Nieuws in één oogopslag

Het Journaal toont kort en krachtig wat er speelt.

Journaal

Raadsinformatie

Alles kunnen vinden en niets missen. Met analyses & samenvattingen.

Maak een dossier

Verzamel informatie over een specifiek onderwerp.

Dossiers
Kies een vergadering : 11-03-2025, Raadsvergadering
Met elkaar in debat zijn
  • B.B.M. Bremer - Wethouder
  • J.M. van Wissen - GBLV
  • M.W. Vroom - Burgemeester
  • F.B. Wilschut - ChristenUnie
  • M.W. Belt - Wethouder
Het transcript dat je hieronder aantreft is gegenereerd met behulp van computertechnologie. Hierdoor kunnen de namen van personen en partijen soms foutief zijn weergegeven. Indien je een fout opmerkt kun je deze gemakkelijk verbeteren door op het bewerk-symbool (het potloodje) te klikken.

Raadsvoorstel vaststellen aanvullende toetsingscriteria lokale omroep 2026


L.n.r. (laurens) Van Der Linden

Ja, dank u, voorzitter. Vanavond bespreken we het raadsvoorstel met betrekking tot de aanvullende toetsingscriteria voor de lokale omroep voor Leidschendam-Voorburg. Het is goed dat we als gemeente duidelijke criteria vaststellen, zodat onze lokale omroep optimaal kan bijdragen aan de informatievoorziening van onze inwoners. De aanvullende criteria vinden wij dan ook aansluitend aan de wens vanuit de gemeente. Daarnaast wil ik graag van deze gelegenheid gebruikmaken om onze waardering uit te spreken voor Midvliet. Deze omroep vervult al jaren een belangrijke rol in onze gemeente en we zien ook dat Midvliet er hard aan werkt om inwoners te voorzien van belangrijke en lokale informatie. Of het nu gaat om nieuws, cultuur, sport of andere maatschappelijke thema's. Wij vinden het dan ook van belang dat de opgebouwde ervaring van Midvliet binnen onze gemeente moet worden meegenomen als een afweging voor de toekomstige invulling van de lokale omroep van Leidschendam-Voorburg. Wat betreft de motie van het CDA wachten we even de beantwoording van de wethouder af. Dank u wel.

C.a. (charlotte) Bos

(martijn) Vroom, M.W.: Dank u wel ja, mevrouw Bos. (charlotte) Bos, C.A.: Dank u, voorzitter. Dank wethouder voor het heldere raadsvoorstel. D66 vindt het belangrijk voor het publieke belang dat er voor de inwoners lokaal onafhankelijke, goede en kritische journalistiek is. We zijn blij dat de wethouder het belang van een lokaal kanaal onderschrijft in onze gemeente en dat de wethouder het met ons eens is dat we de indeling Regio Rijnland niet moeten willen. En we zijn ook blij dat er gesprekken zijn om te kijken of er een eigen streekomroep mogelijk is. We horen graag van de wethouder of daar al schot in zit. En inzake de motie horen we graag de reactie van de wethouder. Dank u.

H.p. (hans Peter) Klazenga

Meneer Klazenga. Voorzitter, dank u wel. In de commissie hebben we uitgebreid met elkaar gesproken over dit onderwerp en we kunnen akkoord gaan met het raadsvoorstel, zoals dat nu voorligt. De aanvullende toetsingscriteria dat er een kanaal behouden blijft voor Leidschendam-Voorburg, eventueel samen met maximaal één omliggende gemeente, en dat de redactionele journalistieke onafhankelijkheid geborgd is, is wat ons betreft voldoende borging om dit dossier verder te trekken. De motie van het CDA steunen wij niet. Volgens ons worden namelijk de maatschappelijke functie van de lokale omroep en de journalistieke functie van lokale media door elkaar gehaald. Vanwege de persvrijheid en de journalistieke onafhankelijkheid lijkt het mij niet raadzaam om daarmee te bemoeien. Wij zien dan ook niets in een brede dialoog zoals voorgesteld en tevens denk ik dat wij in onze unieke gemeente beschikken over journalisten die weten wat er speelt en die de mensen en de organisaties uitermate goed kennen. De vraag over de regio-indeling blijft wat ons betreft uitermate interessant, dus daarop graag een reactie. En ten aanzien van deze motie, ben ik benieuwd naar de reactie van de wethouder, maar die kan ik eigenlijk bijna raden. Dank u.

J. (jochem) Streefkerk

Meneer Streefkerk, ja, dank u wel voorzitter. Het raadsvoorstel zullen wij steunen, maar ik wilde toch inspreken omwille van de motie. We hebben daar in de commissie ook wat over gezegd, ook overwogen om een motie in te dienen of mede in te dienen. Uiteindelijk dat niet gedaan, omdat het een lastig onderwerp is. Dat wil niet zeggen dat we het niet in een motie zouden moeten vatten of dat we het gesprek over wat wij van onze media verwachten niet zouden moeten voeren. En, dat is een precair onderwerp, hè? De journalistiek is er in principe om de politiek te controleren en als dat andersom gebeurt, dan heeft het al heel snel de schijn van censuur. Het zou ook op geen enkele manier onze bedoeling zijn om de vrije nieuwsgaring of de vrijheid van meningsuiting op de een of andere manier in te perken. Maar we zitten hier om ons uit te spreken en iets te vinden van maatschappelijke onderwerpen en de journalistiek is nu eenmaal onderdeel van onze maatschappij en de toon die in de media wordt aangeslagen, die doet ertoe en dat hadden we ons ook wel even over toon en omwille van die toon denken wij dat het goed is om dat gesprek met elkaar te voeren, om met elkaar ook te bepalen wat we wel en niet acceptabel vinden. En daarin op die manier ook normerend bezig te zijn. Dat is niet een juridische vorm van normering, maar een morele vorm van normering.

E.r. (ed) Van Der Schaft

Meneer Van der Schaft heeft een vraag. Ja voorzitter, we hebben toch de vraag aan de collega van de PvdA waarom hij zich uitspreekt dat de toon van de journalisten niet bevalt? Dat hij ook met die uitspraak gewoon ook de schijn van censuur oproept.

