Het transcript dat je hieronder aantreft is gegenereerd met behulp van computertechnologie.
Hierdoor kunnen de namen van personen en partijen soms foutief zijn weergegeven.
Indien je een fout opmerkt kun je deze gemakkelijk verbeteren door op het bewerk-symbool (het potloodje) te klikken.
En, dat is de raadsbrief informeren over de regiovisie monitor Jeugd 2023. Deze raadsbrief is op verzoek van de fracties VVD mevrouw Van Heuvel en het CDA de heer Koster verzocht om deze te agenderen voor bespreking en zij vragen hierbij als doelstelling of tenminste geven ze mee bij het vaststellen van de regiovisie. Jeugdzorg Haaglanden 2021-2026 is afgesproken dat er jaarlijks gerapporteerd wordt over de behaalde resultaten op de ambities, zoals geformuleerd in deze regiovisie. Beide fracties willen de resultaten op regioniveau, maar vooral ook de lokale resultaten cq de implicaties bespreken. Hierbij betrekken de fracties graag ook de lokale monitor sociaal domein en de raadsbrief over de aanpak kostenbeheersing Jeugd 2024. En de raadsbrieven zijn in ieder geval toegevoegd, ook bij het agendapunt. Welkom aan de wethouder en ondersteuning naast hem en ik kijk even rond naast VVD en CDA. Wie er verder nog het woord over dit onderwerp wil voeren? Mevrouw Vogelaar, Stijn de Bakker, meneer Klaarhamer. Ja, helder. Dan als eerste mevrouw Van Deurzen van de VVD.
Ja dank u wel, voorzitter. Nog even terugkijkend in het zomerreces ontvingen we de regionale monitor als ook de lokale monitor sociaal domein. Beide geven ontwikkelingen, verschuivingen, trends etcetera weer. Vervolgens ontvingen wij de TURAP, waarin het college het signaal afgaf dat er voor de eerste 8 maanden van dit jaar 1,75 miljoen hogere uitgaven op de jeugdzorg waren dan verwacht. Nou, pak hem van 8 maanden naar een heel jaar, dan praten we over 2 miljoen. We hebben het al kort heel even over gehad bij de behandeling van de TURAP, maar de vraag ligt natuurlijk, hoe kan het nou dat deze hogere uitgaven onverwachts in één keer er zijn? Reden genoeg om voor collega Koster van het CDA en ondergetekende de stukken te agenderen. Voorzitter, ik heb best wel wat verschillende onderwerpen, dus ik ga naar goed Cubaans gebruik werken in 4 blokjes.
Het eerste blokje: de regiovisie. De regiovisie hebben we in 2021 vastgesteld en daarin hebben we volgens mij iets van 10 of 11 ambities en doelen geformuleerd voor het uitvoeringsplan. Uitvoeringsplan wat er nu ligt? 23-24 hebben we daar 4 ambities cq doelen uit opgetild. Uiteraard ben ik mij ervan bewust dat je in twee jaar niet zomaar een ambitie op de jeugdzorg oplost, hè? We lossen niet in twee jaar de gesloten jeugdzorg op, maar ik zou toch willen vragen aan de wethouder: als u nu eens kijkt naar die 4 ambities uit dat uitvoeringsplan en daarop reflecteert, heeft u nu het idee dat we een succesvolle aanpak aan het doen zijn? Dit is de eerste. Wij krijgen een tweede uitvoeringsplan, 25-26. Daarmee hebben we een soort van 5 jaar bestreken en ik ben even benieuwd. Krijgen wij nou tussentijds? Nee, niet zozeer krijgen wij, is er nou tussentijds ook nog een moment waarop er op regioniveau vanuit het programmabureau of vanuit de regiovisie zelf gereflecteerd wordt op waar staan we nu, gaan we de goede kant op? Ja, we hebben die monitor. Ja, dat zijn platte cijfers, maar symboliseren die cijfers ook de bedoeling, noem ik het maar even. Zoals ik al zei, we krijgen binnenkort een nieuw uitvoeringsplan. 25-26, gaan we 4 andere doelen of ambities benoemen? Nemen we deze mee, wordt het en-en, en hoe ziet dat uitvoeringsplan eruit? Maar misschien nog wel belangrijker, voorzitter, we hebben in de vorige periode afgesproken met de toenmalige wethouder Juliette Bouw dat de uitvoeringsplannen in concept eerst bij de Raad landen en besproken worden, zodat wij in staat zijn als Raad om de wethouder na vaststelling op regionaal niveau input mee te geven. We hebben als een van de weinige raden er niet voor gekozen om ze hier ook door de Raad echt vast te laten stellen, maar wel om ze te bespreken. Dus ik ben even benieuwd. Kijkend naar het plan 25-26, wanneer we dit gaan doen.
Het tweede blokje: de monitoren, oftewel de cijfers. Bij bespreking van de TURAP en eigenlijk ook in de begrotingsstukken wordt heel vaak geschreven dat de instroom in Leidschendam-Voorburg helemaal niet toeneemt, maar dat het vooral gaat om een prijsstijging van de producten, waardoor het traject dat een kind ondergaat of doorloopt duurder wordt. In de regionale monitor, bladzijde 7-8, is er wel degelijk te zien dat er sprake is van toestroom. Op bladzijde 4 van de lokale monitor wordt over 22-23 ook gesproken van een toename van de toestroom. Hebben we nu daadwerkelijk ook echt die toename van die toestroom of gaat het echt alleen over het duurder worden van een product? En, duurder worden van een product, lees op bladzijde 10 van de regionale monitor dat we nog steeds 20% goedkoper zijn gemiddeld per kind dan het Haaglanden niveau, bladzijde 10. 9.200 tegenover 11.000. Dus als wij zeggen dat de instroom niet toegenomen is, maar de prijs per traject, hoe verhoudt zich dat dan tot het feit dat we nog steeds niet op het gemiddelde van de regio zitten? Bladzijde 4 staat te lezen dat een van de grootste doelgroepen, of eigenlijk de grootste doelgroep, in de jeugdzorg het leeftijdscohort 4 tot en met 12 is, de basisschoolleeftijd. Dat vond ik nogal verrassend. Kan de wethouder daar iets meer over zeggen? Meestal hoor je hè, 12 is het omslagpunt en vanaf 12 zie je vaak problematiek ontstaan. Hoe komt het dat wij specifiek de 4 tot en met 12-jarigen hebben? En dan twee soorten zorg die mij opvielen die heel hoog waren. De eerste, bladzijde 8 in de lokale monitor, hebben we hele hoge cijfers dyslexie. Als ik die vergelijk met de omliggende gemeenten en een beetje extrapoleer naar grootte, dan zitten we best wel bovenaan in de top van uitgaven. Dan ga ik iets gevaarlijks zeggen: als ik zelf kijk of denk te kijken naar onze inwonerssamenstelling, dan vraag ik me af hoe het komt dat wij zulke hoge cijfers dyslexie hebben. Heeft de wethouder daar een verklaring voor? En bladzijde 10, hele hoge uitgaven op de buitenregionaal ingekochte voorzieningen. Volgens mij waren dat bovenregionale voorzieningen, denk ik. Check. Maar de vraag is, wat zijn dit dan precies? En waarom hebben wij daar nou ook zo'n hoge uitgave op? Dan, als je dat allemaal bij elkaar neemt, zou mijn vraag eigenlijk zijn: hebben wij nou ook als Leidschendam-Voorburg op basis van die cijfers, regionaal maar ook lokaal, een goede probleemanalyse? Kunnen we nou pinpointen? Kunnen we nou echt heel scherp zeggen: joh, we hebben een top 5 of een top 4 van problematieken die er echt bovenuit stijgen? Uiteraard zullen we alle soorten vormen van jeugdhulp hebben, maar kunnen we nou echt het specifieke profiel voor Leidschendam-Voorburg opmaken? Want dat lees ik daar eigenlijk in beide monitoren niet in terug.
Blokje 3: de kostenbeheersing, oftewel financieel. Die 2 miljoen, daar staat in de begroting te lezen dat de wethouder ervoor kiest om volgend jaar 2 miljoen te besparen om een signaal af te geven. Laat ik vooropstellen dat ik denk dat dat een goede actie is. Maar ik ben wel benieuwd hoe de wethouder die 2 miljoen denkt te vinden. Ik kan me niet voorstellen dat we dan in één keer geen facturen meer betalen. En dan ga ik even naar een hele oude motie, motie 594 uit 2021. Daarbij hebben we in de volle breedte alle fracties unaniem een motie neergelegd bij de regiovisie. Dat we zeggen dat de regiovisie ruimte moet bieden om lokaal maatregelen te nemen of instrumenten te introduceren die ook sturen of mogelijk maken om lokaal te sturen op kwaliteit en kostenbeheersing. In het coalitieakkoord staat te lezen dat dit college nog deze bestuursperiode met een voorstel komt om de jeugdhulp af te bakenen. Wanneer kunnen we dit voorstel verwachten?
Ja, en dan het laatste blokje en dan zult u wel denken, daar komt ze weer, toch even de toegang. Ik heb het al vaker geroepen: wat mijn fractie betreft is de toegang het momentum in het proces om te kunnen sturen op zowel kwaliteit, maar ook op de kosten. En ik zit nu 6 jaar in deze Raad en ik heb even zitten tellen. Het heeft 3 amendementen en er liggen 5 moties onderhand, waarvan de laatste met collega Kok is, waarbij we vragen aan het college om nou eens te kijken naar de manier waarop wij onze toegang hebben georganiseerd en of deze in lijn is niet alleen met de kwaliteitseisen, maar vooral ook met hetgeen we beogen, namelijk sturing op. De hervormingsagenda spreekt ook van toegang en geeft eigenlijk mee dat zij die toegang zien in de vorm van een jeugdteam of in ieder geval een team, een wijkteam. Gaan wij daar nou stappen naartoe zetten? Het VNG heeft dit jaar een richtinggevend kader geïntroduceerd in maart, waarin zij eigenlijk bijna zeggen hoe je het zou kunnen doen. Zijn wij nu stappen aan het zetten om ook te gaan werken met jeugdteams? Waarom wel? Waarom niet? Tot zover even, voorzitter, dank u wel. Dan ga ik...
