Het transcript dat je hieronder aantreft is gegenereerd met behulp van computertechnologie.
Hierdoor kunnen de namen van personen en partijen soms foutief zijn weergegeven.
Indien je een fout opmerkt kun je deze gemakkelijk verbeteren door op het bewerk-symbool (het potloodje) te klikken.
Ja goedenavond, zoals u ziet, ik ben niet helemaal alleen gekomen. Ik heb een aantal mensen meegenomen bij mij ter versterking. Het vergunningen-, toezicht- en handhavingsbeleid. De vraag is ook voortgekomen volgens mij uit de commissievergadering, waarin ook de PV behandeld werd van hoe staat het met dat vergunningen-, toezicht- en handhavingsbeleid? We hadden een toezicht- en handhavingsbeleid en dat explodeerde eind 2019. We zijn aan de slag gegaan met een nieuw beleid. Daar zit nu ook vergunningen aan toegevoegd, dus het is nu een vergunningen-, toezicht- en handhavingsbeleid. Meegenomen heb ik onder andere de heer Zandbergen, die is teamleider bij vergunningverlening, en mijn collega Kees van Kleef. Die doet het toezicht op de openbare ruimte bij de afdeling handhaving en verder ziet u de heer Van Elswijk. Daarnaast zit mevrouw Soeboer, die hebben eigenlijk het proces begeleid om te komen tot dat vergunningen-, toezicht- en handhavingsbeleid. Maar er zijn nog grondslagen voor dat vergunningen-, toezicht- en handhavingsbeleid. Die grondslag vindt u in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en die verwijst u naar het Besluit omgevingsrecht en dat verplicht het college om een vergunningen-, toezicht- en handhavingsbeleid vast te stellen voor Wabo-gerelateerde zaken. En dan zit u in het bouwen en milieu. Voor het milieu hebben we de omgevingsdienst, die hebben TA-beleid en dus wij zijn voor die Wabo-taken. Moeten wij een vergunningen-, toezicht- en handhavingsbeleid hebben? Alleen dan kan je dat heel erg beperken tot het omgevingsrecht, maar wij hebben ook gezegd, nou we trekken het breder, dat hadden wij toezicht- en handhavingsbeleid ook al gedaan. En we nemen ook de rest van de openbare ruimte en de bijzondere wetten daarin mee. Dus in dat kader hebben we een wat breder beleid neergezet om het meer omvattend te maken. Ja, wat vindt u dan terug in dat vergunningen-, toezicht- en handhavingsbeleid? U vindt daar een missie en visie in. U vindt de beleidsdoelen die het college stelt. U vindt daar een risicoanalyse, daar zal ik straks nog even op ingaan hoe die tot stand komt, dus die strategieën en werkwijze die wij gaan toepassen om zoveel mogelijk voor te zorgen dat mensen conform de regelgeving handelen en de borging en de monitoring. En dat ziet vooral op van: hoe zorg je ervoor dat je ook de middelen hebt om je toezicht en handhaving te doen? Borg je personeel, borg je financiën, et cetera. Nou, dat zit allemaal in de programmabegroting, maar dat stuk moet ook terugkomen in het VTH-beleid om het even in met de afkorting te zeggen. De risicoanalyse, ja hoe komt die tot stand? In eerste instantie hebben we heel veel gegevens in de wijkatlas zitten. Dat is, zeg maar, onze basisgegevens die hebben we gebruikt. Vervolgens hebben we gebruik gemaakt van de kennis van professionals, zowel intern als extern, dus dat zijn gewoon onze, zeg maar, onze eigen medewerkers van onze eigen toezichthouders. Maar we hebben daar ook bij betrokken de mensen van de omgevingsdienst, van de politie, van de brandweer en die hebben in twee werkgroepen, één voor zeg maar de Wabo-activiteiten, één voor de APV-plusactiviteiten, gekeken naar verschillende categorieën en inrichtingen. En die hebben ze gewogen op bepaalde aspecten en de veiligheid, de gezondheid, de leefomgeving, het financiële risico wat de gemeente loopt, het politiek-bestuurlijke risico wat daar speelt in kwesties en vervolgens is daar ook gekeken van oké, hoe beoordelen we nu het naleefgedrag? Dus hoe leven burgers en inrichtingen die wetsartikelen na en is er nou een groot risico dat iets overtreden wordt, ja of nee? Nou, dat samenspel en al die factoren die worden gewogen en uiteindelijk komt daar een risicoprofiel uit. Nou, als u in het stuk kijkt, dan ziet u dat dat loopt van laag naar zeer hoog en zeg maar als je kijkt naar de Wabo-activiteiten, wat zijn dan de grootste risico's? Nou, dat is een industriefunctie, de gezondheidszorgfuncties met een werkgebied, een onderwijsfunctie, een illegale bouw en de kamerverhuur. Nou, denkt u misschien, waar komen die functies vandaan? Ja, die functies die ik nu noem, dat zijn functies die benoemd worden in het Bouwbesluit en in het Bouwbesluit staan daar regels omschreven van hoe je dat moet bouwen en hoe je daarmee om moet gaan. Dus vanuit die functies hebben we gekeken en daar zijn een aantal andere aspecten aan toegevoegd. Dat is onder andere dus, zeg maar, de illegale bouw en de kamerverhuur. Maar als je kijkt naar de APV-plus dan. Meneer Van Maldegem.
