Het transcript dat je hieronder aantreft is gegenereerd met behulp van computertechnologie.
Hierdoor kunnen de namen van personen en partijen soms foutief zijn weergegeven.
Indien je een fout opmerkt kun je deze gemakkelijk verbeteren door op het bewerk-symbool (het potloodje) te klikken.
Ja voorzitter, dank u wel, fijn om hier weer te zijn. En ook over zo'n belangrijk onderwerp als onze subsidieverstrekking in onze gemeente, die is belangrijk. Dan wil ik graag refereren aan een bezoekje dat wij in het vorige najaar hebben gebracht, vlak voordat ik zelf een tijdje met verlof ging, aan de meideninloop in Voorburg Noord. En dat hebben we een bezoekje gebracht met bijna alle fracties uit deze Raad, de vrouwelijke raadsleden in ons midden, in het kader van Internationale Vrouwendag. En dat vond ik een heel mooi bezoek. We hebben daar samen gekookt en wat we daar hebben gezien, althans wat ik er heel erg van heb meegenomen, is dat sommige mensen in onze gemeente een steuntje in de rug nodig hebben om te komen op plekken waar anderen vanzelf komen omdat ze de middelen daarvoor hebben of het sociaal kapitaal of wat dan ook. Meiden hebben we daar gesproken die anders thuis hadden gezeten. Dankzij gesubsidieerd aanbod in deze gemeente kunnen zij doen aan talentontwikkeling. En het bijzondere vond ik ook nog eens dat door die goede band die ze daar opbouwden met de professionals die dat runden daar, dat spreekuur of die inloop, konden ze ook nog eens vanuit de andere kant van de gemeente, waar zij woonden, hier naartoe komen. Dus van hun ouders hadden ze dat niet met het OV gemogen of met de fiets, maar die professional, de betreffende jeugdwerker, die reed elke week heen en weer met deze meiden in de auto, zodat zij deel konden nemen aan dit initiatief. Dat vind ik hartstikke mooi en dat is in mijn ogen ook waar het om gaat en in de ogen van de Partij van de Arbeid. Dat draagt denk ik bij aan zelfredzaamheid, de zelfredzaamheid die echt in het stuk dat vanavond voorligt, wordt bejubeld. En daar heb ik een eerste kleine kritische kanttekening bij te plaatsen. Want zoals de directeur van ons Wetenschappelijk Bureau, Tim 'Sjongers, zegt: Niemand is zelfredzaam, ik niet, u niet, voorzitter, de wethouder ook niet. Sommige mensen hebben alleen het geld ervoor om dat af te kopen, zeg maar, omdat ze kinderopvang kunnen betalen of een belastingadviseur of een schoonmaakster thuis. Dus ik vind dat ook iets belangrijks om in het achterhoofd te houden bij het beoordelen van of iets bijdraagt aan zelfredzaamheid of niet. We zijn als Partij van de Arbeid altijd kritisch geweest, althans in de afgelopen maand, het afgelopen jaar, over de gang van zaken rondom de subsidietafels. Dat ging slordig. We hebben ons ook zorgen gemaakt over het interessant houden van het aanbod. Betreffende organisaties hebben hier zelf nog de noodbel geluid in een eerdere commissie. We hebben het geëvalueerd, nou ja, en nu kunnen we daarin volgende stappen zetten en we lezen wel een aantal dingen terug eigenlijk waar we tevreden mee zijn. De ambitie van het college om meerjarig te financieren juichen we toe. Wel wil ik vragen, en dat is eigenlijk een vraag aan de wethouder, waarom doen we dat alleen bij verplichte taken? Dat lees ik in het stuk en uit feitelijke vragen die wij eerder hebben gesteld, blijkt dat je volgens mij ook ander soort aanbod, Mirja, dat je eigenlijk elk aanbod meerjarig kan financieren. Waarom kiezen we er? Waarom maakt de wethouder deze afweging om in onze ogen een relatief smal stuk van het aanbod meerjarig te willen financieren? Verder heb ik nog wel een vraag aan de wethouder over. Hij geeft in de brief aan dat hij het stelsel wil gaan vormgeven op basis van gesprekken met partners en eigen bevindingen, maar over die eigen bevindingen, althans de inhoud daarvan, lees ik eigenlijk helemaal niks terug in het stuk. Ik was wel benieuwd naar die bevindingen. Wat heeft de wethouder zoal? Wat is die tegengekomen in die gesprekken met partners? Wat voor aanbod spreekt hem aan, waarvan denkt hij dit graag bij en wat niet? Dus kan hij daar iets over de inhoud vertellen van deze zoektocht? Even kijken. Wel zijn we ook benieuwd, mijn fractie, naar het feit dat er wordt gezegd dat de activiteit het uitgangspunt is en niet per se de organisaties die dat aanbieden. Nu, uit het voorbeeld wat ik net gaf, is het denk ik dat toont aan dat het niet alleen om activiteiten gaat volgens mij, maar ook om het gezicht wat daarbij hoort. Dus er zijn professionals in deze gemeente die bouwen gewoon een langjarige band op met inwoners. Als je dat enkel aanmerkt als activiteiten, dan zou dat kunnen betekenen dat het gewoon onderling ingewisseld kan worden voor elkaar. Hoe ziet de wethouder dat? Ik heb nog wat andere kleinere vragen, maar die bewaar ik denk ik voor de tweede termijn. Eigenlijk de allergrootste, nou ja, eigenlijk de olifant in de kamer voor mijn fractie was waarmee wordt afgesloten in dit stuk en dat is dat de nieuwe subsidieverstrekking vooral moet aansluiten bij de sociale basis in deze gemeente. Nou, daar heeft mijn fractie in de vorm van de heer, ook hier naast mij zittend, mevrouw Veld aan de andere kant naast mij, natuurlijk al het een en ander over gezegd over wat wij vinden dat daartoe behoort. Maar ook daar lees ik in dit stuk eigenlijk niks over terug. En ik was benieuwd of de wethouder daar wat verder invulling aan kan geven over wat hij dan vindt dat wel en niet bij de sociale basis hoort. Ik zie een interruptie. Ja en
Zeker aan mijn rechterzijde werd al gefluisterd. Er is natuurlijk maar één agendapunt en u bent door uw spreektijd heen. Maar goed, dan moeten we zo maar even naar kijken, mevrouw Van den Heuvel. Ja, dank u.
Wel voorzitter, een vraag aan collega Kok. U begon met: we maken ons zorgen over het feit dat de gedachte vooral uitging vanuit het aanbod en niet zozeer de vraag. Tegelijkertijd sloot u af met: het moet niet gaan om de activiteit, maar de organisatie. Hoe verhouden die twee zich tegenover elkaar, mevrouw Kok?
Ik denk dat het om beide gaat, dus je hebt een bepaald aanbod in deze gemeente. Nee, wacht, laat ik het zo zeggen. In mijn ogen is het aanbod dat je hebt als gemeente niet alleen de activiteit, maar ook wie dat doet en door wie dat wordt gegeven. Ik denk dat ik het zo zie, dus dat betekent niet van oh, de activiteit is de meideninloop, maar dat dat het aanbod is. Maar het aanbod is in mijn ogen breed, ook door wie dat wordt gegeven. Zijn dat gekwalificeerde professionals? Zijn dat mensen die de buurt kennen, die de inwoners kennen? Volgens mij zijn dat die twee poten, zeg maar, wat mij betreft het aanbod. Ja.
Dankjewel, bent u het met mij eens dat daar wel het gevaar in schuilt? Dat we dan toch weer eigenlijk de organisaties en daarmee het aanbod in stand gaan houden als we daar geen onderscheid tussen gaan maken? Mevrouw
Verduidelijking door het niet loskoppelen van de activiteit versus de organisatie en het dus blijven behouden van de organisatie. Door het niet maken van keuzes blijven we in dezelfde valkuil stappen. Dat we dan toch organisaties over het in stand houden? Bent u het daar mee eens, mevrouw?
Dat is natuurlijk wel een gevolg van het feit dat we geen keuzes maken in activiteiten omdat we simpelweg organisaties overeind willen houden en daarmee dus ook steeds de overhead van een organisatie. Misschien dat die daarmee verduidelijkt is, hè? We hebben wel twee welzijnsorganisaties met ieder een directeur en ieder een administratie, et cetera et cetera. Door geen keuzes te maken houden we eigenlijk hetzelfde in stand als wat we nu hebben. Mevrouw Kok
Hoor daar niet echt een vraag in. Het is me eigenlijk nog steeds niet helemaal duidelijk. Ik begrijp niet zo goed hoe mevrouw Van den Heuvel dat aan elkaar koppelt. Ik begrijp het punt niet helemaal. Het was ook vrij nieuw voor mij. Volgens mij komt uit de evaluatie bijvoorbeeld, die heeft geleid tot mede tot dit stuk wat hier voorligt, is dat ook niet als punt naar voren gekomen. Dus het feit dat we in Leidschendam-Voorburg met onze maatschappelijke subsidies overhead of bestuurders aan het subsidiëren zijn, is volgens mij meer een frame wat mevrouw Van den Heuvel probeert neer te zetten dan dat het lijkt op de realiteit.
Voorzitter, ik zou daarnaast ook even de vraag aan mevrouw Van den Heuvel willen stellen, wat dan die zogenaamde valkuil is waar we al jaren in vallen die te maken heeft met onze maatschappelijke organisatie. Want die valkuil heb ik zelf nog niet gezien.
