Nieuws in één oogopslag

Het Journaal toont kort en krachtig wat er speelt.

Journaal

Raadsinformatie

Alles kunnen vinden en niets missen. Met analyses & samenvattingen.

Maak een dossier

Verzamel informatie over een specifiek onderwerp.

Dossiers
Kies een vergadering : 31-03-2025, Commissie Samenleving
Met elkaar in debat zijn
  • J. Brokke - voorzitter Commissie Samenleving
  • S.D. van den Heuvel - VVD
  • W.F. Steutel - GBLV
  • S.G.D. Kok - PvdA
  • L. Vogelaar - D66
  • I.M. Feld - GroenLinks
  • J.J. Koster - CDA
  • Ph. van Veller - Wethouder
Het transcript dat je hieronder aantreft is gegenereerd met behulp van computertechnologie. Hierdoor kunnen de namen van personen en partijen soms foutief zijn weergegeven. Indien je een fout opmerkt kun je deze gemakkelijk verbeteren door op het bewerk-symbool (het potloodje) te klikken.

Raadsbrief wensen en bedenkingen subsidieregelingen maatschappelijke subsidies 2026


J. Brokke - voorzitter Commissie Samenleving

Even kijken, hij staat hier als 6.2, maar het is 5.2. Voordat ik daar aan wil beginnen, heb ik geconstateerd dat het college nog één minuut en 30 seconden tijd heeft om te beantwoorden voor twee agendapunten. Nou, we hebben in ieder geval voor de evaluatie van de spreektijden hier een goed punt bij en ik wil graag van u horen hoe u denkt hiermee om te gaan met die spreektijd. Voorzitter, het lijkt me dat we dat niet redden, anders in één minuut 30, maar ik ben overal voor open. Dus leg ik de bal bij u neer. Twee agendapunten hebben we nog, voorzitter.

S.D. van den Heuvel - VVD

Ja dank u wel, ik denk dat ik namens allemaal spreek als ik zeg dat wij woordvoerders of sorry portefeuillehouders naar de Raad vragen om onze vragen te beantwoorden, dat we ze daarmee ook eigenlijk dus tijd moeten geven. Laat ik daar wel aan toevoegen, en dan spreek ik even alleen voor mezelf, dat we hier wel strakker op moeten gaan handhaven de volgende keer. Ja voorzitter.

W.F. Steutel - GBLV

Die mening deel ik, want op het moment dat je dus met elkaar besluit om het zo te doen, dan doe je het ook zo. En, iedere keer komen we er dan toch weer op terug van laten we het toch maar niet doen. Dus ik vind het ook wel een spagaat waarbij het kruis inmiddels uitscheurt, want zo consequent zijn we eigenlijk niet meer.

J. Brokke - voorzitter Commissie Samenleving

Ik kijk even naar de overigen toe. Zeg het maar.

S.G.D. Kok - PvdA

Ja voorzitter, ik sluit me aan bij wat de VVD zei over dat we het college meer vragen stellen, het college vragen dus. We moeten hun ook tijd gunnen. Kunnen we ze niet gewoon de starttijd die er was aan het begin van dit debat gewoon ook weer erop zetten en dan kijken we hoever we komen.

J. Brokke - voorzitter Commissie Samenleving

Nou ja, ik constateer dat wij de spreektijden verdubbeld hebben en na agendapunt één daar al doorheen zijn in ieder geval. Grotendeels. En dat is denk ik ook gezien het grote aantal vragen wat tussendoor ook aan het college is gesteld. Mevrouw Schouten. Mevrouw Vogelaar. Dank u.

L. Vogelaar - D66

U wel, voorzitter. Nou, volgens mij kunnen we gewoon leren van deze ronde dat dit niet de vorm is in spreektijden waar we mee verder gaan. Neem ik even een vooruitloopje op de uitkomst en laten we voor de rest van het debat gewoon de wethouder de tijd geven die hij nodig heeft om de vraag te beantwoorden. Of we daar nou 10, 11, of 12 minuten aan plakken, vind ik niet zo belangrijk. Nou, voorzitter.

S.D. van den Heuvel - VVD

Voorzitter, even een tegenvoorstel. Ik stel voor dat we daar 15 minuten aan plakken, anders zitten we hier de hele avond.

J. Brokke - voorzitter Commissie Samenleving

Voorstel is een kwartier voor beide agendapunten. OK en dan hoop ik dat u allen ook de wethouder compact wilt vragen en ook compact wilt antwoorden, zodat er ook voor het laatste antwoord nog in ieder geval wat spreektijd overblijft. De context van agendapunt 6.2. Mevrouw Kok, gesteund door de fractie van GroenLinks, heeft verzocht om dit agendapunt over te hevelen naar de bespreekpunten. En wij starten dan ook zo meteen bij mevrouw Kok en mevrouw Veld. En wie wenst er verder nog het woord te voeren over dit agendapunt? Ja. Meneer Wildersschut nog of niet? Nee, mevrouw Kok.

S.G.D. Kok - PvdA

Voorzitter, dank u wel. Ja, de subsidieregelingen maatschappelijke subsidies 2026, of in gewone mensentaal? Dat is dus onze jongerenwerker op de hoek van de straat en het buurthuis in de wijk. De voorzieningen die onze gemeente samen met onze inwoners tot de gemeenschap maken. Voor de Partij van de Arbeid is dat de sociale basis en dat het ons aan die subsidietafels niet lukte om dat goed vorm te geven, dat moge duidelijk zijn. En bij alle gesprekken die we tot nu toe over dit onderwerp hebben gehad, en dat zijn er best wel veel, was de Partij van de Arbeid ook hoopvol. De gemeente zou weer regie gaan nemen en overzicht creëren met langjarig geld voor onze maatschappelijke partners. Er zou een visie op het maatschappelijk vastgoed komen en meer. Maar als ik nu deze stukken lees en het antwoord op onze feitelijke vragen, dan zie ik juist een beetje een terugtrekkende beweging. We gaan subsidiëren via tender of zelfs aanbesteden. We kiezen er in de helft van de gevallen voor om maar éénjarig te subsidiëren. En sowieso zie ik een heleboel regelingen, terwijl ik me kan voorstellen dat dezelfde organisaties in deze gemeente meerdere van dit soort activiteiten doen. Moeten die dan allemaal losse subsidies gaan aanvragen? En in maar een paar gevallen kiezen we voor begrotingspost subsidie. Waarom zetten we dat eigenlijk niet vaker in? Vragen wij ons af. Voorzitter, vanuit de kant van de Partij van de Arbeid is er veel bedenkingen tot nu toe en we zijn benieuwd naar de overwegingen van de wethouder. Dank u wel. Dank u wel, mevrouw.

I.M. Feld - GroenLinks

Ja, dank voorzitter. Inderdaad, de volgende stap in de nieuwe subsidiethematiek wordt gezet en dat is goed nieuws. Als gemeente hebben we een hoop taken en ambities. En als GroenLinks nog wel meer, en deze ambities kunnen niet worden aangepakt zonder onze subsidiepartners die er met hun kennis en kunde uitgeven. Daarom vinden we het van belang om deze subsidieregelingen goed te bekijken en ook wat wensen en bedenkingen mee te geven. Want het heeft nog wel wat vragen opgeroepen. In deze regelingen wordt gewerkt via subsidietenders, waarbij een puntsysteem bepaalt welke organisatie subsidie krijgt. Hierover heb ik de vraag of lokale binding echt belangrijk is volgens dit college en of 5 van de 100 punten dan voldoende is om daar ook uitwerking aan te geven. Daarnaast vraag ik me af of de aanvraag die nu ingediend moet worden door organisaties niet dusdanig groots en lastig is, dat kleine organisaties wellicht ondergesneeuwd raken en of er rekening mee wordt gehouden dat het penvoerderschap wat wordt gevraagd, een dusdanige samenwerking van organisaties vraagt die in de korte tijd tot de sluiting van de subsidieprocedure, ik geloof eind mei, wellicht niet altijd haalbaar is. Kan het college de aankomende periode met de nodige coulance omspringen met dit penvoerderschap, wat op zich een mooi idee lijkt voor de samenwerking, maar om organisaties nog wat meer tijd te geven om dus goede afspraken te maken over die samenwerking? Mevrouw Van Heuvel.

S.D. van den Heuvel - VVD

Wel voorzitter. Ik ben even benieuwd. Collega van GroenLinks, u heeft het over de methodiek van tenderen en het punt te geven aan bepaalde onderdelen en even los van hoeveel punten je aan welk onderdeel geeft. Bent u van mening dat dat tenderen wel een instrument is om meer sturing te geven aan de vraag dan wel het uiteindelijke resultaat dat we vragen? Ja.