Keer dat ik op dit nieuwe knopje druk. Het gaat goed onder de term kamerverhuur valt dan ook Airbnb onder en dat soort modellen of is het permanente kamerverhuur? Het is met permanente kamerverhuur niet, niet, niet, niet Airbnb. Als we kijken naar de APV, dan speelt daar als grootste prioriteit woonoverlast, evenementen die vergunningsplichtig zijn, seksbedrijven, alcoholverstrekking en overige overlast. Tegelijkertijd, bij dit soort zaken, hè, als je het hebt over seksbedrijven, is dat nou zo'n heel groot probleem in de gemeente? Nee, maar als je er een hebt of je hebt een prostituee of illegale prostitutie in je gemeente, dan is dat wel iets wat gelijk een hoge prioriteit heeft. Dus zeg maar, de rangschikking geeft iets aan over hoe snel je iets oppakt. Het geeft niet direct iets aan over de omvang, hè? Waarbij we de industriefunctie hebben, heel veel industrie hebben we niet in deze gemeente, maar als je industrie hebt, dan is het wel iets wat prioriteit heeft.
Dan kijken naar de strategieën en de werkwijzen, dan hebben we verschillende strategieën. We hebben de vergunningenstrategie. Dat is de wijze waarop de collega van vergunningverlening zijn team aanstuurt om vergunningen te verlenen. Hoe gaat dat proces nu precies? Hoe ga je om met de mensen die vergunningen verlenen? We hebben een preventiestrategie: hoe voorkom je dat mensen de regels overtreden? Hoe zorg je dat de regels kenbaar zijn? Er is een toezichtstrategie: hoe oefen je nou precies je toezicht uit, hoe ga je de straat op, hoe ga je naar een bouwplaats om iets te controleren, hoe bereid je je daarop voor? De sanctiestrategie: als je dan een overtreding hebt, hoe ga je daarmee om? Nou, de sanctiestrategie ziet u bij de stukken. Wat daar denk ik heel interessant in is, is dat daar gewoon een tabel in zit, zeg maar een matrix waarin we kijken van oké, wat zijn de gevolgen van de overtreding en wat is het gedrag van de overtreder? Waarin je weet van nou, iemand die iets per ongeluk doet en het is een kleine overtreding, die wordt minder hard gesanctioneerd dan iemand die heel doelbewust zware overtredingen begaat. Nou, in die sanctiestrategie wordt dat zeg maar aangegeven en op basis van die sanctiestrategie werken onze medewerkers en leggen ze dus de sancties op. Nou, die sancties kunnen herstelsancties zijn en in een enkel geval ook punitieve of strafsancties, hoewel die over het algemeen door het Openbaar Ministerie worden opgelegd. Daarnaast hebben we nog een gedoogstrategie en die passen we niet heel vaak toe, maar er zijn wel eens gevallen waarbij je zegt: het is hier een overtreding, daar zouden we tegen op moeten treden, maar gezien de omstandigheden vinden we dat we daar niet tegen op moeten treden. Daar zit ook een strategie achter van hoe ga je daar dan mee om en hoe leg je dingen vast en voor welke periode gedoog je en onder welke voorwaarden gedoog je? Ja, de aanleiding dat hier staat was de APV. Dus ik heb ook nog even een site opgenomen met toezicht en handhaving in relatie tot aanpassing van de APV. Dan is het de vraag van ja, als de APV nou straks minder regels heeft, hebben we dan minder toezicht en handhaving? Ik heb daar wel eens gesprekken over met mijn collega die de buitengewoon