Het transcript dat je hieronder aantreft is gegenereerd met behulp van computertechnologie.
Hierdoor kunnen de namen van personen en partijen soms foutief zijn weergegeven.
Indien je een fout opmerkt kun je deze gemakkelijk verbeteren door op het bewerk-symbool (het potloodje) te klikken.
Starten we met agendapunt 2b. Hiervoor heb ik wethouder Kist alvast uitgenodigd, samen met de ondersteunend ambtenaar. Wethouder Kist, zou u uw ondersteunende ambtenaar even willen voorstellen? Graag.
Dank u wel voorzitter, naast mij zit Mariëtte de Laaf, die al jaren met de woningvraagstukken bezig is en deze gemeente van binnen en van buiten kent. Dank u.
Wel en welkom. Ik zal even de context schetsen. Agendapunt 2B betreft het raadsvoorstel vaststellen verordening sociale en middeldure woningbouw Leidschendam-Voorburg 2022. De gemeente heeft op basis van regionale woningmarktafspraken de opgave dat voor 2030 minimaal 750 sociale huurwoningen worden toegevoegd aan de woningvoorraad. Het college stelt voor om op basis van de evaluatie een nieuwe verordening vast te stellen die de huidige vervangt. De verordening is een belangrijk instrument om die opgave te kunnen realiseren. Het regelt dat de initiatiefnemer bij een bouwplan met 10 of meer woningen minimaal 30% sociale huurwoningen en minimaal 20% middeldure huur- of koopwoningen in het geplande woningbouwprogramma moet realiseren. Het college kan besluiten in een bouwplan van 10 tot 30 woningen een deel van het verplichte aandeel sociale huurwoningen te vervangen door sociale koopwoningen. Het concept raadsbesluit dat voorligt heeft twee besluiten: de verordening sociale en middeldure woningbouw Leidschendam-Voorburg 2022 vast te stellen en op 1 juli 2022 in werking te laten treden, en de verordening sociale en middeldure woningbouw Leidschendam-Voorburg 2020 gelijktijdig per 1 juli 2022 in te trekken. Voor dit debat hebben zich in eerste termijn alle fracties gemeld: de heer Hielkema vanuit D66, de heer Van Duffelen vanuit het CDA, mevrouw Van Weers vanuit GroenLinks, de heer Van Wissen vanuit Gemeentebelangen Leidschendam-Voorburg, de heer Bregman van de fractie van de ChristenUnie, de heer Streefkerk vanuit de Partij van de Arbeid, de heer Van der Schaft vanuit de SP en mevrouw Kortman vanuit de VVD. En in die volgorde krijgt u het woord. Ik start bij de heer Hielkema van D66. Nou, voorzitter, dank.
Dank u wel dat ik het bal mag openen. Ja, het raadsvoorstel heeft wat ons betreft voordelen, omdat het flexibiliteit toevoegt en wat D66 betreft, is dit dan ook een voorstel in de juiste richting. Maar het roept bij ons ook wel vragen op, want het wordt eigenlijk weinig concreet, dus we blijven wel zitten met de vraag, wat hebben we hier nou eigenlijk echt aan? Wat betekent deze wijziging nou concreet voor bijvoorbeeld het aantal en het soort woningen dat zou worden gerealiseerd? Dat blijft vaag en we weten dus niet zo goed wat dit voorstel zou opleveren uiteindelijk. En we vragen ons af, waar vinden we eigenlijk verband tussen de evaluatiepunten en de voorgestelde wijzigingen hè? Dus met andere woorden, waarom dragen nou juist deze wijzigingen bij aan het opvolgen van de evaluatie en waarom anderen dan niet of minder? Een afweging hiervan zou wat D66 betreft bij het voorstel horen. Het is echt een gemiste kans om de raad mee te nemen in de gedachten en overwegingen van het college bij de totstandkoming van deze wijzigingen. Wat wij vooral een gemiste kans vinden, is dat deze wijzigingen in ieder geval voor ons oogenschijnlijk met name gericht zijn op de sociale woningbouw en een stuk minder op de realisatie van middeldure woningen. En D66 mist juist middeldure woningen in onze gemeente, waardoor doorstroming wat ons betreft onvoldoende tot stand kan komen. Onze wijken zijn daardoor minder divers dan wij zouden willen en diversiteit in wijken draagt volgens ons echt bij aan een stevige samenleving, gelijke kansen voor onze inwoners en aan betere leefbaarheid. Meneer Hylkema.
Dank u wel, voorzitter. Ja, ik reageer even op een geluid dat we van D66 eerder hebben gehoord in de campagne, en dat is de focus op middeldure woningen en doorstroming. Ik heb daar zelf ook nog even naar gekeken. De laatste cijfers die we hebben, is dat er slechts 10% sprake is van scheefwonen in de sociale sector en dat er bovendien ook 10% sprake is van scheefwonen in de vrije sector. Met andere woorden, er wonen niet te veel mensen in sociale woningen die daar eigenlijk niet horen. Ik vraag me dus af waar die focus op die middenhuur vandaan komt en is het niet juist wenselijk, omdat we daar het tekort zien en jarenlange wachttijden zien, om te focussen op de sociale huur?
Ja, wat ons betreft gaat het niet per se om alleen maar scheefwonen, maar zijn er meer problemen dan alleen scheefwonen die we ook op moeten lossen en door ervoor te zorgen dat mensen elders kunnen gaan wonen komt er weer wat vrij. Dus wat ons betreft is dat een belangrijke maatregel om juist ook mensen aan een sociale woning te kunnen krijgen. Voorzitter, kort.
Kort. Ja meneer Streefkerk, ja, hoe kort dan nog. Ja, maar kijk, mensen wonen niet voor niets in een sociale woning, hè? Dus als ze de middenhuur niet kunnen betalen, dan kunnen ze ook niet doorstromen. Dus ik veronderstel, maar corrigeer me zeker als ik dat verkeerd heb, dat als u het over doorstroming heeft, dat u ook daar de aanname onderlegt dat er mensen in de sociale woning zitten die daar niet horen. Meneer Hylkema.
Ik in ieder geval van uitgaan, omdat u aangeeft dat dat 10% het geval is. Wat mij betreft zijn er ook dus andere mensen die in grotere huizen wonen, bijvoorbeeld, die ook zouden kunnen doorstromen naar middeldure woningen. Dus kleiner gaan wonen is ook een optie.
We zijn bijna aan het einde. We hebben ook nog wel de vraag welk van deze wijzigingen in dit voorstel dan dus zorgen voor middeldure woningen, zodat de doorstroming verbetert. Dat wordt ons in dit voorstel echt niet duidelijk. Kortom, wat ons betreft een goede richting waar we dus niet tegen zijn, maar ook wel met een aantal gemiste kansen. Dank u wel.
Ja Voorzitter, we staan nog voor een forse opgave als het gaat om de bouw van sociale woningen. 750 tot 2030. En volgens mij moet er nog heel veel gerealiseerd worden. Willen we dat ook gaan halen? De ontwerpverordening die nu voorligt volgt uit de evaluatie van de huidige verordening en het CDA steunt de gedachte om de verordening te verduidelijken en aan te scherpen. Met als doel meer woningen in het sociaal en middensegment te realiseren. Maar ik zei het al, wellicht nog één grote opgave. En verordeningen bouwen geen woningen, het doel is dat wel eraan bij te dragen. In dat kader hebben wij nog de volgende vragen. In de vorige raadsperiode zijn we er een aantal keer tegenaan gelopen dat plannen niet meer gewijzigd konden worden, omdat er reeds toezeggingen of afspraken zijn gemaakt. Dat geeft soms een onbevredigend gevoel, zeker als een plan nog niet verder is dan de initiatiefase. Ook nu zien we weer een hele afbakening. De vraag aan de wethouder is welke ruimte er bestaat deze afbakening te reduceren tot situaties waarin in redelijkheid niet meer gezegd kan worden dat de afspraken nog gewijzigd kunnen worden. Andere vraag, welke maatregelen treft het college om de sociale en middeldure huur niet alleen te faciliteren, maar er ook regie op te nemen, zodat de 750 sociale woningen de komende jaren ook gerealiseerd gaan worden? De toewijzing van woningen in de sociale huursector gebeurt via regio Haaglanden. Dat staat ook in de verordening. Welke mogelijkheden ziet het college om inwoners van onze gemeente voorrang te geven op sociale en middeldure woningen in onze gemeente en zouden we daarvoor dan een basis moeten nemen in de verordening? Uitgangspunt van de verordening is dat private ontwikkelaars die sociale en middeldure huurwoningen realiseren, deze overdragen aan de woningcorporatie. Het CDA steunt dit uitgangspunt, maar vraagt zich wel af wat er gebeurt als er geen overdracht plaatsvindt. Hoe waarborgt het college dat de woningen dan toch beschikbaar komen of blijven voor de doelgroep en de private ontwikkelaar de woningen niet met prijsstijgingen aan de markt onttrekt? En tot slot Voorzitter, het vereveningsfonds. Terecht houdt het college vast aan het bestaan ervan. Tegelijkertijd constateert het college dat uit het fonds nog geen gelden onttrokken zijn. Kortom, er zijn kennelijk weinig incentives voor private ontwikkelaars om meer dan 30% sociale woningbouw te realiseren. Graag neemt de CDA-fractie van het college welke maatregelen treft om onttrekkingen uit het vereveningsfonds te realiseren en of de Raad uit de voorstellen kan verwachten? En verder is het CDA benieuwd naar de gegronde redenen waarop een initiatiefnemer af kan zien van het aandeel 30% sociale woningbouw. Dank u wel.
