Het transcript dat je hieronder aantreft is gegenereerd met behulp van computertechnologie.
Hierdoor kunnen de namen van personen en partijen soms foutief zijn weergegeven.
Indien je een fout opmerkt kun je deze gemakkelijk verbeteren door op het bewerk-symbool (het potloodje) te klikken.
Gaat het goed vanavond? Tijdens de beeldvormende sessie gaan we het hebben over het tweejaarlijks experimenteerprogramma uit de participatieverordening, het experimenteerprogramma. Je moet nooit zomaar voorlezen wat er staat, blijkt hieruit maar weer. Het experimenteerprogramma heeft als doel de ontwikkeling van inwonersparticipatie te bevorderen door periodiek te experimenteren met nieuwe vormen van inwonersparticipatie door de gemeente. Er wordt uitleg gegeven over de geselecteerde projecten, het monitoren ervan, het opdoen van kennisontwikkeling en uitwisseling rond deze nieuwe vormen van participatie. Zowel voor het gemeentebestuur, de ambtelijke organisatie als voor geïnteresseerde inwoners. En mocht u vragen hebben, dan mag u aangeven dat dit een informatieve bijeenkomst is. Dus technische vragen graag en u kunt ze uiteraard stellen, maar op verzoek van de inleider graag na de presentatie. Dus als je ze wilt opsparen, dan graag. En dan wil ik nu het woord geven aan meneer Harmsen. Dank u.
Wel voorzitter, goedenavond allemaal, mijn naam is Thijs Haarlemse. Ik ben ingehuurd als extern adviseur door de gemeente voor dit experimenteel programma Inwonerparticipatie. Ik hou mij bezig in mijn werk onder andere met allerlei participatietrajecten waarbij overheden met elkaar samenwerken. Maar ik ben ook betrokken bij de participatietrajecten van maatschappelijke organisaties en bewonersinitiatieven zelf. Dus ik ken de twee kanten van zowel de overheidsklanten als van de andere kant heb ik ervaring mee. Ik wil in een vrij korte presentatie gewoon even door een aantal hoofdlijnen van het experimenteel programma meenemen. En nu ook even aangeven hoe we denken dat het handen en voeten kan krijgen. En vervolgens, is het woord er niet, denk ik? Het is opgenomen in de participatieverordening. En daar zijn er twee soorten participatie in opgenomen: inwonerparticipatie en overheidsparticipatie. We hebben het hier over het experimenteel programma Inwonerparticipatie. Dat gaat dus over initiatieven die door de gemeente zelf worden opgestart. En bij die inwonerparticipatie gaat het erom van hè? Hoe gaan wij nou die inwoners of andere maatschappelijke organisaties, bedrijfsleven etcetera betrekken bij die verschillende trajecten? Nogmaals, het zijn initiatieven van de gemeente zelf. Je hebt natuurlijk ook een andere vorm van participatie: overheidsparticipatie. Daar ligt het initiatief bij iemand uit de samenleving. En dan faciliteert eventueel de overheid dat initiatief als men daarachter staat. Maar overheidsparticipatie maakt dus niet deel uit van dit experimenteel programma. U kent in Leidschendam-Voorburg een participatieladder. Vier vormen staan ook in de participatieverordening opgenomen: het raadplegen van inwoners, het adviseren door inwoners en anderen, het coproduceren. Dat wil zeggen, samenwerken met de gemeente om iets mogelijk te maken. Maar ook het eventueel meebeslissen rondom trajecten en dat is de hoogste vorm van participatie die dan is voor inwoners, maatschappelijke organisaties en bedrijfsleven. Nou die participatie, dat heeft u kunnen zien als u het ontwerp experimenteel programma heeft gelezen, dan ziet u die terugkomen van op welk niveau van die participatie denken we dat een van die trajecten kan plaatsvinden en hoe geven we daar vorm aan die inwonerparticipatie? Het experimenteel programma, dat is opgenomen in de vergunning dat dat er tweejarig komt en we denken dat we dit eerste experimenteel programma op de volgende wijze zouden kunnen invullen. Allereerst aansluitend