- I. Inspreker - 1 - Inspreker
- J. Brokke - VVD
- I. Inspreker - 2 - Inspreker
- C.A. Bos - D66
- F.B. Wilschut - ChristenUnie
- Th.J. Visser - CDA
- I. Inspreker - 3 - Inspreker
- I.M. Feld - GroenLinks
- I. Inspreker - 4 - Inspreker
1.b Spreekrecht inwoners
Geachte voorzitter, commissieleden, burgemeester en wethouders en belangstellenden. Nu in mijn rol als bestuursvoorzitter van de vereniging Hofwijck wil ik graag de aandacht vragen voor het belang van het huismuseum voor de gemeente Leidschendam-Voorburg. Ik ondersteun de toekomstvisie en de meerjarenbegroting van de nieuwe directeur Tim C. Wij die elk moment binnen kan lopen. Laten we niet vergeten van welk ongekend belang en indrukwekkend het kasteel Hofwijck is. Een verhaal met nationale en zelfs internationale uitstraling. De wereldberoemde geschiedenis van het buitenverblijf Hofwijck en zijn bewoners Constantijn Huygens en Christiaan Huygens. Constantijn Huygens was dichter, kunstkenner en secretaris van twee stadhouders van de Oranjes tijdens de Tachtigjarige Oorlog. En iedereen weet wel wat dat heeft betekend voor Nederland. Hij correspondeerde in deze functie met de vrouw van Frederik Hendrik, Amalia van Solms. Niet dat onze huidige prinses naar haar vernoemd is. Constantijn was de ontdekker van Rembrandt van Rijn en medeverantwoordelijk voor het Mauritshuis. En hij bedacht samen met Amalia van Solms het decoratieprogramma van de Oranjezaal in Huis ten Bosch. En naar hem is de beroemde Constantijn Huygens-prijs voor letteren vernoemd. Zijn zoon Christiaan is een van de grootste geleerden van de Nederlanden aller tijden. En dat zegt niet hij als apart venster in de canon van de Nederlandse geschiedenis. U kent het ook van de brief van 25. Daar stond hij duidelijk, in Hofwijck stond daar ook op. Ieder schoolkind in Nederland moet hem leren kennen. De ontdekker van het slingeruurwerk en de balansveer, een techniek die nog steeds wordt gebruikt in elk mechanisch horloge. Hij berekende de snelheid van het licht. Het natuurkundig gegeven dat wordt gebruikt in de ruimtevaart, maar ook dichter bij huis. De wereld bepaalt door uw glasvezelnetwerk schiet het licht met de snelste snelheid over internet. En dat internet wordt nu door de gemeente bij alle huishoudens aangelegd. De uitvinder van de toverlantaarn, de beamer zeg maar, maar ook de schoen, invoering, de Nike schoen, aanvallendere letteren. Christiaan, de zoon Christiaan, is nog beroemder dan zijn vader en beide woonden op Hofwijck in onze mooie gemeente. Het is maar een kleine greep uit de 17e-eeuwse geschiedenis en de veelzijdigheid van de inspirerende vader en zoon Huygens. Maar we kunnen wel een kleine 100 tentoonstellingen bedenken over deze twee bewoners van Hofwijck die een lokaal en internationaal publiek kunnen bereiken. Om dat te kunnen doen, hebben we ruimte en financiële middelen nodig. Ik heb eerder al met u nadrukkelijk laten weten dat ik denk aan de mogelijkheid voor de toekomst van deze locatie. Huize Swaensteyn. Het prachtige Huize Swaensteyn is straks niet meer nodig voor de raadzaal, want u heeft besloten of gaat besluiten dat het naar Leidschendam gaat en dus beschikbaar is voor de nieuwe rol als museum. Als het aan mij zou liggen. De huidige financiële ondersteuning van het Huygensmuseum ten zede heeft al laten weten dat deze niet meer toereikend is. Dit komt op de eerste plaats door oplopende kosten die ons maatschappijbreed zullen raken. Denk daarbij ook aan de energiekosten, maar ook aan het voorbeeld van het tuinonderhoud dat veel duurder is geworden van Hofwijck, bijvoorbeeld onze 1100 meter