Wel voorzitter. De afgelopen raadsperiode heeft zwaar in het teken gestaan van de sociale woningbouw. Echter helaas moeten ook wij van GroenLinks erkennen dat dat er geen woning extra heeft opgeleverd. Prachtige plannen kwamen voorbij, maar helaas werden die even vaak afgeblazen of uitgesteld. Nu we aan de vooravond staan van een nieuwe coalitie, waar tenminste één van de partijen de 30% sociale woningbouw los wil laten, zijn we wel blij dat er toch een nieuwe verordening ligt die de intentie heeft om sociale woningbouw te versnellen. Dit door flexibiliteit in huizen, kleinere huizen, studio's, benedenwoningen met een tuintje. Deze kunnen zeker geschikt zijn voor starters om aan een woning te komen en om doorstroming van senioren te laten plaatsvinden. Ook is er meer contact tussen projectontwikkelaars en coöperaties en vooral dat Woonnet nu in de lead is bij de toewijzing maakt ons erg blij. Natuurlijk hebben we wel vragen, want hoe houden we de druk op de ketel? Het is zo 2030 en 750 huizen zijn geen kleine opgave. Hoe gaan we deze plannen gieten in de Omgevingswet en de nieuwe visie? En hoe is de woonbehoefte van onze inwoners over 8 jaar? We weten van de afgelopen twee jaar dat woonbehoeften in één klap kunnen veranderen. Dat vraagt niet alleen om een flexibele verordening, maar ook om flexibele plannen en zelfs om flexibele huizen. Ik begrijp dat de wethouder daar waarschijnlijk nu direct nog geen antwoord op heeft, maar ik zou graag horen of er wel degelijk ideeën hierover zijn in het huidige college en hoe we het hierover kunnen hebben. Maar ik wil vooral de onderhandelende partijen oproepen om hiernaar te kijken en de hele nieuwe raad, want dit is een van de grootste opgaven en uitdagingen van deze nieuwe raadsperiode. Dank u.
Ja voorzitter, dank u wel. Gemeentebelang is positief dat er nu een voorstel ligt voor herziening dat aansluit op de punten uit de eerdere evaluatie. Maar nog wel een aantal vragen wat ons betreft. In het voorstel staat dat het college kan besluiten bij een bouwplan van 10 tot 30 woningen dat een deel van het verplichte aandeel sociale huurwoningen vervangen kan worden door sociale koopwoningen. Kan het college aangeven welke criteria hiervoor worden gehanteerd? In het raadsvoorstel is ook aangegeven dat de huidige verordening aan de woningcorporaties onvoldoende flexibiliteit biedt om de keuze te maken wel of niet in een nieuw woningbouwproject te investeren. Dit is nu aangepast, maar hierover twee vragen: wat te doen als corporaties kiezen om niet mee te doen, gaan er vastgoedeigenaren dit dan zelf oppakken of zijn er alternatieven? En komt de realisatie van de doelstelling voor sociale huurwoningen hiermee niet verder onder druk te staan? Verder is in het voorstel aangegeven dat aanpassing van de verordening nodig is omdat de doorstroming stagneert door het tekort aan middeldure huurwoningen. De slaagkans voor starters is sterk afgenomen en de doorstroming uit de sociale huurwoningen naar middeldure huurwoningen stagneert. Volgens het raadsvoorstel vraag ik: wat is dan hiervoor het voorstel in de aangepaste verordening om dit aan te pakken? Dat is wat ons betreft niet scherp. Tot slot, voorzitter, in de evaluatie van de vorderingen wordt melding gemaakt van het tekort aan middeldure woningbouw, dus zowel middeldure huur- als koopwoningen. Nu wordt er, zeg maar, in mijn eerste punt iets gezegd over de koopwoningen. Maar verder zien we in het voorstel niets terug over het stimuleren en het faciliteren van commerciële partijen om sociale en middeldure woningbouw te kunnen realiseren. Wanneer gaat het college dit punt uit de evaluatie oppakken, zoals aangegeven in de brief van januari van dit jaar?
Dank u wel, voorzitter. Er is de afgelopen jaren niet voldoende woongelegenheid gecreëerd, ook niet in Leidschendam-Voorburg. Er is een tekort aan sociale woningen. De herziene verordening die we vanavond bespreken is een belangrijk instrument voor het realiseren van de sociale woningbouwopgave. De wethouder is goed bezig om een actuele overeenkomst te behouden en zo een betere uitvoering te krijgen. Op diverse punten zijn aanpassingen gedaan. Bij een aanpassing hebben wij toch nog wat vragen. Het betreft de optie dat een woningbouwvereniging mag afzien van overname en exploitatie van sociale woningen. Het is toch de wettelijke taak van de woningbouwverenigingen om sociale woningbouw te beheren? En wat gebeurt er dan als ze dat niet willen? Wie beheert er dan wel die sociale woningen, of mag dan een projectontwikkelaar andere typen woningen invullen en een bedrag afstorten in het vereveningsfonds? Dat lijkt ons geen gunstige ontwikkeling en geeft ook een verkeerd signaal af aan projectontwikkelaars en inwoners. Immers, die sociale woningen komen er dan niet. Maar ook rijst de vraag waarom woningbouwverenigingen dit in de verordening willen hebben? Is er iets mis met dat zij deze bepaling in de verordening willen? Een ander punt betreft het vereveningsfonds. Dat wordt nu nog tijd gegund om te gaan werken. Wanneer is het volgende herzieningsmoment om de effectiviteit van het fonds te herbeoordelen? Kan de wethouder daar een uitspraak over doen? Tot zover. Dank u.
Ja, dank u wel, voorzitter. Ja, belangrijk onderwerp. Het is bizar dat starters 7 jaar moeten wachten in deze gemeente voordat ze een sociale woning kunnen vinden. Dus ik ben ook erg blij dat we het vandaag bespreken, deze verordening. En ik ben ook eigenlijk blij dat we het nu bespreken en niet afwachten tot de formatie, omdat de formerende partijen nou niet uitblinken in hun streven naar meer sociale woningen in deze gemeente. Dus ik ben blij als we het kunnen vaststellen en dat ook kunnen meegeven aan een nieuw college, als deze partijen eruit zouden komen. Voorzitter, we hebben dus te weinig sociale woningen, maar dat is ook een lastig probleem. We hebben als gemeente eigenlijk weinig, en ik denk te weinig, kom ik zo nog even op, sturingsmiddelen. Maar goed, we doen wat we kunnen op dit moment. Het is goed dat er rekening wordt gehouden met specifieke doelgroepen in deze verordening. We zijn blij om te zien dat de geluiden die zeker vanuit de ChristenUnie, die we ook hebben ondersteund vorige periode, om te richten op bijvoorbeeld studio's en kleinere wooneenheden, dat die ook hierin terugkomen. We zijn ook blij dat er expliciet rekening is gehouden met de wensen van corporaties, maar uiteraard hebben wij ook een aantal vragen. Allereerst in de overwegingen, de preambule van de verordening. Daar wordt tot twee keer toe aandacht gevraagd voor de doorstroming. Die zou stagneren naar het middensegment. En hier zou ik eigenlijk dezelfde vraag aan de wethouder richten, die ik zojuist ook aan de collega van D66 richtte. Waarom die nadruk? Want de cijfers die we paraat hebben of die we beschikbaar hebben, die ondersteunen dat volgens mij niet, die vraag om aandacht daarvoor. Zoals ik het zie, nogmaals op de cijfers die ik heb kunnen vinden, wonen er niet meer mensen in sociale woningen dan er eigenlijk horen te wonen en is het aantal scheefwoners zeer beperkt. Bovendien las ik in de evaluatie dat maatregelen gericht op scheefwonen bijzonder weinig effectief zijn en dus is mijn vraag nogmaals: waarom daar de aandacht voor? Dan een aantal vragen. Er is al een aantal vragen gesteld over de woningcorporaties en het afzien van meedoen aan een bouwproject. Meneer
Ja, dank u wel voorzitter, ja, ik luisterde even zo naar het betoog van de heer Streefkerk en ten eerste verbaasde me het al dat er een hint werd gedaan naar de komende coalitie over de 30%. Nou ja, goed, ik ben daar wat verbaasd over, maar ook over het feit dat de heer Streefkerk blijft vasthouden aan het feit dat de sociale woningen nu eenmaal het grote probleem zijn, terwijl er heel duidelijk in het stuk wordt gezegd dat de doorstroming stagneert door een tekort aan middeldure woningen. En ik wil toch graag van de heer Streefkerk horen hoe hij dat ziet, want daar zit hem natuurlijk ook een enorme kneep in die doorstroming en misschien zelfs ook wel in het tekort aan de middeldure woningen. Meneer Streefkerk.
