Raadsbrief Jaarverslag Leerplicht en RMC schooljaar 2015-2016 Leidschendam-Voorburg
Agendapunt 5 de Raadsbrief jaarverslag, leerplicht en RMC en dat is dan regionaal meld- en coördinatiepunt van het schooljaar 2015-2016. In plaats daarvan voor me en wethouder de Ridder blijft zitten, begrijp ik. Dit agendapunt is op verzoek van de heer Paardenkooper van het CDA op de agenda terechtgekomen, dus die krijgt als eerste het woord. Zijn er nog andere commissieleden die ook het woord wensen te voeren? De heer Ross Bennaars is weer heel snel. Die zal als eerste dan de heer Van Dolen. Mevrouw Okx, Doku, Blokland, Van der Houwen. Dan is het woord aan de heer Paardenkooper.
Dank u, voorzitter. Een maand of twee geleden ging ik met de burgemeester op stap in het kader van zijn kennismaking met Leidschendam-Voorburg. Een van mijn twee favoriete plekken om naartoe te gaan, was naast de begeleiding van jeugdwerklozen ter plekke, waar ook mevrouw Stemerdink een lans voor gebroken heeft, het Idee College. Het Idee College maakt actief gebruik van een schakelklas om jongeren die op een gegeven moment halverwege het schooljaar het zicht verliezen op de juistheid van een schoolkeuze, weer het licht te doen zien. Mij trof daar in dat bezoek met name de persoonlijke aandacht in een kleinschalige klas die nodig was om de jongeren weer op de rit te helpen. En het waren jongeren tussen de, ik zeg maar, 14 en de 21. Het was een prima ding en ik heb ook even gewacht totdat de nieuwe wethouder hier zou aantreden, omdat ik het niet hoffelijk vond richting de plaatsvervangend wethouder de heer Kist, maar ook niet richting haar om dat in de vorige commissievergadering al te doen. Vandaar dat we het voor deze commissievergadering pas hebben geagendeerd. Twee punten springen daarbij in het bijzonder in het oog. Ten eerste dat er van de 100 schoolverlaters die Leidschendam-Voorburg telt, het er slechts 100 zijn. Ik bedoel, dat valt me alweer reuze mee. Een aantal jaar geleden was het echt significant slechter, maar dat er nog altijd 80 daarvan voorkomen in het MBO. Het voortgezet onderwijs heeft behoorlijk bijgetrokken de afgelopen jaren, maar het MBO, zowel onder de 18 als boven de 18, heeft moeite om het voortijdig schoolverlaten verder omlaag te krijgen. Er is zelfs een aparte landelijke norm voor het MBO, zeg maar een hogere voet voor voortijdige schoolverlaters. Het is ons een doorn in het oog. We zien heus wel dat de mogelijkheden bij het MBO, met name boven de leerplichtige leeftijd, wat lastiger zijn, maar het college spreekt niet voor niks van het maken van een plan van aanpak voor het MBO en dat verheugt ons dan tegelijkertijd weer dat de urgentie wordt ingezien. Het college zit op de kaart. Onze eerste vraag zou dan ook zijn, met welke overwegingen en afwegingen het college momenteel aan de slag is. Ik vraag nog geen einduitkomst, maar wel waarmee het college aan de slag is met het plan van aanpak voor voortijdig schoolverlaten in het MBO en voor mezelf en voor de collega's. Dat betreffen leerlingen die hier wonen in Leidschendam-Voorburg, maar of bij het Idee College zitten of bij een MBO-school in de regio, dus het gaat hier om het woonplaatsbeginsel. Dat had ik niet door toen ik bij het Idee College op bezoek ging met de burgemeester. Ik dacht dat al die 80 schoolverlaters van het Idee College afkomstig waren, maar het tegendeel is het geval. Die kunnen ook op allerlei andere ROC's zitten en dat maakt het plan van aanpak des te interessanter, maar ook des te moeilijker. Onze concrete vraag aan de wethouder zou dan ook zijn welke overwegingen en afwegingen momenteel in het plan van aanpak worden gestopt. En of ze natuurlijk al iets van de contouren zichtbaar zou kunnen maken, zou mooi zijn, maar dat verwacht ik bij deze commissievergadering nog niet. Daar komen we vast later nog over te spreken. Tweede overweging is dat die 100 schoolverlaters er niet meer zoveel zijn en dat we een jaar of 4 à 5 geleden één keer een exercitie hebben gedaan met alle voortijdig schoolverlaters die we op dat moment in het bestand hadden. Dat waren iets meer dan 100 en hebben we van iedereen nagezocht waar iedereen zat een jaar later. Sommigen waren op een andere school bezig, anderen waren aan de slag, dus het was helemaal niet zoveel als dat verdacht in die oorspronkelijke cijfers. Ik snap dus ook dat cijfers bedrieglijk kunnen zijn en het CDA stelt zich voor dat we deze 100 van het schooljaar, volgens mij was dat schooljaar 15/16, opnieuw onder de loep nemen. Als we dat een jaar of 5 à 6 geleden hebben gedaan, gewoon om te kijken wat er van deze generatie schoolverlaters op dit moment terecht is gekomen en zou het ook een voorstel zijn wat het college in overweging zou willen nemen. Tot zover onze twee belangrijkste punten, voorzitter.