haag. Of een historische beukenhaag, een prachtig onderdeel van de tuin van Hofwijck, mag vanwege de nieuwe arbo-eisen niet meer door vrijwilligers worden gesnoeid. Dat kost ons op jaarbasis € 10.000 extra aan tuinonderhoud en dan bijvoorbeeld aan de huurprijs van het notarishuis aan de Herenstraat. Het pand wordt dan aan de zee door de gemeente verhuurd en kost constant € 60.000 per jaar. Het blijft altijd een beetje vreemd dat voor het huismuseum 15% van de exploitatiesubsidie weer teruggestort wordt op de rekening van de gemeente. Laat ik u met een positieve noot beëindigen, zodat u kunt zien dat de meerjarenbegroting wil dat het huismuseum en daarmee dus ook de vereniging Hofwijck timmeren hard aan de weg om balans te vinden tussen subsidie en eigen inkomsten. Wij verwachten in de toekomst een positief resultaat van 50% eigen inkomsten en 50% subsidie en daarbij meer bezoekers, meer werkgelegenheid en meer geweldige kansen voor scholen, bezoekeducatie en juist op dat lokaal niveau. Deze groei is trouwens niet alleen van belang voor de vereniging Hofwijck en het Huygensmuseum, als over 50 jaar onze geplande 35.000 betalende bezoekers worden ontvangen, zal dit een economisch voordeel opleveren voor het Huygenskwartier. De museumvereniging heeft berekend dat iedere bezoeker gemiddeld € 35 uitgeeft in de omgeving. Denk hierbij aan circa 1 miljoen extra omzet voor de detailhandel en voor de horeca. U kent mijn liefde voor de lokale ondernemer, dus het zal u niet verbazen dat het mij zeer aantrekkelijke vooruitzichten geeft. Ik wens u als commissie en veel raad en wijsheid toe. Dank u wel.
Dank u wel, dan kijk ik nog even rond of er vanuit de commissie wellicht nog vragen aan u zijn. Dat is in ieder geval niet het geval, dan dank ik u voor uw inspraak en dan nodig ik de heer Zeedijk uit om namens het Huygensmuseum hier te komen inspreken en ook u heeft 5 minuten de tijd.
Dank u wel. Waarom had je nou het knopje uitgezet? Maar goed, dat moet oké, ik zal het onthouden. Tweede keuze tweede ronde gaat dat van de tijd af trouwens. Voorzitter, commissieleden, wethouders en belangstellenden. Afgelopen vrijdag heb ik u mijn 3 maanden brief gestuurd, in de hoop dat ik daarmee een klein beetje mijn een klein beetje heb kunnen voorstellen. Liever wil ik natuurlijk u persoonlijk leren kennen en nog liever zou ik u allemaal verwelkomen in ofwel Hofwijck, de buitenplaats van Constantijn en Christiaan. U heeft er van alles over kunnen horen of op het Notarishuis in de Herenstraat hier schuin tegenover. Daar dus waar de bezoekers kunnen leren over Forum Hadriani, prinses Marianne. De spannende geschiedenis van Voorburg in de 20e eeuw en binnenkort een keur aan interessante tentoonstellingen. De reden voor de inspraakronde vanavond is natuurlijk in de eerste plaats, de recent ontwikkelde toekomstvisie van de gemeente op het cultuurbeleid. Nu ben ik nieuw hier en ik weet nog niet helemaal hoe de hazen lopen, maar mijn eerste analyse kan ik rustig met u delen. De gemeente en de wethouder van cultuur hebben gemeen grote ambities met de herijking van het cultuurbeleid en ik kan hen daarin in grote lijnen prima volgen. Ook de verschillende podia waarvan het Huygensmuseum deel uitmaakt, kunnen begrijpen dat soms een schip de koers wil bijtrekken vanuit dat standpunt van het Huygensmuseum, dat zelf heel recent een nieuwe koers is gaan varen. En in mijn persoon deze koers stevig zal aanzetten, is het alleen maar toe te juichen dat er beleidsmakers zijn die serieus nadenken over de toekomst van cultuur in onze gemeente. Een punt van zorg betreft natuurlijk