J. (jochem) Streefkerk

Nee, want dat zou betekenen als ik de redenering van de heer Van der Schaft uitvolg dat je je nooit zou kunnen uitlaten over de toon die wordt aangeslagen in het politieke debat. En ik denk dat dat bij uitstek iets is wat wel van politici verwacht mag worden.

E.r. (ed) Van Der Schaft

Ja, uhm, ja, is daar aan. Mijn collega zegt nu van de toon van het publieke debat, maar het gaat om de toon richting de vrije journalistiek en dat vind toch iets heel anders als het onder de paraplu van publieke debatten schuiven.

J. (jochem) Streefkerk

Voorzitter. Nou ja, kijk. De heer Van der Schaft, die hier eigenlijk natuurlijk wel een belangrijk punt en een terecht punt ook, dus je moet als politiek wel oppassen wat je wel en niet doet, maar het onderwerp in het geheel schuwen. Dat lijkt mij heel kwalijk, omdat je daarmee een ruimte, een ongecontroleerde ruimte creëert en dat is in potentie schadelijk voor je samenleving. Dus ja, met bedachtzaamheid dit benaderen ben ik het helemaal mee eens. Dit is ook meteen de reden dat we het nog niet in een motie hebben gevat, omdat dat ook gewoon moeilijk is om dat in een motie te vatten. Maar ik zou wel heel graag ook van de wethouder horen, ook al is het niet concreet op dit raadsbesluit het voorlicht over de streekomroep. Meteen een gevolg zou ik wel willen horen. Ook hoe het college hierover denkt en welke middelen het college denkt in handen te hebben om op deze manier in morele zin normerend op te treden. En ook te kijken of we daar ook als gemeente een faciliterende rol in kunnen spelen om dat debat met elkaar te voeren.

E.r. (ed) Van Der Schaft

Ja even tot slot, voorzitter, de woordkeus van moreel normerend optreden gaat ons veel te ver voorzitter. (martijn) Vroom, M.R.: Meneer Streefkerk, kijk, dat was uw. Wie kan ik verder het woord geven, meneer Visser?

Th.j. (diederik) Visser

Het zou natuurlijk logisch zijn als je een motie indient, dat je dan ook niet inspreekt. Twee zaken: ten eerste gaat het natuurlijk om de extra normen die we voor de lokale omroep en de nieuwe vergunning geven. Uiteraard is het CDA daarvoor, dus dat staat niet ter discussie. De reden waarom de motie is ingediend, is niet, zoals sommige mensen suggereren, zo van: wij zullen eens even gaan bepalen wat de kwaliteit van onze lokale media zou moeten zijn. Met andere woorden, de beïnvloeding van de politiek? Nee, de onderliggende bedoeling van deze motie is dus dat de streekomroep per definitie niet een omroep is die zich beperkt tot de gemeentegrenzen van Leidschendam-Voorburg. En daarmee maak je de, ik formuleer het even wat kort door de bocht, de kwaliteit van de lokale berichtgeving wat diffuser. Waar komt de studio, wie komen er werken en met wie komen er werken? Bedoel ik, zijn het inwoners van Leidschendam-Voorburg of zijn het mensen die toevallig uit het meest afgelegen deel van de gemeentes bijdragen? En hoe regel je het zo aardig in dat de informatievoorziening aan de inwoners, die informatievoorziening van de inwoners aan de omroep, en dat geldt natuurlijk ook voor ondernemersorganisaties, bedrijven en het hele palet dat je natuurlijk in de samenleving in onze gemeente hebt. Hoe krijg je dat zo rond? Hoe kun je dat zo vormgeven dat daarmee de borging van het contact tussen inwoners, de publieke omroepen, want daar gaat het natuurlijk in dit geval specifiek om de publieke omroep, en ook de politiek, hoe is die het beste gewaarborgd? En daar kun je een brede maatschappelijke discussie over voeren en hoe een journalist schrijft over ons en wat een journalist schrijft over ons hoeft daarbij uiteraard helemaal geen onderwerp van discussie te zijn, want dat is een hele andere vorm van sport.

M.w. (martijn) Vroom

Wie wenst verder het woord? Ik zie verder geen handen en dan kijk ik naar het college. Wethouder Belt.