op lopende trajecten die er zijn. We gaan dus niet hele nieuwe trajecten starten in het kader van dit experimenteerprogramma. Nee, we kijken naar vormen van inwonerparticipatie, vernieuwende vormen van inwonerparticipatie, andere vormen van inwonerparticipatie die kunnen aansluiten bij lopende trajecten in de gemeente. Dat in de eerste plaats. Daar zijn misschien al projectgroepen of andere groepen mee aan de slag, zoals bijvoorbeeld voor de Mol die die ondersteunen en faciliteren we vanuit het experimenteerprogramma. Door hen nieuwe vormen van participatie aan te bieden, hen daarbij te helpen. Kennisdeling, et cetera et cetera. We willen ook in het experimenteerprogramma die vormen van participatie die we inzetten gaan monitoren. Om te kijken, hoe kunnen we leren, hoe kunnen we wat er bij project A is gebruikt, hoe kunnen we het eventueel ook inzetten bij andere projecten binnen de gemeente? En die kennisdeling is niet alleen bij het bestuur, bij het gemeentebestuur, bij u, bij het college, maar ook met name bij de ambtelijke organisatie. In het kader van de organisatieontwikkeling, maar ook samen met de samenleving. Want je doet het natuurlijk uiteindelijk voor en met inwoners, maatschappelijke organisaties en bedrijfsleven die participatie. Het is gemeentebreed dat we aan de slag zijn. En, we willen de output die er al werkende weg komt van het experimenteel programma gaan benutten voor de werkwijze van de gemeente, hè? We hebben ervaring opgedaan bij het project X, hoe kunnen we dat nou straks bij een nieuw project ook weer gaan toepassen of op een vernieuwende manier gaan toepassen al werkende weg leren? Dit experimenteel programma staat voor twee jaar 24 tot en met eind 26 en dan geëvalueerd te worden. Maar we willen ook al met een tussentijdse evaluatie gaan werken. De ervaringen die we tussentijds al op hebben gedaan, kunnen we aan de ambtelijke organisatie meegeven. Dat kunnen we aan de samenleving meegeven. Kunnen we aan het bestuur meegeven en het kan zo mogelijk. Ook al zijn het nieuwe college, de nieuwe raad in 2026, zodat het bestuur daar weer zijn voordeel mee kan. We gaan in het experimenteel programma, de laatste punt op mijn sheet, niet leidinggeven aan de geselecteerde trajecten. Daarvoor zijn gewoon de bestuurlijke opdrachtgever en de ambtelijke opdrachtgevers aan de bal. Daar krijgt u ook dan de, hè? Via andere gremia krijgt u daar de informatie voor, vindt de besluitvorming plaats, maar in feite faciliteert ondersteunt het experimenteerprogramma die trajecten en samen met die trajecten doen ze ook nieuwe vormen van participatie. Even in een plaatje, samengevat. We willen werken met een aantal nieuwe vormen van participatie. Die gaan we mee aan de slag. Er zit een stuk, nou goed, maar niet meer zeker de luisteraars niet meer stuk. Kennisontwikkeling en kennisuitwisseling plaats. Dat is oranje vlak. We ontwikkelen toetsingscriteria om het experiment en het experimenteerprogramma te evalueren. Dat krijgt u hier nu tussenrapportage in uw eindrapportage. Maar we gebruiken ook bijvoorbeeld de ervaring uit het experimenteel programma, dus linker blokje om andere trajecten waarop participatie plaatsvindt te helpen en te ondersteunen en weer nieuwe vormen van participatie aantrekken. Ik loop even heel kort de verschillende onderdelen van het experimenteerprogramma af. Het project Voorburg Noord, Noord. Dat kent u natuurlijk. Daar gaat het ook om naar in coproductie verder te werken aan de ontwikkeling van dat gebied. Rechtsboven initiatieven uit de samenleving. Ja, dat hebben we eigenlijk opengelaten. Wat voor initiatieven dat kunnen zijn, eigenlijk twee categorieën genoemd, ruimtelijke ordeningsinitiatieven. En dan zoeken we eigenlijk naar als er een nieuw RO-initiatief komt. Nieuwe manieren hoe we daarmee om kunnen gaan, hoe we daarin kunnen