het in stand houden van de noodzakelijke verbeteringen van de huidige infrastructuur. Want om de ambitie van de gemeente waar te kunnen maken, zal er heel veel hulp en inzet gevraagd worden van de huidige aanbieders. Dat wil zeggen van al die prachtige podia en erfgoedinstellingen die de gemeente rijk is. Alleen als die allemaal floreren, zal het geheel meer zijn dan de som der delen. Ik sta hier in de eerste plaats voor het Huygensmuseum en ik kan niet voor alle anderen spreken, maar in de korte tijd dat ik hier nu ben, heb ik het veld leren kennen als zeer betrokken en actief. Of het nu gaat om de Stichting Marianne, de archeologische werkgroep of de beheerders van de molens of de historische vereniging Voorburg. Iedereen rent hard en vaak geheel belangeloos voor cultuur. Mijn eigen organisatie zelfs meer dan 130 vrijwilligers. Van iedereen aan wie ik dat buiten Voorburg vertel, valt de mond open van verbazing, zoveel. En dat is misschien wel het echte goud dat aan de rand van de Vliet ligt. Er zijn talloze tentoonstellingen te bedenken die het belang van ons erfgoed kunnen onderstrepen en ik zie er zeer naar uit om evenementen te organiseren rondom het Notarishuis en Hofwijck, die inspirerend zijn voor jong en oud. Ik geniet iedere ochtend ook vandaag weer als er een schoolklas klaarstaat om te ontdekken wat er achter de voordeur van Hofwijck schuilgaat of als we samen met vrijwilligers en collega's van ons kleine maar zeer gedreven team nadenken hoe we de rondleidingen en de bezoekersbeleving kunnen verbeteren en dat er hier om de hoek een Romeinse stad heeft gelegen waar zelfs de keizer uit Rome op bezoek is geweest, of dat prinses Marianne eigenzinnig als ze was hier heeft gewoond. En dat kunstenaars voor en na de oorlog hier neerstreken om hun baanbrekende vernieuwingen uit te werken. Maar het echte goud, dat is toch de inzet van al die mensen die belangeloos werken aan het behoud en de overdracht van ons erfgoed. Om ervoor te zorgen dat de nieuwe koers van de gemeente hen niet ontmoedigt, maar om daarmee door te gaan. Maar juist aanspoort om er ook anderen bij te betrekken, hoop ik van ganser harte dat de raad zal inzien dat het veranderen van de koers eigenlijk vooral moet inhouden. Ook het versterken en het verbreden van de weg die al eerder is ingezet. Want ik ben ervan overtuigd dat we het nu al heel rijke educatieve aanbod in de gemeente voor nog meer mensen toegankelijk kunnen maken als we het ook koesteren en kwalitatief verbeteren. Als we dat verbeteren van wat we nu al hebben, zoals uit mijn brief aan u allen en de meerjarenbegroting van het Huygensmuseum hopelijk duidelijk naar voren is gekomen, is er alle reden om maximaal in te zetten op de kracht van wat er nu al ligt, want zulke enorme culturele schatten die komen met een verplichting. Toen ik eerder deze maand mijn jaarplannen aan mijn bestuur presenteerde en toen daar een lastige financiële kwestie werd besproken, vroeg mijn penningmeester aan mij, nou, kies eens welke dingen zijn nou echt noodzakelijk? En mijn directe antwoord was, dat gaat niet, onmogelijk, want alles wat op die wenslijst was aangegeven was van absolute noodzaak om het museum een nieuw en schitterend succes te maken. En hetzelfde geldt eigenlijk voor de keuze waar de gemeente nu voor staat. Er is een enorme rijkdom aan cultureel erfgoed beschikbaar en ik denk dat we ons ervoor moeten inspannen om die maximaal te ontwikkelen. Dat kost geld en moeite, maar er staan veel mensen klaar om u te helpen en ik denk dat het zich op den duur ook gaat uitbetalen in alle opzichten. Dank u wel. Dank.