Ja, dank u wel, voorzitter. Gemeentebelangen is blij dat er verbeteringen optreden in het tegengaan van schoolverzuim. Ja, dat is prettig om te constateren. Dit jaarverslag is wat ons betreft daarom ook.
Een rapport waar je van moet leren in de stappen naar de toekomst en in dat opzicht vinden wij het wat jammer dat dit rapport relatief laat verschijnt. Het is al iets eerder verschenen dan dat het nu.
De Commissie wordt besproken, zoals de heer Paardenkooper aangaf, maar het is in ieder geval na kerst en dan is het schooljaar ook alweer een half jaar bezig en heb je alweer een half jaar de kans niet gehad om te sturen op ervaringen van het jaar daarvoor. De cijfers
Cijfers die er staan, die geven natuurlijk op zich een dilemma. Als ik bijvoorbeeld het luxe verzuim neem, dan is dat 22 en dan kan je denken van nou, dat is laag. Dat is hartstikke goed. Dat hebben we goed in de greep. Aan de andere kant is de vraag van, klopt dat cijfer, zijn dat niet de geconstateerde gevallen en is in werkelijkheid het luxe verzuim hoger, want dat is voor ons wel een punt van zorg.
Dat lijkt ons relatief weinig in een jaar. Dan heb ik nog een specifieke vraag: hoe gaat de gemeente om met verzuim op religieuze feestdagen, zoals het Offerfeest, het Suikerfeest of Carnavalsmaandag of -dinsdag? Want
Dat is in onze vorm ook een vorm van luxeverzuim, maar waarin wel vaak leerlingen afwezig zijn, met name ook in het basisonderwijs. Dank u.
Dank, ik denk dat we moeten uitkijken dat we niet in de details sturing terechtkomen als raad. Ik denk dat de vragen van de fractie CDA op zich hele mooie en goede vragen zijn. Ik kan me volgens mij nog de discussie herinneren die we vorig jaar over dit onderwerp hebben gehad. En toen hebben we op de laatste keer dat we hierover spraken geconstateerd dat we eigenlijk op dat moment nog weinig konden zeggen, omdat het hele verzuimbeleid, wat trouwens in regionaal verband natuurlijk plaatsvindt, zich nog verder moest zetten. We hebben toen ook gezegd, in mijn beleving, we gaan naar volgend jaar kijken, dan kunnen we met elkaar iets beter het gesprek voeren. Ik constateer dat de cijfers beter zijn. Dat is denk ik ook een hele goede zaak, beter dan vorig jaar. Het zijn marginale stijgingen. Daar moeten we ook heel eerlijk in zijn. Dat gaat van net over de 100 naar net onder de 100 zou je bijna kunnen zeggen, maar het is wel een positieve ontwikkeling en ik denk dat de gemeente, de scholen, de ouders, eigenlijk alle instellingen straks ook het maximale moeten doen om het verzuim verder terug te dringen. Ik hoop volgend jaar weer eenzelfde trend te zien, een verbetering. Het is denk ik echt met kleine stapjes vooruit, want verzuim is natuurlijk een probleem van alle tijden, zou je bijna kunnen zeggen. Vroeger was het zo dat mijn schoonvader gewoon van school werd geplukt en die zei: jij gaat werken. En vervolgens stond hij met zijn 12e gewoon op het land te werken en dat is in feite nu ook, zouden we zeggen, verzuim. Maar de tijden zijn dus wel veranderd. Wat we zien is trouwens dat de arbeidsmarkt ontzettend aantrekt, gelukkig maar, en dat betekent dat iedere leerling die voortijdig school verlaat zonder diploma de kansen op een goede toekomst of een betere toekomst veel minder worden. Dus verzuimbeleid is en blijft voor D66 belangrijk. We constateren nogmaals dat er een lichte verbetering is opgetreden en wat ons betreft zeggen we tegen de wethouder en het college en de andere colleges en scholen en ouders: ga vooral zo door.
Dank u wel. Het woord is aan mevrouw Ouwehand. Dank u, voorzitter.