M.w. (marcel) Belt

Dank u, voorzitter. En dank aan de Raad voor de steun van het voorstel. Zoals ik in de Commissie ook al zei, de hoge kwaliteit van een onafhankelijke omroep die onze inwoners bedient, is van groot belang. En nou ja, daarvoor zijn we hier bij elkaar om nu die toetsingscriteria vast te stellen, inderdaad. Maar daar bent u het ook over eens. Laat ik gelijk even doorstappen naar de motie, want dat is waar u met name een aantal opmerkingen over gemaakt heeft. Kijk, als college hebben wij deze ook besproken. We zaten wel een beetje mee te worstelen, want vanuit de constateringen en ook de afwegingen die in die motie staan, was om eerlijk te zijn het doel niet geheel duidelijk waar die brede dialoog over zou moeten gaan. En wat ik hier al net even proef in de reacties, gaat dat ook verschillende kanten op. Zoals de heer Klazinga ook al zei, heb ik ook het idee dat de maatschappelijke functie van de lokale omroep een beetje door de war gehaald werd met de journalistieke functie van de lokale media, dus dat helpt niet in het debat. En volgens mij zou de politiek ook een goede afstand tot dit onderwerp moeten bewaren. Het voelt dan ook voor ons als college niet geroepen om nu direct hier, zeg maar wat de motie beoogt, een brede dialoog hierover te gaan opstarten. Normerend optreden werd er even genoemd. Dat is niet direct waar wij ons, laat ik het zo maar even zeggen, senang bij voelen. En het is ook denk ik niet aan het college om normerend optreden in te gaan zetten. Wat wij hier natuurlijk wel kunnen, wat u hier kan doen, maar wat wij ook kunnen doen, is natuurlijk wel die norm zetten, dus het goede voorbeeld geven voor hoe wij, bijvoorbeeld van de media, verwachten. Maar in ieder geval zonder daar nu teveel op in te gaan. Kijk, het eerste punt vanuit de motie, daar voelen wij ons, zoals ik al zei, niet direct senang bij om die brede dialoog te organiseren, dus die leggen we ook bewust terug naar de Raad. Als u wel die behoefte heeft, en volgens mij gaat dat verschillende kanten op, dus ik denk dat u daar niet direct vandaag uitkomt. Als het gaat over het tweede punt, en daar zie ik dan toch een verzoek in om wat meer informatie te hebben over hoe dat nou loopt met die streekomroep of die vormen van die streekomroep. Een aantal jaar terug zijn die regio's bepaald. Dat zijn er 80 in Nederland. Als college hebben we daar ook wel eerder van gezegd, en ook lokaal is dat geuit, dat we ons niet direct prettig voelen in die indeling bij die Leidse regio. Dus daar hebben we eerder over nagedacht van, nou, dat zou wellicht beter passen bij een andere indeling. Nu is er zeer recent, en dat wil ik ook wel zeggen dat het voor ons ook toch wel redelijk onverwachts kwam, dat in januari gepubliceerd is dat er toch een mogelijkheid gekomen is om de aanpassing van die streekomroep bij de NLPO te gaan aanvragen. Daar zijn wij nu echt, nou ja, hebben we de versnelling in gekozen, dus we zijn in gesprek met buurgemeenten om te kijken wat nou een logische streekindeling zou zijn. En dat speelt bij meerdere gemeenten. De gemeente Delft denkt erover na, Rijswijk, Pijnacker-Nootdorp, Wassenaar, dus daar zijn we met elkaar over in gesprek. Daar moeten we ook met elkaar wat sneller op opereren, want de NLPO heeft ook gezegd dat dat verzoek voor een andere streekindeling er dan ook 29 maart moet zijn, dus daar zijn we mee bezig en daar hoop ik u op korte termijn ook meer over te informeren waar we dan als college het meeste heil in zien en wat dan ook logisch is, wat dan past, laat ik het zo maar even zeggen. Tot slot denk ik dat het belangrijk is dat er heel veel discussie nog is over dit wetsvoorstel. De VNG heeft een uitermate negatieve reactie op dit voorstel naar de Tweede Kamer gestuurd. Met name heel veel kritiekpunten, ook over de financiering van die lokale omroep, de nabijheid van de gemeente. Dus laat ik het zo zeggen, er wordt gemikt op 2028, maar ik betwijfel of dat nu direct ook zijn invoering dan al zou gaan hebben. Tot zover dus. Nou ja, ik ontraad de motie daarmee en zal ik u informeren over de ontwikkeling van de streekomroepen.

M.w. (martijn) Vroom

Meneer Visser.

Th.j. (diederik) Visser

Voorzitter, dank u. Wat betreft dat tweede verzoek over de indeling, dat horen we wel graag en dat horen we dan graag komen. Natuurlijk toch nog even over dat eerste verzoek. Dat is die dialoog. Het mag voor u duidelijk zijn dat de motie niet bedoeld is om de normering van de media vast te leggen, maar het gaat er ons om: hoe kunnen wij ervoor zorgen dat de informatieverstrekking door de gemeente aan inwoners enzovoorts goed geregeld is, zodat iedereen tot zijn recht komt? Een beetje zoals nu de functie van een lokale publieke omroep. Hoe ziet de wethouder dat voor zich dat we in aanloop naar welke vorm dan ook eigenlijk de streekomroep zodanig kunnen inpassen dat we daarover in gesprek kunnen gaan ten minste in raad en commissie en liefst nog, zoals de motie zegt, met andere delen van de bevolking.

M.w. (marcel) Belt

Kijk, de voornaamste reden waarom wij tegen de huidige streekomroepindeling zijn, is omdat wij vinden dat daarbij het belangrijkste onderdeel van het doel van die streekomroepen, namelijk nabijheid en cohesie met de samenleving, verdwijnt als wij in één grote regio opgenomen zijn. Dus wat we willen vasthouden, is die nabijheid en die borging van hier. Ik denk dat het nu op dit moment echt even gaat over het gesprek, over de lobby ook, en het pleidooi om in een andere streekindeling te komen. Als we te zijner tijd daar ook dan hopelijk een positief besluit op hebben, denk ik dat het goed is, ook om richting 2028 daar met uw Raad verder over te praten. Wat is dan belangrijk? Hoe we dat, hoe we dat kunnen inbedden?

M.w. (martijn) Vroom

Dank u wel. Nog iemand? Dit was nog de eerste termijn, hè, met de vraag, hè, kunnen we gelijk door naar de tweede termijn? Kijk ik naar meneer Van der Linden?

L.n.r. (laurens) Van Der Linden

Ja dan u wel nogmaals, zullen wij het raadsvoorstel steunen en op basis van de ontrading van de wethouder zullen we dan niet meegaan met de motie van het CDA. Dank u wel.

M.w. (martijn) Vroom

mevrouw Bos.

C.a. (charlotte) Bos

Dank, we zijn blij met de toezegging van de wethouder om ons te blijven informeren over de streekomroep. We zullen de motie niet steunen. Dank.

M.w. (martijn) Vroom

Meneer Klazenga

H.p. (hans Peter) Klazenga

Ja voorzitter, dank. Ik heb eigenlijk niks toe te voegen aan wat ik in de eerste termijn heb gezegd. Dank de wethouder voor zijn toelichting.

M.w. (martijn) Vroom

De heer Streefkerk.

J. (jochem) Streefkerk

Ja voorzitter, voor alles een plaats en moment. En het debat waar ik in de eerste termijn voor pleitte, dat gaat nu niet plaatsvinden. We zullen het raadsvoorstel steunen, zoals gezegd en de motie niet steunen.

M.w. (martijn) Vroom

Meneer Visser, nee, is er verder nog iemand die in deze termijn het woord wenst? Dat is niet het geval, dank u wel. Dan sluit ik de beraadslagingen en gaan wij stemmen. Zoals te doen gebruikelijk stemmen Eerst stemmen over het raadsvoorstel vaststellen criteria lokale omroep 2026. Dat doen we nu en digitaal.