U wel, dan kijk ik ook wederom even rond of blijft u als u evenwel blijft staan nog als u ja. Dank u wel, kijk rond, even kijken, ik zie niets van mevrouw Bosch van D66. Dank.
U Voorzitter, dank u heer Zeedijk. Ik voel uw enthousiaste betoog. Ik had een korte vraag. Ik hoorde zowel meneer Wang Choy als u zeggen over schoolklassen. Kunt u ook zeggen uit welke scholen zij afkomstig zijn? Dank u. Als
Als u mij nu uit mijn hoofd vraagt om aan te geven welke klassen uit welke wijken afkomstig zijn, kan ik dat niet. Wel dat ik vanochtend weer een klas zag staan en ook dat, als het aan mij ligt, deze klassen uit alle wijken en omgevingen van Voorburg zouden moeten komen. En als dat niet zo is, dan zou ik daar hard aan moeten werken om dat voor elkaar te krijgen.
Ja voorzitter, dank. Frank Wilschut van de ChristenUnie. U zei net heel nadrukkelijk: dat komt met een verplichting, en toen liet u stilte vallen en toen dacht ik, nu komt het heel concreet, wat dat dan is. En ik wil eigenlijk u vragen, wat is dat dan precies? Als u dat heel concreet kan maken? Welke verplichting moeten wij ons voelen? Als ik het heel...
Concreet zeg, en ik betrek het even op mijn eigen inzet en opdracht in de gemeente, is het zo, en daar ben ik permanent over in gesprek met de wethouder, dat de exploitatiesubsidie niet past bij de opdracht van het museum. Grosso modo is dat 25% tekort en dat kunt u direct zien als een verplichting die de gemeente heeft aan dat culturele erfgoed. In bredere zin denk ik dat deze verplichting inhoudt dat als je aan de ene kant ervoor kiest om het koers aan te zetten en zeggen we, nou gaan richten op andere zaken, dat je daarmee niet mag verlaten, datgene wat er is. En heel concreet, Wang Choy zei het al, zijn er kostenverhogingen die u thuis waarschijnlijk ook meemaakt. Dat gaat bij ons om de energierekening, maar ook om bijvoorbeeld het snoeien van de heg. Dat zijn zaken. Je kunt nu niet zeggen, we gaan nu dit doen, dus die heg laat maar zitten. Dat zijn verplichtingen.
U wel zowel u als ik als Wanchai hadden natuurlijk een hartverwarmende oproep voor Overwijk en het museum, waaronder dus ook de opmerking dat het het internationale allure heeft. Toch heb ik niet het vermoeden dat u heel veel nationale, laat staan internationale steun krijgt. Klopt het dat u volledig afhankelijk bent van ons of heeft u subsidiestromen en variatie daarop die ook uit andere bronnen komen?
Was aardig dat u dat vraagt. Ik denk dat de kans dat er internationale subsidie voor het museum komt structureel en ruim dat die gering is. Al moet u niet uitvlakken dat we vorig jaar van een Amerikaans fonds steun hebben gekregen om het boek over Hofwijck in het Engels te laten verschijnen. Maar ik denk wel, ik heb dat ook weggelaten in mijn... We... Wordt nu maar wel toegevoegd aan de brief die ik u heb geschreven dat er veel meer potentieel is voor het museum op het moment dat het zich wat beter manifesteert. Kijk uiteindelijk, wil je bij dat succes aansluiten en nu is de vriendenkring of de betrokken externe subsidiënten nog maar heel beperkt. Dat zijn eigenlijk vooral de leden van de Vereniging Hofwijck. Ik hoop, maar dat is niet dit jaar, maar in jaar twee, want je hebt daar een zeker succes voor nodig, een circle te kunnen oprichten van mensen die enthousiast zijn over hun Constantijn Christiaan Forum Hadriani Marianne. Dat is zo'n breed spectrum dat moet lukken.