Dank u wel, voorzitter. Nou ja, de verbazing over die eerste opmerking, die kan ik dan weer niet plaatsen, want de lijsttrekker van de VVD, die heeft toch keer op keer en dan in het programma van de VVD staat dat aangegeven de 30%-norm te willen loslaten. Dus daar val ik inderdaad over en het tweede punt dan had collega Kortman misschien beter moeten luisteren. Mijn vraag is juist aan de wethouder, waarom staat dat daar in die overwegingen, want dat hoort daar niet te staan volgens mij. De cijfers die we hebben, die overigens in reactie op vragen van de VVD beschikbaar zijn gekomen, zijn dat doorstroming niet gaat bijdragen of in zeer beperkte mate gaat bijdragen aan het oplossen van het enorme, het schreeuwende woningtekort in de sociale sector. Dus die vraag die blijft staan wat mij betreft. Voorzitter, ik vervolg verder. Ja, dus ik wil toegaan naar de rol van de woningcorporaties. Er is al een aantal vragen gesteld over wat gebeurt er als ze nou niet meedoen aan het bouwplan? Die ga ik allemaal niet herhalen en mijn vraag is meer even de waarom. Waarom willen de woningcorporaties zelf nu zo graag die mogelijkheid om daar niet aan mee te doen, is dat nou simpelweg ingegeven vanuit hun eigen financiële positie of zie ik iets over het hoofd? Kan de wethouder dat iets toelichten? Een wat algemene vraag, maar toch, hoe kunnen we nou die cijfers als het gaat om de prognose van het te verwachten woningen, hoe kunnen we die nou wat harder krijgen, want er wordt gesproken over een zachte 1500 woningen? Maar dan heb ik toch liever een harde 750 woningen, dus hoe kunnen we nou die beweging maken? En ik begrijp heel goed dat we met het vaststellen van een verordening niet vaststellen. Daar komen zoveel woningen en die komen dan en dan. Maar ik zou dus wel willen vragen, wat kunnen we misschien nog meer of wat is er nog meer overwogen wat er nu nog niet in de verordening zit, wat misschien later overwogen kan worden? Graag reflectie daarover van de wethouder. Een kleinere vraag, maar toch, er wordt specifiek gezegd dat deze verordening niet voor inspraak wordt voorgelegd omdat partijen belanghebbenden betrokken zijn geweest bij de totstandkoming ervan. Nou deel ik dat als het gaat om de institutionele belanghebbenden en de woningcorporaties en vastgoedeigenaren, maar zijn particulieren niet net zo goed belanghebbend en heeft het college daarover nagedacht over de inspraak van particulieren en bewoners van de gemeente? En tot slot, er wordt in de evaluatie en nu in de raadsbrief gesproken over de uitwerking van de omgevingsvisie en dat daarin ook wordt meegenomen. Mogelijkheden tot actief grondbeleid door de gemeente. En ik zou graag horen waar we dan aan moeten denken, wat we kunnen zien, wat we kunnen verwachten, dan is dat. En dat scenario's, hoe actief grondbeleid ons hierin kan helpen? Wat dat wel of niet aan effecten kan gaan hebben? Ik zou daar iets van beeld bij willen hebben. Tot zover, dank u wel, voorzitter. Dank u.
Valt gelijk mijn scherm uit, maar die schrik daarvan. Dan krijg je. Het zijn zware wegende onderwerpen. Ik probeer even mijn teksten weer bij te halen, want een week waar ik het over heb. Ja, de SP heeft grote moeite met het bouwen van woningen door, zeg maar marktpartijen. Weet je dat graag anders? Maar de realiteit in deze gemeente is een andere, maar wat nog veel erger is, is dat daar gerommeld wordt. En excuseer mij voor de bewoording, maar ik vind het echt heel ernstig met het aantal vierkante meters van een sociale huurwoning. Ik begrijp wel waar die discussie vandaan komt, maar het effect ervan is heel nadelig. Er is op dit moment zelfs een project in voorbereiding of er is een project, niet waar, dat bezig is met een groot aantal woningen van 24 m² en als dat van die 750 woningen doelstelling afgaat, en dan komen er nog twee van die projecten, dan worden dus geen echte woningen gebouwd. Dan zijn het allemaal van die kleine studiootjes voor jongeren en de woningbehoefte voor de mensen die echte woningen zoeken, daar wordt eigenlijk niets mee gedaan. Wat ook heel interessant is, is dat het college mag besluiten om af te wijken van de 55 m². Wij overwegen een amendement om dat besluit aan de Raad over te laten, zodat we meer grip hebben op wat er gebeurt ten aanzien van het bouwen van echte woningen. Dus ik hoor graag van andere partijen wat die ervan vinden. En dan is er ook nog iets over subsidie voor meer gebouwde sociale huurwoningen. Wij vinden dat dat alleen moet gelden voor echte woningen, dus van 55 m² of groter en niet voor woningen waar op gemarchandeerd is, want daarmee spreek je eigenlijk al in de portemonnee van de initiatiefnemer en daar help je, zeg maar, niet de mensen mee die aan een woning zoeken en wij willen gewoon echte woningen. Het grappige is dat ten aanzien van sociale koopwoningen, daar zegt wat wat of wat, wat daarvoor geldt. Er wordt verwezen naar regionale afspraken. En daarmee geeft deze gemeente gewoon, zeg maar, het initiatief aan andere gemeentes. Dus als daar een andere politieke wind waait, dan bepalen die wat de prijsgrens is. Dat vinden wij een slechte zaak. Wij willen daar zelf over gaan. En een vraag aan de portefeuillehouder: is er een actueel woonbehoefteonderzoek? Want ik heb hem niet kunnen vinden, dus ik hoor dat graag. Dank u wel. Dank u.
Ja dank u wel, voorzitter. Ja, vanuit de VVD kan ik zeggen, wij vinden het een goed stuk met goede voorstellen. Natuurlijk hebben wij ook wel wat vragen, maar wij zien als positief signaal dat het zorgt voor meer flexibiliteit en die drie componenten vinden we samen heel belangrijk. Flexibiliteit maakt juist ook kleinere woningen mogelijk. En ja, wij zien dat er heel veel diversiteit is op de woningmarkt. Veel vragen ook binnen diverse doelgroepen en dat dat ook juist heel erg mooi tegemoet kan komen aan wensen van mensen. Het samenvoegen van verschillende projecten wordt mogelijk gemaakt. Dat zien we ook als een positief signaal. Wel een vraag hebben we ook nog: wat ons opvalt is dat er in het voorstel een aantal zaken overwogen worden en ik noemde het net al, maar de doorstroming zou stagneren door het tekort aan middeldure huurwoningen en de slaagkans voor starters zou sterk afgenomen zijn en de doorstroming uit de sociale huurwoningen en middeldure huurwoningen stagneert. Nou, dat is een vraag waar we wel nog graag een antwoord van de wethouder willen, want bij de oplossing en wijzigingen zien we weinig verbetering voor deze problemen. Het kan natuurlijk zijn dat het een probleem is, wat ook hiermee wellicht niet helemaal wordt opgelost, maar toch wil de VVD ook wel graag weten waarom niet en waarom ligt de focus zo op alleen de sociale huurwoningen, terwijl iedereen ook constateert dat het grootste tekort bij die middeldure huur en koop zit? Nu, mevrouw Portwijnen horende.
Ja, het is eigenlijk niet alleen aan u, mevrouw Kortman, maar het gaat mij vooral om de middeldure huurwoningen. Die hebben een probleem. Het probleem is dat de markt de prijs regelt. Op het moment dat ik twee jaar geleden een middeldure huurwoning ging bewonen, viel die nog net onder de € 1.000. Het probleem is dat hij nu, als ik er vandaag tenminste hopelijk over twee maanden uit ga, wordt verhuurd voor € 1.400 en dan is het geen middeldure huurwoning meer. Op het moment dat we dingen gaan bouwen, hebben we er geen controle meer op en dat is wel eigenlijk iets wat ik vraag: hoe de VVD daarin staat en hoe we dat kunnen berekenen. Klein.
Ja, dank u wel. Ja, daarom zijn wij ook overtuigd dat het heel erg belangrijk is om ook die flexibiliteit op te zoeken. Flexibiliteit in woonruimte, er zijn zoveel mensen, zoveel wensen en dat er veel meer variabel gebouwd kan worden. Dat scheelt in ieder geval en toch die doorstroom naar die middeldure woningen, hè, want uiteindelijk ligt daar ook wel de sleutel van het doorstromen. Ja, het blijft dan niet de oplossing in ons idee om uiteindelijk alleen maar sociale huurwoningen te gaan bouwen. Dank u.
Ja dank u voorzitter, ja, het verbaast me dat de VVD begon met dat dit een goed voorstel is. Natuurlijk blij mee, want grosso modo vind ik het ook een goed voorstel. Maar nogmaals, in de campagne en het programma hebben we keer op keer gehoord dat de VVD eigenlijk die 30%-norm wil afschaffen, maar die zit hier wel in. Dus is dat iets wat de VVD al heeft weggegeven in de onderhandelingen?
