Nieuws in één oogopslag

Het Journaal toont kort en krachtig wat er speelt.

Journaal

Raadsinformatie

Alles kunnen vinden en niets missen. Met analyses & samenvattingen.

Maak een dossier

Verzamel informatie over een specifiek onderwerp.

Dossiers
Kies een vergadering : 25-11-2024, Commissie Samenleving
Met elkaar in debat zijn
  • J. Brokke - VVD
  • I.M. Feld - GroenLinks
  • J.J. Koster - CDA
  • S.G.D. Kok - PvdA
  • L. Vogelaar - D66
  • G.E. Steinebach - ChristenUnie
  • W.F. Steutel - GBLV
  • A.J.W. van Eekelen - VVD
Het transcript dat je hieronder aantreft is gegenereerd met behulp van computertechnologie. Hierdoor kunnen de namen van personen en partijen soms foutief zijn weergegeven. Indien je een fout opmerkt kun je deze gemakkelijk verbeteren door op het bewerk-symbool (het potloodje) te klikken.

Raadsvoorstel vaststellen Visie op de sociale basis


J. Brokke - VVD

Raadsvoorstel vaststellen visie op de sociale basis en daar wil ik in ieder geval wethouder Van Eekelen voor uitnodigen om aan mijn linkerzijde plaats te nemen met ondersteuning. Ter bespreking ligt dit raadsvoorstel voor, zijn er de visie op de sociale basis. Beschreven wordt wat dan moet worden verstaan onder de sociale basis en wat niet, en de link met andere door de raad reeds vastgestelde beleidsplannen binnen het sociaal domein, zoals het aangescherpte sociaal kompas. Na bespreking is het aan u, aan de commissie, om aan te geven of het stuk als richting de raad kan ter besluitvorming. Ik kijk even rond. Wie wil er? Even kijken, ik zie mevrouw Veld, ik zie mevrouw Kok, mevrouw Vogelaar. Ja. Oké. Dan als eerste GroenLinks, mevrouw Veld, gaat uw gang. Ja.