Voorzitter, voordat je vooruit kan kijken, moet je soms ook terugkijken. Ik heb dan ook in de voorbereiding voor vanavond een aantal documenten uit het verleden erbij gepakt en doorgelezen. De conclusie van de regiovisie Monitor 2022, dus een jaar geleden, vond ik wel interessant, want daar stond: een meer algemene conclusie lijkt echter te zijn dat de trend van doorgaande groei ten einde loopt. De komende jaren zal blijken of dit optimistische beeld ook de werkelijkheid blijkt te zijn. Voorzitter, de vrij harde bezuinigingen die terug te lezen zijn in de TURAP en in de begroting komen uit het niets vallen voor mijn fractie. We kunnen hiermee stellen dat nog geen jaar na die conclusie in 2022 het optimistische beeld ver van de werkelijkheid bleek te zijn. Voorzitter, in geen van de stukken vorig jaar werd de Raad ergens gecommuniceerd dat de enorme kosten en toename een reëel risico waren voor het komend jaar. In de begroting 2024 was in de meerjarenraming sociaal domein een afname in de lasten ingeboekt. Toch zijn we vandaag, voorzitter, met elkaar in gesprek over hoe het met onze jongeren gaat in de gemeente, hoe het met de jeugdhulp gaat, maar ook naar de vraag naar jeugdhulp en de ombuiging die we moeten tewerkstellen tot wel 2,1 miljoen in 2028. Eronder ligt natuurlijk een verhaal van toename in de zorg, toename in de zorgkosten en dat laatste nog veel harder. Als je de regiovisie erbij pakt. Mijn eerste vraag aan de wethouder is: uit alle stukken die ons voorliggen vanavond blijkt dat de toename wordt gelinkt aan langetermijntrends. Maar voorzitter, jongeren in Leidschendam-Voorburg hebben vorig jaar niet massaal de telefoon ontdekt. Jongeren in Leidschendam-Voorburg hebben niet massaal besloten school te uitdagend te vinden vorig jaar. Wat heeft de gemeente, wat heeft de wethouder en wat hebben wij als Raad vorig jaar gemist dat we deze stijging aan het vragen en kosten niet zagen aankomen? Kortom, voorzitter, kan de wethouder uitleggen wat hier aan de hand is? Dan, voorzitter, de regionale lokale plannen om de kosten nog verder te beheersen. We kunnen het. De CDA-fractie kan zich in beide in grote lijnen wel vinden. Wel valt me op dat als ik deze stukken doorlees dat een aantal thema's en oplossingsrichtingen zijn, bijvoorbeeld het normaliseren en afbakenen, het inzetten op collectieve zorg, meer sturing in de jeugdzorg, terugdringen, kosten budgetteren en het aanpakken van verblijf en anders inrichten toegang. Daar laat ik heel en laat ik heel duidelijk zijn. Veel van deze punten hebben we met elkaar eerder besproken en kunnen op de steun van het CDA rekenen. Specifiek denk ik dat het CDA van die zaken echt van belang ziet. Eén, het inzetten op toegang, zoals mevrouw Van den Heuvel net ook terecht benoemde, het liefst integraal domeinoverstijgend in de wijk. Twee, het aanpakken normaliseren. Jeugdzorg is niet de oplossing voor alle sociale vraagstukken. We moeten voor onszelf duidelijk maken wat geen zorgvraag is en waar onze zorgplicht echt begint en welke hobbels in de ontwikkeling van het kind gewoon bij opgroeien horen. En het derde, het inhalen en budget naar professionals. Jeugdzorg is kiezen in schaarste en we moeten nog meer dan nu die keuze ook leggen bij de mensen die zorg verlenen, juist omdat zij beter zijn in het prioriteren van zorg en zodat we het meest bereiken met de middelen die we hebben. En voorzitter, dan moet ik de wethouder en mezelf een spiegel voorhouden als ik deze dingen zeg. Want ik heb ook het voorbereidingsstuk over de regiovisie in 2020 erbij gepakt en ik heb niet de tijd om dat helemaal te gaan citeren, maar de samenvatting destijds was dat we met elkaar, en dat was 4 jaar geleden, zeiden dat we gaan inzetten op resultaatgerichte inzet en ondersteuning, inzet op tijdelijke hulp, integraal en systeemgerichte jeugdhulp. Eerst kijken naar de eigen kracht van het netwerk, de voorliggende voorzieningen, het lokale team en dan pas jeugdzorg. Hier lezen we dus veel overlap met de nieuwe plannen om kosten te beheersen. Het plan van in 2020 benoemde deze thema's. Hoe kan de wethouder vanavond stellen dat we daadwerkelijk in staat zullen zijn om met deze plannen die in de raadsbrief staan het verschil te maken? Kan de wethouder aangeven dat we nu met elkaar het roer gaan omgooien? Met hetzelfde recept gaan we echt geen ander eten krijgen. Daarbij geef ik aan dat we in 2023 zijn begonnen met een fundamenteel gesprek. Langzamerhand verwacht ik ook een aantal fundamentele voorstellen. In het kort, voorzitter, het CDA snapt niet waarom we niet wisten dat de kosten en de vraag naar jeugdzorg zouden toenemen en het CDA wil dan ook van de wethouder weten hoe hij ervoor gaat zorgen dat we nu echt andere keuzes maken in hoe we de... Oké, de microfoon werkt niet meer volgens mij. Oh, wel. Oh, is iets zachter nu. Oké. En hoe het CDA en hoe de Raad daarin mee wordt genomen. Want voorzitter, ik verwijs dan ook naar de unaniem aangenomen motie van het CDA, waarin de Raad ook aangaf aan de voorkant meegenomen te willen worden bij het opstellen van een nieuw uitvoeringsplan. Voorzitter, tot zover mijn bijdrage in eerste termijn.
Ja dank u wel, voorzitter. Laat ik mijn bijdrage beginnen met een compliment aan de wethouder en aan zijn ambtenaren. Hun betrokkenheid bij het welzijn van onze jongeren en hun goede bedoelingen staan wat mij betreft als een paal boven water. Mogen ze wel even deze kant opkijken. En de bijeenkomsten die zijn georganiseerd in het kader van het fundamentele gesprek maakten voor mij nog eens extra duidelijk hoe graag ze binnen de grenzen van wat de gemeente kan, willen werken naar een situatie waarin elk kind gezond, geliefd en veilig kan opgroeien. Ook is D66 enthousiast over de insteek, waarbij het kind niet als geïsoleerd geval bekeken wordt, maar binnen de context van gezin, school en omgeving. Maar, voorzitter, tijdens het bestuderen van de stukken ter voorbereiding op dit debat bekroop mij een gevoel, wat bij mij wel vaker naar boven komt bij het onderwerp jeugdhulp. Want ondanks dat ik alle stukken meerdere malen heb doorgelezen, vraag ik me nog steeds af: wat heb ik nou eigenlijk gelezen? Wat is precies de stand van zaken en wat gaan we nou precies doen om de richting op te bewegen waar we naartoe willen? Nu had ik ook iets over de situatie in Leidschendam-Voorburg, maar dat heeft collega Van den Heuvel duidelijk uitgelegd, dus dat sla ik even over. Maar het is wel belangrijk om in kaart te krijgen wat precies de stand van zaken is in Leidschendam-Voorburg als het gaat om het aantal jongeren met jeugdhulp. En wat nou de oorzaak is van de groeiende kosten. Want zoals collega Van den Heuvel zei, de stukken spreken elkaar een beetje tegen, want wat de oorzaak is, dat maakt nogal uit voor welke beheersmaatregelen je toepast, dus daar zou ik graag een reactie van de wethouder op horen. Daarnaast zorgde ook de raadsbrief over de kostenbeheersing bij mij voor nogal wat vraagtekens. Dat het huidige stelsel onhoudbaar is, dat is ons duidelijk. We erkennen dat er moeilijke keuzes gemaakt moeten worden, ook financiële, en jeugdzorg blijft natuurlijk een complex onderwerp. Maar wat D66 betreft, moet dat wel altijd met het belang van het kind voorop. Wij vinden dat ieder kind, wanneer nodig, de hulp moet krijgen die het nodig heeft om normaal te kunnen functioneren in de samenleving. En hoewel ik de goede intenties van de wethouder, zoals eerder gezegd, niet in twijfel trek, baart deze raadsbrief mij wel zorgen. Want in de regionale aanpak kostenbeheersing zijn de financiële doelen en de doelen met betrekking tot de afname van jeugdhulpgebruik glashelder. Maar de inhoudelijke doelen en de acties om tot die kostenverlaging te komen, die blijven vaag. Want wat wordt er bedoeld met acceptabele wachttijden? Voldoende aanbod van verblijfs- en ambulante voorzieningen van goede kwaliteit? De samenhang tussen jeugdhulp en aanverwante domeinen versterken of sturing op het regionale zorglandschap? Ik heb nog een heel lijstje van dit soort vaagheden, maar ik begrijp, denk ik, wel wat ik bedoel. Dit soort taal maakt dat ik het risico zie dat ik me zorgen maak dat de bezuinigingsopgave leidend wordt en dat de benodigde inhoudelijke veranderingen een beetje tussen wal en schip gaan vallen. Ik zou graag van de wethouder willen horen hoe hij dat gaat voorkomen. Daarnaast komt er ook nog een lokaal plan, lezen we. Ik vind het jammer dat we niet vanavond in samenhang dat plan met de andere stukken kunnen bespreken. Maar ook het tipje van de sluier dat al wordt opgelicht in de raadsbrief roept bij mij heel veel vragen op. Want hoe is de wethouder gekomen tot het doel van een halvering van het aantal gebruikers van de jeugdhulp? Hoe is dat onderbouwd en welke afspraken gaan we dan maken met verwijzers en wat zijn in hemelsnaam stoeltjesgroepen? Gaan er kinderen tussen wal en schip vallen door het verleggen van de focus naar collectieve voorzieningen? Hoe gaan we bepalen wie dan echt jeugdhulp nodig heeft en wie niet? Dat lijkt mij toch niet met een schaartje te knippen. En, wat bedoelt de wethouder precies met de passage over budgetplafonds? Voorzitter, ik sluit af met mijn standaardopmerking over jeugdhulp. Ik ben opnieuw confused at a higher level. En hoe hoger ik kom, hoe groter mijn verwarring en dat kan toch eigenlijk niet de bedoeling zijn, denk ik. Ik hoop daarom van harte dat de wethouder nu wel duidelijkheid kan scheppen. Dank u wel.
Voorzitter, vanavond bespreken we in deze commissie de informerende raadsbrief monitor Jeugd 2023 en ik, ChristenUnie, dank de betrokken ambtenaren voor het opstellen van dit stuk. Voorzitter, waar jongeren mee te maken krijgen is niet mals: prestatiedruk, stress, sommigen daarbij ook nog een instabiele thuissituatie. En als je dan even wilt ontspannen, ligt verslaving of ongezond gebruik van sociale media, appen en gamen op de loer. Tegelijkertijd moeten we bezuinigen, dat is wel duidelijk. De kosten voor de jeugdzorg lopen uit de pas en daarnaast moeten we ons als gemeente in 2026 schrap zetten voor het ravijn. Dan is de vraag, hoe zorgen we ervoor dat onze jeugd niet de dupe wordt van deze bezuinigingen? En de ChristenUnie weet ook: meer geld hoeft niet altijd te zorgen voor de oplossing van het probleem. Maar de komende jaren zijn zorgwekkend. De ChristenUnie zou graag van de wethouder willen weten hoe we er nu voor kunnen zorgen dat onze jeugd in de toekomst hier niet de dupe van wordt. Wat voor preventieve acties zet het college in op verslavingspreventie, sociale media en gamen? En voorzitter, we hebben allemaal ons eigen kruis te dragen en soms lijken die kruisen op elkaar. Weten we elkaar dan te vinden om elkaar te helpen, kunnen we onszelf in elkaar herkennen en kunnen we elkaar weer erbovenop helpen? Onderneemt het college actie op dit gebied als het gaat om de bovengenoemde problemen die spelen bij onze jeugd? En dan nog een laatste specifiekere vraag over een veilig thuis. Een daling van het aantal meldingen kan natuurlijk twee dingen betekenen: of het is echt veiliger thuis, of het is helemaal niet veilig thuis, maar wordt er minder gemeld en ook dat kan natuurlijk allerlei redenen hebben. Wat is de interpretatie van de wethouder op deze dalende cijfers? Tot zover, dank.