Het evaluatierapport is daar heel duidelijk over, hè? Dat er geen keuzes werden gemaakt aan de subsidietafel. Er werd gedacht vanuit het eigen aanbod, dat werd naast elkaar gelegd in plaats van over elkaar om daarmee, hè, de 1 plus 1 is 3 te maken en ik zie het gevaar. Mijn fractie ziet het gevaar doordat we nu eigenlijk geen, hè, inspirerende activiteiten durven te maken dat we eigenlijk hetzelfde weer gaan doen.
Even een vraag aan mevrouw Van der, want het is toch, als ik het goed begrijp, nu juist de bedoeling dat wij als gemeente meer regie gaan nemen en dus het fenomeen subsidietafel zoals die bestond, waar geen keuzes worden gemaakt, dat gaat verdwijnen. Dus dan is die zorg toch, ja, overbodig.
Ik zit, wij zitten volgens mij op één lijn collega van de SP, maar ik hoor net uw collega van de PvdA zeggen, laten we nou in godsnaam niet activiteit los zien van de organisatie.
Ja, dan krijg je het moment dat de klok terug mag. Maar ik moet heel snel praten als je mijn tijd om is. Nee, ik hou het heel kort. Nee, organisaties zijn wel degelijk nodig om activiteiten uit te kunnen voeren. Dus dat als er geld naar organisaties gaat, dan vind ik dat niet raar. Als je iets wilt doen, dan heb je altijd een organisatie nodig om het te doen. Maar dat er prudent met het geld omgegaan moet worden, dat lijkt mij heel logisch. Wat dat betreft ben ik het wel eens met de VVD. Alleen wat voor de SP wel belangrijk is, is dat er toch wel meer aan activiteiten en wat ruimhartiger aan activiteiten gedacht mag worden. Maar daar gaat dit stuk niet over. Dat komt op een later moment. Wij vinden activiteiten belangrijk voor de sociale samenhang en om na te streven alle doelstellingen die in het verleden al een keer genoemd zijn. Er zijn een aantal programma's waar die belangrijk zijn, zoals eenzaamheid bestrijden, eenzaamheid en noem maar op. Daar gaan we het allemaal niet over hebben. Er wordt wel gevraagd in het raadsbesluit om het startendief vast te stellen. Voor de SP is ter kennisneming voldoende, maar we zullen er in dit geval niet zo'n punt van maken, want we hebben vertrouwen in de wethouder dat we nu echte verandering gaan krijgen en dat we echt de activiteiten gaan subsidiëren die nodig zijn voor mensen en belangrijk zijn voor mensen. En wij zijn heel blij met in ieder geval de opmerking dat er geen bezuinigingsdoelstelling is. Dat is al heel wat waard. Dus ja, daar wil ik het bij laten. Dank u.
Ja, aller voorzitter. Allereerst de complimenten aan de wethouder en het college voor dit raadsbesluit startnotitie subsidie, systematiek maatschappelijke subsidies. Met deze brief plaatsen we de subsidietafels naar versie 2.0. De inwoners staan centraal in Leidschendam-Voorburg en er wordt ingespeeld op de veranderende samenleving, waarbij de sociale basis centraal staat. Gemeentebelangen is dan ook verheugd met deze nieuwe doorontwikkeling door middel van maatschappelijke subsidies. Het mooie is dat dit samen met de maatschappelijke partners tot stand is gekomen. Ik zie
Ja dank voorzitter, niet zozeer omdat ik iets geks hoor, maar meer omdat ik mevrouw Zaltbommel gelukkig ook over die sociale basis hoor beginnen. En nou, zoals mevrouw Koek al eerder aangaf, we hebben daar een brief over gestuurd, ook omdat wij heel erg benieuwd zijn naar wat de andere raadsleden van andere partijen vinden wat er onder zo'n sociale basis zou vallen. Dus nu u erover begint, zou ik graag vragen wat volgens Gemeentebelangen onder zo'n sociale basis zou moeten vallen. Ja.
Als ik dan even door mag gaan, dat je daar straks ook op in komt. Waar was ik gebleven? Het mooie is dat dit samen met de maatschappelijke partners tot stand is gekomen, hè? Dus we zijn samen om de tafel gaan zitten van hoe gaan wij nu om met subsidies in een vroeg stadium en met de regie die het college oppakt in de beoogde systematiek, stel met zekerheid alle inwoners en dat wilden we eigenlijk mee zeggen van onze gemeente centraal, inwoners die het heel hard nodig hebben. Wat collega net van de PvdA ook zei, hè? Van de inwoners komen met voorstellen. Voorzitter, de raadsbrief spreekt niet alleen van regie en dus ook van mede-eigenaarschap van de gemeente met de volgende uitgangspunten. Geen abrupte onderbreking in bestaande dienstverlening aan de inwoner, de gemeente stuurt op resultaat en tussentijdse evaluatie, zodat je ook een eerlijke verdeling krijgt van wie krijgt wat en dat je het kan verantwoorden. En daar schoot het nog wel eens bij in, heb ik begrepen? Met de subsidiepartners die in samen te werken, verdelen niet zelf het beschikbare budget en ze werken echt samen om tot een mooi resultaat te komen. En voordeel is ook de verlaging van de administratieve lasten, kleine subsidieontvangers leggen eenvoudiger verantwoording af dan de grotere. De periodieke evaluatie van de maatschappelijke ontwikkeling wordt direct ingespeeld op de noodzakelijke bijstellingen. Voorzitter, met de uitgangspunten van het akkoord tussen de partners en gemeenten wordt garant gestaan voor actueel beleid. En de huidige maatschappelijke dynamiek. De sociale basis van onze gemeente, met daarbij de strikte relatie met aangescherpt sociaal kompas als gemeentelijk stuurwiel. Tot zover, maar ik weet niet of uw vraag, mevrouw Veld nu is beantwoord. Ik schuif.
Nou, het enige antwoord dat ik hieruit opmaak, is dat wat betreft Gemeentebelangen het sociaal kompas de basis is voor wat ook de sociale basis zou moeten zijn. Of zie ik dat verkeerd? Mevrouw van
Dank u wel, voorzitter. Wie wat bewaart, die heeft wat, en in voorbereiding op deze fractie duikelde ik in onze fractiekamer een verslag op uit 2003 van de toenmalige Commissie Maatschappelijke Activiteiten, waarin een heel jong, edoch wat arrogant VVD-raadslid het volgende uitsprak: het maatschappelijk middenveld is erg belangrijk voor onze gemeente en haar inwoners. Zonder haar is het behalen van beleidsdoelen door de gemeente niet mogelijk en zonder haar zouden veel van onze inwoners niet goed ondersteund worden, was getekend. De heer Brokken, en die uitspraak staat na 20 jaar nog steeds als een huis. Misschien daarom wel dat we als VVD ook zo geschrokken waren van het rapport. Het evaluatierapport en hetgeen daaruit kwam. Voorzitter, toen het persbericht quote de wethouder quote, "Ik ga hier eens rustig over nadenken," vreesden we eigenlijk het ergste. Maar we zijn blij te zien dat er door dit college, deze wethouder, wel degelijk kordate stappen zijn gezet. We zijn dan ook blij met de startnotitie en de lijn zoals die beschreven is, volgens mij veel uitgebreider dan dat we normaal gewend zijn in een startnotitie, waarvoor dank. We hebben een klein aantal vragen en ik realiseer me dat die misschien wel technisch ogen, maar vergeef me, met het pinksterweekend ertussen, er schijnt vanzelf wel een politieke lijn doorheen. Ik heb de volgende vragen: een van de conclusies van het evaluatierapport was dat we uitgingen van aanbod in plaats van vraag. Hoe gaat het nieuwe systeem dat verbeteren of anders doen? Gaan we nu uit van een prestatieverplichting of een resultaatverplichting? Dat kan ik er niet meteen uithalen. Hoe gaan we om met nieuwe aanbieders? Veel. En daarom was mijn vraag ook aan mevrouw Kok: we hebben heel veel aanbieders. Edoch zien we ook heel veel nieuwe aanbieders dan wel initiatieven vanuit de wijken en de inwoners. Hoe gaan we daar ruimte aan bieden? Hoe gaan we om met overlap? We zien bijvoorbeeld toch twee grote welzijnsorganisaties die eigenlijk in wat ik maar even noem het oude opbouwwerk, al heet dat tegenwoordig volgens mij community building, hetzelfde gaan doen. Hoe gaan we zorgen dat we dat voorkomen dan wel het geld dat dat kost stoppen in onze inwoners? Voorzitter, het zal u niet verbazen, mijn fractie is ook fan van cultureel ondernemerschap of maatschappelijk ondernemerschap. Waar mogelijk kunnen organisaties of zouden organisaties ook moeten kijken naar andere bronnen van financiering. Hoe zouden we dat in dit systeem een plek kunnen geven? En ons coalitieakkoord spreekt over dat wij inwoners informeren en gegevens verstrekken die waardoor zij een oordeel kunnen vormen over het lokaal bestuur en hetgeen wij doen. Mijn vraag is, zouden we klantervaring ook kunnen meenemen in eventueel de verantwoording dan wel de weging van de subsidies? Tot zover het eerste termijn.
