ook nog eentje. Dat is het Van Valkenbergplein en dat vind ik ook, laten we zeggen, een zo'n desolaat gebeuren. Ja, misschien is het een beetje gevaarlijk om te doen, maar ik zou u eigenlijk willen uitdagen. Van ja, maak het nou eens een voorstel van hoe zo'n plein er nou uit zou moeten zien volgens, laten we zeggen, jullie organisatie.
Nou, dat vind ik een leuk idee, dat is me ook wel eens door het hoofd gegaan. De tijd ontbreekt soms, maar inderdaad, om voor een bepaald plein of gebied een alternatief te tekenen met bewoners. We hadden natuurlijk een idee voor de kleine Plaspoelpolder, ja. En, we...
We hebben de Heuvel. Ja, wij zijn natuurlijk met de wethouder, we zijn de hele gemeente door gefietst om al die plekken af te gaan en samen te bespreken. Dat was echt een hele, ja, dankbare sessie van: hoe kunnen we op elke plek iets beters van maken? Dus veel van die dingen zijn in het groene actieplan terechtgekomen, dus dat was al een actie waar we een aantal dagen aan besteed hebben. En er zijn ook bewoners die ons aanspreken, zoals in de Heuvel, en daar hebben we samen met de bewoners meegedacht over het groenbeheerplan en dat zouden we bij meer groenbeheerplannen kunnen doen. En toen is daar toch een behoorlijke hoeveelheid groen, gelaagd groen, toegevoegd in dat gesprek. En we staan natuurlijk open om dat op meer plekken te doen. Maar ja, er is wel een capaciteitsprobleem.
Nou, dan wil ik de heer Hendrik Wennekers hartelijk danken voor deze informatieve beeldvormende avond en ik wens iedereen, ook de kijkers thuis, een hele fijne avond en raadsleden nog succes met jullie fractievergadering. Ja.