Dank u wel, Voorzitter. Voor ons ligt het stuk monitor jeugdhulp, een stuk dat in de ogen van Gemeentebelangen de oude wereld van jeugdhulp is. De wereld waarin de organisatie rond de jeugdhulp de laatste 30 jaar ondanks allerlei bezuinigingen en aanpassingen steeds weer in dezelfde valkuilen stapt. De problemen in de jeugdhulp komen steeds meer per boemerang terug. En hoe harder je het hebt weggegooid, hoe harder die terugkomt. Gaan we nu voor de zoveelste keer dezelfde fout maken en sluiten we nu weer een convenant met allerlei partijen of gaan we nu voor creatief maatwerk? Zet de kinderen en hun ouders van Leidschendam-Voorburg, Stompwijk centraal en plaats de organisatie eromheen als een noodzakelijk vangnet. Sluit bij wijze van spreken een convenant met de ouders en de eerstelijns professionals. We moeten nu echt kiezen voor het fundamentele gesprek. Tijdens mijn medespeech afgelopen raadsvergadering heb ik hierover een oproep gedaan. De vraag aan de wethouder is dan ook welk tijdspad hij voor ogen heeft om het fundamentele gesprek aan te gaan en een oproep aan een aantal partijen in de Raad om hierin de wethouder mee op te trekken, zodat wij als Raad de kaders kunnen opstellen. Graag een reactie van de wethouder hierover. Moeten we dan helemaal niets met deze monitor? Jawel, maar wel iets. Maar we moeten hier het laaghangend fruit alleen maar uithalen en kijken hoe we op korte termijn met minder overheid kunnen sturen. We steunen daarom de aanpak kostenbeheersing jeugdhulp. Maar wat in onze ogen misschien wel nog opvallender is, is dat in het laatste hoofdstuk pas de ouders en de kinderen weer aan het woord komen. Een heel mooi voorbeeld van organisatie centraal. Ik zal nu een voorbeeld geven wat wij bedoelen met de fundamentele verandering. Onderstaand is te lezen in hoofdstuk 8, de conclusie. Veilig opgroeien is niet voor alle kinderen de realiteit. De overheid kan in dat geval ingrijpen met een jeugdbeschermingsmaatregel. Dit gebeurt in onze regio de laatste tijd steeds minder. In 2023 nam het aantal jeugdbeschermingsmaatregelen in de regio Haaglanden fors af. Uit het onderzoek van dit jaar is gebleken dat de hele sector steeds vaker twijfels heeft bij de legitimiteit van dergelijke maatregelen. De jeugdbescherming is qua personele bezetting nog steeds kwetsbaar. De landelijk ingevoerde caseloadverlaging en de kwaliteitsverbeteringen moeten leiden tot een afname van de werkdruk en een verloop van het personeel. Ook de jeugdreclassering liep in 2023 verder terug in aantal, hoewel de zwaarte van de problematiek verergerde. Als je de eerste zinnen leest, denk ik prima. Veilig opgroeien is het uitgangspunt en de kinderen en ouders centraal. Maar dan komt het, dan gaat men op in haar eigen organisatie en de werkdruk en het verloop van het personeel. De speerpunten zijn niets meer over de kinderen. Laten we ons met zijn allen inzetten voor een toekomst waarin de kinderen veilig kunnen opgroeien en waarin we daadwerkelijk het verschil kunnen maken voor de jongeren die onze hulp het hardste nodig hebben. Daar hoort een effectief en efficiënt apparaat bij ter ondersteuning. Het moment is nu. De huidige regiovisie jeugdzorg loopt in 2026 af. De kaders worden dan door de raden opnieuw vastgesteld. Tot zover, Voorzitter.
Ik zie alleen ook mijn kaartje er helemaal niet in gestopt, zo gehaast hier naartoe. Maar jullie weten onderhand wel wie ik ben, hoop ik, dus dat komt goed. Ja, ik proef vanavond ook weer eigenlijk heel erg wat mevrouw Vogelaar ook zei: confused zonder high level, daar herken ik mij in vaak als we het hebben over de jeugdzorg. Maar juist de momenten dat het mij steeds duidelijker werd wat de problemen zijn en wat er nodig is, is als we het hebben over dat fundamentele gesprek, als we het juist hebben over die kinderen. En als ik bijvoorbeeld ook kijk naar de GGD-monitor die is meegestuurd, die veel meer ingaat op hoe gaat het nou met onze jeugd in plaats van hoe gaat het nou met onze instellingen? Hoeveel zien we in de ambulante zorg, hoeveel zien we in die zorg? En ik denk dat dat voor mij en voor GroenLinks ook een heel belangrijk startpunt is als we het gaan hebben over jeugdzorg. Bij dat fundamentele gesprek, bij wat zien we nu bij onze jeugd en wat zien we dat er nodig is? En niet zozeer vanuit de instellingen of de financiën te starten. Natuurlijk is dat iets waar we ons toe moeten verhouden, daar zijn we ons ook zeer van bewust. Die kosten die stijgen de pan uit en dat is iets wat je niet wil, je wil ook niet dat steeds meer kinderen de jeugdzorg nodig hebben, maar dan moet je juist niet beginnen bij de jeugdzorg, maar bij welke problemen zien wij in onze samenleving en hoe kunnen we daarop op alle vlakken acteren? Dat is dan ook een vraag die ik gelijk bij de wethouder wil neerleggen, want eerder hebben wij volgens mij raadsbreed een motie over de monitoring ingediend dat wij dus inderdaad bijvoorbeeld meer van dit soort GGD-indicatoren bij die stukken willen, zodat wij als we het hebben over dit soort zaken, als we dit soort debatten voeren, niet alleen maar bezig zijn met die instellingen, met de financiën, met de cijfertjes, maar het juist echt kijken naar de jongeren en de kinderen in deze gemeente en daarover het debat kunnen voeren en daarop ook kunnen handelen en kunnen sturen. Dus de vraag of dat nog duidelijker zou kunnen dan nu is dus niet als extra bijlage, maar juist in die stukken die fundamenteel gaan over hoe gaat het met onze jeugdzorg? Juist nog meer ingaan op hoe gaat het dan ook echt met onze kinderen en jongeren? En daar komt ook bij dat er een aanpak nodig is op alle terreinen en op verschillende problemen die je ziet bij jongeren. Dat gaat dan bijvoorbeeld ook over armoedebeleid. Dat gaat over het algemeen bespreekbaarder maken van mentale gezondheid op scholen, bijvoorbeeld via de schoolpsycholoog, zoals we in de LEA hebben aangegeven. Dat gaat over ondersteuning van nieuwe en jonge ouders en dat gaat over genoeg geld aan sport en cultuur, zodat jongeren hier hun ei kwijt kunnen in plaats van dat ze thuis alleen maar gaan gamen of achter de smartphone verdwijnen. En ik denk dat dit ook onder andere de alternatieven zijn waar ik ook een beetje proef dat dit college naartoe wil, als we het hebben over de willen bezuinigen dat dat dan de alternatieven zijn. Tegelijkertijd willen we daar ook kritisch op zijn, omdat het woord alternatieven al ongeveer 6 jaar wordt genoemd. Misschien dat mevrouw Van den Heuvel daar dan ook nog meer over mee kan praten dan ik, want ik ben hier nog wat korter, maar er wordt al heel vaak gezegd, we moeten alternatieven vinden en dit gaat hem voor een besparing zorgen. Maar tegelijkertijd zien we juist dat die kosten oplopen en blijft het nogal vragen wat die alternatieven dan zijn en wat die daadwerkelijk bieden, dus dat is daarmee ook gelijk een vraag die ik wil stellen, wat zijn nou de alternatieven die we de afgelopen 6 jaar hebben gezien, werken die en wat zouden nu de alternatieven zijn die we kunnen bieden? En ik denk dat dit ook gelijk toont de verwarring die ik zelf ook een beetje voel, want ja, we moeten inderdaad vanuit dat fundamentele gesprek over de hele breedte gaan kijken, hoe zorgen we nou dat onze kinderen en jongeren gewoon veilig en fijn opgroeien, zoveel als mogelijk en tegelijkertijd ook daar niet te optimistisch over moeten zijn en niet te vlug dan maar ook vanuit de financiën willen sturen op besparing of dat soort zaken, omdat we gewoon zien dat het lastig is om echt goede alternatieven te vinden. En ik denk dat we daar onze tijd voor moeten zoeken voordat we keihard een boemerang gaan gooien. Keihard weer allerlei paden gaan bewandelen als het meer gaat over die sturing binnen de jeugdzorg, omdat dat gewoon toch iets lastigs blijkt. Nou, ik hoop dat we hier een beetje een verhaal uit kunnen opmaken, maar toont gelijk ook de verwarring waar ik ook mee begon. Die een beetje de jeugdzorg omvat tot zover. Dank u wel tenslotte.
Wel, voorzitter. Jeugdzorg is steeds meer een vangnet geworden voor maatschappelijke problemen, zoals prestatiedruk, bestaanszekerheid en eenzaamheid. Nog meer jeugdzorg is niet de oplossing voor deze problemen. Voorzitter, dat zei Marjolein Moorman, wethouder in Amsterdam voor onze partij, onlangs op tv. En het is een gedachte die ik ook teruglees in de stukken die voor vanavond zijn geagendeerd en, voorzitter, daar kan ik me ook wel in vinden. Sinds ik zelf een kind heb, is er een nieuwe wereld voor me opengegaan. Ik spendeer sindsdien aardig wat uren in de speeltuin en daar is goed te zien hoe verschillend kleine mensen kunnen zijn. De één duikt onverschrokken de glijbaan af en de ander zit in een hoekje te observeren, net als grote mensen eigenlijk. Het zijn variaties die we moeten vieren en niet moeten problematiseren. Voorzitter, betekent dat dan dat het goed gaat met onze kinderen? Nee, dat is helaas het antwoord daarop. De mentale gezondheid, zeker onder jongeren en dan nog meer onder meisjes, staat enorm onder druk. Meer dan ooit dus, voorzitter, we kunnen niet simpelweg zeggen minder jeugdzorg. Dan moeten we namelijk wel aan die andere dingen werken: aan bestaanszekerheid, tegen die prestatiedruk en tegen eenzaamheid. En daar kan het in de ogen van de PvdA beter. Vorige raadsvergadering bleek dat deze coalitie niet wil investeren in het armoede- en in het cultuurbeleid. En eerder hebben we ook pittige debatten gehad over de subsidies voor maatschappelijke organisaties, zoals het jongerenwerk en de bibliotheek, die pedagogische basis. Waar bestaat die dan uit volgens de wethouder, en wat doen wij daarin als gemeente? Daarom mijn eerste vraag. Meer specifiek ben ik verder benieuwd, mevrouw Van den Heuvel refereerde daar al aan, naar de stand van zaken rondom onze motie lokaal aan de slag voor een betere jeugdhulp om lokale teams te vormen en te versterken. En naar de ervaringen van onze jeugdconsulenten op school en tenslotte naar de betrokkenheid van Jong doet mee, onze ervaringsdeskundigen die we in deze gemeente hebben. Ik las over hun belangrijke werk in de regio monitor. Maar ik vroeg me ook af op wat voor manier zij zijn betrokken bij ons lokale beleid. Tot zover, dank u wel.
Dank u wel, dan kijk ik naar de wethouder, maar dit verzoek eerst even. Kunt u uw collega naast u in functie even voorstellen en dan kunt u van start met de beantwoording van de vragen?