Voorzitter. Voorzitter, GroenLinks heeft kennisgenomen van het Jaarverslag Leerplicht en RMC, schooljaren 2015-2016. Het verslag geeft GroenLinks een duidelijk overzicht van de stappen die genomen worden om het schoolverzuim te verlagen. Ik kom zelf ook heel vaak op de scholen. Het is een vrij moeilijk probleem. Sommige kinderen, wat je ook doet, krijg je niet op school. De ouders voelen zich machteloos. De hulpverleners voelen zich machteloos. Dus soms, ja, wat mij betreft, iedereen die zich bezighoudt met jongeren, wil het beste voor de jongeren. Maar het lukt soms niet, dat lees ik ook in het verslag. Maar ik zie ook wel die samenwerking tussen de scholen en verschillende organisaties, zoals Centrum Jeugd en Gezin en jongerenwerkers, om het schoolverzuim te verlagen en de kinderen toch wel te enthousiasmeren om naar school te gaan, zover het hen lukt. Dus wat GroenLinks betreft is het een prima jaarverslag, het geeft een duidelijk beeld. Verder hebben we geen vragen, dank u.
Ja, ik heb eigenlijk nog een vraag, want de anderen zijn al door de collega's gesteld. Ik zie hier ook dat de huisbezoeken die in het kader van het actieplan jeugdwerkgelegenheid worden gevoerd, ja, die hebben ook als nuttige bijvangst dat je dus ook de voortijdige schoolverlaters beter in beeld krijgt, dus dat is heel mooi. Alleen die huisbezoeken uit het actieplan, daar hebben we volgens mij dit jaar, en ik dacht volgend jaar ook nog geld voor, maar mijn beeld was dat we daar geen structureel budget voor hadden. En het zou natuurlijk heel jammer zijn als dat ook betekent dat je de voortijdige schoolverlaters straks ook minder goed in beeld hebt daardoor. Dus de vraag die ik ook heb is aan de wethouder om ook naar de toekomst te kijken, zeg maar het inzicht dat we nu hebben in de oorzaken van dat schoolverlaten en het plan van aanpak dat wordt opgesteld, om daarin ook mee te nemen de rol van die huisbezoeken. Het lijkt me heel goed als we dat kunnen blijven doen en ik zou het erg jammer vinden als dat op een gegeven moment weer ophoudt. Dank u wel. Dank.
Dank Voorzitter. VVD kan kort zijn met betrekking tot het jaarverslag leerplicht. Het is een positief document, de positieve trend die we erin zien zullen we absoluut als relatief beschouwen. Het verzuim is afgenomen. De verbeterde registratie wordt daarin aangedragen. Wat mijn collega naast mij, Blokland, ook al even zei, is dat het verzuim van de jongeren op dit moment sneller in beeld is. Met name de samenwerking tussen de scholen, jeugdteam en andere instanties is verbeterd. Inderdaad een mooie bijvangst. En ik zie daar ook wel de link naar het actieplan jeugdwerkgelegenheid en het sturen op het behalen van die startkwalificatie. Heel positief kijken of we dat inderdaad kunnen borgen en in de toekomst kunnen behouden en daar die synergie-effecten vast kunnen houden. Dan hebben we een win-win. Tot zover dank.
Dank u wel, dan is nu het woord aan wethouder De Ridder met wederom het verzoek uw ambtelijke ondersteuning even te introduceren. Mijn buurman.
Buurman heet Wim List en u heeft het al gezien. Die moest me inderdaad ook een beetje helpen, want er is veel nieuws op mij afgekomen de afgelopen weken. Maar ik geloof dat ik u wel kan beantwoorden. Ja, er is een heel nadrukkelijke link tussen het opvangen van, het proberen terug te dringen van schoolverzuim en jeugdwerkloosheid, want dat is een belangrijk motief om wat aan het schoolverzuim te doen. En om te beginnen bij meneer Paardenkooper, ja dat klopt. De meeste schoolverzuimen op het voortgezet onderwijs zijn bij het MBO en dan met name bij groep één, omdat de overgang tussen VMBO en MBO niet ideaal is om het zo maar te omschrijven en het plan van aanpak dat we hebben is inderdaad de huisbezoeken die dus inderdaad voortkomen, ook uit werk en inkomen. En het is heel belangrijk dat we die huisbezoeken kunnen doen, want daarmee kun je echt effectief op zoek gaan naar de oorzaak van het verzuim en dus ook beter op zoek gaan naar de aanpak van het probleem en het leuke hiervan is dat het heel goed aansluit eigenlijk bij het vorige onderwerp, want het is de aanpak sociaal kompas. Je kijkt niet alleen van goh, waarom is iemand niet op school en joh, je moet wel goed op school komen, maar er wordt gekeken. Wat is de oorzaak van de afwezigheid en wat kunnen we doen om te zorgen dat deze persoon weer gemotiveerd wordt om zijn opleiding af te maken? En het is dus ook heel belangrijk dat daar financiering voor beschikbaar is en dat is op dit moment nog niet structureel. Klopt. Dan de andere vragen?