M.w. (martijn) Vroom

Echt eerst stemmen over het raadsvoorstel? Dus u heeft al gestemd, maar die telt niet. Dan gaan we onder 8.1 het raadsvoorstel in stemming brengen. Het raadsvoorstel is met algemene stemmen aangenomen. Voordat we doorgaan met de stemming, meneer Klazenga

H.p. (hans Peter) Klazenga

Nee, voorzitter, het is mij nu helder. Die vorige keer was niet duidelijk voor mij.

M.w. (martijn) Vroom

Nee, dat klopt want die ging mis.

H.p. (hans Peter) Klazenga

Ah, oké.

M.w. (martijn) Vroom

Dus het klopt. Uw verwarring was ook de mijne en nu is het opgelost want het raadsvoorstel is aangenomen met algemene stemmen. Nu gaan we stemmen over de motie. Iets egt me dat ik de uitslag kan voorspellen maar dat mag ik niet zeggen. Gaat uw gang.

M.w. (martijn) Vroom

Met 3 stemmen voor van het CDA en de overige stemmen tegen is de motie verworpen. Dan gaan we nu over naar het vierde agendapunt. Dat is de motie vreemd aan de orde over de Raad van Woningzoekenden. Als eerste staat op het lijstje dat meneer Wilschut heeft ingediend. Die geef ik als eerste het woord.

F.b. (frank) Wilschut

Ja voorzitter, dat klopt, maar ook met een hoop collega's. Voorzitter, er is een tekort aan woningen en een woningcrisis. Er zijn mensen, bijvoorbeeld gescheiden, die al jaren bij elkaar wonen en op zoek zijn naar een woning. Jongeren die nog thuis bij hun ouders wonen, vluchtelingen die op een krappe kamer bij elkaar wonen. Dat zijn precies de stemmen die we nu niet horen en wij moeten juist om balans in dit gesprek te brengen, luisteren naar de verhalen van woningzoekenden om de woningnood serieus te nemen. En daarom hebben we de volgende motie of het volgende plan, namelijk om bij woningbouwplannen juist naar deze geluiden te luisteren via de oprichting van de raad van woningzoekenden En dat vergeten geluid dus te laten horen. En daarom dienen wij deze motie in.

M.w. (martijn) Vroom

Dank u wel. U heeft het woord.

J.m. (koos) Van Wissen

Voorzitter, dank. Wij hebben deze motie mede onderschreven. Naast de balans die de heer Wilschut noemt, is denk ik ook de balans dat in discussies over woningbouwlocaties vaak alleen de tegenstem gehoord wordt. En we willen ook graag de voorstemmen horen. En daar kan deze raad een belangrijke functie in vervullen. Vandaar ook dat wij deze motie hebben medeondertekend.

M.w. (martijn) Vroom

Meneer Elenbaas

C.p. (kees) Elenbaas

Mooi plan, daarom zijn we het helemaal eens daarmee. Dank u wel.

M. (mahjoub) Mathlouti

(martijn) Vroom, M.R.: Meneer Mathlouti. (mahjoub) MathLouti, M.: Dank voorzitter, ik denk weinig toe te voegen aan de vorige sprekers. Dank aan de heer Wilschut voor het indienen van deze motie en wij dienen hem graag mede in.

M.w. (martijn) Vroom

En mevrouw Paltansing

S.r. (sangita) Paltansing

Ja voorzitter, dank u wel. Ook ik heb niks meer toe te voegen. Vanuit de Partij van de Arbeid zijn we voor het realiseren van meer woningen en dan het liefst ook met de mensen die Naar ze op zoek zijn. Dus steun voor deze motie.

M.w. (martijn) Vroom

Dank u wel. Ja, meneer Beek, ga uw gang.

G.d. (guus) Beek

Dank u wel, voorzitter. Wat wij missen in deze motie is, laten we zeggen, de breedte. Er zijn natuurlijk, als je het hebt over woningzoekenden, dan zijn het natuurlijk de leraren ook en de politieagenten et cetera, die ook woningen zoeken. En in het dictum staat iets over dat de corporaties en de huurdersverenigingen erbij betrokken moeten worden. Maar het lijkt me ook dat het moet gaan over middeldure woningen. Dus als de tekst aangepast zou kunnen worden en herzien zou kunnen worden dan denk ik dat ik hier de handen op elkaar krijg om hier ook voor te zijn. Dus dat is de vraag.

M.w. (martijn) Vroom

Meneer Wilschut.

F.b. (frank) Wilschut

voorzitter, volgens mij hoef ik de tekst niet aan te passen, want er staat onder andere.

G.d. (guus) Beek

Ja, dat onder andere, noem maar één ding, en onder andere dat zijn nou dat zijn er maar twee. Maar het zijn wel allebei Huurdersverenigingen, dus dat vind ik een te beperkte scope van de motie.

M.w. (martijn) Vroom

Dank u wel. Meneer Wilschut.

F.b. (frank) Wilschut

Dan nog even ter aanvulling. Ik bedoel ook de breedte die u bedoelt, dus maar volgens mij hoeven we daar de tekst niet voor aan te passen.

M.w. (martijn) Vroom

Dank u wel. Meneer Beek,

G.d. (guus) Beek

Ik zou liever wel een aanpassing van de tekst zien, laten we zeggen, je kunt hem ook weghalen namelijk dat het onder andere. En dan heb je het misschien ook gedekt.

M.w. (martijn) Vroom

Dank u wel, meneer Van der Schaft gaat uw gang.

E.r. (ed) Van Der Schaft

Ja dank u wel voorzitter, ja. Hier wordt een verzoek gedaan aan het college om iets te gaan onderzoeken wat volgens mij heel erg goed kan uitpakken. Maar ik snap eigenlijk nog niet precies wat de bedoeling is van de Raad van Woningzoekenden, maar dat er woningen nodig zijn. Dat dat dat eigenlijk enige discussie. We gaan hem gewoon steunen in de motie en we gaan zien waar het college mee komt. Dank u wel.

M.w. (martijn) Vroom

Dank u wel meneer Koster.