I.M. Feld - GroenLinks

Dank voorzitter. Laat ik beginnen te zeggen dat ik heel blij ben dat deze visie er ligt. Het is naar aanleiding van het amendement van GroenLinks en de PvdA dat deze visie zo uitgebreid is gekomen en ik ben erg blij met het werk dat het ambtelijk apparaat en deze wethouder erin hebben gestoken. Het is een mooi visiedocument met goede startpunten en een duidelijke erkenning voor de rol van de gemeente in het behouden en verstevigen van de sociale basis voor de inwoners van deze gemeente. Het maakt mooi duidelijk welke zaken de leefwereld van inwoners vormen en wat daarin van belang is voor een volwaardig gevuld en rijk leven. Het toont aan wat de basis is die nodig is en de een kan dat met eigen vermogen, eigen kansen en zijn eigen netwerk, en de ander heeft daar meer voor nodig. Dat kan vanuit de kerk of moskee geboden worden, door school of sport, maar daarachter ligt ook altijd weer de overheid die dat moet faciliteren. Of dat nu gaat om het ondersteunen van mantelzorgers en minimahuishoudens, het faciliteren van jongerenwerk en inloopspreekuren bij het sociaal servicepunt of het leveren van een bijdrage aan het onderhoud van de gebouwen van theaters, sportverenigingen en wijkcentra. Er zijn een aantal zaken en functies in het leven van burgers die zo noodzakelijk zijn dat er vrijwel geen discussie over mogelijk is dat dat voor iedereen bereikbaar en beschikbaar moet zijn en om die basis te bieden en gelijkwaardigheid te garanderen is juist een ongelijke behandeling nodig door een gebiedsgerichte en persoonsgerichte aanpak. Uiteindelijk staat of valt het nut van dit visiedocument bij de doorvertaling daarvan in beleids- en uitvoeringsplannen op verschillende terreinen en het uiteindelijke doel, het garanderen van sociale basis, vormt hierbij het uitgangspunt. Dit betekent dus ook dat de aanpak die nodig is geboden wordt en dat financiering daar ondergeschikt aan is als het aan GroenLinks ligt. De zaken uit de sociale basis zijn non-negotiable, ongeacht waar de financiering vandaan haalt. En dit is één van de kaders die GroenLinks dan ook graag mee wil geven. Daarnaast staan er in het visiedocument een aantal vragen geformuleerd die een antwoord nodig hebben en ik wil mijn dank uitspreken voor het feit dat het college zo duidelijk een aantal vragen voorlegt en zo de Raad de gelegenheid geeft om meer kaders mee te geven. Daarnaast denk ik dat een aantal vragen ook te technisch of lastig zijn voor ons om te beantwoorden, maar dat input vanuit professionals, maatschappelijke organisaties en inwoners hierbij kan helpen. Wel zou ik reageren op de vraag of normaliseren simpelweg inhoudt om de gemeentelijke dienstverlening af te bakenen of dat dit hand in hand gaat met het versterken van en intensiveren in laagdrempelige vrij toegankelijke ondersteuning en wat GroenLinks betreft is dit uiteraard het laatste. In het geval dat je slechts gemeentelijke dienstverlening afbakent, wordt namelijk niet erkend dat de hulp die mensen behoeven echt is en dat het wegnemen daarvan ingaat tegen onze zorgplicht als overheid. Door laagdrempelige, vrij toegankelijke ondersteuning te versterken en erin te intensiveren, verschuif je de zorgplicht naar een andere sfeer. Maar voldoe je wel aan de plicht om je inwoners te helpen. De andere vraag waar ik op wil reageren is welke rol de gemeente heeft in het behouden en versterken van de maatschappelijke kracht. Hoewel er zeker ruimte moet blijven voor de maatschappelijke kracht om te bewegen en ontwikkelen, heeft de overheid wel de taak om deze te behouden en te versterken. In deze visie wordt zelf ook al aangegeven dat dit gecreëerd kan worden door het versterken van de sociale basis. En daarin heeft wat GroenLinks betreft de gemeente een belangrijke rol door de gaten op te vullen die kunnen vallen, het vangnet te bieden dat nodig is en de springplank te vormen om mee te kunnen doen. Hoe dat er precies uit moet zien, wordt in de clusters onderin het document al een beetje duidelijk. Maar voor het echte slagen van deze visie is een commitment nodig om dit fundament voor mensen niet te laten verzwakken. Want zonder dat fundament storten er huizen in en het is mijn vraag aan de wethouder hoe zij dan ook verder de vragen die worden gesteld wil gaan beantwoorden en of en wanneer de concrete kaders gesteld gaan worden. Dank u wel.

J. Brokke - VVD

Nou, dat komt mooi uit, want ik heb een interruptie, een mail van de heer Koster.

J.J. Koster - CDA

Ja, bij zo'n fundamenteel document denk ik ook dat het goed is om een fundamentele vraag te stellen. In mijn betoog zal ik ook de maatschappelijke kracht wel benoemen, maar mevrouw Veld benoemde net dat de maatschappelijke kracht de overheid de taak heeft om die te behouden, etcetera. En ik vraag me toch af, de maatschappelijke kracht, dat zijn wij allemaal. Dat vereist primair, zou ik zeggen, de inzet van de samenleving en niet per se de overheid. De overheid moet dat faciliteren, dus is dit echt overheidsgedreven in de ogen van mevrouw Van der Veldt of zit daar de samenleving als basis? Mevrouw Veld.

I.M. Feld - GroenLinks

Vraag. Ik denk dat de samenleving en de overheid dat ook allebei een beetje hetzelfde zijn. De overheid wordt ook gekozen door de samenleving en de overheid kan dingen bieden voor de samenleving. Ik denk dat het absoluut niet begint bij de overheid, maar dat wij dus wel een hele belangrijke rol hebben in het ondersteunen en faciliteren hiervan. Niet alleen omdat om er voor een ander te zijn je in het begin ook gewoon goed voor jezelf moet kunnen zorgen. En als je daar hulp bij nodig hebt, moet de overheid daar ook voor je zijn, maar daarnaast ook om die maatschappelijke kracht aan te kunnen boren. Dat is niet voor iedereen even makkelijk. De een vindt het makkelijker om een handje te helpen of om een netwerk te bouwen dan de ander. Eenzaamheid is een groot probleem en de overheid heeft daar ook een rol in. En tot slot denk ik ook dat er een aantal plekken zijn waar deze samenleving makkelijker elkaar kan vinden. En ook daar denk ik dat de overheid een rol heeft om dat te faciliteren. Als het dus bijvoorbeeld gaat om een sportvereniging of een buurthuis etcetera, dus ik denk dat de overheid daar een rol in heeft, maar zeker niet de enige.