participeren met inwoners, met anderen etcetera. En we proberen die initiatieven dan met nieuwe vormen van participatie te ondersteunen. Dat zullen we al werkende weg moeten doen. Dat zullen we tijdens het experimenteerprogramma zoekend en testend vorm moeten geven. Een tweede vorm voor initiatieven uit de samenleving is het uitdaagrecht. Dat is al opgenomen in uw participatieverordening. Het uitdaagrecht is het recht van maatschappelijke organisaties en bewoners om tegen de gemeente te zeggen van, hé, je hebt een bepaalde taak in uitvoering. Ik steek mijn vinger op. Ik denk dat ik een idee heb om dat iets anders te doen, iets slimmer te doen, beter te doen met meer maatschappelijk draagvlak. Misschien iets goedkoper te doen. En, ik wil misschien zo'n taak wel overnemen. Of, ik wil die vernieuwende vorm van die uitvoering van de taak in samenwerking met u als gemeente gaan doen. Het uitdaagrecht gaat ook opgenomen worden in de gemeentewet. Met ingang van 1 januari 2025 wordt de gemeentewet gewijzigd. En dan moet u een participatieverordening hebben, die heeft u al, maar u moet ook spelregels hebben voor het uitdaagrecht. Dat heeft u ook. Dus u loopt als Leidschendam-Voorburg daarin voorop. Maar wat doet dan dat uitdaagrecht in dat experimenteel programma? Nou, onze ervaring is in het land dat het indienen, beoordelen en uitvoeren van uitdaagrechtinitiatieven nog wel eens wat moeite kost, ook voor de ambtelijke organisatie om dat goed te doen en om te denken van hé. De angst van neemt. Zijn initiatieven nemen niet ons werk over, hebben wij het dan niet goed gedaan? Nee, het gaat erom dat die initiatiefnemers. Ik zou het misschien op een slimme of iets andere wijze kunnen doen. Nou daarin experimenteren met initiatiefnemers van een uitdaagrechtinitiatief, maar ook met de ambtelijke organisatie is het leer- en ontwikkeltraject in het experimenteerprogramma. En, we hebben één potentieel uitdaagrechtinitiatief wat inmiddels is ingediend.
Oké en, we hebben ondertussen één potentieel uitdagend initiatief over een groep die knotwilgen wil gaan knotten en die dat wil overnemen van de gemeente. We zijn nu aan het kijken hoe dat verder handen en voeten kan krijgen. Jongerenparticipatie en het jongerenforum. Dat is dat wat er staat. Dat bestaat eigenlijk uit twee elementen: een traject dat door de jongerenorganisatie 10 skip uitgevoerd zou kunnen worden namens het organiseren van jongerendagen om na te denken over een aantal maatschappelijke vraagstukken en oplossingen voor maatschappelijke vraagstukken voor jongeren en hoe ze die zelf zouden kunnen invullen. Dat is het eerste deel van dit traject rondom jongeren. En misschien komt daar een vervolg uit voort, wat misschien een jongerenforum kan gaan heten. En, we hebben dat even genoemd. Dat is hetzelfde als een burgerforum of burgerberaad zou het kunnen worden. U heeft daarvan ook al gevraagd dat er zo'n vorm komt en wij zitten aan te denken van, zou dat misschien in de vorm van een jongerenforum kunnen worden? Dat is een tweede stap. Die dat zou kunnen op basis van die jongerenparticipatie kijken we naar vraagstukken of daar belangstelling voor is om daar een jongerenforum voor te gaan inrichten. En dan zouden we met een voorstel terugkomen bij zowel het college als bij de gemeenteraad om zo'n jongerenforum te gaan uitvoeren. Dus daar komt nog een nieuwe besluitvorming van als wij zover komen. We hebben overigens in juni meegedaan aan een sessie van de VNG, waarin een aantal ervaringen rondom burgerfora zijn gedeeld vanuit het land. Waar loop je tegenaan? Waar moet je rekening mee houden? Nou, enkele uitkomsten van dat traject zijn: je moet een heel duidelijke vraag hebben die maatschappelijk speelt en die ook triggert voor de maatschappij om eraan mee te doen. Het zou ook gelden voor zo'n jongerenforum. Ten tweede moet