En, zoals u weet, zijn we niet zo van de Sinterklaasacties, maar sommige wel natuurlijk nee. Maar we hebben ook gelezen en dat is dan ook nog een aanvullende vraag aan de wethouder dat beeld ons betreft richting gemiddeld 30% in plaats van 30% per project dat ons ook meer aanstaat. Dus die kansen zien we ook hierin en ik ben blij om te horen dat er toch ook een positief geluid van de PvdA nu wordt geuit, want ik kreeg een beetje de indruk dat dit stuk niet met heel veel enthousiasme werd ontvangen en uiteindelijk denk ik ja, het is fantastisch dat dit college nog met dit voorstel toch iets moois ook in op de woningnood kan toevoegen. Dank u wel, voorzitter. Gaat u verder.
Met uw betoog? U was klaar, dan hebben we alle fracties in de eerste termijn gehad. Ik wil het woord geven aan de portefeuillehouder, wethouder Kist. Die heeft heel veel vragen gekregen, aankondiging van een amendement, mogelijk amendement. Ik geef u het woord.
Voorzitter, dank u wel en dank ook aan de Raad voor de bemoedigende woorden over de verordening. Kijk, de verordening is natuurlijk altijd een sluitstuk van een langdurig proces dat daaraan vooraf is gegaan. En meneer Van der Schaft vroeg natuurlijk naar de woonbehoefte. Ik denk dat ik de heer Van der Schaft kan aanraden om even de vier bouwstenen te lezen die ter voorbereiding van de omgevingsvisie zijn gemaakt. Want daar leggen we heel uitgebreid uit waar de woningen komen, hoe ze eruitzien, welke afwegingen we daarin hebben gemaakt. Daar staat vrij concreet in hoe we een aantal dingen willen aanpakken en wat ik natuurlijk al hier eerder in de Raad heb aangegeven. In de Commissie heb ik aangegeven, hè? Dus zodra je natuurlijk over woningbouw gaat kijken, dan heb je te maken met alle woonvragen die er liggen van zorg tot instellingen tot economische plinten en al die dingen meer en juist in die vier bouwstenen hebben we geprobeerd dat allemaal bij elkaar te brengen en daar iets aan te doen. Kijk, die bouwstenen zijn bedoeld om te zorgen dat je hier gewoon een adequaat aantal sociale woningen gaat krijgen. Het Rijk is nu voornemens om bij alle gemeenten op te leggen dat er 30% van het totaal wordt gerealiseerd. En als we de plannen zoals die in de omgevingsvisie, sorry, in de groene woongemeente hebben staan en in de regionale afspraken hebben staan, dan voldoen we op termijn aan die 30% sociaal in deze gemeente. Dat is niet voor alle gemeenten in deze regio te zeggen. Toen we de regionale afspraken maakten, waren we een van de drie gemeenten die gewoon onze zaken op orde hadden voor wat betreft de sociale woningbouw. Dus hè, wat dat betreft zitten we vooraan in de klas en hoeven we geen zorgen te maken over de directieve manier waarop het Rijk nu met een aantal instrumenten wappert om gemeenten iets aan te geven, neemt niet weg dat we natuurlijk in deze verordening wel een aantal keuzes hebben gemaakt, hè? We hebben natuurlijk vanaf 2019 gewerkt met gewoon de algemene uitspraken, er komt 30% sociaal en 20% middelduur. Daar hebben we nu een paar jaar mee gewerkt en gedacht. Nou is er nog iets, dus een van de dingen die ons vooral is opgevallen, is dat in die sociale sector er gewoon enorme spanningen zijn. Kijk, voor de ontwikkelaars is die 20% middelduur een veel minder groot vraagstuk dan die sociale voorraad. En dan geef ik meteen antwoord op de vraag van de heer Hylkema van, wat is er nou, hè? Hoe komt het nou dat die middelduur zo weinig aandacht krijgt? Ja, dat is omdat het gewoon voor de ontwikkelaars een veel minder groot vraagstuk is en die sociaal daar vinden ze altijd wat van en dat vinden ze altijd ingewikkeld en daarom moesten we ook die verordening gaan maken, zodat we dat ook konden voorschrijven, hè? De verordening is ook gewoon een voorschrijvend instrument die zegt, gij zult 30% sociaal gaan realiseren. Een van de belangrijkste knelpunten die we zijn tegengekomen in de afgelopen tijd is dat de corporaties moeite hadden om aan te haken bij de concrete plannen die we hadden zitten, hè? We hebben met enige regelmaat geprobeerd de ontwikkelaar en de corporaties met elkaar in verbinding te brengen, zodat er een bepaalde overdracht kan worden genomen. Of waarschijnlijk misschien de corporatie zelfs het gedeelte sociaal zou kunnen overnemen en zou gaan beheren. En daar hadden ze gewoon tot op zekere hoogte gewoon moeite mee, omdat als het overal kleine plukjes zijn, dat het voor hen ook gewoon een onbeheersbare aangelegenheid wordt en dat is de belangrijkste reden waarom en wat mij betreft de leukste wijziging in deze woning, zegt ja mevrouw.
Ik heb een interruptie van de heer Hielkema. Ja, ik wacht op een punt, maar er kwamen steeds meer komma's, dus ik geef de heer Hielkema het woord voor zijn interruptie. Ik was
Eerst ook aan het wachten op een punt, maar op een gegeven moment dacht ik, ga nu toch? U stapt te makkelijk door weer naar sociaal, maar volgens ons is het toch zo dat juist middeldure woningen missen in deze gemeente. Dus ik hou toch het punt boven tafel dat daar ook dan vanuit de gemeente volgens mij meer aandacht moet zijn dan het aan de markt overlaten. Want we zitten met een tekort en dat is dus niet door de markt zomaar opgelost.
Voorzitter, daar ben ik het graag mee eens en daarom staat het ook in de verordening hè? Ook voor die 20% middelduur is er een verplichting voor projectontwikkelaars om die te realiseren, dus dat wordt gewoon voorgeschreven. Alleen in de praktijk, dus in de uitvoering, merken we dat ze dat een veel minder lastig vraagstuk vinden dan die sociale woningbouw. Vandaar dat u terecht heeft gezien dat in deze verordening toch iets meer aandacht naar de sociale woningbouw gaat, maar de verplichting voor de 20% die blijft natuurlijk gewoon staan.
Ja voorzitter, de wet zegt dat het een minder groot probleem is. Alleen begrijp ik dan niet zo goed waarom dan in de evaluatie staat dat er wel aandacht aan besteed moet gaan worden en dat het college daar nog met voorstellen zou komen om dat te realiseren. Dus de wethouder geeft nu aan: het is een minder groot probleem, terwijl het in de evaluatie wel als probleem gesignaleerd is.
Nou, volgens mij, voorzitter, is dit gewoon een nuanceverschil, want ik heb gezegd: het is een minder groot probleem dan de sociale woningbouw, maar dat wil niet wegnemen dat de middeldure natuurlijk ook een vraagstuk is. Kijk, wat je natuurlijk hebt, en dat is waar de heer Van der Schaft natuurlijk gelijk in heeft. We hebben natuurlijk in deze gemeente alleen bouwontwikkelingen door particulieren en dat is natuurlijk voor de ontwikkeling. Voor sociale woningbouw is dat gewoon een heel lastig vraagstuk en zeker als je dat maar voor een bepaalde termijn gaat vastleggen, dan hebben we een aantal van u ook gevraagd van wat gebeurt er daarna? Dan zijn we die woningen ook kwijt. Ja, als de particulieren dat bouwen en die termijn verstrijkt en er is geen andere oplossing voor, dan verdwijnen die sociale belangen. Vandaar dat deze verordening ook ontzettend zijn best doet om de corporaties aan tafel te krijgen, zodat die in ieder geval het beheer van die sociale woningen kunnen overnemen, zodat als die termijn verstrekt, we gewoon die sociale woningen kunnen behouden. Omdat je anders gewoon binnen nu en 40 jaar ineens weer al die sociale woningen gaat kwijtraken. En dat zou natuurlijk een onbestaanbare ontwikkeling zijn. Dus, voorzitter, hè? Het is juist om een aantal van dit soort vraagstukken goed te kunnen organiseren dat we deze verordening op deze manier hebben ingesteld. Dan een aantal vragen. En ook snap ik hem, hè? Ook bij mij, meneer Van der Schaft, was het idee van wacht eens even, gaan we nou die sociale woningen kleiner maken? En dat gaan we natuurlijk niet. Dat is natuurlijk eigenlijk... Nou, dat hebben we niet gedaan, want we hebben gezegd, als u verplicht wordt om 30% van uw oppervlakte aan sociaal te gaan doen en de oppervlakte per eenheid wordt kleiner, dan gebruikt u wel de volledige oppervlakte van 54 vierkante meter. Dus het is niet zo dat je dan ineens de helft minder woningen hebt op een kleiner stukje. Nee, er verdubbelt het aantal sociale woningen omdat je gewoon zegt de ruimte die je anders had gehad voor die sociale woningbouw, die ga je toch invullen met kleinere eenheden, hè? Dus op die manier ook, dat kon ook bijna niet anders, want anders vraagt iedere ontwikkelaar van ja, mag ik dan niet de kleinere woningen hebben? Of de mensen die net die 54 m hebben gedaan, die zeggen, ja, maar als hij in 24, dan wil ik dat ook en dan wil ik vergoedingen gaan hebben. Dus het is gewoon ook een eerlijkheidsbeginsel bij die makelaars, maar het is uitdrukkelijk niet de bedoeling dat dat afgaat van het totaal van die 750, zoals de heer Van der Schaft vreesde. Wethouder Kist.