J.j. (jorrit) Koster

Ja dank voorzitter. Ik zal kort zijn gezien de spreektijd. Mijn fractie heeft eigenlijk twee problemen met deze motie en zullen we hem daardoor ook niet steunen, want enerzijds de term woningzoekende is wel heel breed. Is een kind van iemand die nu in deze gemeente woont die misschien over 20 jaar in deze gemeente wil blijven wonen? Is dat een woningzoekende? Is iemand in Groningen die misschien over 5 jaar in deze gemeente wil wonen? Is dat een woningzoekende voor deze gemeente? Die term is heel breed en daar hebben we zorgen over. En daarnaast, voorzitter, is deze motie heel erg vanuit: laten wij kijken of er een vereniging moet worden opgericht, in plaats van: als er mensen zouden zijn die deze vereniging willen oprichten, is het een ander verhaal. Kunnen we met elkaar in gesprek gaan hoe we dat gesprek willen aangaan? Maar om van bovenaf een vereniging te laten creëren, terwijl dat een maatschappelijk initiatief zou moeten zijn. Dat is ook niet in lijn met hoe wij onze samenlevingsvisie onderschrijven. Dus vandaar dat wij tegen zullen stemmen.

M.w. (martijn) Vroom

Verder is alles gezegd. Wethouder.

B.B.M. Bremer - Wethouder

Nou, ik denk dat ik goed nieuws heb voor de ChristenUnie, want het CDA was het laatste aan het woord en er is al zo'n clubje opgericht, dus u kunt denk ik mee. Nee, de SVH heeft zelf een database aangelegd van 500 woningzoekenden die zich hebben aangemeld om bij woningbouwprojecten betrokken te willen worden. En het mooie daarin is dat SVH ook weet wat voor type woningen deze mensen zoeken, of dat voor alleenstaanden is of sociaal, middelduur of in het hogere segment. Dus er is een database van en als u zegt van nou, dat is mooi, dan kunnen we daarmee aansluiten. Dan hebben we al op voorhand toestemming van de SVH om dat te doen. Als u zegt ik wil iets naast de SVH oprichten dan Ja, dan moet u opnieuw in gesprek met deze Raad, denk ik.

M.w. (martijn) Vroom

Ja meneer Wilschut, aan u.

F.b. (frank) Wilschut

Ik vraag het college om het te onderzoeken. Ja, dat is...Er zijn ook partijen die zeggen iets breder graag.

B.B.M. Bremer - Wethouder

Nou, de vraag was juist: We hebben de SVH, die heeft een hele database met 500 woningzoekenden die hebben aangegeven graag te willen meedenken over toekomstige woningen. Zegt u dat is voor mij voldoende of wilt u daarnaast nog een apart clubje van mensen zoals u in uw motie verwoord. Dat is eigenlijk mijn vraag.

J.m. (koos) Van Wissen

Voorzitter, mag ik.

M.w. (martijn) Vroom

Meneer Van Wissen, gaat uw gang.

J.M. van Wissen - GBLV

Die club onder de SVA huurders, gaat dat ook over koopwoningen dus?

B.B.M. Bremer - Wethouder

SVH is een verhuurdersvereniging.

J.M. van Wissen - GBLV

Ja. Nee, dat begrijp ik. Als we het breder willen trekken, zouden we dus ook iets buiten de SVH moeten hebben.

M.W. Vroom - Burgemeester

Helder, tweede termijn. Kijk even hetzelfde rondje langs, meneer Wilschut.

F.B. Wilschut - ChristenUnie

Ja, het overvalt mij een beetje dat we nu een soort keuze moeten maken welke van de smaken we willen hebben. Ik zou denken, onderzoek het, we weten nu een deel van het antwoord. Ik zou ook denken, neem rekenschap ervan dat wij graag de breedte, dus ook koop, middeldure et cetera, ook daarin volgens mij mee willen nemen, want dat zijn ook woningzoekenden. En dan heb ik volgens mij ook de heer Beek binnen. en de heer Van Wissen.

M.W. Vroom - Burgemeester

Meneer Van Wissen? Nee. Meneer Elenbaas. Mevrouw Paltansing. Nee. Meneer Beek.

G.d. (guus) Beek

Dank u. Ik ben gerustgesteld door de heer Wilschut en wij gaan er ook in mee met deze motie. Dank u.

M.w. (martijn) Vroom

Meneer De Koster. Niet. Sluit ik de beraadsalgingen, gaan we stemmen.

M.w. (martijn) Vroom

Met de stemmen van de CDA-fractie tegen en de overige stemmen voor is de motie aangenomen. Dan gaan wij naar het agendapunt 8.5. Ja, dat is de motie vreemd aan de orde van de ChristenUnie. Ik geef het woord aan de heer Wilschut.

F.b. (frank) Wilschut

Ja, en ik zag al dat ik heel snel moet praten, dus hopelijk lukt het in de tijd, voorzitter. Ik probeer even de overwegingen door te. nemen voor de mensen die denken, hè Waar komt dit, denk ik, vandaan? Toch een beetje begrijpelijk te maken. Mag ik nog door?

M.w. (martijn) Vroom

Dat moet u aan de rest vragen. De heer Wilschut wil nog één minuutje. Mag het? Één minuutje, ja, ga je gang.

F.b. (frank) Wilschut

Ja, ik heb mezelf niet ingehouden bij het eerste debat. Sorry daarvoor. Voorzitter, het is op dit moment een collegebevoegdheid om ontwerpbeleidsnota's en inspraakvoorstellen voor te leggen aan inwoners. En op dit moment is de praktijk zo dat we als raadscommissie om instemming worden gevraagd voordat dat gaat gebeuren. En nou kan dat eigenlijk niet. Want dat wekt namelijk de suggestie dat de gemeenteraad daarover zou gaan. Dus mensen komen bij ons inspreken, gaan ons dingen meegeven. Terwijl, het is eigenlijk collegebevoegdheid en daarbij komt dat in de verordening op de raadscommissies staat dat een raadscommissie enkel advies kan uitbrengen aan de gemeenteraad en er dus ook geen stemmingen plaatsvinden. Met uitzondering van stemming over geheime verhouding en met betrekking tot de orde. Dus instemming vragen van de raadscommissie is eigenlijk iets wat niet kan bestaan volgens die verordening. En wat daar ook bij speelt, is dat de samenstelling van die raadscommissie heel anders kan zijn dan die van de gemeenteraad. En als laatste is het ingewikkeld dat in de procedure wordt aangegeven dat op die manier raadsleden worden geïnformeerd, maar dat zou je ook op een andere manier kunnen doen. Daarom het volgende voorstel: roept het college op om de participatieverordening aan te passen. Daar moet dan weer een raadsvoorstel voor worden gemaakt dat wij dan weer goedkeuren. Dus het is een beetje omslachtig, maar waarin we de procedure waarin het college die ontwerpbeleidsnota's en inspraakvoorstellen ter instemming voorlegt aan de raadscommissie, de huidige procedure wordt gewijzigd in een procedure waarbij het college de raad bij diezelfde ontwerpbeleidsnota's en inspraakvoorstellen alleen informeert. We worden dan dus wel geïnformeerd en zoals de normale procedure ook is, kan je dan op dat moment die raadsbrief agenderen, zoals we dat nu ook al gewend zijn, maar het is duidelijk waar de bevoegdheden heen liggen.