je goed nadenken over je ambtelijke capaciteit en over je kosten voor de uitvoering van zo'n jongerenforum. En die kosten, die zijn heel verschillend per burgerforum, hoe je dat doet. Maar de bedragen die daar werden genoemd lagen tussen de € 75.000 naast de ambtelijke capaciteit, € 75.000 bij Heemstede tot en met twee à drie ton bij provincie. Precies en bij mijn weten spant Amsterdam de kroon met € 650.000 externe kosten. Ik zeg niet dat elk forum zo duur zou gaan worden, en ook een jongerenforum hier niet, maar het is wel even een zorgvuldige besluitvorming over het vraagstuk waar je het over hebt, over hoe je de vorm geeft en over hoe je met de kosten omgaat en met de inzet van naast die kosten heb je natuurlijk ook nog een stuk ambtelijke inzet, dus daarom ook stapsgewijs. Rechtsonder de mol het onderzoek van participatieve waarde evaluatie. Daar bent u al bezig met besluitvorming daarover, maar dat gaat bij die PWE, zo heet die participatieve waarde evaluatie, of online raadplegen van een groot aantal bewoners. Dat is nieuw voor Leidschendam-Voorburg en daarom interessant ook voor dit experimenteerprogramma. En, we kijken er naar een paar dingen. Hoe worden inwoners betrokken bij het meedenken over de invulling van die PWE? Want dan kunnen ze daar ook een rol in spelen. Daarover worden nu ook afspraken gemaakt en ik vind dat 1 november ook weer een sessie over plaatsvindt met de klankbordgroep. Dat is interessant. Ten tweede, als zo'n PWE is gehouden, wat vinden inwoners van deze methode? Hoe voelen zij zich erbij betrokken, zijn zij tevreden over? Hebben zij de vraagtekens over om dat soort dingen die willen we dan ook onderzoeken om vervolgens op basis van die uitkomst van de PWE ook een advies te kunnen geven van hé, is dit instrument ook toepasbaar voor volgende trajecten? Dus dat is dan het onderdeel van het experimenteerprogramma. De wijkveiligheidsscans in de verschillende wijken die uitgevoerd worden. Wijkveiligheidsscans zitten normaliter, zeg ik maar eventjes, op het niveau van raadplegen. En wat wij zouden willen proberen in dit experimenteerprogramma is de wijkveiligheidsscans in een bepaalde wijk in coproductie met bewoners, met woningbouwvereniging, met maatschappelijke organisaties te doen. En dan coproductie, dan moet u denken aan dat van tevoren met elkaar afspraken maken van hoe gaan we dit doen? Wat is ieders inbreng? Wat is ieders rol, hoe zit dat in de besluitvorming? Advisering hierover, nou, kortom, dat proces dan echt helemaal in coproductie maken met elkaar en proberen uit te voeren met elkaar. En de laatste is Sterk voor Noord tuinkamer. Ja, dat is een initiatief dat organisch is en wat we ook volgen om te kijken of je met een locatie waar die tuinkamer is, waar je probeert dat mensen zelf activiteiten gaan verrichten, hoe dit traject loopt en of dit traject straks uit te breiden is binnen Sterk voor Noord of uit te breiden is naar andere locaties binnen de gemeente. Ook weer volgen en ook weer faciliteren. We gaan ook de tuinkamer ook adviseren op basis van ervaringen die er elders in het land zijn gedaan, zodat ze daar ook weer hun voordeel bij kunnen doen bij de verdere ontwikkeling van die tuinkamer in de komende 1,5 jaar. We hebben vandaag een informatieve bijeenkomst. Waarschijnlijk komt u bij u op de commissie samenleving te staan op 23 september om uw wensen en bedenkingen mee te geven. Nou, dat gaat vervolgens weer terug naar het college. We willen dus komen eind 2025 begin 2026 met een tussenrapportage van dit experimenteerprogramma. En begin 2027 met de uitkomsten daarvan. En de betrokkenheid van raad en college vindt met name plaats via de projecten al werkende weg waar u mee bezig bent. Maar die zou ook bijvoorbeeld bij de tussenrapportage en natuurlijk bij de uitkomsten van 2027 kunnen zijn. Het gaat bij dit