opsporingsambtenaren in zijn team heeft zitten. Het wil niet per se per definitie zeggen dat wij minder toezicht en handhaving hebben, omdat veel zaken, en dat houdt verband met, zeg maar, het volgende aandachtspunt van de APV, onze gereedschapskist. Wij worden niet altijd gevraagd of mensen benaderen ons niet altijd. Wij die meneer overtreedt die regel. Nee, we worden geroepen bij een probleem en we proberen een probleem op te lossen. En dan is de APV ons gereedschapskistje waar wij kijken van welk gereedschap hebben wij om in dit probleem naar een oplossing te komen? Ja, als daar regels uitgaan, dan beperkt dat ons instrumentarium. Dat wil niet zeggen dat het ons onmogelijk maakt om te werken. Wat ik daar wel bij op wilde merken, is dat waar je kijkt naar buitengewoon opsporingsambtenaren, die beperkt bevoegd zijn. Dat is wel iets wat u zich moet realiseren. Wij zijn bevoegd voor de APV en nog voor veel meer, maar een buitengewoon opsporingsambtenaar mag zijn taken uitoefenen binnen het domein waarvoor hij is aangewezen. Wij zitten dan in het domein leefomgeving, geloof ik, maar ook openbare ruimte en daar hangen een heleboel wetten onder waarop onze buitengewoon opsporingsambtenaren mogen handhaven. Maar iets wat buiten dat kader valt, daar moeten wij vanaf blijven. Dan is het de politie die we erbij moeten roepen. Die zijn algemeen opsporingsbevoegd, dus die mogen het wel. Dus als u zegt op een gegeven moment van ja, dit staat niet meer in de APV, maar u vindt het in een artikel ver weg, dan kan het wel eens zo zijn dat dan de taak verschuift van de buitengewoon opsporingsambtenaar naar de politieambtenaar. Dat is even wat ik daarin mee wilde geven. Tot slot, als ik het goed heb, u heeft een presentatie gehad. Ik heb hier een filmpje staan. Dat is hoe de afdeling handhaving werkt, maar dat is meer, het is eigenlijk een filmpje voor intern gebruik. Hij duurt 4 minuten. Als u hem interessant vindt, kunnen we hem afspelen, dan krijgt u een beeld van het opereren van de afdeling handhaving.
Ik inventariseer even over de vragen van de heer Helder, de heer Van Popering, mevrouw Timmer en de heer Bak achterin. Laten we eerst de vragen doen, dan spelen we daarna het filmpje af. De heer Heil, dank u wel voor...
Voor de presentatie wil ik even af van de last onder dwangsommen. Er staat een heel sanctiebeleid, geeft ze hem wel waar als die wordt opgelegd. Waar belandt dat geld, bij de gemeente of bij het OMCEB?
De bestuurlijke boete belandt ook bij de gemeente. Bestuurlijke boete die leggen wij beperkt op, die hebben wij op dit moment. Zeg maar voor de kinderopvang hanteren we de bestuurlijke boete en we hanteren de bestuurlijke boete voor de Drank- en Horecawet. We mogen hem ook niet overal gebruiken. Dat moet, dat is echt heel strikt gerelateerd aan de wet en de bestuurlijke boete voor de openbare ruimte. Daar heeft u een motie voor aangenomen om dat te onderzoeken, dus dat wordt. Op dit moment wordt dat onderzocht door ons in welke mate dat relevant zou kunnen zijn om die in te voeren en dat is dan zeg maar, ter vervanging van de bestuurlijke strafbeschikking. Want het geld dat de bestuurlijke strafbeschikking oplevert, dat komt bij het OM terecht. De heer Van Popering.