Dank u wel, voorzitter. Pardon, ja, de subsidietafels hebben de afgelopen jaren veel stof doen opwaaien. En collega's voor mij zijn er al uitgebreid op ingegaan. Ze hadden op zich een mooi doel, namelijk het zorgen voor een effectievere en efficiëntere sturing op de uitvoering van allerlei activiteiten waar onze inwoners baat bij hebben. Maar helaas, in de praktijk bleken ze niet te werken, horen we uit de ervaring van onze maatschappelijke partners en ook uit het evaluatierapport. Daarom is D66 blij dat wij hier met zijn allen die problemen onderkennen, ervan leren en met die lessen in de achterzak het nu anders gaan aanpakken. Subsidie is immers een middel om een doel te bereiken en als het aan D66 ligt, is dat doel het creëren en bevorderen van gelijke kansen in de samenleving. Subsidies maken het mogelijk dat onze maatschappelijke partners een veelvoud van activiteiten ontplooien die onze inwoners op allerlei manieren ondersteunen, daar waar ze dat nodig hebben. Wat ons betreft is dat het doel dat altijd centraal moet staan. Dat doel kwam bij de subsidietafels nogal onder druk te staan doordat er ook organisatiebelangen van verschillende partners op tafel lagen. Daarom zijn we blij om te lezen dat de gemeente weer een sterkere regierol gaat nemen. Ook de administratieve belasting was een veelgehoorde klacht en daarom vinden we het een goed idee dat de gemeente bij de eisen die aan de verantwoording worden gesteld, rekening gaat houden met de omvang van de verstrekte subsidie. De positieve kanten van de subsidietafels blijven behouden. De maatschappelijke organisaties hebben elkaar beter leren kennen in de afgelopen jaren en dat is winst voor onze inwoners. Ook de continuïteit van het aanbod blijft gewaarborgd tijdens deze overgangsperiode. Tot zover zijn we eigenlijk best wel positief en ook complimenten aan de wethouder voor zijn voorstel. Maar we hebben ook wel een aantal kritische kanttekeningen. Ten eerste, het voorstel had wat ons betreft nog wel wat scherper gemogen. We begrijpen dat het hier gaat om een startnotitie met uitgangspunten, maar toch. De brief van de wethouder vertelt ons veel over de randvoorwaarden van het nieuwe systeem dat er moet gaan komen, maar eigenlijk niet zoveel over hoe het geld dat de gemeente als subsidie beschikbaar stelt aan onze maatschappelijke partners daadwerkelijk verdeeld gaat worden. En dat is toch de kern van iedere verdelings- of subsidiesystematiek. Kan de wethouder hier iets meer over vertellen of aangeven wanneer wij hier nadere informatie over krijgen? Ten tweede, in zijn brief stelt de wethouder dat, ik citeer: "Binnen de ontwikkelingen naar het nieuwe stelsel is de maatschappelijke opgave leidend en wordt gewerkt vanuit de huidige situatie met het huidige aanbod aan activiteiten." Dit brengt ons enigszins in verwarring, want dat lijkt elkaar tegen te spreken. Je kunt niet uitgaan van de maatschappelijke opgave bij het bepalen van je aanbod en tegelijkertijd je huidige aanbod als uitgangspunt nemen. Wat D66 betreft zijn de behoeften van onze inwoners leidend voor het aanbod dat wordt geboden en niet andersom. Hiervoor vroegen wij in het vorige debat ook al aandacht. Kan de wethouder verklaren waarom hij er toch voor gekozen heeft het huidige aanbod als uitgangspunt te nemen en zou hij willen overwegen om juist uit te gaan van de ondersteuningsbehoefte van onze inwoners? Ten derde, het laatste stukje van de paragraaf 'Afwegingen' van de raadsbrief gaat over de sociale basis, dat wordt gedefinieerd als een combinatie van een sterke regie door de gemeente op het ondersteuningsaanbod en het vergroten van de zelfredzaamheid van de inwoners. Maar het ontbreekt eigenlijk een beetje aan verdere uitleg en dit veroorzaakt bij ons enige verwarring. We zijn niet per se voor of tegen, maar wat wij hier zien is, nou ja, excuseer het taalgebruik, maar toch een stukje beleidsproza met wat algemene teksten. Het is ons eigenlijk niet duidelijk wat het is, wat het doet of wat het verband is met de nieuwe subsidiesystematiek. Dus we zouden het heel fijn vinden als de wethouder dat wat verder kon toelichten. Tot slot nog een opmerking over het inspraakvoorstel, dat ook onderdeel uitmaakt van deze raadsbrief. De wethouder schrijft dat wanneer de reacties die zijn ingediend tijdens de inspraakperiode leiden tot een aanpassing aan de verordening, het college dan onderbouwt met de gemaakte afweging, oftewel uitleg waarom ze een plekje hebben gekregen. D66 is een groot voorstander van transparantie en volgens ons is dat maar een helft van de medaille. Daarom zouden we willen voorstellen dat wanneer reacties en suggesties niet worden meegenomen, het college ook dan helder onderbouwt waarom niet, zodat dat duidelijk is voor alle mensen die de tijd en de moeite hebben genomen om, nou ja, die suggesties te doen. Hoe kijkt de wethouder daartegenaan? Tot zover, voorzitter. Dank u wel.
Dat mevrouw Veld wel een mooi voorbeeld gaf door mevrouw Van Zaltbommel van Chemie BV te vragen naar wat zij ziet als de sociale basis. Ik wil die vraag eigenlijk ook wel aan mevrouw Vogelaar stellen.
Stellen heeft D66 daar ideeën bij mevrouw Vogelaar? Ja, dank u wel. Ja, ideeën uiteraard wel. Ik heb hier niet op dit moment een pasklaar plaatje wat ik u kan geven met dit is de ondersteuning die wij precies wel en precies niet vanuit de gemeente naar de inwoners verstrekt willen zien. Want ja, we zouden er ook willen vertrouwen op de expertise van de mensen die zich daar dagelijks mee bezighouden. Maar in het algemeen, ja, onze sociaal-liberale visie daarop is dat mensen de ondersteuning moeten krijgen die ze nodig hebben om zichzelf maximaal te ontwikkelen. Dus ja, dat is niet eenvormig. Iedereen heeft een andere behoefte en u kent ons, wij zijn van het vergroten van de kansengelijkheid en dat vraagt dat je gewoon aansluit bij individuele situaties. Dank u wel.
Ja, dank u wel. Nou, de eerste stappen naar een nieuwe en hopelijk betere subsidieverstrekking worden hopelijk vanavond gezet en die stappen zien er op zich mooi uit, maar bevatten ook af en toe wel tegenstrijdigheden en wat vage beschrijvingen. Zo is een van de uitgangspunten continuïteit voor inwoners, maar later in het stuk staat dat inhoud en dus activiteiten, waar we het eerder ook over hadden, boven organisaties komen te staan. De activiteiten vormen het uitgangspunt, niet per se de organisaties die de huidige activiteiten uitvoeren. Hierbij wordt hopelijk wel in acht genomen dat er organisaties zijn die een vertrouwensband opbouwen met doelgroepen en dat als je een organisatie om laat vallen, je dus ook mensen laat vallen. Ik hoop dat bij de vorming van de nieuwe systematiek goede gesprekken worden gevoerd met de huidige partners, ook als er op hun activiteiten of uitvoering iets is aan te merken, en met als uitgangspunt om ook onze maatschappelijke partners te vertrouwen en goed met hen samen te werken, in plaats van alleen maar via de subsidies met hen eigenlijk het gesprek te voeren of die te stoppen of niet. En daarnaast is het voor GroenLinks nog niet duidelijk hoe de o zo belangrijke sociale basis, die vele malen hiervoor ook is benoemd, vormgegeven gaat worden door dit college, want in het stuk staat wel een afwegingskader over wettelijk verplichte voorzieningen en wenselijke voorzieningen, en dan overig. Maar aangezien er verder niets concreet staat over de sociale basis, hoop ik dat het college niet slechts de wettelijk verplichte basisvoorzieningen ziet als de sociale basis. Want wat GroenLinks betreft is dat breder.