experimenteerprogramma, en dit is mijn laatste, voorzitter, ook om kennisontwikkeling, kennisdeling met elkaar, met samenleving, met het gemeentebestuur, met de gemeentelijke organisatie. U vindt in dit document ook een korte, bewust korte paragraaf over van samenleving dat we organisaties uit de samenleving hierbij zouden willen betrekken om met hen mee te denken over de uitvoering. Invulling van dit experimenteerprogramma. Dat hebben we bewust kort gelaten, omdat we ook willen kijken hoe dat vorm krijgt en dat we ook met geïnteresseerden uit de samenleving die mee willen denken dat met hen samen zouden willen invullen. Hoe zij op hoofdlijnen betrokken worden bij de kennisontwikkeling van dit programma. Dus dat is niet uitgewerkt. Dat is niet helemaal dichtgegeven met het gemeentebestuur, maar daar kunnen we het gesprek ook al even over hebben. Of op 23 september over hebben hoe dat verder vorm krijgt en hoe u dat ziet en hoe het college dat ook ziet bij betrokken worden en met de gemeentelijke organisatie ook voor de organisatieontwikkeling van de gehele organisatie. De ervaringen die we hier opdoen in het experimenteerprogramma, hoe kunnen die elders bij andere trajecten van de gemeentelijke organisatie worden benut of voor gebruikt? Of de hobbels waar we in het experimenteerprogramma tegenaan lopen, daar leren we van zodat we dat de volgende keer niet meer op die manier doen. Tot slot, en dan ben ik klaar, voorzitter, we monitoren en we onderzoeken ook hoe dit experimenteerprogramma in de praktijk invulling krijgt, zodat je bij een volgend experimenteerprogramma als het er weer komt daar weer je voordeel van kan doen. Dat doen we via het actiekader, waarbij we een aantal vragen centraal stellen. Actie staat voor animo. Waarom zouden mensen mee willen doen en waarom doen ze mee aan verschillende trajecten? Daar ga je naar kijken. Het gaat ook over de contacten die er zijn. Benutten we sociale netwerken die er al zijn bij de verschillende projecten en hoe doen we dat? Doen we dat bij de tuinkamer op een heel andere manier dan bij Voorburg Noord bijvoorbeeld. Nou, dan kijken we naar de talenten. Benutten we de talenten die er zijn in de samenleving? Hoe doen we dat bij de verschillende trajecten? En, hoe kunnen we daar in de toekomst ook weer gebruik van maken? Maar ook de T van tijd. Vraag niet te veel tijd van de samenleving om hieraan mee te werken. De I staat voor institutionalisering. Leuk wat we al aan het experimenteren zijn, maar hoe bedden we dat in in de reguliere manier van werken van de gemeente Leidschendam-Voorburg? En de E als laatst staat voor empathie. Je kunnen inleven in de leefwereld waar bewoners, maatschappelijke organisaties, bedrijfsleven mee te maken krijgen. En hoe ga je dan de samenwerking in verschillende trajecten aan. Meneer de voorzitter, ik wou hierbij afronden en ik hoop dat ik u een overzicht heb gegeven van dit experimenteerprogramma. Dank u wel.
Dank u wel. Ik vermoed dat er vragen zijn. Ik zag al bij D66 in ieder geval de hand omhoog gaan. Ik inventariseer eventjes. VVD voorlopig even niet. Laten we beginnen met mevrouw Van der Krabben. Oké, GBLV. CDA. Oké. D66.
Yes, dank u wel, voorzitter. Dank u wel voor de presentatie. Volgens mij een mooi verhaal en een mooi programma. We hadden natuurlijk al de stukken ook kunnen zien. En ja, volgens mij ligt er een mooi programma. Wel een paar vragen. U zei kort iets over het uitdaagrecht dat in de Gemeentewet wordt opgenomen vanaf 1 januari 2025. Ik heb me eerder laten vertellen dat uitdaagrecht een vorm van overheidsparticipatie is. Corrigeert u mij als dat niet zo is? En als dat zo is, is dat ook de reden waarom het uit dit programma is gehouden omdat het toch uit, omdat het in de participatieverordening staat en twee uiteindelijk toch in werking gaat treden door de wetgeving. Hoe zit dat?