Ik daarnet probeerde te zeggen dat de wijziging van de APV minder regels geeft, maar geeft het ook minder problemen, hè? Wat ik zei: wij worden vaak bij een probleem geroepen, niet vanwege een regel, maar omdat het probleem speelt. Dus ik zeg niet dat er minder problemen zijn als u zegt ja, er zijn minder regels te handhaven, ja, maar ik denk niet dat er minder problemen zijn op te lossen, dus in die zin zeg ik nee, het brengt geen wijziging in de capaciteit. Hé, wat u wel doet, hè? Met dat vergunningen-, toezicht- en handhavingsbeleid? Daarop zit een handhavingsuitvoeringsprogramma en dat handhavingsuitvoeringsprogramma bevat een capaciteitsplanning, ja, en daarin zijn ook de uren onderverdeeld naar rubriek. Ik mag...
Mag ik in dat kader aannemen dat er met de omgevingsdienst afspraken zijn gemaakt nadat de APV is gewijzigd? Want ik heb begrepen dat pas dan, als er geen nadere afspraken zijn gemaakt, er niet opgetreden wordt.
U legt nu een relatie tussen de omgevingsdienst en de APV, maar de omgevingsdienst doet niets met de APV. De omgevingsdienst doet de Wet milieubeheer en als het APV-gerelateerd is, dan is het in principe dat de gemeente het doet. Het enige wat wij wel doen, is dat wij de omgevingsdienst te hulp vragen als er geluidsmetingen moeten worden verricht, omdat zij daar de kennis voor hebben en wij die kennis niet meer in huis hebben, dus dan maken wij gebruik van de omgevingsdienst. Maar voor het overige ligt de handhaving van de APV bij onze buitengewoon opsporingsambtenaar en onze toezichthouders en daar doet de omgevingsdienst niets mee. Niets.
Als u kijkt naar de preventiestrategie, zit daar een onderdeel communicatie in van hoe communiceer je met de omgeving. Het toezicht- en handhavingsbeleid kent geen afzonderlijke communicatiestrategie. Duidelijk, dank.
Met betrekking tot de gedoogstrategie in bepaalde gevallen, zielige gevallen enzovoort. Maar er zijn ook gevallen, nou ik, ik woon hier nou zo'n 25 jaar, maar dan loop je er tegenaan dat in de blauwe zone in het Damcentrum de handhavers op het raam kloppen bij mensen om ze te waarschuwen en vervolgens staat eigenlijk de hele dag de auto van de ondernemer voor de deur. In een geval is het al jaren hetzelfde van 's ochtends vroeg tot 's avonds laat. Hij heeft twee auto's, hij wisselt ze als hij 's avonds naar huis gaat. En zet dan dat ene autootje neer. En als die komt dan zet hij zijn eigen. Dat is nu al jaren, dus ik bedoel waar ik aandacht voor wil vragen is beperk die gedoogcultuur, want het is voor andere ondernemers een doorn in het oog en moeilijk om hun eigen collega's gewoon eigenlijk aan te geven, hè? Dus ben daar heel erg voorzichtig in wanneer je dat toestaat en zeker met blauwe zones. Ik heb er meerdere gevallen. Ik zal... We kunnen. Ja, u lacht nu.
In beginsel gedogen is een uitzondering, dus in beginsel gedogen wij niet, hè? Dat zijn uitzonderingssituaties op de situatie die u schetst en dan zijn er, ja, dan kan ik op dit moment niet ingaan, omdat ik gewoon de casus niet ken. En dat. Ja, er wordt ook bijna niet gedoogd.
In het stuk dat naar de gemeenteraad is gestuurd, ontbreekt de evaluatie nog van het handelsbeleid van de afgelopen 3 jaar. Wanneer komt die, weet u dat? Ik hoop zo snel mogelijk. Ik begreep dat ik hem waarschijnlijk deze week nog krijg. De reden dat het ontbreekt is: we zijn dit traject ingegaan en toen zijn de gesprekken gevoerd met betrekking tot de evaluatie. Alleen toen kwam de Raad met de commissiebehandeling van de PV en toen de wens om dit beleid te hebben. Dus hebben we afgesproken dat we eerst alles snel op papier zetten, zodat we het beleid hier hebben en dan zetten we de evaluatie later op papier. Maar ik heb begrepen dat die deze week onze kant uitkomt en dan zal die via het college ook uw kant uitkomen, dus ik hoop nog voor de commissiebehandeling. Excuses voor het haastwerk van onze kant, maar ik zie hem graag tegemoet. Dank u.