Voorzitter, want nu u zegt de portefeuillehouder dit, maar dat is niet wat ik lees in het document, dus ik zal het nog een keertje lezen. Dan kan ik in de raadsvergadering een keer op terugkomen, maar dit is niet wat ik lees. Wethouder Kist. Nou, ik...
Ik zou het jammer vinden, want we hebben echt ons best op dit stuk gedaan om te zorgen dat er staat wat ik net zeg. Maar goed, we kunnen misschien daarna nog eventjes kijken waar er precies de leesmoeilijkheid in zit. Voorzitter, ik ga eventjes de afzonderlijke leden langs. Dit was meer de algemene indruk van: wat hebben we nou gedaan? Waarom is het stuk er? Als we nu hè? Ik zie dat de heer Hylkema vraagt, ja, het is zo weinig concreet. Het moeilijke van dat te zeggen meneer Wilde is omdat je dan concreter wil hebben en ik denk dat het toch ook wat mij betreft goed zou zijn om eventjes die vier bouwstenen te lezen, want daar staat echt een hoop in over wat we nou precies willen gaan doen, waar we nou precies een aantal maatregelen gaan treffen en ik denk dat dit document natuurlijk, omdat het een kwalificering is van ons beleid, goed is om die stukken erbij te hebben, zodat je weet waarom het zo gecodificeerd wordt. Ik kan het op dit moment niet veel meer concreet maken dan wat ik net heb aangegeven. Voorzitter, de heer Van Duffelen vraagt, heeft een terechte vraag namelijk van, hoe komt het nou dat we een aantal plannen?
Toch kort op reageren. Het gaat mij ook om de verbinding tussen hè? Dus de wijzigingen die hier genoemd worden en wat dat concreet dan betekent, dus dat al elders een voornemen staat van wat er zal gaan gebeuren. Dat is prima, maar ik ben even op zoek naar deze specifieke wijzigingen. Wat dragen die daar nou aan bij? Dat mis ik in het stuk. Als ik
Hem zelf voor mijzelf bladzijden, hè, gewoon wat ik zelf heb beoogd met de verordening is vooral de corporaties aan boord te trekken om die sociale woningbouw en het beheer daarvan over te nemen. Wat ze tot nu toe niet in zijn geslaagd, omdat ik ontzettend bezorgd ben dat na een bepaalde termijn die woningen gewoon op de markt komen en verdwijnen. Dat is eigenlijk als ik hem gewoon helemaal terugbreng tot waarom ik dit zo heb gedaan, dan is dit de reden waarom ik het zo heb gedaan, is dat het meest concrete wat er aan deze verordening staat. Gaat u
De heer Van Duffelen heeft natuurlijk gelijk dat we hier af en toe met plannen komen en dat we zeggen, kunnen we daar nog wat aan toevoegen? Dat dat dan niet kan? En de reden is dat je natuurlijk in bepaalde fases afspraken maakt. Sorry, ik probeer even achterom te kijken, maar dan ben ik bij mijn microfoon weg en meneer Van Damme, excuus dat je dan natuurlijk bepaalde afspraken maakt met de ontwikkelaars over hoe dat moet gaan doen en omdat het allemaal particulieren zijn, heb je gewoon een normale, reguliere civiele maatregelen die je moet treffen met de overeenkomsten die je steeds moet maken. Zodra je natuurlijk een overeenkomst hebt gemaakt. Die heeft gewoon een wettelijk kader. En als je dan twee jaar later zegt ja, maar we willen het helemaal aanpassen dan doorbreek je dat wettelijk kader en dan kom je gewoon per definitie in een juridisch vraagstuk te zitten wat je bijna niet kunt oplossen. Wat we natuurlijk wel aan de hand van de wording en de plannen die we nu aan het maken zijn. We zijn nog eens heel goed naar die overeenkomst aan het kijken om te zien of we daar niet gewoon toch slimmer en handiger en een aantal bepalingen kunnen opnemen die ons wel wat ruimte geven die de heer Van Duffelen bedoelt, omdat het natuurlijk voor ons gewoon ook regelmatig onverteerbaar is geweest dat je gewoon vastzit in een aantal kaders. Maar het hoort wel bij de rechtszekerheid die je natuurlijk als overheid biedt. Dus ik hoop voorzitter dat we via die de AOK en de ILK zoals die dingen in afkortingen heten dat we daar wat ruimte kunnen krijgen. En u hebt van mijn collega Rouwendaal begrepen dat we die documenten ook gewoon voortaan standaard naar de Raad toesturen zonder alle bedragen en dat soort dingen, zodat ik ook gewoon kennis kan nemen van wat er daar in staat, zodat u ook kunt zien dat we ons best doen om daar gewoon goede afspraken in te maken. Dat de heer Van
Ja dank u voorzitter, want ik kan er wel enigszins in meegaan met de wethouder. Maar als ik nu kijk naar die afbakening van de grond die opgenomen is, dan is er een initiatiefnemer die op 16 juli 2020 een voorstel neerlegt bij de gemeente. Vervolgens twee jaar niks doet en straks met de nieuwe verordening wordt geconfronteerd, kan toch nog beroep doen op de oude verordening. En dan denk ik, waar zit nou de speelruimte, waarbij we ook als gemeente de regie kunnen houden op de woningen die er moeten gaan komen. En nu vind ik dat we die heel makkelijk uit handen geven.
Voorzitter, ik denk dat ik het gewoon met de heer Van Dubbelen eens ben, alleen dat regelen we niet in de verordening, dat regelen we in de overeenkomsten met de ontwikkelaars. Voorzitter, de vraag die natuurlijk altijd wordt gesteld is.
Maar de verordening die regelt toch de inhoud van de overeenkomst? Dat is toch de basis onder die overeenkomst? Dat is toch de grondslag voor die overeenkomst? Dus als je het niet in de verordening regelt, kun je toch niet afwijken in de overeenkomst? Wethouder Kist.
Dat klopt, voorzitter. En als we terugkijken naar welke momenten we gewoon de meeste moeite hadden met de uiteindelijke ruimtelijke plannen die we hier hadden, waren het natuurlijk altijd die uitzonderingen, waarvan al gezegd is: ja, die overeenkomst ligt er al en daarmee kunnen we de verordening toepassen. Alles wat er nu vanaf nu op basis van deze verordening wordt afgesproken, ja, die gaat natuurlijk vanzelfsprekend in de lijn van de verordening verder, dus daar heeft Van Dullemen gelijk in. Maar onze pijn die we hebben gevoeld met z'n allen, is op het moment dat we gewoon daar uitzonderingen over maakten, omdat de verordening van latere datum was dan de overeenkomsten. En ik hoop ook gewoon door die overeenkomsten en ons goed tegen het licht te houden met collega Rouwendal dat we daar gewoon ook nog wat slimmere handleidingen kunnen bedenken. Gaat u verder.
Heer van Duffel heeft natuurlijk de vraag gesteld, kunnen we nou iets doen om voorrang te geven aan eigen inwoners? Maar dat blijft natuurlijk een heel ingewikkeld vraagstuk. Als we kijken naar de uitwisseling die we hebben in de regio, dan hebben we in feite twee gemeenten waar we het meeste mee wisselen, met stip bovenaan Den Haag, en dan gaat het beide kanten uit. Mensen die in Voorburg of Leidschendam wonen, die gaan naar Den Haag en mensen die in Den Haag wonen komen hier naartoe. Dat is ongeveer hetzelfde aantal, dus om daar nou van te zeggen, we moeten onze eigen bewoners bevoordelen, nee, want uit de praktijk blijkt dat dat gewoon een soort van doorgeefluik is. In iets mindere mate hebben we dat met Zoetermeer, maar dat zijn met stip de twee gemeenten waar we het meeste mee te maken hebben. Dus in grote lijnen hebben we al heel veel bewegingen die gewoon voor eigen inwoners zijn. En ja, en dan gewoon de grote broer Den Haag waar we gewoon doorschuiving mee hebben. Maar dat gaat beide kanten op dezelfde manier aan. En ik ben bang dat we daar, gezien de ongedeelde regio, niet heel veel meer aan kunnen doen dan wat we nu doen. Voorzitter. Wethouder Kist.