M.w. (martijn) Vroom

Punt voor de avond toch meneer Wildschut, mevrouw Van den Heuvel heeft een vraag.

S.d. (sabrina) Van Den Heuvel

Ja, voorzitter. Even een verduidelijkende vraag aan collega Wilschut, want ik ben even benieuwd. We hebben natuurlijk recent gesproken over de verordeningen, toen heb ik u hier niet over gehoord, dus ik ben even benieuwd waar deze nu zo vandaan komt of er een aanleiding is.

F.b. (frank) Wilschut

Er is zeker een aanleiding, namelijk de afgelopen Commissie Omgeving hebben we zo'n soort voorstel, zo'n ontwerpbeleid of inspraakvoorstel van het college gehad als het gaat om parkeervergunningen. En onze fractie vond dat ingewikkeld om de genoemde redenen en ook omdat we daarmee de suggestie wekken aan inwoners dat wij erover gaan.

S.d. (sabrina) Van Den Heuvel

Nee, ik snap de suggestie aan inwoners tegelijkertijd het voorbeeld dat u noemt en wat dus de aanleiding was. Daarin heeft de raad geconcludeerd dat zij toch nog wat gaten zagen in de verordening die voorgelegd zou worden en die is dus meegegeven terug aan de wethouder om daar nog eens goed naar te kijken. Oftewel, wij hebben op die manier heel mooi onze controlerende rol en onze volksvertegenwoordigende rol uitgeoefend en dat was voor u de aanleiding om dus nu de regels vrij rigide te gaan toepassen. Begrijp ik dat goed zo?

F.b. (frank) Wilschut

Nou, volgens mij zou dit nog steeds kunnen bestaan, namelijk er komt een raadsbrief van het college die zegt: wij gaan dit en dat doen. Dan kunt u alsnog die raadsbrief, zoals we dat met alle raadsbrieven kunnen doen, agenderen en hetzelfde doen als wat nu is gebeurd. Alleen is duidelijker dat de raad niet om instemming wordt gevraagd en dat niet een vinkje nodig is van een raadscommissie die dat vinkje eigenlijk niet eens kan geven.

S.d. (sabrina) Van Den Heuvel

En daar zit nou juist wel het verschil. Want met een raadsbrief kan ik geen instemming verlenen, kan ik geen vinkje zetten. Dus ik kan ook niks terugsturen, dus als wij de raadsbrief ontvangen en op basis van de inhoud concluderen dat wij toch één en ander missen of graag nog erbij willen zien kunnen we niet zoveel. Ja er kan een motie aan het eind van de cyclus naar de vergadering. Maar we kunnen eigenlijk niet, zoals bij een raadsvoorstel zeggen: neem hem mee terug, ga er nog eens even goed naar kijken.

F.b. (frank) Wilschut

Nou, de procedure op dit moment is ook zo dat er een raadsbrief komt, maar dan een raadsbrief waarin staat: wilt u instemmen? Dus er zijn volgens mij, zou ik denken, drie smaken, namelijk of je laat je later informeren, of je doet dat, deze rare tussenvorm die volgens mij niet kan bestaan, of je zegt: we willen graag als raad een raadsvoorstel krijgen bij elk participatievoorstel. Maar dat zou ik overdreven vinden. Je krijgt het na de participatie gewoon terug en je kunt er alles van vinden wat je wil, dus je kunt je controlerende taak gewoon uitvoeren.

S.d. (sabrina) Van Den Heuvel

Voorzitter, ik ben het met u eens dat er via het voorzitterschap drie vormen zijn, waarvan dus een raadsbrief met daarin toch een gevraagd besluit. Maar dan is dat hetgeen waar we als raad een uitspraak over moeten doen. Van welke vorm willen we dat? Volgens mij zou dat de motie dan moeten zijn en niet de motie om bij voorbaat dicht te klappen en te zeggen, we vatten het vrij rigide op en we geven daarmee ook een stukje controlerende functie als raad weg.

F.b. (frank) Wilschut

Misschien nog als reactie daarop. Ik ga helemaal door de tijd heen. Er zijn 3 smaken en ik stel voor: laten we voor smaak één gaan, want die is volgens mij het meest zuiver. Dat is voor mij naar deze motie

M.w. (martijn) Vroom

Helder. Verder nog iemand in deze termijn hier iets over te zeggen?

M.w. (martijn) Vroom

Zo.