Goed, dan dank ik u voor uw inspraak en dan gaan we naar het theater Ludens. De heer Helwig. Wat zitten jullie...
Jullie allemaal ver weg in het theater? Zouden we zeggen, kom wat dichterbij bij het podium. Maar ja, dat doen jullie niet goed, meneer de Voorzitter, dank u wel leden van de Raad en de Commissie allereerst mijn hartelijke dank voor de gelegenheid tot inspreken. Weest u gerust, ik ga het kort houden. En dat kan ook, want het is eigenlijk niet al te ingewikkeld. Ik ga u twee nota's, twee brieven voorhouden, twee werelden die ons inziens niet overeenkomen. De eerste wereld, de koersbrief. Ja, het is logisch om een visie stammend uit 2015 aan te scherpen en opnieuw te ontwikkelen. Theater Ludens is blij dat de koersbrief aanstuurt op het inzetten van cultuur in het sociaal-maatschappelijke domein. Een koers die Ludens al jaren geleden succesvol heeft ingezet. Maar deze brief schetst wel een utopisch beeld. Een mooie culturele wereld waarin veel zo niet alles goed gaat en waarin de gemeente als regisseur alleen maar de koers hoeft te verleggen om het nog beter te maken. Entree van wereld twee. Het rapport, het informatiedocument cultuur, oftewel het rapport Berenschot. Wat een heel ander beeld schetst. Het schetst een sector die met plakband aan elkaar hangt. Veel kwaliteit, veel passie, weinig middelen, onderbetaald, te weinig personeel, te weinig infrastructuur. Leidschendam-Voorburg als de gemeente die jammerlijk onderaan het lijstje van culturele uitgaven per hoofd van de bevolking staat. Waar wij ongelooflijk veel moeite mee hebben, is de financiële vertaling van die nieuwe ambitie, namelijk geen extra geld. En laat theater Ludens nu juist een voorbeeld zijn. Hier staat letterlijk een schrijnend voorbeeld waar dit toe leidt. Ludens heeft zich in haar bestaan bewezen als een theater met een sterke sociaal-maatschappelijke taak. Wij bedienen deze gemeente met 400 cultureel-maatschappelijke activiteiten per jaar, 6,5 dag per week. Maar zoals het rapport Berenschot aangeeft, heeft Ludens dringend personeel en gebouwelijke middelen nodig. Wij zitten niet aan onze max. Wij zijn al jarenlang ver over onze max heen. Dat krijg je ervan als je veel wilt, maar weinig geld ter beschikking hebt. De uitvoering van die eerste wereld, de utopische staat, wat ons betreft op lemen voeten. Zonder extra geld kan de sector geen nieuwe doelen realiseren, zelfs niet met de hulp van een dure cultuurmakelaar. En als ik u een paar vragen mag stellen en ik weet zeker dat u mij ook vragen gaat stellen: op basis van welke analyse is die nieuwe koers eigenlijk bepaald? Welke rol heeft het informatiedocument cultuur gespeeld in de totstandkoming van deze brief? En op basis van welke analyse is bepaald dat dit kan zonder extra middelen? Nog even over Ludens: na jaren van structureel overwerk door de kleine betaalde staf heeft mijn bestuur uit overwegingen van goed werkgeverschap besloten tot personele uitbreiding. Alleen zo kunnen we de cultureel-maatschappelijke agenda op verantwoorde wijze blijven draaien. Maar deze uitbreiding gaat wel ten koste van ons beperkte eigen vermogen. En dit zal in de nabije toekomst tot financiële problemen leiden. Dat probleem hebben wij onlangs aangekaart bij wethouder Belt. Theater Ludens maakt zich geen zorgen over de inhoud van de nieuwe koers. Wij opereren al jaren in het sociaal-maatschappelijke domein. Wij maken ons wel zorgen over het voortbestaan van ons theater, zeker nu de nieuwe cultuurvisie geen extra middelen voor de komende jaren ter beschikking stelt. Wij vragen deze Commissie, deze Raad, het college, de verontrustende signalen die Berenschot afgeeft te verwerken in de financiering van de nieuwe koers. Met mooie woorden alleen gaan wij het niet redden. Dank u wel.