Voorzitter, dank u wel. Ja, voorzitter, een hele rits vragen en zorgen, verwarring. En dan is het ook aan mij om een keuze te maken om genuanceerd antwoord te gaan geven met het risico dat we hier de klok een paar keer omver zien draaien, of dat we proberen die nuance iets achterwege te laten, maar daarmee dus ook wel eens wat scherper te zijn en daarmee juist onrecht te doen aan de nuance. Ik ga proberen daartussenin ergens te komen, voorzitter. Ja, laat ik beginnen bij de VVD. Op zijn Cubaans had ik verwacht dat hier de stroom uit zou vallen, maar misschien was het een andere referentie, weet u misschien meer, bedoelt voorzitter. Een aantal blokken die meegegeven zijn, een aantal vragen startend, een regiovisie, de monitor kostenbeheersing en de toegang. En eigenlijk begint mevrouw Van den Heuvel met een vrij, nou, laten we het gewoon een gewetensvraag noemen. De ambities vanuit de regiovisie en hoe kijkt de wethouder daarnaar of die ambities worden waargemaakt en nou. Daar ga ik op antwoorden dat ik hier geen confetti bij me heb om te vieren dat dat nou allemaal zo succesvol gaat. Het is een complex vraagstuk waarbij we ook met Sharon Stellaard in het achterhoofd weten dat het stelsel in zichzelf heeft dat het groeit en dat het ook een aantrekkende werking heeft en dat je zonder fundamentele keuzes, daar kom ik later op, daar ook niet uit gaat komen. Daar komt nog eens bij dat we vanaf de start eigenlijk van de regiovisie ook nog andere zaken mee te maken hebben gehad die ook de aandacht hebben afgeleid van het uitvoeren van deze ambities. Ik noem ook een Haags toekomstperspectief en dat is geen excuus natuurlijk om daarachter te verschuilen, maar het heeft heel veel gevraagd, ook van onze ambtelijke inzet, om dat op een goede manier samen op te laten trekken waarvan je kan afvragen of dat ook wellicht ten koste is gegaan van de inzet en de ambities die zijn verwoord in de regiovisie. Dus ik ben niet hier super, nou laat ik zeggen, zelf overtuigd dat we die ambities nu heel erg aan het halen zijn en dan refereer ik eigenlijk ook wel naar de inbreng van de heer Klaarhamer van ja, hebben we daar nu echt? Zijn we nou binnen dat stelsel van jeugdhulp deze ambities gaan najagen of zitten we binnen dat stelsel te werken dat in zichzelf heeft dat het uitbreidt? En ik denk eerlijk gezegd het laatste. Ja, voorzitter, dan wordt er ook gevraagd van is er dan ook nog een moment hier om op te reflecteren? Ook op de monitor of op de, ik bedoel, op het uitvoeringsplan dat in de maak is. In mijn beleving hebben we bij het vorige uitvoeringsplan hem in het bestuurlijk overleg jeugd in concept vastgesteld en hebben hem in de Raad erna ook nog besproken voordat hij definitief in het bestuurlijk overleg jeugd is vastgesteld. En dat kan inderdaad niet anders omdat er twee gemeenten zijn die hebben afgesproken met een gemeenteraad dat die in de gemeenteraad vastgesteld moet worden. Als daar een andere behoefte ligt van de Raad, dan hoor ik dat ook graag, maar in ieder geval mijn insteek is om wel de Raad in de gelegenheid te stellen daar ook op te reflecteren en ook zaken mee te geven bij het opstellen van het nieuwe uitvoeringsplan. Meneer Koster.
Ja, om daar dan gelijk een vraag aan de wethouder te stellen. De Raad heeft eerder ook aangegeven, wellicht voordat er al een volledig uitgewerkt stuk ligt, mee te praten. Wordt daar nog invulling aan gegeven? Ja, voorzitter.
Voorzitter, het zijn natuurlijk ook deze gelegenheden om zaken mee te geven. Ik kan. Ik heb ook toegezegd volgens mij vorige keer dat we nog met een procesbrief of in ieder geval een schema zouden komen of een tijdlijn waarin er inderdaad ook gekeken wordt naar wat de positie is van de Raad om zaken mee te geven. Ja, daar moeten we volgens mij inderdaad nog op terugkomen. We staan nog aan de voorkant van dat proces, dus daar is zeker nog ruimte voor. Dan moeten we even een vorm vinden hoe we daar op een goede manier invulling aan kunnen geven.
Ja, dan een vervolgvraag daarop. Het uitvoeringsplan is dan voor '25-'26. We zitten eind '24. Wordt dan dit jaar nog een uitvoeringsplan naar ons opgestuurd of gaan we, zoals 1,5 jaar geleden, lopende het jaar '25 het uitvoeringsplan voor '25 pas bespreken en...
Voorzitter, daar kom ik liever later nog heel even op terug. Hoe dat proces precies uitgelijnd is, maar deze vraag noteer ik even. Voorzitter, ik ga graag even door op een hele terechte vraag en die wil ik ook graag in samenhang beantwoorden met het punt van mevrouw Veld over hoe het nou eigenlijk gaat met onze jeugd. Mevrouw Van den Heuvel geeft aan van, hé, kunnen wij nou uit deze monitor ook een beeld schetsen wat nou ongeveer de top 5 zaken zijn waar wij echt typisch in onze gemeente mee te maken hebben, waarbij bijvoorbeeld dyslexie iets is wat eruit springt. En wat zouden we daar nou ook, wat nu nog misschien een individuele aanpak heeft, waar zouden we dan misschien ook wel, althans nu vind ik het wellicht in, maar ook met collectieve voorzieningen kunnen komen of misschien wel een verdiepingsslag daarop kunnen maken van wat speelt hier nu? Zijn wij nou zo afwijkend ten opzichte van andere gemeenten? En ja, dat is wel de inzet die wij willen, die wij willen inzetten. Dus laat ik het zo zeggen, daar willen we wel naartoe, want het is nu natuurlijk over ja, we informeren over een aantal trends, maar hoe anticiperen we daarop? Dat is wel echt de beweging die we moeten gaan maken, waarbij we ook minder gericht moeten zijn op het aanbod. Ik denk dat nu vooral ook het aanbod wat er is een belangrijke kracht is, ook voor wat wij ook dan uiteindelijk ook inzetten en dat moeten we omdraaien. We moeten de vraag stellen, hoe gaat het met onze kinderen, hoe gaat het met onze jongeren in deze gemeente? Waar lopen zij tegenaan en wat hebben we dan nodig collectief ook om deze groep kinderen of de ouders of de omgeving of te kunnen ook het onderwijs zelf zijn om beter in staat te zijn op deze vragen een antwoord te hebben, en ik vind dat we die slag nog moeten maken. Dus ik denk dat we heel veel data hebben. Nou, hartstikke goed, maar wat doe je daar uiteindelijk mee? Ik denk dat we daar nog wel een slag te maken hebben. Ja voorzitter, dan kom ik...
Ja voorzitter, niet om flauw te doen, maar we hebben daar nog een slag te maken. Ondertussen zijn we nu 6 jaar na de decentralisatie, misschien nog wel langer, volgens mij 2014. Toch dacht ik 2015, wanneer gaan we dat dan doen?
Ja voorzitter, nu. Gisteren, vandaag, morgen, en dat klinkt ook flauw. Dat is ook niet zo bedoeld. Maar wat ik al zei, ik zie, en daar zijn wij natuurlijk niet de enigen in als gemeente, dat wij heel aanbodgericht zijn en wij ook een lange tijd het aan de aanbieders hebben overgelaten, teveel aan de aanbieders hebben overgelaten. De analyse van wat er aan de hand is, en daar zijn aanbieders die daar heel goed mee om weten te gaan. Maar we moeten daarin ook niet naïef zijn. Het is ook wel zo dat een hamer altijd een spijker zal zien en dat heeft ook dus een werking dat de vraag, althans het aanbod, toeneemt en de vraag volgt. En dat is een perverse prikkel in dat systeem wat we moeten zien. Dat is wat we moeten doorbreken en dat betekent dat we terug moeten naar wat we zien gebeuren. Er zijn een aantal maatschappelijke trends, inderdaad hier net al besproken: prestatiedruk, verslaving, eenzaamheid. Allemaal zaken waarvan je echt wel kan stellen dat dat maatschappelijke vraagstukken zijn en die moeten wij beter begrijpen. Ook vraagstukken in het onderwijs, dus lerarentekort. Nou, in de klas van 30 kinderen in een moeilijke wijk, dan is een jonge leerkracht. Dan is een kind al heel snel te druk en dan ligt er ook een prikkel, ook in belang van de andere kinderen, om te kijken of we dat kind wellicht niet buiten de klas om op een andere manier kunnen helpen. Die hulp is er dan niet en dan dreigt er een situatie waarin een kind tussen wal en schip dreigt te vallen. Daar zit geen kwaadaardigheid in, maar dat is wel het stelsel wat nu helemaal vastloopt en dat moeten we zien te doorbreken. We moeten veel beter doorhebben en veel beter zien wat er gebeurt, bijvoorbeeld op school. Waar hebben gezinnen mee te maken en hoe kunnen wij als gemeente, maar ook inderdaad die andere partijen in de samenleving, hoe kunnen we daar nou beter gezinnen en kinderen ondersteunen? En dat is niet inderdaad meer jeugdzorg. Dat is een symptoombestrijding. En dan...
Ja dank voorzitter, want ik ben het helemaal eens met de wethouder. Ik denk dat dit ook de volgende stap is na dat fundamentele gesprek, wat doe je daar dan mee? Nadat je dus juist inderdaad die fundamenten gaat opzoeken? Want ik herken in deze Raad, maar ook daarbuiten dat inderdaad nog wel verwarring is over waar precies de problemen zitten en al helemaal, hoe gaan we daar dan mee om? Maar dan vind ik een antwoord vanuit de wethouder, ja, we moeten hier echt wat mee wel een beetje te weinig, dan wil ik eigenlijk morgen een plan van aanpak, hoe gaan we dit dan meten, wie gaan we hierover spreken, welke experts, welke sociologen, welke psychologen gaan wij hier niet per se de gemeente aantrekken, maar wel met hen bespreken om daar echt een plan van aanpak op te maken? Want we moeten wel, we moeten wel wat. We kunnen niet nog langer wachten met het fundamentele gesprek. Ik pak
Ik sluit me eigenlijk aan bij de vragen van collega Veldt. Heel simpel gesteld, hoe dan, want ik hoor de wethouder ook even aan het begin zeggen dat hij geen confetti bij zich heeft, omdat we de doelen uit de regiovisie misschien niet gaan halen. Dat lijkt mij genoeg reden voor alarm en bijsturen, dus ik hoor graag van de wethouder hoe hij dat ziet.
Voorzitter, we komen eigenlijk al heel snel tot de kern vanavond inderdaad, want dit is natuurlijk wel een van de onderdelen die het meest hardnekkig is. En een sector waar ik 100% van overtuigd ben dat alle mensen die daarin werken vanuit een intrinsieke drive elke dag proberen het beste te doen in het belang van kinderen. Maar waar we ook eerlijk moeten zijn dat we zijn doorgeslagen in het willen helpen en het altijd het blijven inzetten en opnieuw proberen weer te kijken van welke dingen, welke behandelingstrajecten aanslaan. Ik heb hier een boek bij me liggen, "Baat het niet, dan schaadt het wel." Het heeft echt schadelijke effecten en dit is het meest hardnekkig inderdaad. Hoe doorbreek je dat? En daar ben ik het helemaal mee eens. Daar ben ik ook van overtuigd en dat zal ook in ons actieplan terug moeten komen dat naast de cultuurverandering dat daar ook een opening moet zijn om andere disciplines en andere beelden toe te laten. En dat kan inderdaad. Dat kunnen sociologen zijn, want we zijn heel erg geënt op de behoefte van het individuele kind en we zijn moeilijk of we zijn niet goed in staat om te kijken. Maar wat hebben kinderen als gemeenschap in een gemeenschap in samenhang met elkaar, in samenleving met elkaar nodig en daar heb je inderdaad ook andere disciplines bij nodig dan alleen vanuit de hulpverlening. En dat zou ook in het actieplan zal daar een aanzet gegeven moeten worden. Van hoe gaan we welke disciplines hebben we daarbij nodig om tot een betere probleemanalyse te komen en niet het probleem bij het kind te leggen, maar bij de context waarin het kind opgroeit. Dat ben ik helemaal eens en dan kom ik ook even van hoe vertaalt dat zich dan ook financieel wat ik allereerst even weg wil nemen voorzitter is dat dit plan wat naar dat daar de raad toe komt dat dat ingegeven zou zijn vanuit een financiële, ja bezuinigingsopgave. Het is echt precies omgekeerd. Ik ben ervan overtuigd dat we op dit moment het veel beter voor kinderen kunnen doen en daar is heel tegen natuurlijk wellicht juist minder geld voor nodig naar jeugdzorg. Er is minder jeugdzorg nodig. Alternatief ik snap de allergie tegen dat woord, want dat zeggen we natuurlijk al jaren. Daar hoort inderdaad dat fundamentele gesprek bij. Hoe willen wat voor gemeente willen we zijn voor kinderen om hier gezond, veilig en kansrijk op te groeien. Ja, en daar horen daar horen ander soort gesprekken bij inderdaad en daar is echt minder geld ook voor nodig. Sterker nog, meer geld naar jeugdzorg maakt alleen maar dat het systeem alleen maar gaat uitdijen en 2 miljoen? Ja natuurlijk, dat is ambitieus en het is hier niet de plek om in allerlei anekdotes terecht te komen. Maar als je kijkt op onderwijs. Ook in het land waar er gekeken wordt van waar jeugdzorg ingezet wordt, waar bijvoorbeeld een pedagoog bij is gekomen en is gaan kijken en heeft gevraagd van kom nou eens met twee alternatieve verhalen. Wat hier ook aan de hand kan zijn in plaats van jeugdhulp inzetten, bleek een kind bijvoorbeeld gebaat was bij een lidmaatschap van een sportvereniging dat soort echt de meest simpele voorbeelden kom je tegen wat echt per kind soms tot 1000 en euro's kan ja kan besparen om het zo maar te zeggen door ook echt te luisteren en het kind echt te zien. En ja, 2 miljoen nogmaals, het is het dus nou veel geld, maar ik vind ook dat we het moeten doen. Ik vind ook dat er een signaal inderdaad uit moet gaan en ik denk eerlijk gezegd ook dat wij. Dat wij hier ook echt dichtbij moeten komen met randvoorwaarden, ook dat wij. Wij kunnen namelijk niet alleen naar knoppen draaien als gemeente. Wij hebben hiervoor ook vanuit een gedeelde visie het onderwijs nodig, de kinderopvang, de jeugdgezondheidszorg en ook aanbieders om hier gezamenlijk vanuit gedeelde visie stappen in te gaan zetten. En geld is hiermee alleen voor mij iets om het te kwantificeren welke stad we daarin moeten zetten en niet als doel op zich.