Onbekende spreker

U wel, voorzitter. Ik moest even kauwen, want u ging heel snel in het begin van uw betoog. Ik hoorde u zeggen dat een soort van ongelijkheid juist maatwerk schept en ik hoorde u zeggen, gebiedsgericht, daar ben ik heel blij mee. Ik denk dat we dat vooral met elkaar delen. Tegelijkertijd, aan het eind van het betoog had u het over, maar daar moet voor iedereen hetzelfde zijn en dat is non-négociable. Dus hoe verhouden die twee principes zich tot elkaar? Mevrouw

I.M. Feld - GroenLinks

Ja, ik denk dat het mooie is van deze sociale basis dat we hier met zijn allen stellen wat de basis is. Waar iedereen op moet kunnen leunen en de een kan dat meer op zijn eigen kracht en met zijn eigen netwerk, met zijn eigen vermogen, en de ander heeft er meer hulp bij nodig. En uiteindelijk moet die doelstelling dat iedereen die basis heeft ten grondslag liggen aan al ons beleid. En dat betekent dus ook dat je het nodige investeert om voor mensen die dat niet zelf kunnen, dat alsnog te creëren. En in die zin denk ik dus dat bepaalde zaken zoals jongerenwerk, opbouwwerk, zaken die ook onder een document eigenlijk worden benoemd, daarmee dusdanig noodzakelijk zijn en daarmee non-negotiable zijn, omdat dat bijdraagt aan die sociale basis. Mevrouw

Onbekende spreker

Voor mij scherpte en met name de gospel. Bedoelt u dat het er moet zijn en dat iedereen het moet kunnen bereiken en niet dat in iedere wijk hetzelfde aanbod er moet zijn, toch?

J. Brokke - VVD

Dank u wel, dan schuiven we een plekje op naar mevrouw Kok van de Partij van de Arbeid. Ja voorzitter, dank.

S.G.D. Kok - PvdA

Dank u wel. De afgelopen jaren heb ik als raadslid veel mooie ontmoetingen mogen meemaken. Het gezin waar ik mee naartoe mocht met de schoolmaatjes, een vader en vier kinderen die zijn gevlucht uit Soedan. Samen met het schooltje bereidde deze vader daar oudergesprekken op school voor. De beheerder van het wijkcentrum waar we als PvdA onze algemene ledenvergaderingen houden en de onuitputtelijke hartelijkheid waarmee hij zijn gasten koffie en thee uitserveert. De meiden uit Leidschendam-Noord, die door de jongerenwerker van Sport en Welzijn iedere week worden opgehaald om op de Fransstraat in Voorburg samen te sporten, koken en andere activiteiten te doen. Voorzitter, al deze verschillende activiteiten hebben een gemene deler. Wij maken ze als gemeente mede mogelijk en dan niet alleen als een soort opdrachtgever op afstand. Nee, deze activiteiten met daarachter die talloze professionals en de maatschappelijke organisaties voor wie zij werken, zijn wij misschien ook een beetje zelf als een vooruitgeschoven post van de lokale overheid. Voorzitter, dat is waar wij het vertrouwen wat betreft de PvdA ook weer kunnen terugwinnen bij onze inwoners. Bij die inwoner die eindelijk chocola kan maken van de belastingbrief na een bezoekje aan het SP of al die andere voorbeelden die je kan noemen. En daar moeten we dus ook heel zorgvuldig mee omspringen. De PvdA is daarom blij dat we aangeven in het stuk over de sociale basis dat we regie willen voeren als gemeente en dat we in het stuk ook erkennen dat we een belangrijke rol hebben in het faciliteren van de sociale basis. We sluiten ons voor wat betreft de dankwoorden aan de ambtelijke ondersteuning ook aan bij collega Veld. Maar, en dat merkte mijn collega hiernaast ook al op, in het stuk stellen we ook nog wel heel veel vragen en ook wel hele fundamentele vragen. Mevrouw Veld noemde precies de vragen die mij ook opvielen, namelijk betekent normaliseren dat wij als gemeente gewoon de dienstverlening gaan afbakenen of gaat dit hand in hand met het versterken van laagdrempelige voorzieningen in de wijk? Wat de Partij van de Arbeid betreft is dat net als GroenLinks volmondig dat laatste, want we kunnen en mogen hier als gemeente niet verzaken. Maar we zijn ook erg benieuwd hoe de wethouder het antwoord op deze vraag zou zien en de collega-fracties overigens ook. En, hoe kijken zij naar de leidende principes op pagina 16? Dat zijn volgens mij uitgangspunten die we hier vanavond gezamenlijk willen bespreken, die ook als uitgangspunt zouden moeten dienen. Hoe vult eenieder van u dat in? Ik kan dus eigenlijk nog niet opmaken uit dit stuk wat wij nu als raad, als college, als gemeente het bestuur samen zien als die sociale basis. Zijn het die clusters en die activiteiten aan het eind? Die zien er wel goed uit, wat ons betreft. Maar hoe kunnen we ons er als raad dan van verzekeren dat we dit ook blijven doen? Zeker als we nu ook al de subsidieverordening gaan vaststellen die we zometeen in het agendapunt gaan bespreken. Voorzitter, tot zover de eerste vraag vanuit onze fractie, dank u wel.