Mag u voorzitter, het uitdaagrecht gaat over die taken die in de begroting zijn opgenomen. En waarvan u dus als raad al heeft gezegd van goh, dat gaan wij uitvoeren. En daar kan ik als bewonersinitiatief, maatschappelijke organisatie mijn hand opsteken en zeggen van goh, dat u dat gaat uitvoeren, oké, maar ik denk dat het even op een iets slimmere of iets andere wijze kan. Dat is een vorm van inwonersparticipatie bij de uitvoering van het gemeentebeleid. En het uitdaagrecht is opgenomen hier in het experimenteel programma. Dat had op zich niet gehoeven, want u heeft het al in de verordening gezet. Maar wij zien in de praktijk van het uitdaagrecht heel vaak dat men echt moet leren als organisatie om daarmee om te gaan en dat leren willen we graag goed doen bij de aantal initiatieven die er zullen komen rondom het uitdaagrecht. En dat leergeld geldt zowel van beide kanten van een bewonersinitiatief. Wat zegt van oh joh, dat kan ik veel beter. Kom maar hier en we regelen het wel even en bemoei je er niet mee, want ik kan dat groen wel onderhouden. Die even denken dat dat makkelijk is. Het leren is van het gemeentebestuur om even los te laten, maar op afstand te kijken hoe zoiets gaat, want uiteindelijk blijf je wel als gemeentebestuur verantwoordelijk. Het leren geldt ook voor de ambtelijke organisaties van hoe ga ik met zo'n initiatief om? En ik kan me ook soms wel eens even bedreigd voelen door zo'n initiatief, heb ik dan mijn werk niet goed gedaan? En dat is een serieuze vraag. Die komt heel regelmatig terug. En daardoor heel veel weerstand, terwijl dat helemaal niet hoeft. Nou, we hebben ervaring met een heleboel uitdaagrecht en initiatieven in het land van afval, sub in op van surfplanken halen uit het water van de stadsgrachten van Gouda, tot en met het maken van groenplannen voor in de gemeente Emmen, samen met waterschap en provincie, tot en met FLTO Noord en Staatsbosbeheer en Milieufederatie die samen de natuurontwikkeling oppakken in Friesland en hebben we het over 80 miljoen allemaal uitdaagrecht. En al die trajecten zie je dat het leren en het bestuur meenemen, de organisatie meenemen, maar ook de bewonersinitiatief nemen dat dat echt het oefenen in het leren met elkaar is. Die kennis benutten we nu ook voor dit soort uitdaagrecht initiatieven in de gemeente Leidschendam-Voorburg. Een vervolgvraag.
En Bram vraagt ter verduidelijking eigenlijk waar ik mijn vraag weer begon, is uitdaagrecht. Nu overheidsparticipatie of kan uitdaagrecht overheidsparticipatie zijn of niet?
Bij overheidsparticipatie denk ik dat je het hebt over een nieuw initiatief. Wat er nog niet is en waarvan je zegt: "Van hé, ik heb daar de overheid bij nodig om dat op gang te brengen. Ik heb iets nodig van die overheid." Ja, eens over deze definitie. Ja, oké, bij uitdaagrecht heb je het over iets wat de gemeente al wil doen. En de right
Uw welnemen, Voorzitter. Mijn naam is Mario Langendonk en voor wie het nog niet weet, ik ben van de Burgerkracht Centrale. Dank u voor uw presentatie, want die is inderdaad wat mij betreft heel helder. Ik heb een prangende vraag en dat is waarom ervoor gekozen is om als vertrekpunt voor het experimenteerprogramma de gemeente te nemen. En dan bedoel ik de gemeente in al zijn geledingen, dus zowel het college als ambtelijk apparaat als de raad. En, waarom is niet de burger als vertrekpunt genomen? In in
In de verordening ziet u ook dat het dus gaat over experimenteren met zaken waarmee de gemeente aan de slag wil, ook weer over de inwonerparticipatie. De gemeente begint daarmee. Dat is de reden waarvoor we daarvoor hebben gekozen. Ten tweede hebben we ook gekeken, dat was ook op verzoek, naar lopende trajecten waar we kijken of we er nieuwe vormen van participatie mee kunnen uitproberen. Dat is ook eerlijk, gaan we niet iets heel nieuws beginnen in dit eerste experimenteerproces. Dat zijn echt de twee hoofdredenen waarvoor het is gedaan. Alstublieft. Een aanvullende...