Ja, ik ga wel mee in deze redenatie van de wethouder, maar ik vraag me dan wel af. We weten dat dit soort alternatieven, hè? Bijvoorbeeld sport, lang niet voor elk kind toegankelijk is. Is de wethouder dan ook bereid om bijvoorbeeld zijn collega's uit de coalitie er mede van te overtuigen dat het van belang is om daar iets aan te doen, bijvoorbeeld de Ooievaarspas een groter bereik te geven onder kinderen of wellicht wel de inkomensgrenzen daarvan te verruimen? Heeft de wethouder die ambitie dan wel? Eerst mevrouw
Ja, dank u wel, voorzitter. Ik was wat verrast door de uitspraak dat geen enkel kind of heel veel kinderen geen toegang hebben tot sport. Volgens mij hebben we met elkaar de strippenkaart geregeld. We hebben heel veel mooie sportverenigingen die zich juist inzetten voor dit soort groepen kinderen, dus ik ben even benieuwd waar nu de conclusie van de PvdA vandaan komt dat kinderen in Leidschendam-Voorburg geen toegang hebben tot sport.
Volgens mij hebben we dan juist voor die groepen kinderen hele mooie regelingen, namelijk zo'n strippenkaart en een heel bloeiend verenigingsleven wat zich heel hard inzet met vrijwilligers en ook jeugdspelers om juist die kinderen ook een kans te geven. Dus nogmaals de vraag, waar komt uw analyse vandaan?
Dank u wel, voorzitter. Die analyse komt volgens mij uit, dat hebben we twee weken geleden nog in het armoedebeleid besproken, dat de Ooievaarspas, ik geloof, een bereik heeft van nog niet eens de helft van de gezinnen die daar recht op zouden hebben. Dus daar lijkt volgens mij een wereld te winnen. Wellicht is mevrouw Van den Heuvel daarmee eens.
Nou, dan zit daar de ruis, want het is niet de ooievaarspas die bij ons zorgt voor toegang tot sport alleen maar. We hebben speciale strippenkaarten voor kinderen. En Stichting Ik Word Gesouffleerd Maatwerk.
Ja voorzitter, ik vind het mooi om te zien dat er zowel vanuit links als van rechts breed draagvlak is om kinderen te laten sporten. En welk middel daar dan bij hoort? Dat vind ik dan even ondergeschikt. Ik erken inderdaad dat sport, maar ook cultuur of scouting zaken zijn waarin kinderen in verbondenheid met elkaar gezamenlijk aan een doel werken. Samen zijn bevorderlijk is voor de ontwikkeling van kinderen en dat we dat zoveel mogelijk ook als gemeente natuurlijk moeten stimuleren en dus dat staat voor mij buiten kijf. En daarbij een opmerking nog, want terecht en ik snap het helemaal dat mevrouw Kok natuurlijk aandacht vraagt voor specifiek die kinderen die vanuit hun gezinssituatie en hun financiële situatie niet mee kunnen komen, maar ook in de, laat ik het zo zeggen, in de hogere sociaal-economische trans, gezinnen met hogere sociaal-economische scores. Ook daar speelt bijvoorbeeld hechtingsproblematiek en ook daar hebben we een opgave, dus het gaat nog verder dan dit vraagstuk, dan alleen de sociaal-economische context van kinderen waar ze in groeien. Maar het is een breder vraagstuk. Ja voorzitter, dan is er ook...
De wethouder vertelt over dat we breder moeten gaan kijken. We moeten verder kijken naar het stelsel en er kan minder meer, en daar ben ik het helemaal mee eens. Dat hebben we volgens mij een jaar geleden ook al uitgesproken. Maar we hebben over twee weken een begroting die we als Raad met elkaar moeten bespreken, waar we zien dat de kosten oplopen. We hebben een bezuinigingsopgave of een ombuigingsopgave die zich in de komende drie jaar neerlegt. En wat dit heel erg klinkt als mensen samenbrengen en plannen ombuigen, proef ik niet. Dit is in een jaar mogelijk en dan hebben we het gedaan. En dus voel ik...
Ik zie een soort paradox. Tussen de inderdaad uiteenlopende ideologische overtuigingen die ik met hem deel, dat als we dit allemaal doen in de komende tijd, dat we dan echt iets anders neerzetten. Het idee van gewoon de komende jaren dat we als gemeenteraad een ordelijke begroting moeten neerzetten met elkaar en en die paradox voel ik wel. Ik ben benieuwd of de wethouder die ook voelt.
Ja, ik wil bijna zeggen dat het leven bijna één grote paradox is, voorzitter, dus deze voel ik ook en dat klopt ook. Ik heb het hier ook wel eerder genoemd. Het is langzaam haasten en wat John Stellaard zegt is: we hebben geen tijd om geen tijd te verliezen om de tijd te nemen. Het is een en al paradox. Het is visie en groots denken en klein doen. Dus wat gaan we vandaag doen, hè? Nou, er werd al iets over stoeltjesgroepen net gezegd. We hebben het over, en dat gaat over dat je vanuit de lokale educatieve agenda een programmalijn hebt over de ontwikkeling van het hele jonge kind. Nou, uit wetenschappelijk onderzoek weten we dat die eerste 1000 dagen, en ik kijk mevrouw Kok ook even aan, de eerste 1000 dagen cruciaal zijn in het opgroeien van kinderen en die zijn zo vormend. Ik heb zelf mogen meemaken op de school van mijn dochter, het ging over zelfvertrouwen. Het goede nieuws is dat je als ouder daar invloed op hebt, op het zelfvertrouwen van je kind. Het slechte nieuws is dat je als ouder invloed hebt op het zelfvertrouwen van je kind. Wat ik ermee wil zeggen, is dat we die eerste 1000 dagen die we dus hebben vastgepind, belangrijk vinden. Dat is allemaal wat we zelf allemaal wel niet hoeven uit te vinden. Maar welke interventies horen daarbij? Nou, dan kom ik even bij bijvoorbeeld een stoeltjesgroep, hè? En daar zijn we al mee begonnen. Dat is dat we zien dat bij VVE-groepen, dus voorschoolse educatie, kinderen met een taalachterstand waarvan we vermoeden, vanuit het Jeugd Consultatiebureau denken dat deze kinderen een achterstand oplopen die inderdaad hun moeilijkheden gaat geven om bijvoorbeeld in het regulier onderwijs in te treden. Daar zitten kinderen bij die naast die reguliere vraag voor zo'n VVE-groep vanuit bepaalde gedragsproblematiek eigenlijk niet meer houdbaar zijn en wat eigenlijk teveel vraagt van die pedagogisch medewerkers. Wat zij hebben gevraagd, die kinderen, in dit geval is dan: wij zouden enorm geholpen zijn, want als deze kinderen niet meer houdbaar zijn bij ons op de groep, dan is er geen vangnet. Dus dan komen die kinderen thuis te zitten en dan stapelt de problematiek zich echt op. Dus waar wij behoefte aan hebben is dat wij een professional hebben die op de groep deze groep kinderen in een kleiner verband wat extra begeleiding kan geven. Nou, dat is bijvoorbeeld iets waar we nu al mee zijn begonnen, wat we vanuit de visie dat het fundamenteel anders moet, op die manier invulling aan geven. Mevrouw
Dank je. Het is goed dat er nu eindelijk wel iets meer concreets komt over die stuurgroep, maar wat mij wel een klein beetje ergert tot nu toe is dat er eigenlijk vrij direct door de wethouder wordt gezegd: "Kijk, we komen tot de kern." Maar dat het daarna een en al vaagheden en algemeenheden zijn die worden verteld. Juist als we het hebben over de zaken die nu echt belangrijk zijn, namelijk dat we echt gaan handelen op wat fundamenteel nodig is, dat we daar een actieplan opzetten, dat we daar duidelijk die indicatoren gaan meten van: wat is er aan de hand bij onze kinderen en jongeren en wat zou er helpen om dat te doen? En die kennis die is er wel, want er zijn sociologen, er zijn psychologen, er zijn genoeg mensen die hier wel het een en ander over weten, maar die mensen nodigen we alleen uit om een fundamenteel gesprek te voeren en niet om met een actieplan aan de gang te gaan. En ik wil daar gewoon nu echt een antwoord op horen, dat we daar in de komende 3 maanden voor mijn part echt stappen in gaan zetten, dat daar nu iets op gang wordt gezet. Want als het deze algemeenheden blijven, dan blijven we juist in die boemerang en dan doen we niet wat echt nodig is, wethouder.
Nou, volkomen terechte oproep denk ik zo komende donderdag. We hebben het actieplan in concept liggen en gaan we die ook bespreken met onder andere Sharon Stellaard om te kijken of we niet die boemerang inderdaad in de lucht houden, dus daarop willen we gaan toetsen en wij staan zeker open voor input. We betrekken zeker mensen. Het is niet altijd zichtbaar, maar we betrekken zeker mensen erbij die vanuit hun expertise en ook hun bredere kijk hebben op zaken van: joh, zijn wij nu op het goede pad? Ik vind ook bijvoorbeeld dat we mensen uit het ruimtelijk domein moeten betrekken, ook daarbij op termijn veel.
Mevrouw Vogelaar, ja dank u wel. Ja, collega Veldmeijer maait mij een beetje het gras voor de voeten weg en ik vind het fijn om te horen dat mevrouw Stellaard meekijkt met het actieplan en dat de expertise van verschillende mensen betrokken wordt, maar ik hoor nog steeds niet dat het concreet gaat worden. Ik ben heel blij met de uitleg van de stoeltjesgroepen, maar ik zou graag van de wethouder willen horen dat die toezegt dat we, nou ja, bij de volgende keer dat we dan dat plan bespreken, niet die vage reden als we sturen op het zorglandschap blijven hangen, want dat helpt ons niet.