Die vraag, de heer Paardekooper, begrijp ik uit uw woorden goed dat u zegt, er komt geen apart plan van aanpak, want dat begreep ik wel namelijk uit de raadsbrief zelf. Daar staat bij paragraaf 3.3 maatregelen, staat inderdaad het aspect van huisbezoeken. Dat staat bij nummer één, maar als punt 5 staat dat een plan van aanpak wordt opgesteld voor het terugdringen van VSV in het MBO en ook inhoudelijk gezien let u op uw omschrijving dat het voornamelijk in groep één voorkomt en dat ik me nauwelijks kan voorstellen dat je wacht totdat de huisbezoeken in het kader van de jeugdwerkgelegenheid worden gebracht. Volgens mij grijp je dan wel iets eerder in. Ook in de relatie tussen die overgang tussen VMBO en MBO. Ook met de partners die daarbij betrokken zijn, dus volgens mij is het veel meer dan de huisbezoeken, dus dat zou ik me zo kunnen voorstellen als ik hardop nadenk dan alleen maar die huisbezoeken. Of vergis ik me?
Ik probeer even de relatie te leggen tussen het gaat om de methode die je hanteert en dat is dat je teruggaat naar niet alleen van goh, waarom is iemand er niet en signaleren dat iemand er niet is, maar dat je op zoek gaat naar de oorzaak waarom die er niet is. En ja, dat plan van aanpak voor de preventie, hè? Dus hoe voorkom je dat iemand wel. Dat is wat u bedoelt? Ja, dat is toch ook dat huisbezoek is wel een onderdeel daarvan, maar ik kijk nu toch even naar mijn buurman of die misschien hier kan aanvullen, want dat lijkt me de helderheid ten goede komen. Het huisbezoek...
Die is inderdaad een onderdeel van onze preventie. Wat wij ook gedaan hebben, is dat wij op het MBO en voornamelijk het ID College structureel twee keer per week of eens in de twee weken naartoe gaan om ervoor te zorgen dat de jongeren op school blijven. Op het moment dat ze een aantal uur verzuim hebben, gaan wij ook met die jongeren in gesprek op preventieve basis, dus dat er nog geen 16 uur in 4 weken verzuim is geweest, wat normaal gesproken is. Want de maatstaf is dat een school moet melden. Daarbij proberen we dat eigenlijk alleen op het ID College en is Den Haag degene die dat bij de andere MBO's moet doen. Of het ROC Leiden moet dat in Leiden doen. Het is wel zo dat, voor zover ik weet, dat bij Den Haag afgeschaft is, dus we ons nu wel totaal richten op het ID College, waarbij daar wel progressie gemaakt wordt en die preventieve aanpak daar heel goed werkt. De lijnen zijn ook veel korter. Heb ik zo je vraag voldoende beantwoord of niet?
Ik stel voor dat wij deze vragen meenemen en dat we die later beantwoorden. Dat lijkt me de beste oplossing op dit moment. Ik heb wel nog een ander antwoord en dat gaat over het luxeverzuim op de basisscholen. Dat aantal is laag, maar dat komt omdat het gaat om meldingen waar ook daadwerkelijk een proces-verbaal is uitgeschreven. Vandaar dat het aantal lager is dan je wellicht op basis van eigen waarneming zou verwachten. Verder zou ik afronden met dat het inderdaad heel mooi is dat duidelijk is dat de aanpak van het leerlingenverzuim aanslaat, dat de getallen omlaag gaan en dat het inderdaad de bedoeling is dat we daarmee voortgaan.
Een vraag gesteld over het luxeverzuim rond feestdagen, zoals het Suikerfeest en het Offerfeest, hoe daar mee omgegaan wordt. Nee, heeft de
In principe krijgen die van rechtswege vrijstelling. Dus op het moment dat zij een aanvraag indienen, dan is het geen luxe verzuim.
Ja ja. Goed. Tweede termijn, is daar nog behoefte aan? Nee, dan ga ik dit agendapunt afronden met de constatering dat er nog een vraag van het CDA meegenomen wordt. Dus dat komt nog wel een keer terug, neem ik aan. Dat beschouwen we als een toezegging. Die schrijven we ook op. En dan constateer ik ook dat u de raadsbrief voor kennisgeving aanneemt. En sluit ik dit agendapunt. En dan gaan we...