In het stuk kunnen we lezen dat we minder af moeten van het idee dat wij een tweede Den Haag moeten zijn en dat we meer in de wijk moeten zijn. Heeft theater Ludens zelf het gevoel, of u als directeur van theater Ludens, dat u ook dat wijkperspectief in uw theater kunt verwezenlijken?
Ja, dat doen we al. We hebben laatst met de wethouder ook een gesprek hierover gevoerd, waarin dat eigenlijk ook met zoveel woorden is erkend. Wij hebben van de 400 activiteiten die we per jaar uitvoeren, 160 voorstellingen. Dat zou je kunnen zien als Leidschendam-Voorburg en daarbuiten en de rest is eigenlijk geënt op de lokale samenleving. Met een sterke vertegenwoordiging van het karakter van de wijk waarin wij zitten, groot uitgelegd, ja.
En dan nodigt hij Dries uit voor de inspraak namens Cultuur en Co. Dan ga ik...
De microfoon aanzetten, goedenavond. Geachte leden van de Commissie Samenleving, u kent mij hoogstwaarschijnlijk, ik als directeur van de bibliotheek vanavond richt ik mijn woord tot u niet namens mijn organisatie, maar namens Cultuur en Co, het fonds waar organisaties subsidie aan kunnen vragen voor culturele activiteiten. Er wordt massaal gebruik van gemaakt. Veel organisaties maken druk gebruik van ons fonds. Ieder jaar is er sprake van een overtekening om even een beeld te geven. We hebben 60.000 in de pot zitten. Vorig jaar is er voor 2,5 keer dat bedrag aangevraagd. Dat geeft iets aan van de behoefte en de belangstelling die er is om culturele activiteiten te ondernemen. Onderwerp van vanavond is de koers voor de nieuwe cultuurvisie van het college. Die brengt, dat zien we allemaal, nieuwe kansen met zich mee voor culturele instellingen. Maar er wordt ook gesproken van scherpe keuzes. En die roepen vragen en ook zorgen op. De koersbrief maakt duidelijk dat het college de bakens wil verzetten om beter de jeugd te bereiken en inwoners die nu weinig gebruik maken van cultuur. De organisaties die actief zijn in de cultuursector van onze gemeente zijn het daarmee volledig eens, want meer mensen bereiken met cultuur is alleen maar wat we willen en het liefst vanaf een jeugdige leeftijd. Maar spannend wordt het als de boodschap van het rijke culturele leven voor iedereen vergezeld gaat van de boodschap dat het structurele budget voor cultuur ongewijzigd blijft en dat er scherpe keuzes moeten worden gemaakt. Welke dat zijn is niet duidelijk. En evenmin welke culturele organisaties of initiatieven daardoor worden geraakt en op welke manier. De boodschap lijkt ook op gespannen voet te staan met het belang van de culturele sector voor onze lokale samenleving. De coronaperiode heeft duidelijk gemaakt dat onze samenleving niet kan zonder een vitale cultuursector. Het college onderschrijft dat gelukkig ook zelf in de koersbrief. Ook Berenschot, dat eerder grondig de culturele verkenning die in opdracht van de gemeente is uitgevoerd, onderschrijft dat belang. Tegelijk onderschrijft Berenschot ook of laat zien dat de gemeente relatief laag scoort op de uitgaven voor de culturele sector. En die culturele sector wordt als kwetsbaar beschreven door Berenschot. U begrijpt dat Cultuur en Co zich daarom zorgen maakt. Onze zorg is dat de scherpe keuzes gaan leiden tot effecten