I.M. Feld - GroenLinks

Ja, ik heb voor dit debat, want ik zit niet van mezelf heel erg in de subsidiesystematiek, maar ik heb voor dit debat wel gekeken. Wat zijn nou de mogelijke manieren en wat ik hier wel mooi aan vind is dat je inderdaad kan kijken van hoe goed past een bepaalde organisatie bij wat we willen. Maar ik zie tegelijkertijd dus wel dat het ook nadelen kan hebben wat betreft de complexiteit van de aanvraag en of je met de punten ook echt weerspiegelt wat je daadwerkelijk belangrijk vindt in een organisatie en dat er nog wel eens een mis kan ontstaan en dat het daarnaast dus ook bijvoorbeeld grote organisaties van echt verre gemeenten en provincies hier zou kunnen halen in principe en nou, dat lijkt me wel zaak om kritisch naar te kijken. Meneer

J.J. Koster - CDA

Ja voorzitter, de collega van GroenLinks benoemt dat ze bang is dat de punten wellicht niet helemaal overeen zullen komen met wat voor zulke organisaties daar staat. In de punten gewoon waar we punten voor geven, dus waar geven we dan nu punten aan of zouden we punten aan gaan geven waarvan GroenLinks zorgen heeft? En wat missen we in dat puntensysteem wat GroenLinks er graag in zou willen hebben? Want daar kunnen we dan vervolgens met elkaar ook een gesprek over voeren.

I.M. Feld - GroenLinks

Ja, dank je. Ik heb het nu even niet allemaal scherp, maar wat ik bijvoorbeeld denk met die 5 van de 100 punten voor lokale binding, vraag ik me af, hoeveel impact heeft dat dan? En ik heb tegelijkertijd gezien dat we in veel van de regelingen heel goed dat gekoppeld hebben aan het beleid dat we hebben, wat heel mooi is, maar in veel van die beleidsstukken en dus ook in de regelingen staat dat we willen werken naar een sociale basis of naar bijvoorbeeld pedagogische basis en dat de activiteiten daaraan moeten bijdragen. En niet zozeer symptoombestrijding moeten zijn. Maar dat soms die specifieke eisen maar voor 3 punten geldt, dan denk ik ja. Vraag ik me af in hoeverre je daarmee echt weerspiegelt wat je belangrijk vindt en dat lijkt me niet kwade wil of opzet. Maar ik denk dat dat wel iets is om goed naar te kijken. En dat weet ik zelf ook niet of 3 van de 100 punten nou gigantisch veel of weinig is. Daarom vraag ik het ook.

J.J. Koster - CDA

Dank voorzitter en de andere vraag die ik had is dat de collega van GroenLinks begon over partijen die nog niet bekend zijn bij onze gemeente en dat we dat niet zomaar moeten willen. Volgens mij zitten hier nu punten voor lokale binding als ondanks de weging voor die punten van lokale binding blijkt dat een nieuwe partij, een innovatieve nieuwe partij, de beste dienstverlener voor onze inwoners is, dan moeten we toch ook willen kijken naar nieuwe partijen die nieuwe ideeën hebben, maar wel die weging voor lokale binding hebben zodat dat een factor blijft spelen. Hoe ziet de collega van GroenLinks dat?

I.M. Feld - GroenLinks

Ja, op zich kan ik me daarin vinden, maar waar ik mij zorgen om maak en ik weet ook niet hoe groot of hoe reëel die zorg is, is dat er bepaalde best wel grote, ook wat meer commerciële partijen, organisaties en bedrijven in het land zitten die echt geënt zijn op het schrijven van dit soort stukken en daar gewoon goed weten hoe ze die punten kunnen verdienen. En op zich hoeft dat niet slecht te zijn. Maar ik denk ook, en daar wil ik, daar kom ik dan meteen op terug in mijn volgende stuk. Hoe zorgt deze manier van subsidie verstrekken voor meer regie en minder versplintering? Want er zijn nu juist meer regelingen, minder directe samenwerking tussen partners. En de gemeente heeft misschien wel op korte termijn regie, maar als er elke keer nieuwe partners komen en het landschap verandert, vermindert dat juist ook de regie van de gemeente, zo lijkt mij, en de binding met de inwoners. Dus hoe kijkt de wethouder hiernaar? Daarnaast is het met de voorgestelde procedure mogelijk dat de exploitatie van panden bij bepaalde partners blijft, maar dat de activiteiten in dat pand door andere organisaties van buitenaf worden verzorgd, wellicht zelfs partners van buiten de gemeente. Vraag aan de wethouder of dit wenselijk is. Dan in een subsidieregeling sterke pedagogische basis wordt gepoogd om via de activiteiten bij te dragen aan die pedagogische basis, supergoed, en te transformeren van symptoombestrijding naar een fundamentele aanpak, maar hoe rijmt dit volgens het college met het feit dat veel activiteiten voor maximaal 12 maanden gesubsidieerd worden? Als je de activiteiten tot de pedagogische basis vindt behoren, waarom dan ook niet langduriger subsidiëren en zichzelf laten bewijzen, want dit kan eigenlijk feitelijk niet binnen één jaar zichzelf bewijzen. Dit alles roept dan ook bij mij de vraag op of we de sociale basis, pedagogische basis niet ook meer moeten vormgeven in onze subsidiethematiek door bepaalde belangrijke organisaties met langdurige inzet in die sociale basis ook via langdurige subsidies of bijvoorbeeld begrotingssubsidies te regelen en daaromheen een schil van kleinere activiteiten via de subsidieregelingen. Zo creëren we met de partners in de sociale basis een langdurige relatie van vertrouwen en samenwerking met regelmatige overleggen en gezamenlijk werken aan de gezamenlijke doelen. We moeten op zoek naar de beste manier om met onze partners uitwerking te geven aan onze plannen en ambities. En daarbij kunnen wij niet zonder de partners en zij niet zonder ons. Dank u wel. Dank.

W.F. Steutel - GBLV

Dank u wel. Allereerst de complimenten aan de wethouder en het college natuurlijk voor deze informerende raadsbrief, een raadsbrief met een bekende toon, zoals die op 20 mei vorig jaar. Ook in deze brief is een toon weergegeven waar GBOV een sterke voorstander van is, besproken met alle betrokken partijen in onze gemeente. Goed geluisterd naar de adviesraad. De grief vanuit de gemeente is duidelijk verwoord in deze nieuwsbrief. Hiermee kunnen alle betrokken partijen dan eindelijk gezamenlijk de handen ineen slaan, samenwerken, ontwikkelen en, voorzitter, onder de regie en mede-eigenaarschap van de gemeentelijst van Volberg. Dat is waar wij in ieder geval goed verstaan, voorzitter. De raadsbrief spreekt niet alleen van regie, maar dus ook mede-eigenaarschap van de gemeente met de volgende uitgangspunten: geen abrupte onderbreking in de bestaande dienstverlening aan de inwoner. De gemeente stuurt op resultaat en tussentijdse evaluatie. Subsidiepartners dienen samen te werken, verdelen niet zelf het beschikbare budget en werken samen. Verlaging van de administratieve lasten: kleine subsidieontvangers leggen een eenvoudige verantwoording af dan de grote ontvangers. En door periodieke evaluatie van de maatschappelijke ontwikkelingen wordt directer ingespeeld op noodzakelijke bijstelling, dynamisch, zoals onze wethouder het wel vaker zegt. Voorzitter, met de uitgangspunten van het akkoord tussen de partners en gemeente wordt garant gestaan voor actueel beleid in de huidige maatschappelijke dynamiek, de sociale basis van onze gemeente, met daarbij de strikte relatie met een aangescherpt sociaal kompas als gemeentelijk stuurwiel en dus integraal wordt samengewerkt binnen de ambtelijke organisatie en daarbuiten met de betrokken maatschappelijke organisaties in onze gemeente. Dat is waar onze ambtelijke organisatie samen met de anderen voor dient te staan. Dank u wel.

J. Brokke - voorzitter Commissie Samenleving

Dank u wel mevrouw Vogelaar, D66. Dank u.