Daar komt ie. Ik heb nog 20 zinnen op mijn stuk die daarover gaan, dus pak lap. Het college heeft de vrijheid om zelf te kijken welke activiteiten het beste passen binnen die sociale basis, maar voor ons dient de sociale basis. Ze worden uitgewerkt. Sorry vanuit het ja, daar was ik fijn. Vanuit het brede perspectief van Movisie. We hebben het er eerder in onze brief ook al over gehad. Dat is het landelijk kennisinstituut voor een samenhangende aanpak van sociale vraagstukken en zij stellen dat we onze inwoners als gemeente een zekerheid zouden moeten bieden op 3 gebieden: hun persoonlijke leven, hun maatschappelijke leven en de voorzieningenomgeving. En dat betekent dat mensen als eerste genoeg moeten hebben om goed te kunnen leven. Dat gaat dan over geld, gezondheid en een veilige plek om te wonen. En dat betekent dat we als gemeente dus zaken als mantelzorg, schuldhulpverlening, taalvaardigheid, persoonlijke, fysieke en mentale gezondheid en bijvoorbeeld een veilig thuis waarborgen. En vervolgens moeten mensen zich kunnen aansluiten bij groepen en clubs en om buurt zoals sportteams of buurtverenigingen, zodat ze vrienden kunnen maken en zich niet alleen voelen. En hierbij is het belangrijk dat de gemeente stimuleert dat een ieder, ongeacht afkomst, inkomen of leeftijd, een mogelijkheid heeft tot het vinden van een gemeenschap. En tot slot moeten mensen makkelijk naar plekken toe kunnen gaan, bijvoorbeeld voor hulp zoals bibliotheken, maar bijvoorbeeld ook plekken waar mensen vrijwilligerswerk kunnen doen of hun vrije tijd kunnen besteden. En het is dan de taak van de gemeente om te zorgen dat instituties zoals een bibliotheek of buurthuis, of vestigingen van maatschappelijke partners worden gefaciliteerd, onderhouden en toegankelijk zijn voor iedereen en graag een reactie van de wethouder op dit brede perspectief. Ik wil best nog een keer herhalen als dat nodig is en ook of hij dit dus ook hanteert bij het definiëren van de sociale basis. En daarbij wil ik dus kort ook even terugkomen op wat ik dus bij Gemeentebelangen hoor over dat de sociale basis is wat in het sociaal kompas staat, want sociaal kompas is volgens mij wat wij vinden dat in het algeheel is wat voor alle inwoners nodig is, maar dat verandert ook elke 4 jaar, terwijl voor mij. Houdt de sociale basis in echt een basis wat echt de onderste laag is. De onderste steen die hier altijd het fundament van het huis moet zijn en als je daar elke 4 jaar toch weer je moet er natuurlijk blijven evalueren, want de tijd verandert. Maar als je dat gelijk houdt aan het sociaal kompas denk ik dat je eigenlijk niet bezig bent met een basis neerleggen maar gewoon met je sociaal kompas uitvoeren en een basis zou echt een langdurige facilitatie moeten zijn vanuit de gemeente aan partners, waarbij je dus ook partners vertrouwt. Ook als het even minder goed gaat. Of je vindt de terugkoppeling niet goed of je denkt hé, dat doet een andere organisatie ook, ga dan dat. Constructieve gesprekken aan in plaats van subsidies stop te leggen tot zover dank u wel. Bijna.
En wat voor 20 zinnen geweldig. Ik ben even benieuwd als u die 20 zinnen legt op ons huidige maatschappelijk middenveld. Wat mist u dan? Wat gaat er niet goed? Mevrouw Veldt.
Weet je. Dat is ongeveer een jaar geleden denk ik dat de vorige uitvoeringsplannen van de subsidietafels naar boven kwamen en er waren echt een hele hoop zaken wel op aan te merken. Wat ik nu het meest naar voren haal is echt wel jongerenwerk waar een hoop beter kon, maar ook als het ging om het punt van eenzaamheid en schuldhulpverlening dat er gewoon gaten in vielen, dat daar kritiek op kwam vanuit de medewerkers vanuit de gemeente zelfs die op die tafel staan van joh. Dit zou nog wel eens niet helemaal goed kunnen gaan en ik denk dat het vooral dus gaat om een stukje zekerheid die je biedt als gemeente aan inwoners en ook aan de partners dat dat gewoon een basis is waar je niet aan tornt en dat kan stukken beter. Dank u.
Voorzitter. Er is uiteraard veel gras voor mijn voeten weggemaaid. In dat opzicht zal ik me proberen te beperken tot wat dingen die namens het CDA toch nog van belang zouden kunnen zijn om mee te nemen. Grotendeels kan het CDA zich vinden in de opzet om tot een goede subsidieverstrekking te komen. Het is logisch dat we daar met zorg en aandacht aan moeten besteden. En dan is het duidelijk dat daarbij de continuïteit voor wat betreft de inwoners voorop staat, meer dan het organisatiebelang. Velen van ons hebben daar al op gereageerd. Mooi is natuurlijk ook om de regierol van de gemeente hierin te vinden, maar dan tegelijkertijd de vraag: in onze ogen lijkt het een beetje een procesgerichte regierol te zijn en de vraag is dan ook of het college stuurt op het maatschappelijk relevante aanbod van de subsidieontvangers. Met andere woorden: sluit de activiteit aan op de behoefte van de inwoner of is het eerder andersom, of is het gestuurd door de gemeente? Het tweede punt waar we even aandacht voor vragen is: er staat heel duidelijk 'verlagen administratieve last', daar kunnen we nooit op tegen zijn. Natuurlijk, uiteraard heel goed en zeker als het zou kunnen betekenen dat daarmee de opbrengst tegemoetkomt aan de inzet die ervoor bedoeld is. Maar, en dan kom ik even terug op mijn eerder gestelde vraag, betekent dat ook of houdt dat ook in dat er dus een scheiding komt in de kosten van het vastgoed en de inhoud? Want dat was wat we in de vorige bijeenkomst ook met enige regelmaat hebben vastgesteld, dat het vastgoed, om maar even zo te zeggen, een groot beslag op de middelen legt en daarmee afbreuk doet aan de kwaliteit van de inzet voor het goede doel, als ik het even zo mag zeggen. En wat betreft de flexibiliteit en innovatie die ervoor staat, het is ons niet helemaal duidelijk hoe in deze notitie aandacht wordt besteed aan het naar binnen halen, houden en het stimuleren van wat ik dan maar even voor het gemak nieuwe partijen noem die zich zouden aanbieden en hoe die ook dan uitgenodigd worden door de gemeente. Als je dan toch over de precieze regierol spreekt, om mee te kunnen doen in het inspraakproces, voor zover ze dan nog niet betrokken zijn bij de huidige subsidiesystematiek en hoe je überhaupt in de toekomst bij de les kunt krijgen. En daarmee kom ik dan even ook tot het laatste puntje van kritiek dat we hebben en dan gaat het over de participatie, zoals het nu geformuleerd staat. Hebben wij de indruk dat hier het college een beetje voorbijgaat aan de participatieverordening zoals ze die hebben vastgesteld? Ik zie de wethouder vragen krijgen. Ik zal even verder ingaan op de conceptnotitie. Hier staat dat het college jullie de eerste opzet van de conceptverordening en inspraak vaststelt en in augustus gelijk wordt overgegaan tot de eerste inspraakronde. Dit is toch tegen de spelregels zoals die in de participatieverordening staan genoemd, omdat daar eerst staat dat je bij de inspraak eerst een startnotitie zou krijgen die door de Raad wordt vastgesteld en daarna over zou gaan met ontwerp, beleidsnota en inspraakvoorstellen naar de Commissie en naar de Raad toe. Met andere woorden, de volgorde lijkt hier niet helemaal te kloppen en de mogelijkheid van inspraak niet helemaal ingedekt te zijn. Ik wil het hier even bij laten. Dank u wel.
Dan is dit de eerste zijde of tenminste de eerste termijn van de zijde van de Commissie, dan kijk ik naar links naar de wethouder. Een aantal vragen waarvan ik verwacht dat u deze ook binnen de aan u toebedeelde spreektijd keurig kunt behandelen. Ja, ook u heeft spreektijd wethouder, ik weet hoe u erover denkt, ga je gang. Ik, ik...