L. Vogelaar - D66

Dank u wel, voorzitter. Afgelopen mei bespraken wij met elkaar de startnotitie doorontwikkeling, subsidie, systematiek. We hebben toen als raad gevraagd om een visie op de sociale basis en een wereldbeeld. Of misschien moet ik zeggen, een gemeentebeeld over wat wij onze inwoners aan ondersteuning willen en kunnen bieden, wat moet leiden tot een afwegingskader op basis waarvan de subsidiegelden vanaf 2026 verdeeld gaan worden. Dit stuk doet daartoe een aanzet en ik lees dingen waar ik blij mee ben. Dus ik sluit me aan bij de complimenten voor de ambtelijke organisatie, de uiteenzetting in hoofdstukken is heel helder, want ik ben zeer te spreken over de situatieschets in hoofdstuk twee waarin in concrete termen en cijfers wordt beschreven wat de stand van zaken is in onze gemeente. Ik hoop dit vaker te zien in toekomstige stukken en nog liever zou ik zien dat er daarna ook een link wordt gelegd tussen de heldere situatieschets en de vervolgens benodigde insteek van beleid of probleemaanpak. Maar voorzitter, ik noemde dit stuk bewust een aanzet, want wat D66 betreft, is dit nog echt een begin. Vanaf hoofdstuk 3 raakte ik de draad van dit stuk een beetje kwijt en verdwaalde ik tussen de sferen, clusters, vraagstukken en koersen. De vragen die in hoofdstuk 3 en 4 gesteld worden, zijn zeer terecht. Namelijk, wat moet er versterkt worden in de sociale basis en hoe gaan we dat dan doen? Maar de teksten die daarop volgen beantwoorden deze hoofdvragen jammer genoeg niet echt. Dit gebrek aan aansluiting tussen tekst en hoofdvraag roept bij mij verwarring op en ik zou daarom graag een verduidelijking van de wethouder horen. In hoofdstuk 3 worden wel 8 leidende principes voor toekomstig beleid geïntroduceerd en deze vormen in zekere zin een herijking van de relatie tussen inwoner en gemeente. Hoewel het niet altijd leuk is om te horen of te vertellen, is het een feit dat het stelsel onder druk staat als gevolg van krapte op de arbeidsmarkt, achterblijvende rijksfinanciering en toenemende vergrijzing. Dat is misschien geen leuke boodschap, maar wel de realiteit. We vragen mensen daarom om zaken zelf op te pakken waar mogelijk en doen een beroep op de samenleving, want D66 vertrouwt op de eigen kracht van mensen. Maar de andere kant van die medaille is wel dat daardoor ondersteuning beschikbaar blijft voor de meest kwetsbare inwoners wanneer ze hulp nodig hebben om hun talenten te ontdekken, zelfstandig te wonen, hun financiële zaken te regelen of gelukkig oud te worden. Om dat te realiseren moet er een aantal zaken op orde worden gebracht, zoals geschetst in de 5 nader uit te werken vraagstukken. D66 onderschrijft de noodzaak van het vinden van een oplossing voor deze zaken, maar mist hierin nog een element. De vraagstukken die hier genoemd worden maken onderdeel uit van de gemeenschappelijke en de institutionele sfeer, volgens het model van het Verwey-Jonker Instituut, zoals duidelijk geschetst in hoofdstuk één. De persoonlijke sfeer en de rol die de gemeente daarin heeft, zoals het op orde hebben van noodzakelijke voorzieningen als wonen, werk, inkomen en onderwijs komen hier niet in terug. Kan de wethouder toelichten waarom hiervoor is gekozen en moet het niet alsnog worden opgenomen gezien hun cruciale functie? Voorzitter, de 5 vraagstukken vormen een mooi bruggetje naar mijn laatste punt, namelijk het vraaggericht werken en denken. En niet redeneren vanuit het beschikbare gemeentelijke aanbod, maar vanuit wat onze inwoners nodig hebben. Dat was ook de oproep uiteraard aan het college in eerdere debatten over subsidies. Toch lezen we in dit stuk dat vooralsnog is uitgegaan van het huidige aanbod van de gemeente en we lezen slechts dat de weg naar het vraaggericht werken gaat worden ingezet. Dat vind ik jammer. Natuurlijk kun je niet in één keer het hele huidige bestel omgooien. Dat snap ik ook, maar eerlijk gezegd had ik gehoopt dat we hier wel al verder mee zouden zijn, zeker gezien de heldere analyse die in hoofdstuk twee geschetst wordt. Daarom vraag ik de wethouder, hoe gaan we daar die vraaggerichte instelling toe? Oh sorry, en wat is dan het proces en de tijdslijn?