Voorzitter, ik heb net mijn hand niet opgestoken, maar u sluit dan niet uit, zeg maar dat na een tussentijdse rapportage bijvoorbeeld wel de burger daarin gekend kan worden.
Burger. Wordt er niet ingefietst in dit programma. De burger zit erin in allerlei vormen in de verschillende trajecten. Dat is één. Twee is dat we kijken hoe we geïnteresseerde burgers, organisaties en andere partijen met ons mee kunnen laten denken over de uitvoering van het gehele experimentele programma. Wat ik al zei, dat hebben we bewust nog niet ingevuld, want dat moeten we ook met elkaar doen. Hoe we dat gaan doen, dat is ook een onderdeel van het experimenteren. U vindt ook terug dat wij een aantal thema's hebben genoemd. Het kan best zijn dat we in de loop van het experimentele programma, zeg volgend jaar, ineens tegen iets aanlopen wat ontzettend interessant is om ook mee te nemen in dit experimentele programma. Dan gaan wij terug naar het college, dan gaan we eventueel terug naar u om te kijken of dit er ook in opgenomen kan worden. Dus het zit niet helemaal dichtgetimmerd, mag ik hopen, maar daar zitten we met zijn allen bij. Nog een...
Dank dank voor de presentatie Elisabeth van der Heijden van het CDA. Ik vroeg me af als je kijkt naar dat cirkeltje en alle thema's op lopende trajecten die daarin worden genoemd, dan vroeg ik me af, wat is er dan experimenteel aan het experimenteerprogramma.
Wat is dan hebben geprobeerd om in het experimentenprogramma neer te zetten van per onderdeel per gekozen thema wat het vernieuwende is op dat thema. En het kan zijn soms van de manier van werken waarop de organisatie werkt. Het kan zijn van met jongerenparticipatie een hele nieuwe aanpak van de tieners en dat gaan we uitproberen in Leidschendam-Voorburg om te kijken of dat na twee scholen ook misschien op 4, 5, 6, 7, 8 scholen uitgeprobeerd kan worden. Dat kan zijn, dat kan zijn van we willen die wijkveiligheidsscans waar je normaal natuurlijk vrij sterk de gemeente in de lead hebt. Nee, dat meer in coproductie te doen. Nou, dat is per onderdeel het vernieuwende waar we naar proberen te zoeken en waar we ook mee proberen te experimenteren met weer die inwonerparticipatie.
Ja, dank. Ter aanvulling dan, want toen ik dit zo zag, dacht ik, dan klinkt het een beetje alsof je zegt: we gaan experimenteren, programma doen, daar trekken we dus allemaal bestaande dingen in, waarvan we die experimenteel vinden en wellicht ook terecht hoor, daar niet van. Maar bestaat er dan binnen dit experimentele programma ook nog ruimte voor nog weer hele nieuwe vormen die nu niet hieronder zouden vallen? Al.
Wat ik probeer te zeggen, is inderdaad dat we ons kunnen voorstellen dat er hele nieuwe dingen naar voren komen die uit uw kring komen, die uit andere kringen komen etcetera en die van belang zijn in de komende twee jaar. Let op, het is natuurlijk maar een experimenteel programma van 2,5 jaar dat in de komende twee jaar uitgevoerd zou kunnen worden. Dan hebben wij in het experimenteel programma voorgesteld aan het college van bestuur om die ruimte te bieden om te kijken of er een nieuw voorstel komt en of je dat hierin kan voegen. En dan doen we dat netjes via de besluitvorming of het college dat wil en eventueel of je dat als Raad ook wil. Dus dan kan die ruimte er zijn. Heb ik hiermee uw vraag voldoende beantwoord? Oké, dank u wel. Ik kijk...
Nog even een keer de zaal rond of er nog een vervolgvraag naar voren komt. Zo niet, dan dank ik meneer Angst voor de presentatie. Graag gedaan. Dank u wel dan. Sorry, oké. En dan wens ik u nog een prettige avond en de voortzetting van de vergaderingen die er nu nog gaan plaatsvinden. En dan wijs ik u erop dat het natuurlijk mogelijk is om dit terug te nemen naar de fracties en te kijken wat u nog verder met het onderwerp wil doen en het eventueel dan weer agenderen en gebruiken voor de mogelijke commissievergadering van 23 september. Verder een fijne avond.