Nee, ik zal proberen kort en bondig op de reacties in te gaan. Allereerst natuurlijk bedankt voor alle complimenten die ook geuit zijn voor het materiaal dat ik natuurlijk meteen doorgeleid naar de ambtelijke ondersteuning die ook naast me zit. Dit is mijn steun en toeverlaat en er zitten nog wat andere mensen hierachter. Dus die complimenten leid ik door. Ten tweede, ja, wat iedereen zegt over de doelstelling, de brede doelstelling, denk ik dat we het allemaal over eens zijn. De inwoners centraal, de een heeft dan zoiets van: het moet een steuntje in de rug bieden voor de mensen die niet mee kunnen komen. De ander zegt: die maatschappelijke kracht willen we versterken. Anderen zeggen: we laten nu iets liggen en dat is zonde en dat kan beter en dat is mooi dat we nu een nieuw stelsel gaan ontwikkelen. Ik vind het allemaal wel inderdaad. Nou ja, meerdere factoren of aspecten van hetzelfde dat we gewoon het beste willen bereiken, hierbuiten voor onze inwoners, met het subsidiegeld dat we ter beschikking stellen en wie ik dan altijd een beetje voor ogen heb en dat is ook, dat is al een aantal keren over een aantal jaar. Eigenlijk als ik kijk naar die subsidietafels die we eerst hadden, moet ik denken aan mevrouw Van Kesteren en mevrouw Van Kesteren is ons een paar weken geleden ontvallen. Ik heb haar ook nog gesproken op haar uitvaart en toen heb ik ook genoemd dat eigenlijk mevrouw Van Kesteren ook een soort inspiratiebron was, omdat de subsidiesystematiek aan te passen, omdat het eerst zo was dat je die subsidietafels had waar grote institutionele partners in zaten en mensen zoals mevrouw Van Kesteren die gewoon activiteitgericht echt iets wilden betekenen, direct en ook direct aan de slag wilden en dat dat schuurde met dat hele systeem. En nou, we hebben dat natuurlijk geëvalueerd en nu bij de ontwikkeling van een nieuw systeem moet ik altijd denken aan enerzijds die grote organisaties die natuurlijk ook het beste willen met professionals etcetera. En ook het vrijwilligers inschakelen aan de andere kant, mensen zoals mevrouw Van Kesteren direct met subsidie aan de bak willen om het beste te betekenen, direct met activiteiten en die differentiatie. Die wil ik er wat meer inzetten. En die staat dus ook in het stuk, dus dat vond ik wel mooi om even ook hier te noemen. Nou, dan ga ik eerst maar even over die sociale basis, want er is heel veel over gesproken en ik denk dat dat ook wel de kern is waar we mee bezig zijn. Of een kern wat je zo had, wat die subsidietafels is dat eigenlijk de bedoeling was dat ieder jaar alles en iedereen zichzelf moest bewijzen. Alle activiteiten, organisaties die die activiteiten boden moesten aan die tafels aangeven wat ze wilden gaan doen en onderling tot afspraken komen over de bekostiging. En dat is wel een beetje raar, want sommige activiteiten lopen langer door. Die hebben ook langer de tijd nodig. Het is ook een kwestie van vertrouwen, ook een kwestie van organisatie opbouwen. Ook vertrouwen tussen professionals of vrijwilligers en mensen die ervan afhankelijk zijn. En toen heb ik gezegd, ja, we moeten eigenlijk kijken naar een differentiatie waarin we een soort basis definiëren die we langjarig ook subsidiëren in stand houden en natuurlijk allerlei activiteiten die wat nou ja, wat korter duren of wat meer gedifferentieerd kunnen gaan of wat minder zwaar opgezet. En toen zijn we aan de slag gegaan, ook met het fenomeen sociale basis inderdaad. Movisie heeft daar ook mooie stukken over geschreven en het is overigens ook een verplichting in het kader van dat GALA, hè? Gezond Actief Leven Akkoord en ISA ook zo'n akkoord. Nou, het komt hier op neer. Hoe kijk ik dan tegen de sociale basis? Eigenlijk zijn verschillende onderwerpen al genoemd of elementen daarvan en je hebt een individuele sociale basis. Mensen hebben woning nodig, werk nodig, sociaal welbevinden, gezondheid, een opleiding om persoonlijk lekker een rol te kunnen spelen in de samenleving te kunnen meedoen. Dat is de individuele sociale basis en die ondersteunen we natuurlijk ook via allerlei zaken. Dat verschilt van uitkeringen tot meer bredere voorzieningen. Nou gebeurt van alles, woningcorporaties zijn daarmee bezig om die individuele sociale basis te bieden. Nou, dan heb je als het ware de maatschappelijke sociale basis, het meedoen in de samenleving en je hebt voor een groot deel natuurlijk eerst een individuele sociale basis nodig om te kunnen meedoen, hè? Als je niet lekker in je vel zit of je bent ongezond of je hebt geen woning of onvoldoende woning etcetera, dan kun je natuurlijk minder goed meedoen in die samenleving dan als dat op orde is. Maar als je eenmaal meedoet, dan is dat niet alleen voor jezelf lekker, maar ook voor de maatschappij natuurlijk, dus dat is die maatschappelijke kracht en die zien we ook. Daar zijn allerlei mensen die op alle mogelijke manieren een rol spelen in onze maatschappij, niet alleen op de arbeidsmarkt, maar ook in het verenigingsleven met sport om mensen te helpen in de mantelzorg etcetera en dat is die gemeenschappelijke sociale basis. En dan heb je nog de institutionele sociale basis. Dat is natuurlijk wat je hier ook ziet en waar die subsidiesystematiek natuurlijk ook mee bezig is. Dat zijn de organisaties die je ook nodig hebt om dingen te bieden en dat verschilt van Kwadraat en MEE als het gaat om patiëntenondersteuning of welzijnsondersteuning, WIJ, SW dat zijn natuurlijk de bibliotheek. Dat zijn natuurlijk institutionele partners, de institutionele sociale basis. Die zorgen dat mensen kunnen meedoen of zorgen dat mensen individueel een basis hebben en zo zie ik dat hele stelsel en heeft natuurlijk ook overlap, dus bijvoorbeeld WIJ heeft 30 professionele mensen, maar 300 vrijwilligers en SW heeft ook vrijwilligers, dus er zit ook natuurlijk overlap tussen en we zijn nu aan het nadenken over de sociale basis als een soort puzzelstukje tussen het sociaal kompas, want we weten natuurlijk best wel dat we mensen willen laten meedoen, etcetera dat zijn grote sociale doelstellingen. En, we hebben natuurlijk ook allerlei regelingen zoals de subsidieregeling, maar ook het minimabeleid waar we het eerder over hebben gehad of het cultuurbeleid etcetera. Dat zijn de echte individuele instrumenten en natuurlijk de uitvoering niet te vergeten. Super belangrijk, maar daartussen missen we dus zo'n visie op die sociale basis van nou, wat ik dus nu schets hè? Die individuele, collectieve institutionele sociale basis, hoe we daarmee omgaan dan hoe maatschappelijke ontwikkelingen daarin een rol spelen, dus mensen zijn steeds hoger opgeleid, maar ook bijvoorbeeld steeds ouder. We hebben te maken met nieuwkomers. Nou, we hebben allerlei factoren die in die sociale basis een rol spelen en dat zijn we nu aan het uitwerken. Maar het wordt dus een puzzelstukje tussen het sociaal kompas en bijvoorbeeld de subsidiesystematiek en allemaal van dat soort beleidsstukken. En nou ja, dus daar hebben we hier een tipje van ingezet. Maar het stond ook in het minimabeleid koersbrief en ook straks als je het WMO zult zien, dan staat er ook een stukje in over sociale basis, mevrouw.
Ja, dank voorzitter. Het zijn hele mooie woorden, maar dan vraag ik me wel af waarom we dit eigenlijk niet teruglezen in het stuk. Waarom daar dus meer lijkt alsof er wordt ingezet op slechts de wettelijke verplichtingen en er verder heel vaag iets beschreven staat? Waarom de wethouder dit niet ook gewoon op papier zet?
Omdat het niet, ja, dat had ik kunnen doen. Het is ook een beetje work in progress moet ik heel eerlijk zeggen. We hebben nu in de organisatie ook één project sociale basis om het verder uit te werken. Dus zover waren we nog niet en ik word geloof ik nog net niet bestraffend toegekeken. Dit is natuurlijk mijn eigen visie op die sociale basis en dat gaan we nog verder uitwerken. Dat komt ook jullie kant op, dus we zijn ermee bezig, maar omdat er zoveel vragen zijn en zoveel ideeën leven, denk ik, ik schets hier hoe ik ertegenaan kijk.
Dank u wel, voorzitter. Ja, wethouder, dank u wel voor uw uitleg, zeg ik via de voorzitter, maar dan vraag ik me toch af, die drietrapsraket die u schetst, wat betekent dat nou voor de subsidieverstrekking die we vanavond bespreken?
Kijk, die subsidies is een thematiek, gaan we verder uitwerken in subsidieregelingen natuurlijk. En die verordening, die verordening is het raamwerk. Dat is een vrij technisch verhaal over hoe we het technisch gaan inrichten. Inhoudelijk hangen daar natuurlijk de subsidieregelingen onder en in die subsidieregelingen gaan we dit dus terugzien. Bijvoorbeeld dat we de partners gaan subsidiëren die maximaal inzetten op die maatschappelijke kracht om ervan gebruik te maken, bijvoorbeeld in de vorm van vrijwilligers of maatschappelijke krachten bevorderen om vrijwilligers te ondersteunen of mensen met allerlei steunvragen om die te ondersteunen. Ik heb ook aangegeven of we hebben aangegeven in het stuk dat je zelfs ook wat, hoe belangrijker je zult ook wel zien hè? Die wettelijke, als je kijkt naar op pagina twee, dat schemaatje hoe belangrijker, hoe dichter het bij die individuele wettelijke individuele sociale basis is. Hoe meer het ook wettelijk bepaald is dat we dat als gemeente moeten bieden. En dat betekent ook, en dat is ook meteen een antwoord op de vraag van Goh, hoe zit het nou met die langjarige en kortjarige of kortcyclische ondersteuning? Ja, hoe meer ik afhankelijk ben van een organisatie om die wettelijke taak te bieden, vaak ook de individuele sociale basis. Hoe meer ik daar ook gewoon langjarige afspraken mee wil maken en hoe meer ik ook continuïteit wil bieden voor die organisatie. Maar eigenlijk natuurlijk voor die mensen die daarvan afhankelijk zijn en hoe meer bijvoorbeeld zit in de maatschappelijke kracht in allerlei zaken die mensen zelf kunnen en willen maar best wel wat een centje kunnen gebruiken als subsidie om dat te ondersteunen. Ja, hoe kortcyclisch dat we dat kunnen doen. Dus zo moet je dus ook dat schema lezen op pagina twee en we zijn op dit moment bezig met een grote inventarisatie. Hoe de nou ja, wat we op dit moment bieden aan subsidies en waar dat eigenlijk landt en we zien dus inderdaad ook wel overlap. We zien overlap op activiteitenniveau en we zien ook overlap in ja, wat verschillende organisaties dan bieden, dus daar moeten we in de toekomst ook wel naar gaan kijken en dat gaan we de komende tijd ook doen in die gesprekken met de organisaties, want aan de ene kant ja, het is activiteiten gericht en resultaatgericht. Dat is natuurlijk een antwoord op een andere vraag. Uiteraard gaan we uit van het resultaat wat we willen zien, maar je hebt wel organisaties nodig die dat bieden. En dat is een soort catch twenty two, maar.
Dank u wel voorzitter, ja, eigenlijk niet. En dat is meer omdat de wethouder heel veel vertelt, maar ik ben een beetje de rode draad, zeg maar, in het antwoord op mijn vraag kwijt, dus ik herhaal hem nog een keertje. Wat is nou het verband tussen de individuele, maatschappelijke en institutionele sociale basis die de wethouder schetst en de subsidieverstrekking? Nou ja, die we straks gaan krijgen.