Ik geloof dat wij hier over onze eigen regels en afspraken gaan en als in de regio, zeg maar, andere dingen besloten worden. Wij kunnen prima met een huisvestingsverordening regelen dat mensen in eigen gebied voorrang hebben. Kijk bijvoorbeeld naar Stompwijk, daar willen mensen in de eigen omgeving blijven wonen en dat is volgens mij prima te regelen. Daar zijn we niet afhankelijk van wat er in de regio gebeurt. We mogen toch ons eigen beleid bepalen. Wethouder Kist. Nou.
Daar heeft natuurlijk een technische zin en een formele zin. De heer Van der Schaaf haakt gelijk in. Alleen dat betekent dus dat je gewoon je gaat onttrekken aan allerlei regionale afspraken en daar op een bepaalde manier ook last van gaat hebben. Maar goed, daar ga ik niet meer over. Dat moet u maar met mijn opvolger bespreken. Of u dat wel of niet wil.
Ik zie, voorzitter, dat als ik kijk naar de resterende vraag van het CDA die over corporaties en ontwikkelaars gaat, ik denk dat ik die heb beantwoord. Check eventjes bij de heer Van Duffel of hij vindt dat dat klopt.
Dank u, voorzitter. Ik ben even aan het zoeken naar wat de heer Kist nu bedoelt, want volgens mij zijn mijn vragen nog niet beantwoord. Althans, dan heb ik het antwoord niet gehoord. Mijn vragen gaan er even over wat meerdere collega's hier gesteld hebben. Hoe gaan we nou om als een woningbouwvereniging niet de woning van een private ontwikkelaar overneemt? En hoe voorkomen we dat prijsstijgingen in de huursector opeens van de sociale woningen middenhuurwoningen gaan maken? Ja, wethouder.
Kijk, nee, dat klopt dat ik die niet heb beantwoord. Wij merken niet anders dan dat de corporaties graag willen meedoen in het spel van die woningen. Die willen heel graag hun bezit vergroten en die willen heel graag deze verordening gebruiken om dat te gaan doen. Daarom is die leuke bepaling van kunnen we nou een aantal sociale voorraden die in kleine projecten komen bij elkaar stoppen, zodat de corporaties daar in één klap gebruik van kunnen maken. Dat biedt ze gewoon ontzettend veel ruimte om dat te gaan oppakken. Nou, daar zitten ze om te popelen, dus de zorg die u uitspreekt, die de heer Van Dubbelen uitspreekt, voorzitter, die proef ik gelukkig helemaal niet. Integendeel, deze verordening is juist bedoeld om hen heel veel mogelijkheden te geven om zich er juist wel tegenaan te bemoeien en gewoon de ruimte te pakken die we graag willen dat ze pakken omdat ze dit nu niet krijgen. Ja voorzitter, dan heb ik als ik naar mijn lijstje kijk de vragen van de heer Van der Verwoord.
Mevrouw Van Weers vraagt, welke ideeën hebben we over de toekomst van bouwen? Ja, dat is natuurlijk altijd de vraag van alle vragen, hè? We hebben natuurlijk met de groene woongemeente en de bouwstenen een poging gedaan om daar gewoon uitspraken over te doen, hè? De woonzorgvisie en al die documenten proberen toch te grijpen welke ruimtevragen er nog allemaal zijn. En dat is natuurlijk altijd zover als je het kunt werpen. Wat we proberen te doen is een bepaalde, nou, ik noem het maar even een tafel te organiseren waarin we de ruimtevragers en de ruimtebieders bij elkaar gaan brengen en die willen we regelmatig laten plaatsvinden, zodat zorgvragers, mensen die sociaal willen, allerlei andere dingen, maar ook de mensen die het aanbieden, met grote regelmaat gewoon bij elkaar zitten en kunnen gaan bespreken. Van ja, wat denken we dat er aan zit te komen? En hoe kunnen we daar dan een bepaalde vorm in gaan doen? Hè? Wat natuurlijk het leuke is aan de bouwstenen die u hebt vastgesteld, is dat we natuurlijk hebben gezegd. Nou, misschien dat wij zelf al een of twee plinten of misschien wel drie plinten moeten gaan overnemen en die moeten gaan toedelen aan economische vraagstukken, zorgvraagstukken. Misschien extra sociaal als daar een bepaalde reden voor zou zijn, maar als we dat weten vast te pakken en dat goed weten uit te voeren, dan denk ik dat we ontzettend goede middelen in handen hebben om gewoon gestaag dit gesprek tussen de ruimtevragers en de ruimtebieders te voeren, zodat ja, we wel bovenop de ontwikkelingen blijven. Ja voorzitter, de heer Van Wissem. Bent u de vraag naar criteria? Over van wanneer wijk je af, wanneer ga je bepaalde, waarom ga je over naar sociale koop? Wanneer ga je over, hè, waarom wijk je af van bepaalde normen? Die is altijd heel lastig, want we proberen natuurlijk een afweging te maken tussen de beleidsdoelen die je hebt. Stel je nou voor dat we gewoon heel veel meer zorgmachtiging constructen zouden kunnen krijgen en daarmee misschien een sociale woning moeten inleveren. Is dat wel goed, is dat niet goed. Je kunt zeggen, alle sociale woningen moeten er gewoon komen, maar dan komen er zorgwoningen niet, dus je krijgt altijd een vraag die daarop lijkt of je daar moet gaan overwegen. Dus om nou te zeggen dat er een echt hard criterium is, dat is er niet. Er is gewoon een afweging van de maatschappelijke doelen die u hebt aangegeven en die natuurlijk in alle documenten staan waar we het net over hebben gehad en daar proberen we gewoon afwegingen te maken. En die afweging komt u altijd een keertje tegen op het moment dat we hier de ruimtelijke plannen voorleggen en dan kunt u er altijd wat van gaan vinden, maar ik ben bang dat we niet willen vasttimmeren omdat je dan gewoon je flexibiliteit kwijt bent om te kijken van ja, welke doelen kan ik nu beter benutten dan anderen? En ook hier, voorzitter, als ik naar de lijst van de heer Van Wissem kijk, denk ik dat ik antwoord heb gegeven op de vragen die hij heeft gesteld.
Voorzitter, wethouders zeggen dat alle vragen zijn beantwoord, maar ik vroeg me toch af in hoeverre het college voornemens is met deze verordening toch de sociale koopwoningen te stimuleren. Daar zie ik niets van terug in de verordening. Wethouder
Dat klopt, want we zijn natuurlijk bezig die sociale huurwoningen te realiseren, niet de sociale koopwoningen, dus die staan niet in de. Voorzitter, in.
In de evaluatie staat het wel en het staat ook in de brief van januari dat de middeldure woningbouw gestimuleerd zal worden. Dat is zowel koop als huur.
Ja, dat is het, dat is een, denk ik, terechte opmerking en ik denk dat het antwoord dat ik wil geven eigenlijk ligt in het verlengde van dat antwoord dat mevrouw Van Weert heeft gegeven. Zodra je natuurlijk een sociale koopwoning neerzet en die dan een of twee keer maar verkoopt, dan is het geen sociale koopwoning meer. Dus ik ben zelf heel terughoudend om dat instrument te gaan benutten. Ik weet dat we daar regionale afspraken over hebben gemaakt, maar wat mij betreft is dat niet iets waar we heel erg hard mee gaan lopen, omdat je heel snel de kans loopt dat je ze kwijtraakt. Meneer Van
Ja, ja, hier nogmaals voorzitter zie ik hier dat er als het gaat om, zeg maar een sociale koopwoning die dan een paar keer verhuurd wordt en geen sociale koopwoning is. Dat is een kwestie van de regeling gewoon zo vastleggen dat dat niet zomaar kan. En als ze dan weer gehouden zijn aan die regionale afspraken, dan moeten we daaraan sleutelen en moeten we onze eigen beslissingen nemen. Want het kan gewoon geregeld worden dat het niet doorverkocht wordt voor veel hogere prijzen. Wethouder Kist.
Voorzitter, wat de heer Van der Schaaf zegt, klopt tot op zekere hoogte, maar dat kun je niet tot Sint-Juttemis volhouden. Dat kun je maar één of twee keer beperken en daarna moet je het gaan vrijgeven. We hebben hier gewoon een ervaring in dat zodra je goedkope woningen neerzet, die gewoon na de volgende keer kwijt zijn. Een ander vraagstuk waarom ik geen voorstander ben van sociale woningen, sociale koopwoningen, is dat als ik zelf als particulier die gewoon een duurdere woning kan betalen, een woning betaal en die verkoop, dan kan ik de winst in de zak steken. Maar degene die dus gewoon krap bij kas zit en die sociale koopwoning heeft gekocht, die mag dat dan ineens niet. Terwijl je denkt, ja, maar juist die mensen zouden het kunnen gebruiken. Dus in alle mogelijke opzichten ben ik geen voorstander van sociale koopwoningen en hebben we ook niet ons best gedaan om daar heel veel in de verordening over te regelen. Gaat
Ja voorzitter, ik kijk even naar de vragen van de heer Bregman. Daar ben ik ook. Ik denk dat ik een belangrijk deel al heb beantwoord. Hij heeft nog vragen over het vereveningsfonds. Ik heb een
Ja, als dat nog mag, ik had een vraag over een ander deel van het antwoord op de collega van GBV, die vraagt om criteria en krijgt als antwoord dat daar een discretie zit en dat daar een afweging wordt gemaakt door het college. Ik maak me dan zorgen dat wij uiteindelijk een beslissing krijgen in een voorstel waar de afwegingen dan weer eigenlijk missen, zoals eigenlijk bij dit. Dat was ook even bij mijn vraag of in ieder geval kritiekpunten op dit stuk. Er staan een aantal wijzigingen in, maar de afweging waarlangs het college tot die wijziging is gekomen, die mis ik juist heel erg. Dan zou ik me ook zorgen maken als dat het antwoord is op de vraag van een collega van de GBV. Wethouder.