Handhaving en veiligheid. De afdeling bestaat uit verschillende teams die samen als missie hebben een bijdrage te leveren aan het standhouden en verbeteren van de sociale en fysieke leefbaarheid in Leidschendam-Voorburg. De afdeling waar de hele veiligheidsketen van beleid tot uitvoering met elkaar samenwerkt. Vanuit de taak openbare orde en veiligheid houden we ons bezig met het gemeentelijk veiligheidsbeleid met belangrijke onderwerpen als woninginbraken, ouderen en veiligheid, radicalisering, diefstal van voertuigen, crisisbeheersing, en ook ondermijning. In de coördinatie en de inzet van buurtpreventieteams. Het boa-team houdt toezicht in de openbare ruimte met problematieken als parkeren, blauwe zone, weesfietsen, autowrakken, illegale bootjes, loslopende honden, illegaal gedumpt afval. Maar ook het schenken van alcohol door en aan jeugd, het gebruik van terrassen bij horecagelegenheden, toezicht op de markt, en toezicht bij evenementen, en het aanpakken van vervuilde woningen. De andere taak van de afdeling is het houden van toezicht op het gebied van bouwen en wonen. De bouwinspecteurs houden toezicht of er conform de bouwvergunning gebouwd wordt. Dit kan gaan om dakkapellen, uitbouwtjes of zelfstandige woningen tot grote projecten als de Mall of the Netherlands. Ook houden ze toezicht of een perceel of pand conform het bestemmingsplan gebruikt wordt, denk daarbij aan illegale opslag in het pand of te veel bouwwerken op het perceel. Veel van deze situaties worden gemeld als klacht door een omwoner of een buurman, regelmatig is dan ook sprake van een burenruzie. Dat vraagt een flexibele houding van de bouwinspecteurs. De bescherming van onze medewerkers heeft continu aandacht. We maken gebruik van portofoons en we hebben een directe lijn met de politie. Ik bedoel, jaarlijkse training voor de bevoegdheid om geweld te mogen toepassen en elk jaar examens voor het behoud van de boa-bevoegdheid. Onlangs hebben we steekwerende vesten voor de boa's aangeschaft en gaan we ook de optie om handboeien te gebruiken inzetten. Als het ingrijpen door de boa of door de bouwinspecteur niet het gevolg heeft dat de overtreding wordt opgeheven, dan gaan de handhavingsjuristen aan de slag. Zij kunnen juridische handhavingsprocessen opstarten, zoals het opleggen van een dwangsom, het uitvoeren van bestuursdwang en sinds kort ook het nieuwe instrument van de bestuurlijke boete. Dit zijn nooit leuke processen. We moeten altijd de afweging maken tussen het algemeen belang en het individueel belang. We kunnen het verschil maken in de wijze waarop we handhaven. Dit doen we door persoonlijk contact te leggen met de overtreder en de redenen van handhaving uit te leggen en echt te luisteren naar hun zienswijze en op basis daarvan eventueel maatwerk toe te passen. We handhaven niet alleen op overtredingen van de APV, de wet Drank- en Horecawet en de bouwregelgeving, maar ook bij overtredingen van de Wet op de kinderopvang. De GGD doet het toezicht, maar de bestuurlijke handhaving doet de gemeente. Dit geldt ook voor de brandveiligheid, waarvan de veiligheidsregio de toezichttaken heeft. Naast de GGD en de brandweer werken we samen met de politie, het Openbaar Ministerie, de Omgevingsdienst Haaglanden, woningbouwcorporaties en de buurtpreventieteams. Maar ook uiteraard met jullie, onze collega's van Leidschendam-Voorburg. We hebben allemaal hetzelfde doel, het behouden en verbeteren van de veiligheid en leefbaarheid binnen Leidschendam-Voorburg, ieder vanuit onze eigen rol. Integrale samenwerking intern en extern is daarbij de succesfactor.