L. Vogelaar - D66

Voor de subsidieregelingen die we vanavond bespreken zijn het sluitstuk van een lang traject waarbij we afscheid hebben genomen van de subsidietafels en toewerken naar een nieuw systeem. Mijn fractie is gedurende de weg daar naartoe af en toe flink kritisch geweest, maar nu ik de daadwerkelijke regelingen gelezen heb, ben ik overwegend positief en maak ik de opstellers complimenten voor het geleverde werk. Desondanks zie ik wel een aantal witte vlekken waarvan ik hoop dat de wethouder ze voor mij kan invullen. Ten eerste, we hebben met elkaar gezegd dat we de beweging willen maken van een aanbodgestuurd werken naar vraaggestuurd werken, waarbij de behoeftes van onze inwoners leidend zijn voor de activiteiten die we door middel van subsidie mogelijk maken. Dat vereist een beeld van de sociale en maatschappelijke stand van zaken in onze gemeente, zoals mooi werd geschetst in de visie op de sociale basis en vervolgens, en dat is de belangrijkste, moet deze dan vertaald worden naar de subsidieregelingen. Anders gezegd, wat gaan we wel en niet subsidiëren op basis van wat we weten over de behoeftes van onze inwoners? Deze vertalingsslag ziet mijn fractie in de subsidieregelingen nog onvoldoende gemaakt worden. Kan de wethouder hierop reflecteren en in het verlengde hiervan kan de wethouder ook enige uitleg geven over de totstandkoming van de beoordelingsmodellen met de puntenverdeling, waar collega's eerder al over spraken. Daar ben ik wel benieuwd welke overwegingen daaraan ten grondslag liggen. Daarnaast, als ik kijk naar het financiële overzicht, zie ik 8,5 miljoen verdeeld over 7 onderwerpen en binnen die onderwerpen worden ook weer subverdelingen gemaakt. Op basis van welke afwegingen is deze verdeling tot stand gekomen? Kan de wethouder ons meenemen in welke keuzes hier zijn gemaakt? En misschien daarnaast ook iets zeggen over de activiteiten die onder de 7 onderwerpen liggen. Zonder deze informatie kan ik eigenlijk niet goed beoordelen wat ik van deze verdeling van het geld vind en dit inzicht is wel nodig om een willekeurig voorbeeld te geven. Stel, ik zou 1 t willen overhevelen van inburgering naar laaggeletterdheid. Wat voor gevolgen heeft dat? Wat kan er dan aan de ene kant meer en wat kan er aan de andere kant minder? Tot slot, onderaan pagina 4 van de raadsbrief wordt gesproken over het monitoren van maatschappelijke effecten waar ik groot voorstander van ben. Dat zal u waarschijnlijk niet verbazen. In de tabel daaronder zijn de maatschappelijke effecten echter verdwenen. Is dat een omissie? En tot slot een vraag over overlap: sommige activiteiten uit de subsidieregelingen herken ik uit andere beleidsterreinen, zoals bijvoorbeeld onder het kopje actief burgerschap geldt voor mantelzorgers en vrijwilligersondersteuning. En dat vind je ook in het kader van het WMO-beleid. Breder gezien kan ik ervan uitgaan dat de subsidieregelingen en aanverwant beleid op elkaar zijn afgestemd. Tot zover in de eerste termijn.

J. Brokke - voorzitter Commissie Samenleving

Dank u wel, dan ga ik naar de VVD, mevrouw Van den Heuvel.

S.D. van den Heuvel - VVD

Ja voorzitter, ik zit nog heel even te twijfelen of ik echt iets in ga brengen, omdat aan de voorkant ook niet duidelijk was wat nou precies de insteek was voor de bespreking. Ik kan alleen maar concluderen dat we een grondige evaluatie hebben gehad met partners, met gebruikers etcetera, waarin gevraagd is om drie dingen, namelijk regie op het proces, sturing op de inhoud en vooral vanuit deze raad ook sturing op budget. Als ik kijk naar de algemene verordening die er ligt en nu de losse plannen, denk ik dat we dat met elkaar bereikt hebben. Dus vandaar ook van deze kant complimenten aan de wethouder. Ik had nog één vraag en die hebben we ook al een beetje besproken bij de bespreking van de verordening zelf, dus op het gevaar af om hem toch nog een keer te herhalen. Maar wat doen we nu als we met elkaar concluderen, al dan niet in de monitoring of tussentijds, dat de subsidie dan wel de subsidieactiviteit dan wel de subsidiepartner zelf niet bijdraagt aan het doel? Welke middelen hebben we als gemeente om tussentijds ook te zeggen, joh, bedankt, maar we gaan toch voor een andere weg? Dank u wel.

J. Brokke - voorzitter Commissie Samenleving

Dank u wel, dan ga ik naar het CDA, de heer Koster. Ja

J.J. Koster - CDA

Dank u, voorzitter. De afgelopen jaren hebben wij als Raad meermaals over de nieuwe subsidieverstrekking gesproken. De evaluatie, de startbrief, de algemene verordening en daartussendoor op vraag van de Raad. Er is ook nog een visie op de sociale basis gepresenteerd. Het CDA heeft in al die stappen het college gesteund met de ingezette koers, waarbij we altijd hebben ingezet op innovatie, focus op samenwerking en het algemeen belang voorop, met focus op wijkgerichte dienstverlening. We zijn ook blij, voorzitter, dat als we naar het puntsysteem kijken in de tenders, ook die punten expliciet worden benoemd. Al deel ik de vraag van de collega van GroenLinks in hoeverre de punten die we aan die thema's geven zwaar genoeg wegen in het geheel en hoe zwaar één punt weegt uiteindelijk in de verdeling. Natuurlijk, één punt van 100 weegt één punt van de 100, maar wat houdt dat in de praktijk in? Daarnaast, voorzitter, heeft mijn fractie natuurlijk vorig jaar de visie op de sociale basis gesteund en mijn fractie is wel benieuwd van de wethouder op welke manier de koppeling tussen het sociaal kompas, de visie en de activiteiten die hierdoor gesubsidieerd worden in de monitoring duidelijk worden, zodat wij als Raad ook zichtbaar hebben dat we de ambities van de visie op de sociale basis ook echt bereiken. Want wij als fractie hebben ook aangegeven dat we voor die ambities staan. Heeft de wethouder er vertrouwen in dat de verordeningen en de activiteiten die daaruit voort zullen vloeien, zoals ze nu voorliggen, ook de juiste activiteiten zullen zijn? Voorzitter, mijn fractie is groot voorstander van sterke maatschappelijke betrokken wijkverenigingen die verbinding en ontmoeting kunnen zorgen tussen inwoners. Veel van de ambities in de visie op de sociale basis kunnen een rol van wijkverenigingen bevatten. Op welke manier is in het tot stand komen van deze verordening ook het gesprek geweest met wijkverenigingen om te kijken of zij hun weg in die verordeningen kunnen vinden of dat passend is überhaupt? En dan over het proces nog, voorzitter, zijn de kleine partijen die in de originele evaluatie van de subsidietafels aangaven niet vaak genoeg mee te kunnen praten, ook echt betrokken nu bij het vormgeven zelf? En het college geeft aan dat verschillende elementen van de verordeningen ook zijn getoetst bij de partners. Is daar iets van verslaglegging over hoe dat is gegaan, welke punten zijn benoemd, etcetera? En als die er is, kan dat nog met de Raad worden gedeeld? Tot zover, voorzitter.

J. Brokke - voorzitter Commissie Samenleving

Dank u wel. Dan kijk ik naar het college, met het verzoek aan de wethouder om ja weer compact te antwoorden.

Ph. van Veller - Wethouder

Ga ik dit keer doen dan. Voorzitter, dank u wel. En dank voor de inbreng. Een hele mooie algemene vraag van de PvdA is: wat waren nou de overwegingen om dit allemaal zo te doen? En de neiging is nu heel groot, in de verleiding die zal ik gezien de tijd niet doen, om helemaal terug te gaan door die subsidietafels. Maar wat we hebben gedaan natuurlijk. Die subsidietafels, die waren het niet, die hebben we geëvalueerd, hebben we afgeschaft. We zijn tegelijkertijd begonnen aan een nieuw systeem waar we eigenlijk al mee begonnen waren in de laatste ronde van die subsidietafels, omdat toen ook de gemeente een knoop moest doorhakken wat we toen ook hebben gedaan. Dat kwam toen op mijn bordje en toen, ik ben dol op afwegingskaders, hebben we gevraagd om een afwegingskader om transparant en navolgbaar af te wegen hoe wij dan die verdeling in die tafels zouden gaan doen. Nou, dat was eigenlijk al een beetje een zaadje voor dit nieuwe systeem, want toen hebben we ook inderdaad een aantal punten op een rij gezet, waar we dan activiteiten die we willen subsidiëren aan wilden afwegen. En dat is eigenlijk hier weer aan de hand, dus we hebben nu gewoon de regie zelf gepakt. We gaan een uitvraag doen. Die is iets strakker en iets concreter dan destijds met de subsidietafels. Maar subsidie is natuurlijk nog steeds wel bedoeld om partners die zelf verstand hebben van zaken de ruimte te geven om het naar hun bevindingen in te richten. Nou, zo hebben we die uitvraag nu opgesteld. Die staat nu in deze regelingen en ziet er soms wel een beetje formeel uit, maar het is natuurlijk ook best wel een formeel document. Nou, er staat ook dat afwegingskader waarin we nu met een puntentelling de activiteiten gaan beoordelen die worden voorgesteld door de partners. Dat is ook een antwoord op de vraag: hoe zien die activiteiten eruit? Nou, dat is een beetje een flauw antwoord. Ik ben ook benieuwd. Natuurlijk weten we heel veel activiteiten die plaatsvinden en die gaan door, dus wat dat betreft zou je kunnen kijken naar de activiteiten die onder de tafels verder ontplooid zijn. Daar zal het wel grotendeels op lijken, maar we hopen ook op nieuwe ideeën. We hopen op nieuwe inbreng, we hopen op nieuwe partners. En zo zou het nieuwe palet eruit kunnen gaan zien. Dus wat ons betreft is het voor een deel natuurlijk bekend werk en voor een deel ook misschien wel heel verrassend. De vraag, de vrees was: gaan zich dan ook commerciële partijen melden die heel goed in staat zijn om te beantwoorden aan die puntentellingen? Nee, want commerciële partijen zijn niet geoorloofd om op subsidies in te schrijven. Maar ik zag een handje, mevrouw.