Dit horende wat ik bedankt voor die beantwoording zeg ik ook weer via u, voorzitter, vraag ik me dan even af en dan haak ik aan op wat meneer Van der Schaaf van de SP al eerder zei, wat stellen we dan vanavond hier vast? Want als ik het goed begrijp, is de sociale basis "under construction" hoe we dat zien. De belangrijkste inhoudelijke pijler onder ons nieuwe subsidiebeleid. In deze startnotitie staat daar maar een heel summier stukje over en daar word ik over geacht om over twee weken wel mijn hand voor op te steken dat ik daarmee instem of dat ik dat vaststel, terwijl ik niet weet hoe uiteindelijk dat eruit komt te zien. Dus dat vraag ik me dan even af, wat stellen we vast dan binnenkort in de Raad? Wilt u binnenkort
In de Raad hoop ik het minste wat ik hoop dat u gaat vaststellen, is dit stuk als basis om verder in gesprek te gaan met de partners om te vragen, hoe kunnen jullie hiermee uit de voeten? Wat hebben jullie nodig in een nieuwe systematiek met een verordening en komende regelingen om dit vorm te geven? En dan inderdaad tegelijkertijd gaan we natuurlijk hebben over de sociale basis, waar we natuurlijk ook hun visie op vragen van goh, wat zien jullie nu in de praktijk?
Nou ja, wat GroenLinks betreft, het schema dat op pagina twee staat, gaat eigenlijk helemaal niet per se uit van wat inwoners nodig hebben, maar van wat vanuit de overheid nu wordt geacht wettelijk verplicht te zijn of niet, en de gesprekken die zometeen met de organisaties gaan gebeuren helemaal voor. Maar dat is ook juist weer eigenlijk waar ik mevrouw Van Heuvel eerder over heb gehoord. Juist vanuit het aanbod kijken, dus ik zou het heel fijn vinden en wellicht dat de wethouder kan ondersteunen als wij dat via een amendement erin zetten dat we toch iets meer juist vanuit inderdaad die sociale basis die de wethouder net noemt die insteek al beginnen in de gesprekken, zodat we echt kijken vanuit die drietrapsraket waar we het over hebben en vanuit dus wat er voor de inwoners nodig is. Wat valt er dan volgens u uit die gesprekken onder sociale basis, wethouder?
Ja, daar kan ik prima mee leven. Kijk, dit is natuurlijk al best wel een technisch stuk, omdat het gaat over de systematiek. Zo heet het ook en we duiken nu eigenlijk ook al een beetje de inhoud van die subsidieregelingen in. Maar het is prima natuurlijk om daar nu al mee te beginnen, maar aan de andere kant, het is ook wel hè? De evaluatie van die subsidietafel-systematiek was ook vrij technisch, daar hebben we van gezegd van, oké, we gaan dit systeem anders doen, maar nog steeds natuurlijk waar we het systeem mee gaan laden, dat is nog steeds natuurlijk wat belangrijk is voor de inwoners, allerlei voorzieningen, allerlei zaken. Ik hoop dat we. Ik wil in ieder geval, maar goed, daar gaan we natuurlijk zelf ook wel doen. In die inspraak natuurlijk wel ook te horen. Hoe kijken jullie aan tegen het systeem? Wat hebben jullie nodig? Bijvoorbeeld ook keihard van, hoe kunnen we jullie afrekenen op ook resultaten? Hoe kunnen we jullie gaan vragen om bij te dragen aan die monitoring? Hoe, hoe willen jullie gaan samenwerken en hoe kunnen we dat het beste doen? Hoe kunnen we jullie laten samenwerken? Want ze vroegen de regie van de gemeente, nou, die gaan we ook pakken, hoe kunnen jullie gaan samenwerken zonder die subsidietafels of met een doorontwikkeling daarvan? Dat soort technische dingen wil ik toch wel vragen. Ik hoop ik als ik ze vraag, wat vinden jullie van de sociale basis? Dan krijg ik ongetwijfeld hele mooie verhalen en heel inspirerende teksten, maar dat is ook iets wat we straks in die subsidieregelingen natuurlijk allemaal moeten gaan bedenken. Want dan moeten we gaan bedenken wat we eigenlijk gaan uitvragen. Maar niks niks tegen dat abonnement, hoor prima om ermee te beginnen.
Te pakken ja. Dus ik heb Tim 'S Jongers nog niet genoemd, maar daar ben ik natuurlijk een fan van en niemand is zelfredzaam, dat klopt, maar dat heb ik net al met die sociale basis allemaal aangegeven. Wettelijke taken meerjarig financieren heb ik het over gehad. Welke bevindingen ik heb gehoord tijdens de eerste bijeenkomst met de organisaties is dat ze best willen samenwerken, maar dat ze toch wel meer regie van de gemeente vragen. En ook heel benieuwd zijn, natuurlijk ook verder mee willen denken over wat wij meerjarig en continu willen subsidiëren en wat meer in die innovatie en de kortcyclische kant zit. Dat soort zaken heb ik gehoord, maar ook bijvoorbeeld administratieve lasten dat dat best wel een punt is. Dus nou ja, dat heb ik verder ook in de brief al uitgewerkt. Hoe lichter, zal ik maar zeggen, de subsidie, hoe lichter ook de administratieve last moet zijn en niet dat het allemaal hetzelfde is. Ik heb het gehaald, even kijken dan aanbod vraag. Ja, wij gaan een uitvraag doen en dan hopen we dat de aanbod op komt. Maar met die regie betekent wel dat we veel sterker zelf als gemeente ook gaan identificeren wat wij willen en wat we vragen en het zou zelfs kunnen betekenen dat we sommige zaken zeggen van nou, dit vinden we zo belangrijk en we zitten er zo bovenop dat we het gaan inkopen in plaats van gaan subsidiëren, want de subsidie is natuurlijk per definitie iets waarvan je dit overlaat aan degene die subsidie krijgt om ermee aan de slag te gaan naar eigen inzicht. Het zou kunnen dat we dus meer gaan aanbesteden, maar dat hangt echt samen met hoeveel grip we daarop willen hebben.
Voorzitter, begrijp ik de wethouder dan goed dat hij zegt dat voor, zeg maar, de overgangsperiode die nog bezig gaat zijn in het komende jaar, dat we dan dus uit blijven gaan van het huidige aanbod? Maar bij de nieuwe systematiek dat we dus dan zelf als gemeente gaan uitvragen, goh, wat willen we eigenlijk? Welk aanbod past daarbij?
Klopt en dit wat nu loopt, dat is natuurlijk ook wel het resultaat van een uitvraag geweest, hè? Bij de subsidietafels hadden we natuurlijk ook een uitvraag, alleen dat wordt een wat sterkere uitvraag en wat meer, ja nogmaals, de regie vanuit de gemeente. Dus nou ja, we zijn ook bezig met nu aan het kijken wat er allemaal loopt. Die overlap heb ik het over gehad. Maatschappelijk ondernemerschap, ja, dat zit er natuurlijk nu ook wel in. Je hebt de organisaties, bijvoorbeeld Stichting Leergeld, die voor een groot deel op eigen kracht zaken leveren voor kinderen, maar ook een subsidie krijgen voor bepaalde onderdelen die ze dan vanuit de gemeente verzorgen. Dus ik wil niet zeggen dat er helemaal geen maatschappelijk ondernemerschap is. Er is ook best wel een grote autonome maatschappelijke kracht, zal ik maar zeggen. De inwoners informeren, ja, er is natuurlijk een subsidieregister, dat is er en daar staan ook de uitvoeringsplannen al in en ik vind het inderdaad geen gek idee om ook bijvoorbeeld klantervaringen en dergelijke daar ook in op te nemen in de toekomst. De sociale basis heb ik het over gehad. Nou ja, die continuïteit van organisaties en activiteiten heb ik het ook over gehad, hè? Dus hoe belangrijk een organisatie is, hoe meer ik ook, ja, de organisatie zelf eigenlijk, nou ja, echt als partner beschouw, maar ook, ja, dat is wel tweezijdig. Daar zitten we er ook iets meer bovenop. Kijk, overhead is soms onlosmakelijk verbonden met het feit dat je nou eenmaal een organisatie nodig hebt om dingen voor je te doen, maar we moeten wel inderdaad goed kijken naar de mate van overhead en ook daarin overlap. Dus dat is iets wat de komende tijd misschien zich ook verder gaat ontwikkelen. Voorzitter.
Ja, want dan ben ik eigenlijk benieuwd, mevrouw Van den Heuvel, die ja, die suggereerde dus dat er echt een obstakel is geweest in de afgelopen jaren. Of dat is niet precies het woord wat ze gebruikt, maar dat er dus heel veel overhead is en dat het een probleem is. Maar ziet de wethouder, ik hoop dat hij nu hoort dat ik iets oké, ziet de wethouder dat ook zo, dat dat zo is, dat er echt een probleem is geweest de afgelopen jaren dat organisaties dingen dubbel doen en dat er dus die overhead aanwezig is.
Nou. Ja, ik wil het ook niet zeggen van goh wat hè? Want het was een gigantisch probleem dit en het is weggegooid geld geweest. Of dat soort dingen. Ik neem best aan dat iedere organisatie met de beste bedoelingen individuele activiteiten heeft ondernomen. Maar er zat wel soms wat overlap in en soms ook een gat dus hè? Bijvoorbeeld als er een organisatie iets aanbood en dat even niet kon leveren? Ja, daar hadden we eigenlijk wel op gerekend. Nou, we weten allemaal waar het over gaat, dus wat dat betreft vind ik het wel fijner natuurlijk om er ook iets meer bovenop te zitten, dus we moeten dat gewoon verder gaan bekijken. Maar ja, er was wat over wat ik belangrijker vind is eigenlijk dat die subsidietafels soms elkaar een beetje gevangen hielden en dat die samen wat eigenlijk al we hadden meer niet overlapt, maar wel synergie gewild en dat is in ieder geval onvoldoende tot stand gekomen.