De zorg van de heer Hielkema gehoord, voorzitter. Volgens mij hebben we hem altijd heel uitgebreid over de documenten en de voorstellen gesproken waar we al weken van de verordening. Ik geloof dat dat wel gedeeld is of 3 keer is gebeurd en dat heeft altijd tot het nodige gesprek geleid. Dus ik deel de zorg in ieder geval niet, voorzitter. Voorzitter, de heer Bregman heeft nog wat vragen gesteld over het vereveningsfonds. Ja, daar hebben we natuurlijk mee aan ons maag gezeten. Het vereveningsfonds heeft tot doel om mensen die niet die 30% sociaal te realiseren, een afdracht te doen en een vereveningsfonds waarmee we mensen die misschien wat meer zouden willen realiseren, wel kunnen gaan betalen. Als daar geen geld in zit, dan zouden we kunnen vaststellen dat iedereen die 30% heeft gedaan en als er weinig geld in zit, dan hebben we gewoon maar in een aantal objecten dat gedaan, dan denk ik dat dat een goede ontwikkeling is omdat dat betekent dat de verordening zijn werk zit te doen. Dus ik heb een heel andere zorg dan de heer Bregman over dat vereveningsfonds. Maar het is wel waar dat we daar nog eens moeten gaan kijken. Een van de afwegingen waarmee we in onze handen hebben gestaan is of het vereveningsfonds ook voor de corporaties zou kunnen gelden dat ze zeggen, nou, wij willen ook gewoon iets gaan doen. Kunnen wij dan het vereveningsfonds gaan toepassen? We hebben gezegd, nou, dat lijkt ons niet omdat er gewoon door particulieren in wordt gestort, hè? De financieringsstroom van corporaties is een hele andere dan die we op deze manier gebruiken. Dus om nou dat geld te gaan benutten om corporaties te gaan helpen met hogere prijzen, dat leek ons geen goede aangelegenheid. Maar dat is eigenlijk de enige discussie die we hierover hebben gehad. En, ik moet u even schuldig blijven, voorzitter, wanneer we weer een herdenkingsmoment gaan organiseren.
Nog niet helemaal eens over die andere vraag die ik gesteld heb: waarom wil de woningbouwvereniging dit in de verordening hebben, dat ze die niet over gaan nemen, die woningen, en wat gebeurt er dan met die woningen? Wethouder Kist.
Nou wat ik net zei, voorzitter, als een particulier sociale woningen maakt, dan is dat voor een bepaalde termijn gelden die als betaalbare sociale woningen. Als die termijn verstreken is, dan zijn ze nog steeds bezit van die particulieren en kan hij er wat mee doen en laten wat hij wil, dan worden het middeldure flats. En dan gaat het gewoon, dan komt er gewoon een marktprijs overheen. Wat we proberen te doen is te zorgen dat de corporaties juist wel dat overnemen. Alleen zij. Wij merkten in de afgelopen tijd dat zij ook moeite hadden om hun eigen businesscase rond te krijgen. Van hoe beheer ik nou kleine plukjes over de hele stad? Nou en daarom hebben we in deze verordening natuurlijk een bepaald stuk bedacht waarbij we gewoon misschien een aantal dingen bij elkaar kunnen brengen, zodat de corporaties een object kunnen beheren in plaats van op een heleboel kleine plekjes, kleine objecten. Dat is eigenlijk de belangrijkste wijziging van de verordening, zoals ik hem zie.
Ja voorzitter, dan denk ik dat ik ook een groot deel van de vragen van de heer Streefkerk mee heb beantwoord. Ik zie dat er nog twee zijn waar ik graag op in wil gaan. De een is de vraag die hij stelde over de zachte 1500 woningen, kunnen we die wat harder maken en de vraag van hoe gaan we nou een stap verder maken in de omgevingsvisie? Voorzitter, ik ben het geheel met de heer Streefkerk eens dat die 1500 die we natuurlijk in de gemeente Groningen hebben staan gewoon een aanname is op basis van de plannen die we hebben en we kunnen ze op dit moment niet concreter maken dan het is. Waar ik wel zorgen over heb is gezien de manier waarop inwoners gemiddeld genomen reageren op hogere gebouwen. Dat we als gemeente sneller zullen meegaan met een buurt die zegt, we willen niet hoger dan 6 hebben terwijl we die zesde wel nodig hebben om sociaal aan allerlei andere dingen te gaan doen. Dat is eigenlijk mijn voornaamste zorg. Dus als de heer Streefkerk wil dat we zoveel mogelijk streven naar die 1500, dan moeten we die hoogte op bepaalde plekken die we voorstellen gewoon echt gaan vasthouden. Want als je die weggeeft, dan weet je zeker dat je minder gaat realiseren dan je in onze plannen hebt staan dan de omgevingsvisie. Voorzitter, we hebben natuurlijk de bouwstenen gemaakt. Dat waren de kaderstellende documenten voor de omgevingsvisie. Die waren wat mij betreft nog een stuk concreter dan misschien kaderstellend waren. Volgende document wordt de omgevingsvisie zelf en ik denk dat we die in 2023 zouden kunnen verwachten als de planning nog steeds zo blijft als we zelf hebben vastgesteld. En dan komt er een vertaalslag naar wijkplannen, waarbij je toch gaat kijken. Wat gaat er nou per iedere wijk gebeuren? Zoals u ziet hebben we in de groene woongemeente toch, maar ook in de economische bouwstenen en andere bouwstenen gezegd, van ja, we hebben gewoon een bepaalde buurt, een bepaalde behoefte en bepaalde mogelijkheden. Ja, dat is dan een vertaalslag naar het geheel. En dan hebben we het meest concrete omgevingsdocument dat we kunnen verzinnen om te zorgen dat we gewoon allemaal weten wat er ongeveer waar gaat gebeuren. Voorzitter, ik hoop dat ik daarmee de vragen van de heer Streefkerk heb beantwoord. Voorzitter, dan ga ik even in op. Ja, goed, dat is misschien nog een beetje vroeg. Ik wacht het amendement van de heer Van der Schaft af. Hij geeft aan, hij wil graag dat de gemeenteraad die afwijking wil gaan doen. Ja, dat is aan de gemeenteraad vanzelfsprekend. Wij hebben ervoor gekozen gezien de druk om de tijd en de flexibiliteit bij het college neer te leggen, omdat die gewoon op een bepaalde manier in uitvoering van alle beleid vastzit. Dus dat is gewoon meer om te zorgen dat er voortgang is. Maar goed nogmaals, het is aan de raad om daar zelf iets van te vinden. En voorzitter, dan denk ik dat ik aan het einde ben gekomen van de beantwoording van de vraag.
Dank u wel, wethouder Kist, voor de uitgebreide beantwoording. Ik zie mevrouw Kortman. Waarschijnlijk zijn een aantal vragen of een vraag van haar nog niet beantwoord en volgens mij de heer Hielkema. Ja, dat was geen schijnbeweging, mevrouw Kortman. Ja.
Dank u wel, voorzitter. Inderdaad, een laatste vraag, klopt het wat ons betreft? Zagen we ook kansen, namelijk in het stuk dat het percentage van 30% naar een gemiddelde kan gaan van 30%? Graag bevestiging van de wethouder hierover.
Wel, voorzitter. Ik had het in het eerste deel van mijn betoog ook al genoemd dat het samenvoegen van verschillende projecten diverse mogelijkheden zou kunnen bieden. En nu gaat het natuurlijk om 30% per project en dan zou je ook kunnen stellen dat het ruimte biedt aan het gemiddelde van 30%. Ik meen u dat ook te hebben horen zeggen, net.
Ja, dat heb ik zeker niet gezegd, maar stel je voor dat je 3 projecten hebt van 30 woningen ieder en dan zou dat 10 woningen sociaal zijn. Dan kun je een van de projecten af zonder zeggen, dan doen we die 30 sociaal in één gebouw even heel plat. De praktijk zal een stuk ingewikkelder zijn dan wat ik nu weer schets. Dan is dat geen gemiddelde van 30%, dan is dat gewoon 30% en dat is toch wat we proberen na te streven. Want dat is wat in deze verordening wordt beoogd. Dank u.