S.G.D. Kok - PvdA

U wel voorzitter, ik ben een beetje verbaasd over de wethouder. Die heeft het steeds over activiteiten. Terwijl het hier niet gaat om colablikjes die we verkopen en in onze wijken het ene jaar doen we Pepsi en het volgende jaar Coca-Cola. Het gaat volgens mij om iets veel wezenlijkers dan dat, hè? Het zijn jongerenwerkers die een band opbouwen met jongeren in bepaalde wijken. Het zijn buurthuizen waar mensen gewend zijn van: oh, op vrijdagmiddag ga ik hier altijd naar de biljart, weet je wel? En dat gaat volgens mij veel verder dan activiteiten. Dus als we het platslaan tot activiteiten, dan ja, dat vind ik eigenlijk niet zo recht doen aan wat we hier hebben te bespreken. Maar hoe ziet de wethouder dat, dat het veel meer is dan alleen dat?

S.D. van den Heuvel - VVD

Ja voorzitter, misschien volg ik mevrouw Kok niet helemaal, want als we het geen activiteiten mogen noemen, hè? Uiteindelijk wordt er subsidie aangevraagd voor een handeling, oftewel wat we maar even een activiteit noemen. Als we het geen activiteit noemen, wat subsidiëren we dan precies, want dan blijven we in het oude stelsel zitten als we gewoon organisaties overeind houden.

S.G.D. Kok - PvdA

Het noemen van organisaties overeind houden, vind ik een beetje een kille manier van dat noemen, maar volgens mij is dat in die zin wel wat we doen en volgens mij is wat we subsidiëren met subsidies in die zin overheidstaken, dus dingen die we zelf als overheid belangrijk vinden, namelijk ogen en oren in de wijk, buurtcentra, opbouwwerk, weet je al die dingen. Maar dat is dan toevallig. Dat hebben we ooit, denk ik, verkeerd gedaan in de jaren 80 en 90, maar dat is uitbesteed, zeg maar, aan een veld wat we op afstand hebben gezet. Dus volgens mij, mevrouw Van Heuvel, die frame dat een beetje als organisaties overeind houden, maar volgens mij komt het er wel een beetje op neer dat je mensen inhuurt om iets te doen die daar een band opbouwen met onze inwoners en dat zijn ook organisaties die daar jarenlang expertise op hebben. Dus daar komt het wel een beetje op neer. Ja, dat is wat de PvdA betreft meer dan alleen een activiteit. Dat gaat om mensen met een geschiedenis hier, met medewerkers hier die binding hebben met de wijk, die onze inwoners kennen, et cetera.

S.D. van den Heuvel - VVD

Ja, toch nogmaals de vraag, want ik begrijp nu goed uit uw antwoord, even de checkvraag. Dat u het belangrijker vindt dat we eigenlijk dezelfde organisaties maar behouden, in plaats van dat we nu ook echt activiteiten gaan doen die passen bij de vraag die onze inwoners hebben en die hen dus ook echt helpen. En, als dat dan toevallig misschien door een andere organisatie beter of anders gedaan kan worden, dan zegt u dat gaan we dus niet doen, want ik wil nu eenmaal met deze organisaties blijven werken. Is dat nu wat u zegt, mevrouw Kok?

S.G.D. Kok - PvdA

Nee, mevrouw Van den Heuvel schetst een beetje een tegenstelling tussen deze twee dingen. Ten eerste alsof de partners die het nu doen niet doen wat nodig is, dat durf ik te betwijfelen. Het feit dat daar. Daar zou ik volgens mij, dat zou ik me van willen distantiëren, van die insinuatie. Maar ook volgens mij kan het ook heel goed samen gaan en dat is volgens mij heel het idee van die sociale basis. Wat mevrouw Veld ook al noemde. Je hebt een basis van dingen waarvan je als gemeente zegt, dit is wat we te allen tijde willen in onze wijk. Dit koesteren we, dit bouwen we op en dat willen we ook niet langjarig bij ons houden. Daar kun je volgens mij wat de PvdA betreft, is dat het jongerenwerk, het opbouwwerk, het sociaal servicepunt, de wijk- en buurtcentra. Daar noem je een aantal dingen en heb je daarnaast een soort flexibele schil van inderdaad, zoals mevrouw Van den Heuvel noemt, meer activiteiten die een incidenteel karakter hebben. Komen er Oekraïense vluchtelingen voor een jaar hier wonen, nou dan huren we voor een jaar een Oekraïense stichting in die dat gaat doen, weet je. Volgens mij is dat flexibiliteit die je wil hebben, maar kan dat prima samengaan met een sociale basis die je samen met een aantal kernpartners vormgeeft. OK en

J.J. Koster - CDA

Ja, ik bedoel op basis van het net interruptiedebat dan nog wel een vraag aan mevrouw Kok: leeft bij haar de angst dat als partners goed werk leveren, deze regels ervoor zullen zorgen dat die partners toch niet dat werk mogen voortzetten? Is dat haar onderliggende angst? Want zo is dat wellicht een angst die de wethouder ook kan wegnemen of kan toelichten, of die angst terecht is of niet.

S.G.D. Kok - PvdA

Ja, dat is zeker een angst omdat subsidietenderen en ook zeker aanbesteden daar wel naar neigt. Maar inderdaad, het is een hele mooie brug naar de beantwoording van de wethouder, want daar waren we gebleven om die angst misschien een beetje te ontkrachten.

J. Brokke - voorzitter Commissie Samenleving

Mevrouw Van den Heuvel nog even kort? Ja, voorzitter.

S.D. van den Heuvel - VVD

Deze snap ik al helemaal niet, hè? Want we werken met een aantal partijen, bijvoorbeeld Kwadraad, hè? Van Sociaal Servicepunt, wat u al de hele avond ophoudt. Volgens mij kent Kwadraad zijn oorsprong in Gouda. Sport en Welzijn, als ik me niet vergis, is het nu wel afgescheiden, maar heeft ook zijn roots in een andere regio liggen. Dus nu heeft u angst voor partijen uit een andere regio, of ik? Ik snap hem gewoon niet meer. Mevrouw Kok.

S.G.D. Kok - PvdA

Den Heuvel doet wederom een aantal, nou ja, insinuaties of frames die ik niet echt nodig vind voor vanavond. Volgens mij is wat ik probeer te zeggen, we hebben een basis. Volgens mij zijn dat taken die in het beginsel wat de PvdA betreft overheidstaken zijn. Dat is volgens mij gewoon gepaard met een zekere vorm van continuïteit, dus bekende gezichten. Ik bedoel, ik heb er zelf rondgelopen op de spreekuren, weet je, jongeren die normaal nergens komen omdat ze niet mogen van hun ouders of niet durven en die, omdat ze een bepaalde band opbouwen met de jongerenwerker die inderdaad bijvoorbeeld bij SNW in dienst is, dat wel durven, weet je, die dan wel naar voren komen. En volgens mij zou elk systeem wat dat op het spel zet door dus inderdaad als ware we een soort colablikje zitten te verkopen, nou, het ene jaar is het merk Bep, het volgend jaar mag Coca-Cola zijn. Elk systeem wat zo'n band die we opbouwen in de wijken in de weg kan staan, daar verzet ik me tegen, ja. Mevrouw Vogelaar.