bij bestaande culturele instellingen en activiteiten om de nieuwe keuzes te bekostigen. Wij vinden het heel jammer dat het college niet het signaal uit de verkenning van Berenschot heeft opgepikt om het cultuurbudget te verhogen in plaats van gelijk te houden, aangezien de ambities zijn om een breder publiek te gaan bereiken. We hebben daarom namens Cultuur en Co een paar vragen voor het college met betrekking tot de cultuurvisie. Het college zet in op een breder bereik onder doelgroepen. Maar onduidelijk is, hoe gaat die herverdeling plaatsvinden van dat aanbod over die gevarieerde doelgroepen? Hoe ziet men dat voor zich? En de ambitie is om met dezelfde financiële middelen meer mensen te bereiken. Dat gaat ergens knellen en onze vraag is waar. We lezen ook dat de opdracht voor Cultuur en Co gaat wijzigen. We zijn natuurlijk heel benieuwd wat dat precies gaat inhouden en welk effect dat gaat hebben op de aanvragers die gebruik maken van ons fonds. De verbinding met het sociaal domein juichen wij toe. Heel fijn dat we juist mensen ook dankzij cultuur in staat stellen om beter te participeren in de samenleving. Onze vraag is of het college ook heeft onderzocht of er vanuit de financiering voor het sociaal domein mogelijkheden zijn om de nieuwe cultuurvisie financieel te versterken. Dan de cultuurmakelaar. Er zijn verschillende ervaringen met cultuurmakelaars, dus ik vind het een beetje prematuur om daar iets over te roepen. Maar onze vraag is wel, waaruit wordt deze gefinancierd? Is dat vanuit het structurele cultuurbudget of zet het college daar andere middelen voor in? Als het uit het bestaande cultuurbudget is, is er in feite nog minder beschikbaar en uiteraard zijn we heel benieuwd hoe het college aankijkt tegen de constatering van Berenschot dat er in Leidschendam-Voorburg relatief weinig uitgegeven wordt voor de cultuursector. U ziet het, we zien nieuwe kansen, maar we zien ook een heleboel onduidelijkheden en die leiden tot vragen en onrust binnen de culturele sector. Vragen die een antwoord verdienen. We hebben onze zorgen ook verwoord in de brief die wij naar het college sturen. Ik dank u voor uw aandacht en ik wens u veel wijsheid.
Dank u wel, dan kijk ik nog even rond of er nog vragen aan de heer Hendriks zijn. De heer Wildschut van de ChristenUnie.
Ja voorzitter, dank u. U gaf net aan, heeft het college ook gekeken naar het sociaal domein om daar middelen te vinden? Zijn er ervaringen waardoor u op dat idee bent gekomen? Waar dat werkt? Kunt u dat iets toelichten, hoe u op dat idee bent gekomen? Heel simpel.
Wij hebben zelf gepleit voor een bredere offerte van cultuur, hè? Ook cultuur als middel om mensen te laten participeren. Daar zitten natuurlijk heel veel middelen in het sociaal domein om mensen beter mee te laten doen met de samenleving. Dus mijn vraag is eigenlijk, in hoeverre heeft het college gekeken of er binnen het sociaal domein financiële mogelijkheden zijn om op deze manier de cultuurvisie te versterken als het cultuurbudget zelf gelijk blijft? Dus als je mij vraagt, heeft u daar een heel specifiek budget voor op het oog? Dat kan ik nog niet beantwoorden, maar er is wel heel veel geld in het sociaal domein. Vandaar mijn vraag.