Onbekende spreker

Ja voorzitter ik hoor collega van D66 zeggen dat ze het jammer vindt dat er eigenlijk niet meteen een concretere stap, even mijn woorden, gemaakt wordt richting de subsidiepartners. Nu heb ik vorige keer wethouder Van Veller horen zeggen dat per 2026 de lopende subsidies aflopen. Wat zou mevrouw Vogelaar nog meer willen zien om dat sneller voor elkaar te krijgen dan 2026?

L. Vogelaar - D66

Nee ja. Kijk, wat ik ook zei, ik snap dat je in die transitiefase niet alles in één keer kan omgooien. Maar ik denk dat de oproep uiteraard heel duidelijk was en ik had gewoon gehoopt dat we al verder zouden zijn met de, hè? Hoe gaan we dat dan in '26 aanpakken? Hoe gaan we dat vraaggericht dan opzetten? En dat lees ik nog niet echt terug.

I.M. Feld - GroenLinks

Nu het mooie betoog toch onderbroken wordt, stel ik ook even gelijk mijn vraag, want ik hoor een aantal kritische punten en daar kan ik me op zich achter vinden. Maar daarin mis ik de visie vanuit D66 zelf, want dit is denk ik bij uitstek ook een visiestuk waarin wij zelf onze kaders mogen meegeven en het enige wat ik tot nu toe heb gehoord is ja een beetje afbakenen is goed, want mensen moeten het ook zelf kunnen. Is dat de visie die D66 heeft op de maatschappij en op de sociale basis? Mevrouw Vogelaar.

L. Vogelaar - D66

Maar de visie van D66 in algemene zin is dat wij vinden dat mensen in eerste instantie zelf aan zet zijn. Wij vertrouwen op die eigen kracht van mensen, maar als het niet lukt dan moet die ondersteuning beschikbaar zijn. Mevrouw Veld.

I.M. Feld - GroenLinks

Dat is op zich, denk ik prima, ja, daar kan ik me nog wel in vinden. Maar waar het schort is dat als je dus enerzijds zegt joh, we hebben te weinig professionele zorg en dat dat stokt. En daar moeten we iets mee dat je dan niet kan eindigen bij je beginzin. Mensen moeten het in principe in beginsel zelf kunnen, want waar moeten ze dan heen als het niet lukt? En ik hoor niks over hoe zorgen we dat we verder in die sociale basis voorzien en hoe zorgen we dat we op die andere terreinen dus als overheid ook aanwezig zijn? En daarom ben ik heel erg benieuwd naar de visie van D66, mevrouw Van den Heuvel, op deze sociale basis. Mevrouw

L. Vogelaar - D66

Twee mensen tegelijk. Dat geeft altijd een beetje error in mijn hoofd. Dus mag ik ineens een recap.