L. Vogelaar - D66

Ik begrijp aan de ene kant de zorg of tenminste de betrokkenheid van mevrouw Kok bij continuïteit naar inwoners en mensen die gebruik maken van de diensten die geleverd worden. Maar aan de andere kant hoor ik haar niet zo heel veel zeggen over de mogelijkheid voor rigiditeit en een soort van verzanding die kan optreden als je de hele tijd met dezelfde partners werkt en geen mogelijkheden inbouwt voor flexibiliteit. Hoe kijkt u daar naar, mevrouw Kok? Dank.

S.G.D. Kok - PvdA

Dank u wel en dan zou ik die vraag eigenlijk graag terugstellen aan mevrouw Vogelaar. Is er in haar optiek dan nu sprake van verzanding en rigiditeit? Mevrouw

L. Vogelaar - D66

Dank u wel, dat is niet de achtergrond van mijn vraag. Ik hoor u heel erg hameren op het moet consistent zijn en dat begrijp ik. Maar die medaille heeft twee kanten en ik hoorde u over één kant praten en ik ben gewoon benieuwd naar uw visie op de andere kant.

S.G.D. Kok - PvdA

Ja, daar kan ik wel iets over zeggen. Nou ja, ik denk dat het best kan dat je zou vinden dat dingen anders moeten of nieuwer, maar volgens mij zou daar de regie van de gemeente moeten komen kijken. Volgens mij heb je dat soort vragen op te lossen in een soort partnerschap dat je voert met je maatschappelijke organisaties. Volgens mij, als je daar met elkaar langjarig, weet je wel, je kent elkaar, om tafel zit, dan is daar prima de ruimte om zulke gesprekken met elkaar te voeren. Volgens mij geef je de regie eerlijk gezegd juist uit handen door te zeggen, oh, dan gaan we er een nieuwe partner neerzetten, want die, weet je wel, die is nieuw. Die kent misschien de omgeving niet. Geen idee, weet je wel, hij heeft geen track record in de wijk, volgens mij geef je daarmee juist een stukje regie uit handen.

W.F. Steutel - GBLV

Ja, ik mevrouw Kok, verward me wat omdat u nu eigenlijk de indruk wekt dat we de hele discussie over het herzien van de subsidietafels niet nodig hadden zouden hebben gehad. Want de oproep die je doet, die gaat terug naar die situatie en daarvan hebben we eigenlijk met zijn allen hier in de Raad gezegd: het is goed dat we toch op een andere manier omgaan met die subsidietafels en dat we de regie terugnemen. Nou, dat doe je dan op een bepaalde manier. En volgens mij is de wethouder zo dynamisch ingesteld dat je op het moment dat je, laten we zeggen, die angst over die puntentellingen... Ik snap hem wel een beetje. Maar je moet op een gegeven moment wel ergens beginnen. En dan is het altijd de vraag van zetten we die punten weg of... En je gaat nu ook het jongerenwerk naar voren dat dat niet goed zou zijn om dat jaarlijks te wijzen. En daar heeft u wel een punt, maar dan moeten we natuurlijk niet het hele stuk op beoordelen. En vandaar dat ik dacht van ja, maar weet u nog dat we met zijn allen eensgezind waren om de subsidietafels ter discussie te stellen? Dus ik denk ook dat we dat nu moeten gaan doen. Althans, we moeten het nu gaan uitvoeren wat we hebben besloten in mei vorig jaar. Dat wou ik even kwijt.

J. Brokke - voorzitter Commissie Samenleving

Ik ga eerst even naar meneer Koster, want dan kunt u het in één rondje meenemen. Ja

J.J. Koster - CDA

Voorzitter, om het mijn collega qua haar spreektijd ook wat makkelijker te maken, ga ik gewoon even twee ja of nee vragen/slash statements bij de collega neerleggen. Dan kan ze ook gewoon ja of nee aangeven. Eén: deelt de collega met het CDA dat partijen die goed werk leveren blijven doorontwikkelen, innoveren en de vraag vanuit de samenleving tegemoetkomen, dat we daarmee moeten willen samenwerken en dat de regelingen daarvoor dat ook mogelijk moeten maken? Dat is één. En twee: deelt de collega de observatie dat als partners niet in staat zijn om aan de vraag tegemoet te komen die er leeft, omdat de vraag verandert of omdat de omstandigheden veranderen, dat de gemeente in staat moet zijn om nieuwe samenwerkingen te vinden via een systeem zoals een puntensysteem?

J. Brokke - voorzitter Commissie Samenleving

Mevrouw Kok twee ja en netjes en één meneer Sloot.

S.G.D. Kok - PvdA

Ja. Ja, op de eerste vraag twee, ja. Als er iets nieuws nodig zou zijn, is dat dan ook nodig om dat te kunnen wisselen? Zeg ik ook ja. De Partij van de Arbeid vindt het alleen de vraag of dat dan is door een hele nieuwe uitvraag uit te zetten en een nieuwe partner aan boord te halen, of dat je dat bijvoorbeeld in constructies van onderaannemerschap zou kunnen doen. Ja, bij de heer Stelt heb ik geen vraag gehoord, alleen een beetje spreekbuisfunctie voor de wethouder wat hij in het vorige onderwerp ook een beetje deed. Dus daar heb ik verder geen antwoord.

W.F. Steutel - GBLV

Op, nou ja, ik ik, ik kon het toch echt niet laten eraan te herinneren dat we met zijn allen die die die hele evaluatie hebben ingezet en die moet je nu niet opnieuw willen gaan doen en neem me niet kwalijk hoor. Nee

S.G.D. Kok - PvdA

Natuurlijk, daar ben ik het hartgrondig mee eens. Ik ben hartstikke blij dat we dit debat voeren en dat er een alternatief komt voor de subsidietafels. Ik heb alleen op dat alternatief wensen en bedenkingen. Daar zitten we vanavond voor.

J. Brokke - voorzitter Commissie Samenleving

Dan gaan we naar de dynamiek van de wethouder. Wethouder, vervolgt u de beantwoording. Dank.

Ph. van Veller - Wethouder

U wel, voorzitter. En dank voor alle beschouwingen, want die geven nou precies aan dat er allerlei afwegingen zitten en dat beëindigde ik ook net het hele relaas mee. Er zitten allerlei afwegingen hier in. Afweging: moet je nou lokaal een lokale binding is hartstikke belangrijk. Maar ja, er zijn ook hartstikke goede ideeën in andere gemeenten die hier hartstikke welkom zijn. De afweging tussen continuïteit en dynamiek: continuïteit is heel belangrijk. Je zult ook zien, hè? De subsidietafels destijds waren eigenlijk bedoeld om ieder jaar alles opnieuw te herzien. En nu zie je aan de lijst die ik naar aanleiding van de vraag van de PvdA nog heb gestuurd dat je sommige activiteiten 48 maanden, hè, dus dat is 4 jaar, dat is het maximum, in stand houdt en dat dat geeft voldoende continuïteit en bouwen en partnership. Dus wat dat betreft zit dat er allemaal in. Sommige van die zaken die we nu korter subsidiëren is omdat het beleid nog in ontwikkeling is en dus even voor een jaartje vooruit kunnen en dan het nieuwe beleid kunnen incorporeren. En soms zeggen we van, nou, dit is zo stabiel 48 maanden en misschien nog wel meer erbij daarna. Maar nou, dus dat geeft meer continuïteit dan vroeger die subsidietafels, dus wat dat betreft zitten hier veel meer afwegingen in die we ruimte konden geven. Ook grotere subsidies waar we veel eisen stellen. Kleinere subsidies die we wat lichter kunnen invullen. We hebben penvoerders waardoor we dus grote partijen, tenminste, dat vermoed ik, we zullen het zien, de gelegenheid geven om de overhead ook voor hun rekening te nemen, terwijl kleine partijtjes eronder lekker om de bak kunnen met waar ze echt voor zijn zonder heel veel tijd te verliezen aan allerlei administratie, omdat die grote partijen dat doet als penvoerder, dat soort dingen zit er allemaal in, dus ik denk dat we echt een heel mooi nieuw systeem hiermee hebben voorliggen. Wat ook beantwoordt aan de vraag van het beleid, hè? Soms is dat beleid toch in ontwikkeling? Dus bijvoorbeeld, hè? Dat is ook een antwoord op het vraaggestuurd werken. Dat zit natuurlijk ook vaak in het beleid, hè? Dus in waar we het net over schuldhulpverlening en minimabeleid hebben we ook gekeken naar cliëntenervaringen etcetera. En daar proberen we dat beleid op te enten. Het is trouwens vraag-, maar ook behoeftegestuurd. Het is niet uw vraag, wij draaien, maar u begrijpt wat ik bedoel. Dat zie je straks ook met het nieuwe WMO-beleid terugkomen en ook in de jeugd zien we dat, dus dat zit ook in het beleid en dat proberen we ook in die regelingen vorm te geven en dan bijvoorbeeld met cliëntenervaringsonderzoeken die we soms verplicht stellen, proberen we daar weer op terug te komen. En zo die loop rond te hebben? Mevrouw.