Ja, dan hoop ik dat ik mevrouw Vogelaar uit kan nodigen om naar de Waterlelie mee te komen. Dan zal mevrouw Vogelaar met eigen ogen kunnen zien wat de concrete stappen zijn. Kinderen die daar nu kunnen blijven in plaats van dat ze, met alles wat tegen hun pedagogisch medewerkers hard ingaat, kinderen weg moeten sturen. En dan nodig ik mevrouw Vogelaar ook uit om op het Maartenscollege te komen kijken naar de schoolpsycholoog, waar we nu ook geld in stoppen om dat verder te brengen. En zo kan ik nog een aantal uitnodigingen doen, maar dan moet de Raad wel op komen dagen.
Nou, ik neem de uitnodiging graag aan, maar het was natuurlijk niet mijn bedoeling om kritiek te uiten op individuele acties, want die lijken mij allemaal helemaal prima. Het gaat me erom dat het voor ons niet altijd duidelijk is wat er dan precies gebeurt. En ik vraag gewoon om een verbetering van die informatievoorziening. Punt
Tekst Voorzitter kijk, daar hebben we ook een communicatie. Locatie en het goed laten zien. Dat is ook iets wat vanuit het sociaal domein. En dat zeg ik dus echt met heel veel liefde voor alle mensen die daarvoor werken, maar niet per se heel goed zijn in het overbrengen voor het grotere publiek waar ze mee bezig zijn. Dus daar voel ik ook een zekere verantwoordelijkheid voor. Om dat, want daar gebeuren echt hele goede en hele mooie dingen in onze gemeente. En daar hebben we denk ik nog wel een slag te maken om dat ook veel beter voor het voetlicht te brengen.
Ik heb meneer Koster, dan mevrouw Veld en dan wil ik de wethouder toch vragen zijn beantwoording weer voort te zetten en dat wil ik even aan de collega's voorleggen. Ook vooral anders blijven we maar heen en weer en heen en weer gaan, meneer Koster. Ja, dank.
Dank voorzitter, kijk los van dat het nog steeds voor mij niet inzichtelijk is, maar daar gaat de wethouder waarschijnlijk over hebben. Waarom we zo in deze positie nu staan? Als ik dit verhaal dan hoor, een psycholoog in het Maartens College waar we bij de LEA over hebben gehad. Dat is een school met een psycholoog op een basisschool, een pilot, dat zijn allemaal pilots, kleine stukjes plakband, plakband. Tegelijkertijd hebben we met elkaar in de komende 3 jaar een enorme ombuiging te werk te stellen en om dan te wijzen naar die vaagheden waar mevrouw Vogelaar het over heeft of dan te zeggen, ja maar dan moet u naar die school gaan, dan ziet u wat dat betekent. Die brug wordt voor mij nog steeds niet gelegd dat we nu dat op al die scholen gaan doen en op al die middelbare scholen gaan doen in de komende jaren, zodat we dat resultaat krijgen. Want anders zie ik niet hoe we de forse opgave die we met elkaar hebben op korte termijn al gaan uitwerken. En die moeten we wel met elkaar ook gaan uitwerken. Mevrouw Veld.
Hier wil ik ook gelijk op reageren en wel ook te zeggen dat de reden dat veel dingen ook in pilots worden gedaan, is omdat deze Raad vaak niet structureel meer geld in bepaalde zaken wil steken. Dus dan wordt het voor 3 jaar gedaan, want dan kan het incidenteel zijn. Dus dat is ook een oproep aan onszelf, denk ik, om bepaalde zaken dus ook door te zetten als die werken. Wat ik nog aan de wethouder wil vragen of hem voor wil leggen, is dat ik denk dat het hele gesprek dat wij hier ook in de Raad voeren, nog niet is ingezet op dat we het gaan hebben over het fundamentele. En daar is dat. Benoemde ik eerder, we hebben het de hele tijd vooral over de aanbieders. En hoeveel kinderen maken hier en daar gebruik van? En dan kan er wel gezegd worden: ja, kom maar een keer mee naar die school. Maar inderdaad, die algehele informatie naar ons moet op een andere toon en moet een andere inkijk bieden om ook hier dat debat te veranderen en ook hier met andere oplossingen te kunnen komen. Want als wij geen inzicht hebben, als zelfs het college geen inzicht heeft in wat die problemen zijn, kunnen wij ook niet kijken: oké, maar hoe willen we daarop sturen? En dat is iets wat denk ik wel al binnenkort ook veranderd kan worden, zodat we daar met elkaar keuzes over kunnen maken. Want daar zullen we ongeacht ook nog met elkaar over van mening verschillen hoe dat dan moet. Maar daar moet wel haast in gemaakt worden. Mevrouw
Ja, dan toch even een vraag, want we zitten hier nu bij elkaar en ik hoor uw oproep en volgens mij hebben we een hele ontvankelijke wethouder hier aan tafel. Dus laten we hem even op weg helpen, hè? U roept, kom nou, kom nou, kom nou, laat ik het eens andersom stellen. Wat is nou het idee van GroenLinks voor de fundamentele verandering? En dan heb ik het niet over: er moet structureel meer geld bij, we gaan de OZB verhogen, we doen iets met parkeren, maar gewoon even fundamenteel. Waar ziet u nou voor echt jeugdhulp, hè, dus niet: we gaan kinderen wat meer begeleiden, maar echt de jeugdhulpgevallen. Waar ziet u nou als GroenLinks de oplossing dan?
Mevrouw Veldman denkt hier dat twee dingen al heel erg fout worden gezegd, namelijk dat het alleen maar zou gaan dat we ergens meer geld in willen steken, maar daar zit dus wel degelijk een idee achter dat we daar iets mee willen. Anders zouden we dat niet doen. En ten tweede dat de ideeën alleen maar moeten gaan over jeugdhulp en dat is de tweede fout die wordt gemaakt, want dat is juist niet hetgeen waar we alleen moeten inzetten. En ik heb ook al voorbeelden gegeven. Ik vind juist bijvoorbeeld het fundamentele gesprek op school waar we ook een motie over hebben ingediend. De schoolpsychologen waar we een amendement voor hebben ingediend. Dat vind ik een hele goede stap in de richting om juist als het gaat over de mentale problematiek al eerder aanwezig te zijn en kinderen, maar juist ook de docenten en ouders al snel concreet op weg te kunnen helpen. Maar dan hebben we het inderdaad ook over armoedebeleid, want een gezin waar armoede heerst is een van de grootste stressfactoren ook voor kinderen. Dan hebben we het over prestatiedruk en daar zal ik heel eerlijk over zijn dat ik niet precies weet wat we daarmee moeten. Maar ik weet wel zeker dat er een hele hoop hele slimme mensen zijn die heel goed sociologische antwoorden kunnen vinden op de problemen die er zijn en de antwoorden die we daarop kunnen bieden. En ik denk dat wij alleen als overheid nog niet echt heel erg zitten in. We willen graag de sociologische vraagstukken oplossen. Sterker nog, we hadden een minister-president die zei bij de coronarellen, ja, maar ik wil geen sociologische verklaring zoeken. Het zijn gewoon allemaal rotjochies, dat is het probleem waar we denk ik in de hele jeugdzorg mee te maken hebben dat we alleen maar kijken op het uiteindelijke gedrag en daarop acteren. En dat is wat wat mij betreft uiteindelijk moet veranderen en daar heb ik niet individueel antwoord op, maar ik weet zeker dat er een hele hoop experts zijn die dat wel hebben. En dat wij alleen nog niet bereid genoeg zijn om naar hun ideeën te kijken.
Nou, dan heeft ze niet goed geluisterd, want volgens mij heb ik heel veel gezegd over wat er beter kan. Maar goed, ik hoor graag de wethouder op mijn eerdere vraag hierover.
Voorzitter, ik ging eventjes even kijken hoe deze politieke discussie zich zou ontvouwen, maar dit is wel inderdaad wat er nodig is. Ik moet heel eerlijk bekennen dat ik het wel een beetje lastig vind nu, want te concrete voorbeelden worden een klein beetje naar beneden gepraat van ja, oké, een voorbeeld, een school. Maar ja, als ik weer hoog over ga, dan is het te abstract. Maar ik blijf toch gewoon even stoïcijns doorgaan met mijn verhaal en bij het actieplan zullen we daar veel concreter over in gesprek kunnen gaan. Toch even nog op mevrouw Veld en ook het betrekken van andere disciplines. We hebben nog voor de zomer juist mensen vanuit de creatieve hoek, vanuit de creatieve sector, kunstenaars uitgenodigd. Omdat het ook niet alleen een zorgvraagstuk is, het is niet alleen een sociologisch vraagstuk, het is ook een ontwerpvraagstuk. Hoe heb je als samenleving, hoe hebben we als gemeente het ingericht? En het pleidooi van die boeken, voor wie hem nog wil, ik heb er nog een paar beschikbaar, is van: we geven elke keer het systeem de schuld van waar we nu staan. Alleen het systeem is ontworpen door mensen, dus mensen kunnen het systeem ook weer veranderen. Dus we betrekken ook vanuit andere hoeken, vanuit andere disciplines, expertise erbij om zo breed mogelijk te kijken wat er nodig is. En dan in antwoord op de vraag ook de opmerkingen over bijvoorbeeld die mentale gezondheid en kijken we dan niet verder? Kijk, ik ga me er niet achter verschuilen, maar we hebben echt een hele grote stap te maken. We hebben een bijeenkomst over mentale gezondheid in november gepland staan. En wat daar bijvoorbeeld duidelijk werd, ik geef even een inkijkje, maar misschien helpt het, is dat we zien dat steeds meer jongeren problemen hebben met hun mentale gezondheid: verslaving, eenzaamheid, prestatiedruk. En hoe de omgeving daarop reageert is van belang voor hoe zo'n jongere daarmee om kan gaan. Dan moet je even goed luisteren. We hebben het dus niet over hoe die problemen nu eigenlijk ontstaan. Dat stellen we niet ter discussie. We accepteren dat die problemen er zijn en we gaan kijken wie we in kunnen huren en wie ons kan helpen om die jongeren met die problemen om te laten gaan. Nou, de stap die we moeten zetten is: hoe komen er nou steeds meer jongeren met deze problemen? Dus inderdaad, daar is meer licht en ook ander soort kennis voor nodig om daar betere analyses van te maken, zodat we ook veel betere voorzieningen kunnen inrichten. Ik denk eerlijk gezegd dat we juist minder nodig hebben. Ik denk dat we vooral het goede gesprek moeten faciliteren en zo moeten we het ook concreter gaan maken. Dus we moeten een stuk de diepte in om het probleem beter te snappen. Wat gebeurt er nou om tot betere oplossingen te komen? Ja, voorzitter. Hoe ver...