M.W. Belt - Wethouder

Dank voorzitter. Ja, laat ik het zo zeggen, ik snap de aanleiding van deze motie. En ook wel, nou ja, ook de overwegingen die in de motie staan zo lezende. Dat was niet beoogd bij de vaststelling van de participatieverordening. Hoe het hier staat, gaat het om een procesregel die in de toelichting staat. Desalniettemin, als je daarvan afwijkt, zal je inderdaad die participatieverordening moeten aanpassen. Kijk, en het doel daarvan was om college en raad inderdaad vooraf op één lijn te hebben qua proces, doel en ruimte van met name die participatie. Dat je aan de voorkant zegt: jongens, we gaan dit proces belopen, deze stappen, en dan is het ook wel fijn om daar van tevoren wat commitment op te hebben en dan niet achteraf te horen van: jongens, wij vonden eigenlijk die participatie aan het begin helemaal niet op de juiste manier gedaan. Dus dat was eigenlijk het doel dat erin gekomen is. Desalniettemin, als college zouden we ons best kunnen vinden in die motie. Ik denk dat het duidelijk is dat uiteindelijk u als raad gaat over de eigen procedure. Nou ja, daar heeft u het net over gehad en ik wil wel graag meegeven: het blijft wel onverminderd heel wenselijk dat er natuurlijk commitment is over het proces en het doel van de participatie aan de voorkant, ook van u en niet achteraf dus. En dan geef ik ook wel mee dat als wij inderdaad dan werken met de raadsbrieven waar ik dan achter sta, dat u dan ook alert op bent dat als er dingen in staan die u niet bevallen, dat u dan agendeert en dat we het daar dan over kunnen hebben, zodat we aan de toch nog aan de voorkant van het proces wel zaken van u meekrijgen en niet straks achteraf.

M.w. (martijn) Vroom

Mevrouw van den Heuvel, ja, eerst heeft mevrouw van den Heuvel, die was eerst en daar mag u.

S.d. (sabrina) Van Den Heuvel

Voorzitter, nog een vraag aan de wethouder, hè? Want de ervaring met de APV leert ons dat een motie de APV niet wijzigt, dat de APV volgens mij dan opnieuw voor een gewijzigde APV of een gewijzigde verordening opnieuw voorgelegd moet worden. Dit gaan we dan als ik de motie volg van de heer Wildschut voor één dingetje doen.

S.d. (sabrina) Van Den Heuvel

Dat lijkt me ja toch wel wat tijd vragen. Ik ben even benieuwd, waren we van plan om de Participatieverordening sowieso te evalueren en ik kan daarin mee?

M.W. Belt - Wethouder

Die evaluatie staat inderdaad voor dit jaar. Dat hebben we met elkaar afgesproken, dus het kan zijn dat daar inderdaad meerdere aanpassingen uitkomen. Maar dat staat voor dit najaar. De motie roept op om zo snel mogelijk daarmee aan de slag te gaan. Dus nou ja, leg ik hem toch weer even terug bij u, hoe u daar naar kijkt?

S.d. (sabrina) Van Den Heuvel

Ja heel goed, en dan zou ik hem door willen leggen naar de heer Wilschut, want zou dan najaar na de zomer voor u genoeg zijn om daarop te wachten en dat we in één keer één veegactie doen om in die evaluatie alles mee te nemen dan dat we nu nog voor de zomer één dingetje gaan wijzigen dat voor gaan leggen, besluitvorming en dan na de zomer eigenlijk hetzelfde riedeltje nog een keer gaan doen.

F.b. (frank) Wilschut

Ja, voor mij is het niet zo relevant wanneer we dat precies gaan doen, maar dat we niet nog meer van die participatievoorstukken gaan krijgen, waarbij we dit rare construct in stand houden. Dus als we in mei en in juni en in juli in september weer van dit soort stukken verwachten, dan zou ik denken, dan moet het zo snel mogelijk. Als we zeggen, nou dat de volgende is 2026, dan snap ik heel goed dat we zeggen, laten we het in de veegactie doen.

M.w. (martijn) Vroom

Mevrouw Van den Heuvel.

S.d. (sabrina) Van Den Heuvel

Ja, maar als ik een beetje doortel, dan ligt er in de volgende cyclus niet een voorstel voor een gewijzigde verordening, dan zitten we aan de cyclus daarna. Dan zitten we bijna in juni, dan kunnen we net zo goed het zomerreces even door want ja, er verandert eigenlijk nog niks voor het zomerreces op deze manier als ik de procedure volg.

M.w. (martijn) Vroom

Meneer Wilschut had ook nog zelf een vraag hè?

F.b. (frank) Wilschut

Nou ja, ik ben wel benieuwd of dit dan een redelijk scenario is. Dat vraag ik me even af aan de wethouder. Want anders zou ik daar zo in mee willen gaan als we inderdaad op die manier geen dingen stuk maken, zeg maar. Mijn vraag is wel, waarom vindt het college het heel belangrijk om het commitment stiekem van de Raad toch te krijgen op het moment dat we dat ding niet agenderen, want dat vond mij precies wat we dus niet doen. We geven geen commitment, we geven geen toestemming. Nee, je doet gewoon college, heb je zelf bevoegdheid, je handelt en als wij daar iets van vinden dan piepen we.

M.w. (martijn) Vroom

OK. Ja.

M.W. Belt - Wethouder

Ja, want om op het laatste in te gaan. Kijk, het commitment is natuurlijk een wens en die ik trek er met name toe naar de manier en het doel van het participeren, dus dat we, kijk, wij geven aan de voorkant aan hoe we dat proces insteken, en ik zou het persoonlijk jammer vinden als we allerlei situaties krijgen dat we aan de achterkant commentaar krijgen van ja, we hebben niet de juiste doelgroepen betrokken of we hadden een ander proces willen zien. Kijk, over de inhoud van hetgeen of nou een bouwproject of een beleidsstuk is, dat is natuurlijk een andere situatie. Maar het gaat mij met name om het proces, maar dat zullen we dan schetsen in die raadsbrief, zodat u daar alsnog heel goed naar kan kijken. Tweede punt. Ik weet niet of het mogelijk is. Daar zouden we even op moeten studeren, maar we zouden natuurlijk kunnen zeggen, als u deze motie steunt, dat we al pragmatisch op die manier gaan werken en dat we de daadwerkelijke aanpassing dan meenemen. Echt bij de eventuele andere punten die vanuit de evaluatie komen. Ik denk dat dat de organisatie ook prettig zou vinden.