L. Vogelaar - D66

Begrijp ik het dan ook goed dat op het moment van die, nou ja, die ervaringsonderzoeken en de behoeften die geuit worden vanuit de inwoners, dat ook de verdeling tussen de 7 onderwerpen en de verdeling binnen die onderwerpen aangepast kunnen worden? Ja, op...

Ph. van Veller - Wethouder

Op termijn wel. Alleen op dit moment, kijk, we hebben gezegd dit: dit is geen bezuinigingsoperatie. Dit is gewoon het de verdeling gaan we anders aanpakken, dus wat we nu hebben gedaan. We hebben niet getwijfeld tussen allerlei activiteiten, omdat het nu toch kon, maar in de toekomst is dit systeem natuurlijk ook heel erg nuttig om te zeggen: nou, dat willen we belangrijker vinden, daar gaan we meer op inzetten of dat zien we, dat willen we terugbrengen, et cetera. Dus dat is er wel, maar daar is dit niet voor bedoeld, dus daar wilde ik even van wegblijven. Dus je ziet toch een beetje diezelfde verdelingen als in het vorige systeem zie je nu terugkomen, omdat ik ook niet wilde dat we hier nu plotseling alles overhoop gooiden en toch ook hier weer stabiliteit ook wel weer belangrijk vonden en innovatie. Mevrouw Kok.

S.G.D. Kok - PvdA

Ja, dat is wat ik lees in de regelingen terug. Ik zag daar inderdaad wel een beetje de subsidietafels in terug, maar dat waren er 5 en dit zijn 7 regelingen. Waarom is er voor gekozen om dat aantal regelingen te vergroten? Want je zou juist denken dat we het daarmee meer versnipperen. Ja, dat...

Ph. van Veller - Wethouder

Is waar. Aan de andere kant hebben we nu natuurlijk dat sociale basisverhaal en daar komen deze elementen in terug, dus dat zijn er dan zes en er is er één heel belangrijk. Dat is het mogelijk maken. Dat is eigenlijk maar een soort basis eronder, dus die hebben we ook aan toegevoegd en dat is dan ook meteen een antwoord op de vraag: waarom gaan we? Gaan we ook bijvoorbeeld. Dat gaat dan over de exploitatie. Sommige clubs die hebben nu exploitatie van panden ook, maar die willen we nou ook wel onder het kopje mogelijk maken. Ook wel bewegen dat zij dan hun ruimte ook weer ter beschikking stellen van anderen. Maar ze maken het wel mogelijk, dus dat is een basis waar we later ook op voort willen bouwen, dat je bijvoorbeeld echt hele kleine clubjes die echt geen capaciteit hebben om administratie te doen, nog veel meer worden geholpen. Dus er zit een hele ontwikkeling in die ik daarmee ja in alvast mee begin. Maar dat is allemaal nog perspectieven voor latere jaren om dat uit te bouwen, dus dat is de achtergrond waarom we nu één reguleren of één ja, één regeling nee, één thema meer, plus dat ene basisthema zou ik maar zeggen. Maar dat sluit dan weer aan bij de sociale basis, want dat is als het ware de basis voor al het sociale beleid dat we doen.

S.G.D. Kok - PvdA

Jawel, ik vroeg me af. Dat lijkt mij, als ik zo'n partner zou zijn, best lastig, hè? Als je één grote opdracht hebt of veel taken doet, dan moet je uit verschillende regelingen allemaal losse subsidies aanvragen. Wat doet dat met de administratieve lasten voor hen? Heeft de wethouder daar iets over gehoord, wellicht vanuit het veld? Wethouder.

Ph. van Veller - Wethouder

Je ziet sowieso grote partners die wel meer regelingen zullen gaan aanvragen en benutten omdat ze op verschillende onderwerpen actief zijn. En dat kan, sommige andere kun je ook bundelen. Die kun je dan in één keer aanvragen als het gaat over mogelijk maken en we gaan ook een handleiding maken. Eenmalig om te laten zien waar die activiteiten die er nu allemaal plaatsvinden, waar die kunnen landen in de nieuwe regelingen. Sowieso zie je ook in de regelingen toelichtingen en streven we ernaar of hebben we ook per regeling een aanspreekpunt waar partners nu ook heen kunnen gaan met vragen en dergelijke. Dus we proberen het echt wel goed te begeleiden richting dit nieuwe systeem en dat is ook meteen de vraag hoe maatschappelijke activiteiten nu betrokken waren. Ja, heel erg. We hebben natuurlijk verschillende malen clubs, hoe noem je dat, organisaties over de vloer gehad en hebben ze met ons meegedacht en alles en er zit nog steeds heel positieve energie in, maar het wordt natuurlijk wel heel spannend nu en het is hard aan de bak om die regelingen ook te benutten om subsidies aan te vragen voor activiteiten. Want activiteiten is nu eenmaal hoe we dat noemen in de regelingen. Dat is een activiteit. Dat is dus niets ten nadele van wat er gebeurt. Dat is gewoon de omschrijving van een activiteit. Dus het is niet badinerend bedoeld. Ik meende dat een beetje terug te herkennen van ja, dat kan ook blikjes cola zijn. Nee, natuurlijk, dit zijn allemaal maatschappelijk relevante activiteiten. Anders subsidiëren we ze niet, ze zijn ook heel, heel belangrijk voor de inwoners, etcetera etcetera. Dat hebben we al zo vaak hier ook gewisseld en dat is natuurlijk het geval. Hoe ver bent...

I.M. Feld - GroenLinks

En mag ik hier dan kort vervolgvragen of doorvragen? Nou eigenlijk

J. Brokke - voorzitter Commissie Samenleving

Eigenlijk niet, want ik wil eigenlijk gewoon de beantwoording nu afronden.

Ph. van Veller - Wethouder

Nee, dan wil ik nog even toezeggen of tenminste aangeven dat de maatschappelijke activiteiten in de tabel zijn weggevallen, maar dat we het uiteraard zo lang hebben gehad over de verhouding tussen artikel 4 en artikel 20 in de verordening en natuurlijk dat de maatschappelijke activiteiten daar ook een rol in spelen. Dat zal soms een indicatie worden, want je kunt niet alle eenzaamheid bestrijden of dat gaan volgen als je eens in de tijd eenzaamheid bestrijdingsactiviteiten doet. Maar u begrijpt wat ik bedoel en dat is ook zeker de bedoeling. Volgens mij heb ik dan wel heel veel zaken al beantwoord. Ja, oh ja, de VVD vroeg wat nou als iets niet bijdraagt aan een doel? Ja, dat kan natuurlijk allerlei achtergronden hebben, maar uiteindelijk zien die regelingen en de verordening er ook op dat wij uiteindelijk een subsidie, als er niet wordt geleverd, ook kunnen stopzetten en de regeling dan weer opnieuw openstellen voor een andere aanbieder. Dank.

J. Brokke - voorzitter Commissie Samenleving

U wel. Dan gaan we naar de tweede termijn waarin u uw vraag kunt stellen. Nou ja, helaas.

I.M. Feld - GroenLinks

Er zijn nog heel veel vragen van mij niet beantwoord, dus ik hoop daar nog even op terug te mogen komen. Oké, als...

J. Brokke - voorzitter Commissie Samenleving

Als u de vraag wilt stellen die u nog niet beantwoord heeft en datzelfde geldt misschien voor meneer Koso, of niet? Ja.

I.M. Feld - GroenLinks

Één, hoe raken kleine organisaties niet ondergesneeuwd in de aanbesteding of tendersysteem? Zijn die 500 à 100 punten echt voldoende om die lokale binding, en wat ik dus net als wethouder ook al zeg, van tuurlijk zijn die organisaties heel belangrijk. Fijn dat hij dat ook vindt, maar is dit puntensysteem ook zo ingericht dat dat er ook uitrolt? Want dat kunnen we natuurlijk niet zeggen. En dan als er een ander een hogere puntenscore heeft, moeten we die het toekennen dus. Komt het ook echt in die puntentelling naar voren of er enige coulance kan zijn rondom het penvoerderschap? En over de sociale basis of niet inderdaad bepaalde organisaties voor langere tijd dan in ieder geval moeten subsidiëren. Ik hoor de wethouder zeggen, dat doen we, maar als we kijken naar die pedagogische basis zien we nu een hele hoop activiteiten die maar voor 12 maanden zijn. Hoe zit dat? Zodoende. Meneer Koster.