Dan ga ik toch even door inderdaad? En ja, er is een hoop aan de orde gekomen en waar ik de fractie van het CDA. Wat ik waar ik echt volkomen eens mee ben is die schaarste die je ook moet creëren. En van schaarste, daarom zeg ik ook, meer geld is eerder een vloek dan een zegen. Schaarste zorgt er ook voor dat we met elkaar veel betere en veel bewustere keuzes moeten maken waar we die schaarste voor gaan inzetten. Dus dat zal ook in het actieplan beter onderbouwd terug gaan komen. Ja, voorzitter, dan kijk ik toch even of er nog een aantal feitelijke vragen zijn. Nou, fractie van D66 over de halvering. Ja, voorzitter, D66 heeft eerder ook iets met halvering gezegd en dat sloeg behoorlijk aan. Niks met veestapel begrijp ik nog. Kijk, en dan wil ik dit absoluut niet hiermee vergelijken. Maar wat ik wel zie, en dat is even heel grof, is dat nou de helft, als we kijken van hoeveel procent cumulatief verantwoordelijk is voor hoeveel geld in de jeugdzorg? Dus hoeveel truien een individueel kind, hoeveel behandelingen en hoeveel geld is daarmee gemoeid? Dan zie je dat er een neiging is, omdat dat relatief kleine groepen, kleine groep kinderen is dat relatief veel geld aan zorg vraagt, dat de neiging is om daarop te richten. En wat ik zeg is nee, daar zit het niet in. Ik denk dat daar juist de jeugdzorg voor is bedoeld voor deze groep. Alleen daar moeten we binnen het systeem zeker optimaliseren. Of kunnen we beter en slimmer en eerder passende hulp regelen en hopelijk ook zorgen dat het niet zo zwaar hoeft te worden. Wat wij zien is dat juist aan die benedenkant, dus ongeveer 50%, daar zitten heel veel kinderen die relatief een klein bedrag van het totaal aan zorg vragen en daar zit, in mijn analyse, juist de maatschappelijke problemen die we met individuele jeugdhulp aan het oplossen zijn. En daar is de helft dus versterkt. De pedagogische basis halveerde jeugdhulp in die volgorde. Misschien confused redden. Gaat u door met de beantwoording, voorzitter? Ja, daar kom ik ook bij de ChristenUnie uit en ik vind dat een hele terechte vraag over veilig thuis. Ik kan dat nu niet met heel veel data onderbouwen, maar er zit zeker ook zeker, het als anekdotisch inderdaad dat er wel bedenkingen zijn om een veilig thuis melding te maken. En daar helpt natuurlijk ook niet bij dat er allerlei toezicht ook is toegepast en veilig thuis zelf ook met personeelsproblemen zit en de druk hoog is. Dus ik kan daar niet van zeggen dat dit nou, ik kan, dan laat ik het zo zeggen, ik kan me niet voorstellen dat het nou heel veel beter gaat ten opzichte van een paar jaar geleden in gezinnen, dus dat er minder meldingen zijn. Dat zegt voor mij niet direct iets dat dat nou een goed of een slecht signaal is. Wat ik wel zie, ook bijvoorbeeld bij onszelf als gemeente, is dat professionals steeds beter getraind worden en wanneer een melding gedaan moet worden, dus dat kan ook juist op een positieve manier bijdragen. Dus dat het niet als, wat eigenlijk een sluitstuk is, maar dat er ook binnen zo'n melding heel veel plaatsvindt. Maar dat zou inderdaad nog nader onderzoek moeten hebben van hoe we dat moeten duiden. Even kijken, voorzitter, ik ga toch even wat feitelijker. Het tijdspad waar gemeente belangen om vraagt, nou voor de begroting komen we met het actieplan en daar zullen we ook inderdaad het tijdspad in uitleggen. Het fundamentele gesprek hoeft natuurlijk niet te starten, daar zijn we al mee gestart, maar het is wel goed om even in lijn te hebben van wat zijn nou de vervolgstappen erop en in welke tijdsspanne. Ja, en uw opmerking over die laatste pagina, pas de ouders en de kinderen aan, die neem ik zeer serieus. Dat mag niet symbolisch zijn, inderdaad wel, hoe we werken. Ik zie dat we daar ook wel steeds meer bewust van zijn. Dat je niet beleid maakt over kinderen of over ouders zonder die kinderen en ouders gesproken te hebben, maar ook dat is nog een lange weg. En daarin neem ik ook de opmerking van mevrouw Kok mee om daar ook lokaal werk van te maken en daar serieuze plek aan te geven aan de...
Het gaat over het versterken van de pedagogische basis, maar volgens mij moet het zijn dat we de pedagogische en de andere agogische basis versterken. Ook de ouders meenemen. Ik hoor Jaap.
Ja, dank u wel. Volgens mij hoor ik hier de wethouder mijn vraag over Jong doet mee afdoen met "ik neem de oproep mee om er iets mee te doen." Maar mijn vraag was ook vooral: wat doen we nu met hun input concreet?
Ja voorzitter, ik heb Jong doet mee heeft een belangrijke rol in het regionale verband. Ik heb me daar ook een beetje opgeworpen als een soort van bestuurlijk aanspreekpunt voor Jong doet mee. Ik spreek ze deze week ook nog over hoe wij daar nu nog meer stappen in kunnen zetten, zodat we ook lokaal ervaringsdeskundigheid en de stem van de jeugd op een betere manier kunnen verankeren in alles waar we nu mee bezig zijn. Dus dat is ook onderwerp van gesprek dat we hebben en daar moeten we een vorm in zien te vinden. We hebben iemand vanuit de ervaringsdeskundigheid waar we goede contacten mee hebben, die ook een buitengewone interesse heeft in hoe gemeenten met dit soort vraagstukken omgaan. Die is als VNG-er ook gestart en die betrekken we ook bij zaken waar we nu intern mee bezig zijn, dus op die manier geven we daar invulling aan. Ja voorzitter, dan heb ik nog even de fractie van GroenLinks en de PvdA die toevallig naar elkaar komen, maar die wil ik wel ook even in samenhang bekijken. Er zijn wel een hoop vragen al voorbij gekomen en ook beantwoord. Nogmaals de oproep om niet gedreven vanuit die besparingen te werken. Die besparingen ben ik echt van overtuigd dat dat een logisch gevolg moet zijn van de zaken die we nu in gang zetten. En dat is inderdaad wel een verschil met soms hoe andere gemeenten het doen of hoe we het wellicht in het verleden hebben gedaan, waar echt de kosten het doel op zichzelf werden. Ja, en dat lukt niet, dat stelsel werkt niet zo. Ja en daar, ja, dat wil ik niet als een cliffhanger, maar ik denk dat we bij de behandeling van het actieplan daar veel fundamenteler met elkaar over in gesprek gaan. Ja voorzitter, dan is er ook nog inderdaad, zowel door mevrouw Van Leuven als mevrouw Kok, gesproken over de motie over de lokale teams en de toegang. En mevrouw Van den Heuvel kwam daar inderdaad nog met het richtinggevend kader. En ook dat zal natuurlijk een prominente plek krijgen in het actieplan en ook onderdeel uitmaken van de discussie dan. Voorzitter, voor zover deze termijn. Dank u wel.
Nou hoorde ik u iets zeggen over een uitvoeringsplan en dat kwam later, hè? Of is dat het actieplan wat u daarmee bedoelde of niet? Oké, nee, kunt u daar iets van een indicatie voor geven wat later is, dat werd...
Ja, en in datzelfde kader miste ik een antwoord op de vraag wanneer de wethouder met een voorstel komt voor de afbakening van de jeugdhulp. Zit dat daarin, of is dat een apart iets? Ja, voorzitter.
Dat is een actiepunt ook en dat zal uiteindelijk resulteren natuurlijk in een aanpassing van de verordening. En die komt natuurlijk dan ook in de Raad.
Ja, ik mis eigenlijk twee antwoorden op twee vragen, maar volgens mij laat ik de een even liggen. Maar ik had wel de vraag aan de wethouder gesteld in de eerste helft van mijn betoog over waarom het nu is dat we opeens voor het feit staan dat de kosten enorm zijn gegroeid, terwijl we een jaar geleden nog met elkaar vaststelden dat het heel goed ging, en daar heb ik nu helemaal geen antwoord op gekregen voor mijn gevoel. Althans, zeg ik dan, wethouder.
Voorzitter, ja, ik. Ik meen me te herinneren dat we dat inderdaad vorige keer ook hebben besproken over de techniek van de prognoses. En ja, de verklaring waarom die kosten inderdaad hoger zijn geworden, is indexatie zit erop. Het type zorg is complexer geworden en daar zitten ook ja, hogere kosten aan verbonden en volgens mij heb ik een toezegging gedaan om te kijken hoe we die prognoses beter in lijn kunnen brengen. Ook met de P&C-cyclus van de Raad, zodat ook de Raad eerder daarover geïnformeerd is en ook ja in hun rol sturing kunnen geven of kunnen interveniëren. Dus dat dat in mijn beleving hebben we daar op die manier zo over gehad. Kijk ik
Voorzitter, ik had in mijn inbreng een stukje over het dragen van je eigen kruis en daarmee bedoelde ik, zeker als we het hebben over die grote groep kinderen die een relatief klein probleem hebben. Ik kan me goed voorstellen dat veel van die problemen overeenkomen met elkaar. Wij als ChristenUnie zijn er toch zeer voorstander van dat we elkaar helpen, dat we naar elkaar omkijken, dat we dat op een wat lager niveau samen kunnen oplossen. Is het delen van ervaringen ook opgenomen in het actieplan, wethouder?
Onderdeel uitmaken. Ik bijvoorbeeld. Als het gaat om ondersteuning bij opvoedvraagstukken en ouders waar we nu. Ook dat een vrij individuele aangelegenheid is hè? Dus dat merk ik zelf ook als vader. Dan kom je bij de JGZ bij het consultatiebureau en dan zit je daar als ouder alleen met je kind en een jeugdverpleegkundige en jeugdarts. Ja en. Ik vind het veel waardevoller. Ik noemde net die sessie over dat zelfvertrouwen. Dat vond ik eigenlijk met andere ouders over dat soort thema's praten van. Hé, het is helemaal niet raar. Of je ziet bij kinderen waar dat veel meer speelt of waardoor je ineens een context hebt. En van elkaar kan leren. Nou zo'n setting, dat zou ik ook voor jongeren wensen inderdaad een laagdrempelige manier gewoon het goede gesprek met elkaar kunnen voeren. Nou, dat zit ook in de mentale gezondheid waar we ook vanuit de lokale educatieve agenda ook aandacht voor vragen van. Hoe kunnen we dit soort thema's ook bespreekbaar maken? Uiteindelijk een van de succesfactoren bij elke behandeling is gewoon een goed gesprek, iemand die je ziet en die ook niet alleen een probleem wil fixen, maar kijkt van joh, hoe gaat het nou écht met jou en wat speelt er? En ik denk dat we daar nog veel meer in kunnen bereiken door dat ook proberen op collectieve manier invulling aan te geven. Dank u.
Ja, dank u wel, voorzitter. Ik zag mevrouw Vogelaar ook haar hand opsteken, dus misschien gaat het om dezelfde vraag, want dit is een vraag die ik had willen stellen, maar niet stelde omdat zij hem al stelde. Maar nu ik de beantwoording niet heb gehoord, vind ik hem toch belangrijk genoeg om hem nogmaals zelf te stellen. Wat bedoelt de wethouder met het budgetplafond uit die brief over de aanpak van kostenbeheersing? Dank u wel. Kijk even.
Op elkaar ingespeeld hier. Voorzitter, ja, kijk, budgetplafonds. Jeugdzorg is er een open-einderegeling, hè? Dus wij zijn als gemeente, als er een beschikking of als er een verwijzing ligt, ja, dan hebben wij... In principe kunnen wij daar niet van zeggen: "Van joh, wij geven maximaal dit bedrag aan jeugdzorg uit." En dan, ja, als het erop is, is het op. Zo werkt het natuurlijk niet. Maar ik ben het met de heer Kost wel eens dat je samen met bijvoorbeeld huisartsen, aanbieders, onderwijs, dat je kan gaan kijken van: er is schaarste, niet alleen in geld en eigenlijk nog veel belangrijker, want geld is het probleem niet eens per se. Het is meer ook in personeel, bijvoorbeeld te weinig mensen die daadwerkelijk kunnen uitvoeren, dat we bewustere keuzes moeten maken over welke zorg we, voor wie en op welke manier en onder welke omstandigheden dan beschikbaar stellen. En met hele goede redenen waarom niet voor deze groep bijvoorbeeld. Nou, zo moet u budgetplafonds zien, want dat moet je ook kwantificeren. Ja, dat zijn geen keiharde plafonds waar je je hoofd tegen stoot, want ja, die wettelijke mogelijkheden zijn er niet. Maar het is wel om schaarste inderdaad in te bouwen en met elkaar. Dat kunnen we als gemeente namelijk niet alleen, maar met elkaar daar gesprekken over hebben van hoe gaan we om met die schaarste? Zo moet u dat lezen.