Ja, ik had nog een vraag. Misschien heb ik niet opgelet tijdens de beantwoording, maar ik hoorde een interessante vraag door een collega gesteld worden over inspraak en waarom stakeholders, zoals inwoners, daar niet in zijn meegenomen bij inspraak. Ik heb in ieder geval het antwoord nog niet gehoord. De Hielkema heeft...
Heeft gelijk, voorzitter, dat die niet beantwoordt. Ja, we hebben natuurlijk gezien de urgentie die de Raad altijd aan dit vraagstuk stelt, daarvoor gekozen om juist de institutionele partners te betrekken die gewoon met de uitvoering van deze verordening vooral te maken hebben. Wij gaan er gemiddeld van uit dat als wij vragen aan inwoners, moeten we meer sociale woningbouw voor kinderen realiseren, dat ze daar ja op zeggen. Dus we hadden niet een hele hoge verwachting van wat er nou aan extra aanmoediging zou komen. Vandaar dat we deze procedure op deze manier doorlopen. Dank u.
Wel, wethouder Kist, voor zover ik kan zien, zie ik geen bezwaar vanuit fracties dat ik deze eerste termijn beëindig. Ik wil voor de verandering even beginnen bij de heer Van der Schaft. Ook al is hij niet de eerste op de lijst voor de tweede termijn, omdat de heer Van der Schaft een amendement heeft aangekondigd. En dat maakt een verschil of we het als hamerstuk agenderen, als bespreekpunt of als 10-minutendebat. Ik geef nu de fracties woord in de tweede termijn, beginnend bij de heer Van der Schaft. Als het amendement daadwerkelijk wordt ingediend, is de mogelijkheid alleen tussen een 10-minutendebat of een bespreekpunt. Als u niet van plan bent om het amendement in te dienen, dan kunnen we het ook als hamerstuk agenderen voor de Raad. Ja, dank.
Dank u wel, voorzitter. Nou, ik ben blij verrast. Ik ben nog aan het wennen aan de vergaderorde, dus ik ben blij dat het ook anders kan dan alleen van groot naar klein en dat soort dingen. Dus ja, ik heb wat huiswerk gekregen van de portefeuillehouder, dus daar moet ik zo snel aan de slag en dat heeft gevolgen voor het wel of niet indienen van het amendement, dus ik moet daar even goed naar kijken, kijken of we dat allemaal begrijpen. Ik denk nog steeds dat dat, zeg maar, dat weten wat voor woningen er gebouwd moeten worden in detail, want hier zijn de woningzoekenden en wat voor woningen zoeken, dat dat minstens zo'n groot vraagstuk is als je dat vergelijkt met de bouwstenen, of wel of niet groen en dat soort zaken. Dus ik kom daar op terug. Dat betekent sowieso dat ik daar graag een debat over wil, overigens. Ook omdat ik in de vergadering ook nog een keer wil herhalen wat ik van de VVD gehoord heb. Ik ben blij dat de VVD toegeeft dat er woningnood is. Dat is een heel duidelijk statement wat gemaakt is. Ik wil dat nog even benadrukken. Waar ik me wel zorgen over maak, en zeker met het oog op, zeg maar, de coalitievorming die gaande is, dat gedacht wordt om, zeg maar, het aantal sociale huurwoningen, zeg maar, te middelen over alle projecten en dus dat dat ja, bevestigt mij nog een keer dat de VVD eigenlijk zo min mogelijk sociale huurwoningen wil. En dat zegt iets over wat voor gemeente je zou willen zijn, dus ook daar wil ik sowieso dit statement maken en ik wil daar in de Raad nog even op terugkomen, zodat het ook in de Raad het juiste gewicht krijgt van deze boodschap. Dank u wel. Begrijp ik goed dat u zegt 10 minuten debatten in de Raad? Nee, wat mij betreft een bespreekpunt, omdat er nog wel heel veel dingetjes zitten die voor ons nog heel veel vragen oproepen. Dus daar moet ik mee aan de slag en daar heb ik denk ik meer tijd voor nodig dan met een 10 minuten debat.
Ga ik nu de fracties in de volgorde bij langs voor de tweede termijn en graag hoor ik ook of u het ziet als een hamerstuk, 10-minutendebat of een bespreekpunt. Ik begin bij de heer Hielkema.
Voorzitter, dank aan de wethouder voor zijn uitgebreide antwoord. Volgens mij mogen fracties ook in tweede termijn aangeven of ze nog met een amendement gaan komen of een motie. En die overweeg ik zeker ten aanzien van de afbakeningslijst en mogelijkerwijs ook nog als het gaat om voorrang voor onze eigen inwoners bij de toewijzing van sociale huurwoningen. Dus daar wil ik in ieder geval even over nadenken en in mijn fractie over spreken. Ik heb verder nog de vraag gesteld aan de wethouder: wat nu als er geen overdracht plaatsvindt van de particuliere ontwikkelaar naar de woningcorporatie? Ik deel zijn enthousiasme en het is fijn om dat te horen, maar daarmee heb ik nog geen antwoord gekregen op mijn vraag, want wat gebeurt er als er geen overdracht plaatsvindt? Dus op dat punt zou ik graag nog iets nader vernemen van de wethouder en daar laat ik het voor deze termijn bij. Dank u wel.
Wilde het ook wel, voorzitter. Ik wilde er ook graag een bespreekpunt van maken, want er zat een klein dingetje in wat ik hoorde, zeg maar met meneer Van der Schaft, dat er wat de mooiste kon je soms mooier maken, dat er een klein beetje onduidelijkheid was, zeg maar tussen het loslaten van het aantal vierkante meters van één sociale huurwoning in plaats van het aantal woningen, maar ook de oppervlakte. Dus misschien kunnen we daar nog heel even naar kijken of we dat misschien net iets duidelijker kunnen krijgen dat het daarom gaat, want als er natuurlijk meer kleinere woningen komen, is natuurlijk altijd beter. Begrijp ik.
Dat u ook nog nadenkt over een amendement of motie. Dank u wel, dan ga ik voor de inbreng in tweede termijn naar de heer Van Wissen van Gemeentebelangen. Ja, voorzitter.
Dank u wel, ook dank aan de wethouder voor de beantwoording van de vragen. Gezien het aantal amendementen en/of moties die in het verschiet zitten, lijkt het mij zinvol om er een bespreekpunt van te maken. Dank u.
Ja dank u wel, voorzitter. Ik vind het ook een bespreekpunt waard. Eigenlijk zou ik twee dingen daar ook wel naartoe willen brengen. Ik hoor wel brede steun voor die 30% normen. Daar ben ik blij mee, maar elk signaal dat daarvan afwijkt, daar val ik over. Omdat we ons gewoon in een landelijke context bewegen van een rijksoverheid die streeft naar 30% van de woningvoorraad aan sociale huurwoningen. Dus dat is niet 30% van nieuwe projecten, maar van de woningvoorraad. Nou, daar voldoen we gewoon niet aan. En ik ben ook heel benieuwd en ik hoop dat wij in de Raad toch nog even over kunnen hebben als daar voldoende tijd voor is. Als bespreekpunt om toch met elkaar te reflecteren op het signaal dat de wethouder hier afgeeft dat het noodzakelijk zal zijn om hoogbouw te plegen. We hebben in de afgelopen jaren keer op keer gezien dat er toch geageerd wordt tegen hoogbouw. Dat is heel begrijpelijk, maar we hebben als Raad ook het algemeen belang te wegen en ik denk dat dat de komende periode vaak zal gaan resulteren in dit soort wegingen: gaan we hoogbouw accorderen of niet? Dus ik ben heel benieuwd hoe we daar met elkaar naar kijken. Dank u wel.
Ja, dank u wel, voorzitter. Ja, ook van onze kant dank voor de beantwoording aan de wethouder. Ik heb dit stuk vanmiddag overgenomen van de heer Heijl, dus het was een interessant debat en een interessante casus in ieder geval en een heel interessant stuk. Wij zouden eigenlijk zijn voor een 10-minutendebat, maar zoals ik het zo hoor, zullen er meer zaken te bespreken zijn. Dus bespreek, het is voor ons prima.
Dank u wel mevrouw Kortman. Ik heb volgens mij nog een vraag gehoord van de heer Van Duffelen van het CDA. Wethouder Kist in tweede termijn. Ja voorzitter, ik
Ik probeer af en toe een aantal antwoorden, woorden en onderwerpen bij elkaar te groeperen, zodat ik niet één op één met u hoef te doen. Maar dat brengt dan met zich mee dat niet iedereen zijn eigen antwoord krijgt, want ik heb geantwoord op de vraag van de heer Van Duffelen, dat als de corporaties de sociale woningen niet overnemen, die dan gewoon vervallen tot de markt na de afgesproken periode. Dat is wat er nu gaat gebeuren.
Dank u wel, wethouder. Ik ga dit punt afsluiten en ik heb een meerderheid gevonden in de Raad voor een bespreekpunt of in de Commissie voor een bespreekpunt inderdaad. Vanwege de laatste plaats dat er een aantal amendementen en moties zijn aangekondigd, wijs ik de Commissie erop dat in de Raad er geen debat meer plaatsvindt, maar een bespreking van dit onderwerp. En sluit hiermee het agendapunt.