J.J. Koster - CDA

De vraag die GroenLinks had over de punten had mijn fractie ook openstaan. Daarnaast had ik nog een vraag gesteld over de verslaglegging van de input of daar nog verslagen zijn gemaakt dat die elementen zijn getoetst bij de partners. En ik had een vraag over de wijkverenigingen en of daar nog eens gekeken wordt welke rol of deze regelingen ook nieuwe mogelijkheden creëren voor wijkverenigingen om functies in het sociale leven te vervullen die nodig zijn.

J. Brokke - voorzitter Commissie Samenleving

Wat voor agenda zet mevrouw Vogelaar nog? OK. Wethouder, zou u? Concreet deze vraag nog mee willen nemen.

Ph. van Veller - Wethouder

Vraag één, de kleine organisaties hebben we heel vaak. Verwachten we dat die onder een penvoerder gaan opereren of als er een soort onderaannemer? Betekent dat dan? En we moeten ook niet vergeten dat sommige activiteiten ook gewoon rechtstreeks worden gesubsidieerd. Ook een vereniging en dergelijke, dus we hopen dat ze daarmee niet ondersneeuwen, maar daar is dat juist ook de bedoeling dat dat penvoerderschap erin gaat voorzien omdat grote organisaties ook meer capaciteit hebben om zo'n vragenlijst in te vullen, etcetera. Maar er zijn ook kleinere activiteiten die ook kleiner geld krijgen, maar minder administratieve lasten aan verbonden zijn. Dus dat is juist ook. Het geeft juist ook de ruimte aan kleinere organisaties om mee te doen. 5 punten, is dat voldoende voor lokale binding? Nou ja, het zal soms niet voldoende zijn en dan komt er, maar dat is net die afweging. Soms is het ook de bedoeling om te kijken buiten de gemeente, dus we vinden het belangrijk om het te waarderen, om het een rol te geven, maar niet allesbepalend te laten zijn. Want dan hadden we er een voorwaarde van gemaakt en dat doen we bewust niet. We laten het meespelen, maar niet zo dat het allesbepalend wordt. Als je eenmaal hier in Leidschendam-Voorburg actief bent, dat je dan het alleenrecht hebt om hier een subsidie op te krijgen, dus vandaar die 5 punten. Maar in andere afwegingscriteria zit natuurlijk eigenlijk ook dat lokaal, alleen niet expliciet. Maar als jij de gemeente goed kent, de doelgroepen goed kent, ons beleid goed kent, dan scoor je natuurlijk daar ook hoger op, omdat je dan beter kunt inspelen op wat wij hier verwachten. Dus het zit niet alleen in sec lokale binding dat je een voordeel hebt als je hier langer actief bent of gewoon de doelgroepen heel goed kent om daar een mooi aanbod op te formuleren. De penvoerderschap en tijd. We hebben nu nog geen indicatie dat dat meer tijd gaat kosten, dus laten we dat gewoon afwachten en kijken of het inderdaad, als we straks nou alle penvoerderschappen te horen krijgen, dit kost echt te veel tijd en we redden het niet. Maar goed, aan de andere kant hebben we nu al genoeg indicaties dat er ook al wordt samengewerkt, samen wordt gekeken, etcetera, want de partijen kennen elkaar natuurlijk ook op dit moment al, dus er wordt op dit moment al aan gewerkt. Dus ik heb daar goede hoop op dat het goed komt. Ik heb nog geen indicatie dat het niet goed komt. De pedagogische basis is 12 maanden omdat we nog werken aan die basis en dus dit is één van die onderwerpen die we misschien mogelijk in de toekomst langer, langjarig gaan financieren, maar nu nog even 12 maanden omdat we ook mikken op nieuw beleid en ontwikkeling van beleid. Dus dat is weer net even waarom die dynamiek even belangrijker is en nu dus 12 maanden. Is de verslaglegging gaan we onderhand sturen. Verslaglegging van overleg met maatschappelijke partners hebben we destijds niet aangekondigd dat we dat zouden openbaar maken, dus laten we dat onderhands even sturen als u dat niet erg vindt, maar dat komt jullie kant op. En dan de wijkverenigingen zitten hier niet in, omdat we die nu niet subsidiëren als zodanig, wel activiteiten ze daarop inschrijven dus en dit is één op één het bestaande subsidiebeleid zoveel mogelijk, dus vandaar dat ze er niet in zitten.

J. Brokke - voorzitter Commissie Samenleving

Dank u wel, dan komen wij nu bij de tweede termijn en ik verzoek u daarbij ook aan te geven of u nog een vervolgactie wenst. Alsjeblieft, mevrouw Kok?

S.G.D. Kok - PvdA

Ja, dank u wel, voorzitter. Ik hou even met een schuin oog mijn spreektijd in de gaten als die begint te lopen. Als ik nu praat en de camera op mij komt, nee dan, want ik vind het moeilijk. Nou ja, de tijd in de gaten houden en tegelijk praten, die kunst zie ik nog niet beheers. Nou, ik vind al dat we een interessant debat hebben gehad aan de kant van de Partij van de Arbeid. Is er wel echt de wens over expliciet om wensen en bedenkingen mee te geven? Dus die heb ik bij deze ook als een soort totaalpakket geformuleerd, hoe dat dan procedureel verder opgelost wordt? Weet ik niet, maar de Partij van de Arbeid wil hier gezegd hebben dat we serieuze bedenkingen hebben bij het tendersysteem, laat staan bij aanbesteden. Waarom niet meer met begrotingspostsubsidie werken, want partijen hebben een goede plek in de samenleving. Die binding is belangrijk en dat gaat niet per se. Vandaar dat ik dat noemde. Het is meer dan activiteiten. Dat was niet per se bedoeld als dat ik bang ben dat we badinerend doen naar de organisaties toe. Volgens mij is niemand zo bescheiden als uitvoeringsorganisaties. Maar meer om de waarde voor inwoners aan te tonen. Dat is meer dan, het is meer dan activiteiten. Wij vergaderen met de P van de A altijd in de Oranjehoek en daar staat standaard dezelfde vrijwilliger achter de bar in de avond. En ik vind het altijd hartverwarmend om te zien hoe serieus hij dat neemt en hoe hij daar voldoening uit haalt en een netwerk uithaalt. En voor mij en voor de Partij van de Arbeid is dat meer dan een activiteit van het openhouden van een wijkcentrum. Het is van serieuze betekenis in de levens van onze inwoners. En dat is wat ik daarmee probeerde te zeggen. Nou, vandaar ook de serieuze bedenking bij tender en aanbesteden en vervolgens een aantal wensen volgens mij. We hebben het gehad over die lokale binding. Zou je die score daarvoor best wat omhoog kunnen doen? Gegeven de bedenking die de P van de A net zei, wens om toe te bouwen. Ik ben blij dat de wethouder daar iets over zegt om naar die meer langjarige subsidies toe te werken. En een wens om dus te gaan onderzoeken of in de toekomst er niet meer als begrotingspost kan, om dat dus dichter naar ons toe te trekken als gemeente. Want het maatschappelijk veld is van ons, daar zijn wij echt van overtuigd. Dank u wel. Dank.

J. Brokke - voorzitter Commissie Samenleving

U wel even. De procedure is als volgt: we gaan naar de Raad daarmee en daar kunt u, zeg maar, daar komt het raadsvoorstel en dat kunt u dan amenderen, hè? Waarin de wensen en bedenkingen worden meegegeven. En daar, ja, daar dient u een meerderheid voor te vinden binnen de Raad om dat zo te kunnen doen. Mevrouw Veld.

I.M. Feld - GroenLinks

Ja dank voorzitter, inderdaad ook een aantal wensen en bedenkingen, voornamelijk nog in de vorm van vragen gesteld en over een deel ben ik op zich gerustgesteld. Maar ik zou wel nog willen meegeven dat lokale binding niet per se betekent dat de organisatie uit deze gemeente komt, maar het betekent dat het een verbinding heeft met de mensen in deze gemeente die dusdanig waardevol is dat het gewoon enorm zonde is om dat op te knippen en dat daarom lokale binding dus ook flink aantal punten verdient. En misschien is 5 van de 100 genoeg, daar heb ik nog niet helemaal een duidelijk antwoord op gekregen. Maar ik denk dat het wel iets is wat echt goed mee moet tellen om die reden en om de reden dat we als gemeente eigenlijk meer regie krijgen op het moment dat we juist in goede samenwerking langdurig met partners samenwerken. Daarom zou ik ook nog wel iets meer die koppeling terug willen zien met die sociale en pedagogische basis. Want die basis betekent dus ook een aantal basisactiviteiten en lijkt mij dat het heel sterk is dat dus ook met een aantal basispartners is dat dat niet elke keer wisselt wie die activiteiten aanbiedt. Enerzijds zie ik dat terug in de termijnen van de subsidies in het feit dat we lokale binding hebben staan en een paar van dat soort zaken, maar tegelijkertijd denk ik dat we die schil en die kern nog beter van elkaar kunnen distantiëren en die kern ook nog sterker kunnen maken. En ik hoop dat we dat in ieder geval in de toekomst gaan doen en misschien ja, ik weet niet of we daar iets met een amendement aan kunnen doen, maar dat hoop ik.

