- Th.J. Visser - CDA
- G.D. Beek - VVD
- S.J. Duijvestijn-van Leusden - GBLV
- R. van Duffelen - CDA
- C.P. Elenbaas - GroenLinks
- C.P. Bregman - ChristenUnie
- Ph. van Veller - Wethouder
- E.R. van der Schaft - SP
Nieuwe Adviescommissie Omgevingskwaliteit: Een Stap Vooruit of Meer van Hetzelfde?
De gemeenteraad van Leidschendam-Voorburg heeft een nieuwe verordening vastgesteld voor de gemeentelijke adviescommissie omgevingskwaliteit. Deze commissie vervangt de huidige commissies voor ruimtelijke kwaliteit en erfgoed, in lijn met de aanstaande Omgevingswet. Maar is deze verandering wel voldoende om de uitdagingen van de toekomst aan te gaan?
Politiekverslaggever Rijk de Bat
In een levendig debat besprak de gemeenteraad van Leidschendam-Voorburg de invoering van een nieuwe adviescommissie omgevingskwaliteit. Deze commissie moet de bestaande commissies voor ruimtelijke kwaliteit en erfgoed vervangen, een verandering die noodzakelijk is door de inwerkingtreding van de Omgevingswet. De nieuwe commissie zal advies geven over vergunningaanvragen voor rijksmonumenten en omgevingsvergunningen, indien de gemeenteraad of het college dit nodig acht.De discussie opende met een voorstel van de heer Van Hoogdalem om de commissie een bredere naam te geven: "Laten we die commissie vooral de Commissie voor de Leefomgeving gaan noemen." Hij vroeg zich af waarom bepaalde activiteiten niet onder de verplichte advisering vielen en pleitte voor een onafhankelijk advies bij buitenplanse omgevingsplanactiviteiten (bopa's).
De heer Beek benadrukte het belang van groen in de gemeente en stelde voor dat de commissie ook hierop zou adviseren. "Hoe meer groen, hoe beter het gaat," aldus Beek. Hij uitte ook zorgen over de strikte regels voor monumenten, die volgens hem vaak niet praktisch zijn.
Mevrouw Duivestein van Gemeentebelangen onderschreef het nut en de noodzaak van de nieuwe commissie, maar uitte zorgen over de samenstelling ervan. "Hoe borgen wij een zo objectief mogelijke commissie?" vroeg ze zich af.
De heer Elenbaas vroeg naar de rol van de gemeenteraad in de benoemingsprocedure van de commissieleden en de status van de adviezen die de commissie zou geven. De wethouder beloofde hier schriftelijk op terug te komen.
De heer Bregman vroeg zich af of de nieuwe verordening wel voldoende was getoetst aan de uitgangspunten van de Omgevingswet, zoals snellere besluitvorming en meer samenhang. "Het is een ontdekkingsreis," zei hij, en stelde voor om de eerste ervaringen met de nieuwe werkwijze terug te koppelen aan de raad.
De wethouder erkende dat de invoering van de Omgevingswet een complex proces is en stelde voor om de vragen schriftelijk te beantwoorden. Hij suggereerde ook dat de raad een wandeling met de commissie zou kunnen maken om de praktische kant van hun werk beter te begrijpen.
Uiteindelijk besloot de raad om de behandeling van de verordening aan te houden, zodat er meer duidelijkheid kan komen over de benoemingsprocedure en de praktische uitvoering van de nieuwe commissie. "Laten we het goed doen, in plaats van snel," concludeerde Van Hoogdalem.
Met de invoering van de Omgevingswet op 1 juli 2023 in het vooruitzicht, blijft het spannend hoe de nieuwe adviescommissie omgevingskwaliteit haar rol zal invullen en of ze de verwachtingen van de gemeenteraad en de inwoners van Leidschendam-Voorburg kan waarmaken.
Samenvatting van het voorstel
De gemeenteraad van Leidschendam-Voorburg stelt een nieuwe Verordening vast voor de gemeentelijke adviescommissie omgevingskwaliteit, ter vervanging van de huidige commissies voor ruimtelijke kwaliteit en erfgoed. Dit is noodzakelijk vanwege de inwerkingtreding van de Omgevingswet, die de bestaande regels uit de Bouwverordening laat vervallen. De nieuwe commissie zal advies geven over vergunningaanvragen voor rijksmonumenten en omgevingsvergunningen, indien de gemeenteraad of het college dit nodig acht. De Verordening bevat richtlijnen voor de totstandkoming van adviezen en bepalingen over de benoeming en het ontslag van commissieleden. Er zijn geen inspraakreacties ontvangen tijdens de inzageperiode van de ontwerp Verordening, waardoor deze ongewijzigd wordt vastgesteld. Het bijbehorende Reglement van Orde, dat de werkwijze van de commissie beschrijft, wordt door de commissie zelf vastgesteld. De Verordening treedt gelijktijdig met de Omgevingswet in werking, gepland op 1 juli 2023, en heeft geen financiƫle gevolgen.