Mevrouw Kok: Dank u wel, voorzitter. Ja, de wethouder die zegt zelf: ik wil dit niet aanvliegen vanuit de kostenbesparing en we moeten vanuit de inhoud kijken. Dat klinkt goed in de oren, dus ik zou dan ook, nou ja, de wethouder nog wel iets breder uitleggen. Maar bij het idee van een budgetplafond zou ik dan bij deze wel mijn zorgen willen uitspreken. Als dat een soort manier wordt waarop we dit gaan aanvliegen, dan komt denk ik die ambitie om het niet hard financieel gestuurd te gaan doen wel in gevaar. Dus dat wil ik graag benoemd hebben. Dank u wel.
Dank u wel, mevrouw Vogelaar. Een nieuwe vraag of een onbeantwoorde vraag voordat we langzaam de tweede termijn inglippen, wat we stiekem ook bij mevrouw Kok net deden.
Niet, want dan begonnen we bij de VVD, maar zullen we hem daarin meenemen in de tweede ronde? Goed, dan was dit de ronde. De eerste ronde die we afronden, dan gaan we naar de tweede termijn toe. Het betreft een raadsbrief, dus u hoeft er voor de rest niet iets van te vinden. Maar ik ken u mevrouw Vogelaar, sorry, mevrouw Van den Heuvel. Nou, dit...
Wordt weer een functioneringsgesprek. Zet, die zet hij steeds uit. Ja, gaan we het thuis weer over hebben. Volgens mij hebben we een wethouder gehoord die niet alleen visie heeft, maar ook vooral wil acteren vanuit kind en gezin, dus dat stemt volgens mij tot goede hoop. Ik heb een aantal vragen gesteld over bijvoorbeeld nog die zorguitgaven die pieken, hè dyslexie en die buiten de H10 ingekochte voorzieningen, maar die laat ik voor nu even zitten, want ik denk dat het goed is dat mee te nemen. Ook richting dat actieplan. Wat concreter. Ik wilde nog wel steeds op wijzen dat de stukken zich wel blijven tegenspreken hè. Hebben we nou wel of niet een toename van instroom? De begroting versus structuur RAP versus nu de brief die we hebben gehad spreken allemaal van. Of de één spreekt van geen instroom toegenomen kosten. De ander spreekt van wel instroom of de tabellen laten in ieder geval instroom zien. Dus misschien toch nog even goed om daar naar te kijken. Ik ben eindelijk blij te horen dat er nu iets met de toegang gaat gebeuren. Wat ik nogmaals, ik denk echt dat daar een stukje momentum zit om te sturen. Niet alleen nogmaals op kosten, maar ook op kwaliteit en ook die samenwerking, hè? Voorliggend veld alle partners maatschappelijke partners. Ik zou wel willen vragen, kunnen we daar iets meer informatie over krijgen? Nou ja, een tijdspad. Het woord viel al net gaat dat gaan we nog deze periode een stap zetten. Dat zou nog de laatste vraag zijn wethouder dankuwel. Geeft niet.
Ja, dank voorzitter. Ik had in het eerste termijn een aantal vragen gesteld voor mezelf. De reden dat ik inging op de vraag over waarom de kosten waren toegenomen, was omdat ik voor mijn gevoel een beetje heb van: dit is een beetje uit de lucht komen vallen dat we opeens een ombuiging moeten doen. En als ik nu hoor dat dat door een factuurinkting is, wat ik wil weten is, weten wij wel dat we de huidige trend dan wel kloppend hebben die we nu zien? Of gaan we over een jaar zien dat we niet 2,1 maar 4,1 miljoen moeten ombuigen? Want dat is voor een ordentelijke begroting wel relevant voor ons om te weten, omdat dat nog wel een verschil maakt. Verder zei ik in mijn betoog in de eerste termijn dat het roer echt om moet, dat we met dezelfde recepten geen nieuw eten gaan krijgen en dat ik van dat fundamentele gesprek ook wel langzamerhand fundamentele voorstellen verwacht. En ik denk in de wethouder te hebben gehoord dat we die fase nu wel ingaan. Tegelijkertijd, maar daar goed, we krijgen een actieplan, dus laten we dat zien, maak ik me wel zorgen dat we toch gaan zien dat, hoewel we met elkaar denken dat we dan die fundamentele stappen zetten, dat we uiteindelijk toch in dezelfde molen en in hetzelfde circus belanden met elkaar. En dat doet dan wel zo onrecht aan jongeren als aan wat we met elkaar proberen te bereiken op dit dossier in het algemeen. Maar dat gesprek moeten we met elkaar voortzetten bij de agenda, dus ik zal dan ook richting de Raad verder niet met moties of zo komen op dit onderwerp, omdat ik dat actieplan even afwacht. Maar ik blijf wel kritisch dit volgen, want het zit nog niet helemaal goed bij mij, maar dat zullen we dan wel zien met elkaar.
Dank u wel, voorzitter. Volgens mij heb ik niet heel veel spreektijd meer, dus ik hou het kort. Ik bedank de wethouder voor zijn beantwoording en voor zijn getoonde betrokkenheid. Ik kijk uit naar het lokale actieplan en vooral naar de betere probleemanalyse en de concrete acties. En ik hoor natuurlijk graag wanneer we samen de stoeltjesgroepen gaan bekijken. Oh jee.
Dank u wel. Ook de ChristenUnie is blij om te horen: kind eerst, gezin eerst. De wethouder had het over hoe simpel een oplossing kan zijn voor een zorgvraag van een kind. En dat laat denk ik maar weer heel goed zien hoe graag we allemaal gewoon gezien willen worden en gehoord willen worden. Onze kinderen willen gezien worden en dat kan bij de toegang. Dat kan bij de psycholoog op school en waar de wethouder het ook over had. Uiteraard, in de hogere sociaal-economische klasse is het ook niet altijd even feest. Hechtingsproblematiek kan ik me heel goed voorstellen wanneer je ouders 60 uur per week werken. Maar laten we niet vergeten voor wie we hier ook zitten, en voor de ChristenUnie is dat echt voor de kinderen die in gezinnen leven waar de stress zo hoog is, waar armoede is. En ja, daarmee wil ik nog wel even benadrukken het punt dat mevrouw Kok maakte, dat ook sport en cultuur echt een bijdrage kunnen leveren, dus ook vanuit de ChristenUnie daar steun voor.
U wel voorzitter, ik heb geen vragen meer. Mevrouw Van den Heuvel heeft ze al gesteld voor mij. Ik dank de wethouder wel voor zijn betrokkenheid en het beantwoorden van de vragen. Dank u.
Dank voorzitter, ik hoor inderdaad een hele hoop betrokkenheid en ook echt wel de stap om eigenlijk te breken met de lijn om niet meer op zoek te gaan naar sociologische verklaringen en gewoon alleen maar uit te gaan van dat wat er in de financiële stukken terugkomt, dat wat vanuit onze aanbieders terugkomt en juist echt te gaan kijken naar dat kind. Ik denk dat dat een hele goede stap is waar ik ook eigenlijk bij iedereen steun voor hoor. Maar dat betekent nogmaals, wat ik eerder ook zei, dat ook naar ons die informatievoorziening en de manier waarop we over jeugdzorg praten moet veranderen. En daarop wil ik dan nog wel graag de toezegging, ook vanuit de wethouder, dat de motie over die monitoring, sturing over onze jeugd, dat die breder wordt opgepakt dan dat dat nu is gedaan en dat we juist ook in de stukken over de jeugdzorg dus niet alleen maar gaan kijken naar welke jeugdzorg wordt gebruikt, maar dat we daar en ook juist bijvoorbeeld echt die GGD-indicatoren, maar mogen ook andere dingen zijn, meenemen om echt te weerspiegelen. Hoe gaat het nu met de kinderen en de jeugd? Omdat ik denk dat we daar uiteindelijk op willen sturen. En daarnaast, wat eerder ook of daarnet de heer Koster ook benoemde. We moeten nu ook echt wat gaan doen met dat fundamentele gesprek en ik kijk daarom ook uit naar het actieplan, maar ik hoop daarin niet teleurgesteld te worden dat dat ook weer een soort algemeenheden of verre doelen gaan zijn, maar dat we dan echt komen. Misschien weten we nog niet alles, maar we gaan wel deze en deze mensen, deze en deze experts betrekken om zoveel mogelijk kennis te vergaren over wat zijn de problemen? Wat ligt daarachter en vooral ook, hoe kunnen we dat oplossen? En zodra we daar iets over weten, denk ik dat we daarover met elkaar in gesprek kunnen gaan en dat we dan goed op een nieuwe fundamentele wijze aan de slag gaan en daar kijk ik naar uit. Dank u wel.
Dank u wel, voorzitter. Ten eerste sluit ik me aan bij mevrouw Van den Heuvel met haar nadere vragen over die toegang. Dat wil ik graag ook nog wat concreter horen, net als zij. Voor het overige heb ik met interesse geluisterd naar de beantwoording van de wethouder. Dank daarvoor. Ik denk dat wij eigenlijk als gemeente gezamenlijk voor een onwijs taaie opgave staan, maar ik vind het voornemen om dit vraagstuk altijd inhoudelijk te blijven aanvliegen, om in een goed ambtelijk jargon te blijven, zonder paniekvoetbal over kostenstijgingen, een goede. En zoals mevrouw Veld ook al aangaf, dat proef ik ook bij de andere partijen in deze raad, dus dat vind ik positief. De Partij van de Arbeid blijft wel kritisch volgen hoe we als gemeente die pedagogische basis dan verder vormgeven. Mevrouw Steinbach noemde het net ook al. Wat geven we dan uit aan het jongerenwerk? Hoe houden we de bibliotheek in de lucht? Hoe houden we de wijkcentra open? Juist in de wijken waar het er het meest toe doet? Nou, dat blijven we kritisch volgen. En verder wachten we het actieplan dat gaat volgen met interesse af. Tot zover, voorzitter, dank u wel. Wethouder, ik...
U wel voorzitter en dank ook allemaal voor de ja. De ondersteunende woorden ook in de richting van het actieplan. De vraag inderdaad, die ik volgens mij mevrouw Van den Heuvel hoorde stellen over de toegang en waar ook mevrouw Kok graag antwoord op wil zien, is: gaan we daar nu echt mee aan de slag deze periode? Het antwoord is ja, ook in het actieplan zal de toegang een eigen lijn daarin zijn en dat zal ook zijn uitwerking krijgen in de verordening die in de Raad zal worden vastgesteld. En inderdaad de Raad in deze samenstelling, dus daar gaan we echt deze periode echt mee aan de slag. Dat was de vraag vooral, ik zie een.
Voorzitter, dank u wel. De vraag om een toezegging over de motie monitoring. Nou, we hebben inderdaad de GGD-monitor nu toegevoegd en zoals ik al zei, we hebben daar nog een slag te maken in van oké, en hoe gaan we dat nou? En wat betekent dat nou? Hoe gaat het nou met onze jongeren en die toezegging willen we doen dat we dit doorontwikkelen. Ik vind ook dat je dat moet blijven ontwikkelen, dus die toezegging doe ik bij deze. Ja, en de toezegging dat we echt aan de slag gaan. Althans, dat was niet een toezegging, maar die doe ik dan bij deze vrijwillig. We moeten inderdaad gewoon echt concreet aan de slag. Fundamentele keuzes vragen dus ook wat van de Raad, politieke keuzes, en ik kijk daar ook naar uit om dat gesprek, dat debat met elkaar aan te gaan. Dank u wel, voorzitter.
Dank u wel. Dan met deze twee toezeggingen beëindigen we volgens mij de tweede termijn en daarmee ook dit agendapunt, met dank aan de wethouder en de ondersteuning voor de bijdrage vanavond.