W.F. Steutel - GBLV

Ik neem aan dat de dames en collega's gehoord hebben dat dat een bespreekstuk gaat worden. Zeker.

L. Vogelaar - D66

Dank u wel, voorzitter. Ja, ik heb nog even zitten kauwen op de beantwoording van de wethouder over het behoeftegestuurd werken. Ik vind het een mooi woord, dus die houd ik erin en ik ben ook heel blij dat daar ruimte voor is voor het aanpassen van de budgetverdeling op termijn op basis van de behoefte van inwoners. Want daar hecht ik heel erg aan. Ben nog wel even benieuwd hoe dat proces van het ophalen van die behoefte eruitziet. We hebben natuurlijk al een overzicht ervan binnen de visie op de sociale basis, we hebben een stand van zaken. Maar hoe ziet het proces van dat continu monitoren, ophalen en verwerken van die ervaringen en die behoefte in de budgetverdeling eruit? Hoe ziet dat eruit? Dank u.

J. Brokke - voorzitter Commissie Samenleving

U wel mevrouw Van den Heuvel nog behoefte, nee, meneer Koster. Ja kort.

J.J. Koster - CDA

Voorzitter, ten eerste, volgens mij heb ik dat in mijn eerste termijn niet gedaan, dus nog bedankt aan de wethouder en het ambtelijk apparaat die dit allemaal hebben opgesteld, vastgesteld en voorgelegd aan ons. Voorzitter, ten tweede, ik denk dat het heel belangrijk is om te benoemen dat voor het CDA, en ik denk heel veel partijen, centraal staat dat we de beste voorzieningen creëren voor onze inwoners en de beste dienstverlening voor onze inwoners. En dat, volgens mij, en dat proef ik bij heel veel partijen. De kwestie is dat heel veel van de partijen die we nu in onze gemeente hebben, dat doen en daar willen we mee blijven samenwerken en dan willen we blijven doorontwikkelen en daar willen we een constructief partnerschap in hebben. Maar we willen ook mogelijk maken dat, waar we zien dat andere partijen echt betere opties voor inwoners creëren, we daarvoor openstaan. En ik denk dat die balans gevonden moet worden en ik denk dat deze verordeningen die balans zullen vinden. Het CDA zal in ieder geval blijven monitoren dat die balans gevonden is in de uitvoering en dat we zien dat waar continuïteit nodig is, dat er is en waar nieuwe kansen zich bieden, dat we daarvan voor onze inwoners ook gebruik maken. En ik denk dat dat de lijn is die wij in ieder geval in deze stukken zien en daarom zijn we daar ook zo'n groot voorstander van. Dank, Voorzitter.

J. Brokke - voorzitter Commissie Samenleving

Dank u wel, dan kijk ik ten slot nog even naar meneer Weerwat-Schutters in ieder geval, want wethouder, volgens mij vanuit D66. Gaat uw gang. Ja.

Ph. van Veller - Wethouder

Dank u wel, voorzitter. Interessante vraag over behoefte. Er zitten dus verschillende lagen in. Iedere regeling heeft nu de vraag om cliëntervaringsonderzoeken te leveren. Op grote onderwerpen moet dat jaarlijks worden geleverd, dus dan kunnen we kijken of er eigenlijk wordt geleverd waar behoefte aan is binnen de regeling, zal ik maar zeggen. Als dat niet het geval is, kunnen we daarop bijsturen, want die regelingen bieden ook mogelijkheden om bij te sturen en te zeggen van, hé, je moet hier een tandje beter doen of je moet zelfs iets anders gaan doen. Dat kunnen we allemaal binnen die regelingen doen. Dan kunnen we ook nog bekijken of die regelingen eigenlijk wel voldoen aan de behoefte. En dan kunnen we de regeling ook bijsturen. Daar hebben we ook mogelijkheden voor. Er moet natuurlijk wel, hè, er is iemand, een organisatie heeft natuurlijk ingeschreven op een regeling, maar we hebben ook de mogelijkheid om een regeling bij te sturen, bij te stellen. Dus dat is de tweede laag, zal ik maar zeggen. En dan kunnen we ook nog kijken, deze regelingen zijn allemaal gestoeld op beleid. Of we dat beleid niet moeten bijstellen, dus bijvoorbeeld minimabeleid is nu ook gestoeld door cliëntenonderzoeken. Zelfs als we zeggen van, hé, we moeten, we gaan nieuw beleid doen, dan kunnen we die opbrengsten van die cliëntenonderzoeken meenemen en laten landen in de ontwikkeling van nieuw beleid. En dat kan weer leiden tot compleet nieuwe regelingen. Maar dat is wel heel lange termijn. Dus je hebt binnen de regeling, binnen wat ze leveren binnen die regeling, en binnen het beleid kunnen we sturen met cliëntervaringsonderzoeken die ze verplicht zijn.

J. Brokke - voorzitter Commissie Samenleving

Helder, dank u wel. Even kort, want ik wil echt naar het volgende agendapunt. Ook toevoegen dat er geen spreektijden meer zijn, dat soort dingen allemaal, mevrouw Vogelaar.

L. Vogelaar - D66

Ja, ik vind het een supermooie analyse die ik ook volledig deel, maar alleen de vraag die bij mij nog blijft hangen is dan hoe?

L. Vogelaar - D66

Hem iets toelichten, nou, hè? Onze inwoners hebben een bepaalde behoefte en we hebben nu die zeven regelingen waarmee we pogen om daar invulling aan te geven. Stel nou, er wijzigt iets in die behoefte waardoor wij iets binnen een regeling of gewoon een extra of een nieuwe of een andere regeling moeten maken. Hoe signaleren we dat? Nou

Ph. van Veller - Wethouder

Ja, er zitten hier heel veel binnen die regelingen, dus ook op de subsidies die partners ontvangen zitten allerlei mogelijkheden om te monitoren wat ze doen, zowel aan output. Nou, we hebben net ook vastgesteld hè? Ook aan mogelijke maatschappelijke effecten, maar ook aan de opbrengsten van die ervaringsonderzoeken. Dus die komen allemaal op ons bordje en dan zien we hopelijk daar trends en ontwikkelingen in. Tenminste als die aanleiding geven om wat te doen, dan kunnen we er wat aan doen, dus dat is het hoe anders. Snap ik even niet wat u bedoelt met het hoe. Ik

L. Vogelaar - D66

We moeten specialiseren hoe we signaleren, zeg maar hoe we dat doen, hoe krijgen we dat voor elkaar?

Ph. van Veller - Wethouder

Ja, maar u krijgt jaarlijks ook de opbrengst van die monitor en krijgt u ook jaarlijks. Ja, als u dat wilt horen. Sorry, ja, nee, dat is.

J. Brokke - voorzitter Commissie Samenleving

Helder, dan sluit ik de beraadslagingen over dit agendapunt. En zoals ik al geconcludeerd heb, gaan we als één bespreekpunt naar de Raad toe. Onze griffier geeft net aan dat hij contact met u opneemt over de wijze. Een mooi formulier daarvoor of een stuk waarmee u en uw collega van GroenLinks samen aan de slag kunnen om voor een meerderheid te gaan zorgen in de Raad om de wens en de beredeneringen mee te geven. Wethouder, dank in ieder geval. U kijkt naar ons, graag gedaan. Ja.

Ph. van Veller - Wethouder

Dus even wat er van ons wordt verwacht dan. Misschien is een mogelijk raadsbesluit, zoals altijd de wensen en bedenkingen. Wij stellen voor geen wensen en bedenkingen en dan OK dat dus ja, nee, dat snap ik ook. Ja, dank u wel. Helemaal.

J. Brokke - voorzitter Commissie Samenleving

Goed. Wederom dank en ook voor de ondersteuning dank, en dan gaan we naar het volgende agendapunt. Daartoe nodig ik uit de heer Vroom, al dan niet ondersteund door een van de anderen, voor het beëindigen van...