I.M. Feld - GroenLinks

Ja, ik was aan het woord inderdaad, maar nogmaals de vraag, wat ziet D66 dan als de sociale basis? Waarin is de overheid? Waar ligt de rol van de overheid? Dan is dat dus echt helemaal op het einde en dat moet nu dus minder worden. En dan houdt het op, hoe moet ik dat zien?

L. Vogelaar - D66

Laat ik hem beantwoorden met onze verkiezingsslogan van de voorgaande verkiezing: Vrij zijn, laat iedereen vrij zijn, maar laat niemand vallen. Dus ja, mensen zijn in de eerste instantie zelf aan zet, maar wanneer het je niet lukt, dan moet er ondersteuning vanuit het collectief voor hen beschikbaar zijn. Ten

I.M. Feld - GroenLinks

Tenslotte betekent dat wat D66 betreft ook dat er gewoon een aantal voorzieningen zijn die non-négociable zijn, zoals ik in mijn eigen tekst ook al zei, om niemand te kunnen laten vallen of te hoeven laten vallen.

L. Vogelaar - D66

Nou, ik denk dat ik in mijn betoog heel duidelijk heb aangegeven dat er een aantal basale voorwaarden zijn in de persoonlijke sfeer, zoals het instituut wat u zelf in het amendement erin hebt gefietst zegt, en die zijn inderdaad non-negotiable natuurlijk.

L. Vogelaar - D66

Ja, voorzitter. De vijf vraagstukken vormen een mooi bruggetje. Nee, wacht, dat stukje had ik al gehad. De vraag die eruit kwam was: wat is het proces en de tijdslijn voor het werken naar die vragen richting instelling? Ik sluit af met mijn begin. Dit stuk is een aanzet, een begin waarop nog veel verder uitgewerkt moet worden en dat voelt ook wel een beetje ongemakkelijk. Want dat concrete basisniveau aan voorzieningen die wij onze inwoners willen bieden is wat ons betreft, hè? Wij hebben daar onze eigen visie op, maar is in het stuk nog niet heel duidelijk gedefinieerd. D66 steunt de denkrichting waaraan in dit stuk wordt begonnen, maar ziet ook nog wel gaten die verder moeten worden ingevuld. En een sociale basis die moet solide zijn. Daarom spoort de wethouder aan dat ook voor de visie te verzorgen en deze verder door te ontwikkelen en daarmee terug te komen bij de Raad. Dank u wel.

J. Brokke - VVD

Dank u wel, de VVD, mevrouw Van Deun.