Ja, voorzitter. In de taal van de overheid zegt de portefeuillehouder: het gaat er bovenop zitten. Betekent dat ook dat u gaat kijken naar eventuele exorbitante beloningen van leidinggevenden in dat soort organisaties waar we samenwerken? Dat u zegt: Nou, oké, het is prima dat jullie er zijn, maar die topinkomens, dat hoeven we niet.
Dat moet, ik moest me even laten bijpraten, want volgens mij zit dat al in de huidige verordening. Ik dacht van, hé, die discussie hebben we al een keer gevoerd. Dat is interessant. In de huidige verordening zit ook een aantal weigeringsgronden en dat zijn bijvoorbeeld staatsrechtelijke, zoals als je discrimineert of dat soort dingen. Er zitten best wel veel van dat soort elementen in, dus daar wordt al naar gekeken, ja. Vervolgt u.
Inspraakverordening. Ja, die heb ik even laten opzoeken. Als de Raad al in de startnotitie zoals beschreven in artikel 4 al aan de voorkant heeft ingestemd bij de inspraakprocedure, kan deze stap worden overgeslagen en hoeft de raadscommissie niet meer in te stemmen. Dus dit is nog steeds wel wat hier voorligt conform de participatieverordening. Dat is technisch even snel opgezocht. Met dank aan mijn buurvrouw. En volgens mij heb ik nou daarmee alle vragen wel beantwoord, maar ik zie dat dat niet het geval is. Ik...
Ik ga dat eens even checken. Ik kijk eerst van links naar rechts, even kijken. Ik zie twee keer, of tenminste, twee vingers omhoog gaan. Kunt u kort even de vragen stellen die niet beantwoord zijn? Eén niet beantwoorde vraag.
Ja, de eerste ging over wanneer we nadere informatie kunnen verwachten over hoe de systematiek in elkaar zit op basis waarvan het geld straks verdeeld gaat worden over de organisaties en de tweede is. Ik zou nog graag een reactie van de wethouder willen over ons voorstel om ook als suggesties en reacties van maatschappelijke partners niet worden overgenomen, dat dat ook onderbouwd wordt. Waarom niet? Kikker in de keel. U schreef in de raadsbrief dat wanneer er aanpassingen gesuggereerd worden door partners in de inspraakperiode en deze worden overgenomen, dat dat toegelicht wordt en het lijkt ons ook mooi als dat gebeurt bij voorstellen die niet worden overgenomen.
Twee vragen. Dat was, zeg maar, de scheiding tussen de stenen en, ja, de inhoud om het zo te zeggen. En de tweede is de tweede vraag die erop stond: hoeveel ruimte krijgen nieuwe partijen binnen het nieuwe voorstel? Nieuwe partijen.
Wanneer ja er staat een schema in op pagina ongenummerd, maar op de laatste pagina staat een schema met wat we wanneer gaan doen. En als we die eerste conceptverordening hebben, tegelijkertijd wordt ook gewerkt aan die subsidieregelingen. Maar ik krijg hier door de... Ja dus precies de verdeling van het geld tegelijkertijd met de totstandkoming van die verordening en dus ook met die regelingen, dan wordt dat meegenomen. Tweede antwoord, ja, prima, we maken een schemaatje met wat er is ingebracht en wat we daarmee doen. Dus ook als we er niks mee doen, dan staat dat erbij. Stenen, ja, wij zijn gehouden om, als we zelf vastgoed hebben, daarvoor huur te vragen en vaak gaat dat dan weer via de omweg via subsidie naar de desbetreffende partij die het huurt. Als dat een maatschappelijk, ja door de gemeente gesubsidieerde activiteit betreft, dus dat zit in die activiteiten, zit ook de huur en dat mag ik niet anders doen, want dan heb ik weer te maken met concurrentiebedingen, althans in de wet. Maar we kijken natuurlijk wel naar de vastgoedstrategie, maar dat is meer ook omdat ik het wel interessant vind om te kijken. Wat is nou de spreiding? En hoe kunnen we nou gebruik maken? Ook gecombineerd van ruimte waar zaken plaatsvinden? Dus hoe kunnen we buurtverenigingen bijvoorbeeld, die hebben soms zelf een pand, hè? Dus die vragen dan huur, hoe we die kunnen enthousiasmeren om ook meer gesubsidieerde partijen ruimte te bieden. En we zijn bijvoorbeeld ook bezig met de ruimte naast de nieuwe bibliotheek Fluitpolderplein om daar ook een centrum te maken waar we alle ruimte voor allerlei maatschappelijke activiteiten onderbrengen, dus daar zijn we wel mee bezig, maar hier is in subsidie zit soms inderdaad als je ruimte ergens voor nodig hebt. Dan zijn we gehouden om die huur ook via die subsidie te vergoeden. Dat niet.
Niet. Het gaat ook over het feit dat. Ja, hoe kan ik het even het beste beschrijven? Stel dat even, ik wil maar even een getal, stel dat een subsidie 100 zou zijn, dat het zou betekenen dat die 100 ook uitsluitend zou gaan naar het gebouw, zodat er geen ruimte meer overblijft om activiteiten te organiseren. Dat als je die scheiding maakt tussen die twee, dat het daarmee ook veel inzichtelijker wordt wat gebruikt wordt, wat ingezet kan worden voor, hè. En naast wat u zegt, hè, voor alle duidelijkheid, maar dat het ook veel duidelijker is wat ingezet kan worden voor activiteiten op zich en dat dat dus niet. Dat de totaliteit van het bedrag niet wordt. Gechanteerd door het feit dat het toevallig stenen zijn. Snapt u wat ik bedoel? Ik probeer het nog een keer te zeggen. Een organisatie die uiteraard ook over stenen beschikt, zou een subsidie kunnen aanvragen. En dan zou die op basis van welke criteria dan ook een subsidie kunnen krijgen, terwijl dat uiteindelijk zou blijken dat die subsidie uitsluitend voor de stenen is bedoeld of gebruikt kan worden, terwijl dus weinig ruimte overblijft voor de activiteit die ze ontplooien. Dus als er een duidelijkere scheiding tussen de twee gemaakt kan worden, kan ook duidelijker gevraagd worden of bijvoorbeeld die activiteit nog eens een keer apart een subsidie zou kunnen krijgen, zodat in dat opzicht ook duidelijk is wat er met het geld en met de inzet kan gebeuren. Dat staat nog even los van het feit dat wat u net zei over. Het toeschrijven dat dat natuurlijk noodzakelijk is. De vraag
Die is wel duidelijk en ik zit meteen te denken dat voor het grootste deel de subsidie eigenlijk veel vaker over personeelskosten gaat dan over ruimteaspecten, dus dat lijkt me beide belangrijk, dus dat nemen we mee, want ja, dat is gewoon een kwestie van de juiste beprijzing. Als de stenen te duur zijn, dan betalen we kennelijk te weinig. Nou, als de stenen toch al geld opleveren, dan moeten we daar toch even naar kijken. Maar ik vind het een goed punt om mee te nemen. Dat is zeker waardevol, ja. Mijn tweede
Vraag was het nieuwe toetreders en dan in deze participatie hè? Dus dat ook de andere partners dan nu gesubsidieerd worden? Ja, die hebben zich al gemeld, ja, dus we doen een open uitnodiging uiteraard en ik zou het heel fijn vinden als mensen die of mensen, ja, mensen vanuit de organisaties die nu niet worden gesubsidieerd en op de een of andere manier daar in de toekomst wel op hopen of op rekenen of wat dan ook of mooie ideeën hebben hè? Want het gaat natuurlijk ook over. Met je een Droste-effect een nieuwe toetreders in het participatietraject kan ook wel betekenen dat ze straks ook mee gaan doen. Nieuw in deze systematiek dus ja, heel graag.
En voor de volledigheid, stel dat er een grens zou zijn dat u zich kunt aanmelden tot 1 oktober, dat ook na 1 oktober mensen die zich aanmelden nog een mogelijkheid zouden kunnen krijgen om mee te kunnen doen dan wel meegenomen kunnen worden. Allemaal partieel geholpen zouden kunnen worden. Met andere woorden dat je niet een jaar moet wachten om weer eens een keer in aanmerking te komen voor een mogelijke subsidie om
Om maar zo te zeggen, nee, maar nee, nee, dan heb ik het alleen nog maar over de ja, nee ja. We gaan nu door het komende jaar op basis van wat er nu is. We gaan het niet helemaal weer overhoop gooien voor dat ene jaar, dus de zaak gaat draaien in 2026. Dat betekent dat we in 2025 natuurlijk aan de slag gaan op basis van die nieuwe subsidieregelingen en de uitvraag, en wat wij als gemeente voor ons zien dat er wordt geboden op die thema's met bestaande en hopelijk ook met nieuwe aanbieders. Als er in de tussentijd zich nieuwe aanbieders melden met een goed idee, dan moeten we even kijken hoe we dat kunnen bekostigen, maar dat is nu ook al.