M.w. (martijn) Vroom

Mevrouw Feld

I.m. (iris) Feld

Ja voorzitter, dank ik toch even half de vraag en deels opmerking dat door het nu als raadsvoorstel op deze manier te doen je ook niet garandeert dat de hele raad een commitment heeft, want volgens mij juist ook als het over parkeervergunningen gaat, zijn er verschillende partijen die daar anders naar kijken en heb je dus ook niet de complete commitment en is dat dus ook niet de garantie dat we aan het eind niet alsnog kritiek mogen krijgen op hoe dat is gegaan. Dus dat is toch deels even een vraag van, het is toch ook oké? Als verschillende partijen verschillend denken over welke bewoners betrokken moeten worden, welke vragen er gesteld moeten worden. En dat niet alle partijen daar het dus mee eens zijn, maar uiteindelijk wel een vinkje is omdat het overgrote deel van de partij het wel is, moet dat niet betekenen dat achteraf partijen niet alsnog kritiek kunnen geven op hoe dat is gegaan.

M.W. Belt - Wethouder

Nou ja, u mag uiteraard vinden wat u wil, maar dat neemt niet weg dat we hier met elkaar zijn en dat het wel prettig is dat als we een proces ingaan, en dan heb ik het over de vorm van de participatie en ook de manier waarop en welke groepen we gaan bespreken, dat als u daar van tevoren niet mee eens bent, dat u aan de voorkant aan de bel trekt. En dat staat even los van de inhoud over of je voor of tegen een bepaalde vorm van parkeren bent.

M.w. (martijn) Vroom

Volgens mij zijn de punten uitgewisseld. Meneer Wilschut is diep door zijn spreektijd heen, dus die mag niet eens meer wat zeggen. Dus verder nog iemand? Nee, dan gaan we denk ik stemmen. Kan dat? Ja. Meneer Wilschut wil een stemverklaring afleggen.

F.b. (frank) Wilschut

Nou ja, misschien wil ik wel aangeven dat wat mij betreft prima is als we de motie zo lezen dat we voortaan zo gaan werken en dat we bij een latere veegactie het formeel maken. Dat vind ik een goede suggestie, dus misschien moeten we hem dan zo voorleggen.

M.w. (martijn) Vroom

Checken, mevrouw Van den Heuvel.

M.w. (martijn) Vroom

Iemand een stemverklaring. Nee, gaan we stemmen. Ja, nou, mevrouw Feld nog.

I.m. (iris) Feld

Ja, omdat het mij nog dus niet helemaal duidelijk is, omdat ik me wel kan vinden in een aantal dingen die zijn gezegd. Daarom heb ik ook nog gewacht met de reactie. Ik kan me ook vinden in van joh, als er nog een evaluatie komt, wachten we tot dan. Maar ik vind de argumentatie van de heer Wilschut wel sterk als het gaat over dat wij via een raadsbrief natuurlijk ook wensen en bedenkingen kunnen uiten en dat één krabbel onderaan dus niet betekent dat de hele Raad het eens is en dat je daardoor later geen kritiek meer kan hebben. Dus die commitment kan je ook via een raadsbrief op dezelfde manier eigenlijk geven. Dus ik vind het wel een goed voorstel, maar ik weet dus niet helemaal of nou het idee is om het in één grote evaluatie te doen of niet. Dat maakt misschien nog wel een beetje uit.

M.w. (martijn) Vroom

Helder meneer Rosbenders

W.j.b.m. (walter) Rosbenders

Ja voorzitter. Dat we als Raad kritiek hebben op de inhoud, dat kan, maar als er een raadsbrief komt waarin we de procedure afspreken, dan is dat de procedure die gevolgd wordt. En dan is het een beetje raar dat je dat daarna als je als Raad zegt van joh, het klopt niet, dus ik snap niet helemaal de opmerking van mevrouw Feld daaromtrent.

M.w. (martijn) Vroom

Helder meneer Koster wil ook nog wat zeggen.

J.j. (jorrit) Koster

Ja voorzitter, dank u. Volgens mij hebben wij in september '23 hier heel uitgebreid de rol van de Raad en de procedures die we moeten volgen met elkaar gedebatteerd. Juist omdat dit zo'n essentieel onderdeel is van hoe je deze processen met elkaar doorloopt, dus dan om via motie waar die discussie heel fundamenteel lag. Ook in de Commissie Samenleving destijds nu even daar in die keuze te maken, lijkt me te voorbarig. En dan zou mijn fractie heel erg graag eerder dan nog die brede evaluatie willen hebben waarin we gewoon opties met elkaar kunnen bekijken. Hoe willen we dat doen? Welke keuzes liggen daarachter? Want het is wel fundamenteel de rol van de Raad, de rol van de Commissie, de rol van de volksvertegenwoordiging in deze processen.

M.w. (martijn) Vroom

Mevrouw Van den Heuvel.

S.d. (sabrina) Van Den Heuvel

ja, voorzitter. Ook daarvan geldt: eerder die evaluatie uitgevoerd is, eerder geparticipeerd is, eerder een raadsvoorstel zit, zitten we niet eens in de volgende cyclus of de cyclus daarna. Zitten we, denk ik, per definitie al over de zomer, dus ik kan me ergens die wens voorstellen en tegelijkertijd vraag ik me überhaupt af of die in tijd haalbaar is, dus ik zou voorstellen dat we gewoon vasthouden aan evaluatie in het najaar.

M.w. (martijn) Vroom

Dank u wel meneer Koster, nog een keertje.

J.j. (jorrit) Koster

Ik bedoelde mijn pleidooi dus meer in het kader dat we hem koppelen aan de evaluatie in het najaar, zodat we die discussie goed. goed kunnen voeren en dus niet nu even snel doen, want dat verdient deze discussie niet.

S.d. (sabrina) Van Den Heuvel

Nee, excuus. Ik verstond dat hij naar voren gehaald moest worden.

M.w. (martijn) Vroom

Helder, volgens mij is nu alles gezegd en ik sluit de beraadslagingen, dus. U kunt nog wel een stemverklaring afleggen als u dat wenst. Gaan we stemmen.

M.w. (martijn) Vroom

Met 21 stemmen voor en 11 tegen is de motie aangenomen. Tegen hebben gestemd de VVD en het CDA. De overige stemmen zijn voor. aangenomen, wordt vervolgd.

M.w. (martijn) Vroom

Nou met de toezegging van de griffier dat u weer volgende keer weer als eerste door het lot totaal toevallig gekozen zult worden meneer Van der Linden sluit ik de vergadering. En wens ik u fijne avond nog.