Goed, ik ga afronden, dan dank ik de wethouder voor zijn beantwoording. Dan kom ik aan de tweede termijn en dan zit ik gelijk met een dilemma, want ik heb in ieder geval twee keer één wit vakje eindigt op een en staan. U wilt een voorstel doen, mevrouw Van Heuvel, oké. Even kijken hoe we daarmee omgaan. Wat zei je? Rechtvaardig, rechtvaardig nou. Goed, mevrouw Kok, gaat u gewoon kort graag? Ja, dank.
U weet dat witte vakje dat staarde mij inderdaad aan vanaf mijn telefoonscherm, dus ik zal niet meer al te uitgebreid doen, doe ik natuurlijk al wel met deze inleiding. Dank aan de wethouder voor de beantwoording van de vragen. Initieel gaf ik aan dat de Partij van de Arbeid hier altijd kritisch in heeft gestaan. Maar ik moet zeggen, door de dingen die hij zegt en die ik ook al wel teruglas in het stuk, nou ja, dat klinkt de Partij van de Arbeid wel goed in de oren. De regie door de gemeente, dat vind ik goed, dat hij zich daar ook bepaalde instrumenten voor wil verschaffen, hè? Door bijvoorbeeld niet alleen misschien te subsidiëren, maar ook meerjarig. Door meerjarig te subsidiëren, ofwel door zelfs te gaan inkopen, formele opdrachten te gaan formuleren. Dat klinkt ons wel goed in de oren. We vinden dat wel heel erg belangrijk dat dat vanuit de goede visie gebeurt. Vandaar de vraag over die sociale basis en nu zit dat eigenlijk wat die visie betreft, zit dat wat de wethouder betreft volgens mij wel snor, gezien wij een gezamenlijk idool in de persoon van Tim 'S Jongers met elkaar delen, dus daar wil ik eigenlijk wel op vertrouwen. Maar ik wil desalniettemin, voel ik ook wel de behoefte om als Raad daar ook enig kader in mee te geven. Dus het amendement waar mevrouw Veld het eerder over had, dat nemen wij ons ook wel ter harte, zeg maar, om toch iets meer kleuring te geven aan wat zien wij dan als Raad in de sociale basis? Daar wil ik wel een voorschot op doen en dan betekent dat volgens mij dat het een bespreekpunt wordt. Dus wat de PvdA betreft, gaan we het zo in de Raad doen. Dank u wel. Dank.
Ja voorzitter, ik hoor dat het een bespreekpunt wordt, dat vinden we prima. Ik heb verder niks toe te voegen. Ik heb positieve dingen gehoord, dus het had wat ons betreft ook een stuk mogen zijn. Mevrouw Van
Voor ons zou het geen bespreekpunt hoeven zijn, maar complimenten aan de wethouder. Wij zien het allemaal heel graag tegemoet in de overgangsfase. We begrijpen ook dat het niet morgen anders kan, maar we hebben er gewoon alle vertrouwen in dat straks alle partijen een kans krijgen om mee te doen. Tot zover dank. Mevrouw van
Ja dank u wel, ook namens de VVD dank aan de wethouder. Ik vind het genoemde amendement wat ingewikkeld, want volgens mij bespreken we vanavond met elkaar dat we een auto kiezen in plaats van een fiets als vervoersmiddel en komen we later te spreken over hoe we die auto gaan vullen en wie waar komt te zitten. Die zou ik graag uit elkaar houden omdat ik vind dat dat tweede gesprek juist tijd en aandacht verdient en het nu een beetje erdoorheen fietst. Maar ik zie graag het voorstel tegemoet. Staat u mij toe, voorzitter, een klein uitstapje. Vorige week hadden wij in de beeldvorming ook Vlietwensen te gast in ons midden. Volgens mij was het hun jaarverslag en in het jaarverslag kwam naar voren dat zij ook heel vaak bestaande subsidiepartners van de gemeente toch nog subsidiëren langs zij. En ik ben even benieuwd hoe de wethouder daar naar kijkt met het idee van regie en overlap, nou en al die elementen in het achterhoofd. Volgens mij gaan we erover praten in de Raad als bespreekstuk. En nu...
Dank u wel. Ja, dank aan de wethouder voor zijn beantwoording. Ja, onze vragen zijn naar tevredenheid beantwoord en er valt wat ons betreft niet heel veel meer te bespreken. Inderdaad, maar goed, als er een amendement op komt, dan willen we daar uiteraard naar kijken. Dus wat dat betreft volg ik de collega's hier. Nou, we...
Dank voorzitter, die heb ik nog niet klaar, maar die zou eigenlijk precies de woorden bevatten die de heer verder zelf heeft uitgesproken. Alleen dan graag ook gewoon op papier, omdat ik juist denk. Ik ga niet in de metafoor van de auto, want dat wordt me te lastig. Maar als we het hebben over een huis wat moet staan dan en we gaan nu juist ook die gesprekken al voeren over die sociale basis. Dat heb ik de wethouder horen zeggen dat die gesprekken met de pers worden gevoerd, dan neem ik daar graag de regie ook in als Raad en als gemeente. Welke kant we dat opsturen en de specificering daarvan? Welke activiteiten zijn dat dan? Hoe kijken we daar verder naar? Dat is helemaal aan het College in eerste instantie en aan de partners om dat te bekijken, maar die kaders wil ik graag meer meegeven dan dat ze nu beschreven staan en daar wil ik ook bij zeggen dat het ook meer is dan mooie woorden. Daar begint het natuurlijk mee met een idee met een ideaal, wat is dat dan volgens ons? Maar dat gaat uiteindelijk ook gewoon plat over de financiën dat we dus dit ook zaken zijn waarin wij ook de belofte maken als je regisseert. Dat komt ook met verantwoordelijkheden. Dat we daar niet aan tornen en dat we daar niet op bezuinigen en dat onze inwoners op kunnen rekenen dat wij daarvoor zorgen en dat wij daarvoor klaarstaan. Want zonder die basis, dan valt het hele fundament van het huis gewoon weg en dan is het eigenlijk niks waard, maar met een positieve noot eindigend. Wij kijken uit naar ons eigen amendement, hè? Omdat het precies eigenlijk zal zijn wat de wethouder heeft gezegd. Dus ik denk dat iedereen daar alleen maar ontzettend blij van zal worden. En we kijken dan ook verder uit naar de volgende stappen. Dank u wel.
Ja dank u wel, uiteraard gaan we er nog een keer over praten. Ik zie dat er mensen ook graag met plezier tegemoet toch even nog twee meer opmerkingen de wethouder gebruikt als het beeld de puzzel. En dat is een hele logische en ik snap hem ook, maar dan toch nog even die kanttekening erbij. Een puzzel is natuurlijk een verzameling van harde stukjes, terwijl natuurlijk een subsidiebeleid ook iets van organisch moet zijn. Ik hoop dat dat voldoende in beeld wordt gehouden en dan duid ik met name ook een beetje op het feit dat een van de verwijten die gemaakt werd over het fenomeen van de subsidietafel was dat het ook een beetje strijd was tussen de garde subsidiejaagster als ik het zo mag zeggen. En de goedwillende amateur. En dat zijn natuurlijk twee dingen die wel in de oog moeten gehouden worden met het nieuwe beleid. Ik heb er alle vertrouwen in dat de wethouder daar inderdaad rekening mee houdt, maar ik wil er toch nog eventjes meegeven. Dank.
Als je die puzzelstukjes bij elkaar legt, ontstaat er ook een mooi plaatje hè? Dus dat is ook wel weer grappig. Ja, Vlietwensen is natuurlijk niet, je zat wel aan tafel bij die subsidietafels, maar als expert viel je formeel buiten het stelsel, maar valt wel binnen de subsidies. Vlietwensen is officieel gewoon van de gemeente en formeel een commissie van de gemeente die adviseert en beslist over welke subsidieaanvragen worden toegekend. En het is ooit bedoeld voor heel laagdrempelige kleine subsidies, echt voor de buurtbarbecue, voor het springkussen en dat soort dingen, dus eigenlijk nog laagdrempeliger en kleiner dan we hier beschrijven. En ja, daar worden ook wel laten. Verder in de commissie, ze hebben een budgetplafond en met uitzondering van vorig jaar hebben ze nooit dat plafond bereikt, dus dat ging goed. Je ziet wel dat het steeds beter wordt gevonden, maar ook wel steeds beter wordt gevonden door partijen die wat grotere bedragen vragen voor wat professioneler uitgevoerde activiteiten en de commissie is daar nu ook zelf kritisch mee bezig om te kijken van hoe houden we het nou echt bij die basis van de buurtbarbecues en de kleinschalige activiteiten. Dus daar, ik heb ze samen met mijn collega vorige week of twee weken geleden gesproken en toen hebben we daar uitgebreid over gehad, dus ik heb daar alle vertrouwen in dat de commissie daar verder mee op die basis verder gaat. En dan vind ik het een heel mooi element van onze totale subsidiesystematiek, omdat het net die piepkleine dingetjes allemaal, die eenmalige activiteiten, gewoon heel laagdrempelig en simpel toekent en dus ook mogelijk maakt.
Dank u wel. Dan concludeer ik dat het Raadsvoorstel als een bespreekstuk richting de Commissie gaat, of richting de Raad gaat en dat wij als Commissie dat aan het presidium adviseren met als reden dat er een amendement in ieder geval van de zijde van GroenLinks en Partij van de Arbeid gaat komen. Daarmee dank ik de wethouder en de ondersteuning voor hun bijdrage en aanwezigheid vanavond. En dan kom ik.