Onbekende spreker

Ja dank u wel, voorzitter. Als ik mijn iBabs open, dan begint de tekst over de sociale basis met het raadsvoorstel. Of het de sociale basis is, misschien wel de kern van de missie die de gemeente Leidschendam-Voorburg heeft te vervullen. Maar, voorzitter, volgens mij is deze sociale basis niet alleen de missie van de gemeente, maar die van ons allemaal: van inwoners, maatschappelijk middenveld, de organisaties en wij als gemeente. En Leidschendam-Voorburg is soms ingewikkeld. We zijn in hart toch een dorp en misschien wel meerdere dorpen bij elkaar. We zijn multidivers in samenstelling en tegelijkertijd worden we door onze ligging en problematiek gedwongen als stad te denken en te opereren. Dat betekent nogal wat om in onze gemeente op te groeien, te wonen of ouder te worden. En juist daarom is het belangrijk dat we die missie, de sociale basis, met elkaar delen. En dan gaat het voor ons als VVD Leidschendam-Voorburg niet alleen maar over waar je recht op hebt, maar ook de plichten die het met zich meebrengt om in zo'n gemeenschap, zo'n samenleving te leven en te wonen. Het is niet mijn dag vandaag. Omdat het zo'n ingewikkeld gesprek is met elkaar, vinden we het ook goed, en ik heb de collega's het ook wel even horen zeggen, dat de gemeente hierin nu regie neemt en afwijkt van de traditie om dingen weg te zetten bij de partners en daar te laten. Tegelijkertijd zit daar natuurlijk wel het gevaar in dat het daarmee een overheidsvisie wordt, een abstracte visie en misschien dan ook wel een beetje de gewetensvraag: hoe zorgen we nu dat het niet een tweede sociaal kompas wordt? Een mooie visie, maar waarmee eigenlijk in de praktijk niet echt te sturen valt of keuzes te maken valt? Het tweede principe is ook al even aangehaald en iets wat wij als VVD Leidschendam-Voorburg ook al een aantal keer gezegd hebben, is dat er gedacht wordt vanuit de vraag in plaats van het aanbod. Hoe gaan we daar nu op sturen of belangrijker: op welk schaalniveau gaan we dan sturen? Zoals gezegd is Leidschendam-Voorburg heel divers. Wijken kunnen verschillen in samenstelling, behoefte en/of problematiek. We zijn benieuwd waarom er in dit stuk een wijkanalyse ontbrak. Misschien dat die er wel is, of misschien dat die komt bij de uitvoering, maar we zouden ons zomaar voor kunnen stellen dat je dieper kijkt naar onze kernen, onze straten, onze wijken en wat daar dan nodig is. En dan een derde punt, en misschien is dat meer een observatie? Er worden vijf vraagstukken ontcijferd en het valt mij op dat vooral deze vraagstukken benaderd worden vanuit een zorg- en ondersteuningsnoodbril. Tegelijkertijd gaat volgens mij de sociale basis ook over dingen zoals veerkracht en talentontwikkeling en dat zijn elementen die ik eigenlijk nu mis in deze visie. Hoe kijkt de wethouder hier tegenaan? Een laatste punt, wat wij als fractie ook wel vaker herhalen en wat ik toch hier ook nog even bij op tafel wil leggen, is dat we vooral niet iets nieuws moeten gaan doen. Volgens mij hebben we hele mooie initiatieven, hele mooie organisaties, veel kracht in de wijken. Laten we die niet opnieuw bedenken, invullen, oprichten, maar laten we juist investeren in die basisinfrastructuur juist om te zorgen. Nee, niet alleen om het gevestigde netwerk in stand te houden, maar juist ook ervoor te zorgen dat informeel en formeel elkaar ontmoeten en onze inwoners niet tussendoor of ertussenuit kunnen vallen. Ik zie...

S.G.D. Kok - PvdA

Dank u wel, voorzitter, bedankt, mevrouw. Ik wil mevrouw Van den Heuvel danken voor haar betoog. Ik heb daar een aantal interessante punten en ook overlap met onze ideeën in zien zitten. Ze noemt het woord basisinfrastructuur. Daar zijn wij, nou, de PvdA, die noemt dat al vanaf het begin van deze gesprekken. We hebben dat dat heel erg van belang is. Ik ben wel benieuwd wat de VVD vindt, dat dus blijkbaar ook van belang kan zijn. Vooral Van den Heuvel noemt een aantal onderdelen die wat de VVD betreft daarin zouden moeten. Mevrouw Van den Heuvel, kunt u daar iets meer over zeggen?

Onbekende spreker

We hebben het recent gehad over waar onze inwoners nu naartoe kunnen voor hulp en ondersteuning. Niet alleen het punt waar ze aan moeten komen, maar wat gebeurt er dan als ze daar zijn? En hoe komen ze van organisatie naar organisatie of van ondersteuning naar ondersteuning? En dat is er wel één die echt wezenlijk in onze gemeente mist. Als je het hebt over, en het is niet helemaal sociale basis, misschien zelfs wel eerstelijns, maar het is nog steeds heel raar dat één op de vier kinderen niet vanaf het consultatiebureau Jong Florence aankomt op de voorschoolse educatie, dat hij daar tussenuit valt. Dus vooral die warme overdracht hè? Die keten aan elkaar nieten, zeg ik maar even. Daar zit voor ons heel veel kans tussen en in.

J. Brokke - VVD

Dank u wel, dan ga ik naar de volgende in het rijtje. Dat is de ChristenUnie, mevrouw Stieneke. Ja, dank.

G.E. Steinebach - ChristenUnie

U wel, voorzitter. Voorzitter, laat ik beginnen met een compliment, een compliment voor het grafisch design van de stukken die we krijgen. En dit compliment maak ik veel te laat. Al een aantal maanden zijn de stukken in een nieuw, verfrissend jasje gestoken en naast de esthetische kant lezen dit soort stukken ook eens een stuk fijner, dus compliment daarvoor. Voorzitter, we hebben het vanavond over de sociale basis, de basis, het uitgangspunt, het fundament waarop gebouwd gaat worden aan onze gemeente. Het is een stuk van samen doen met de overheid, met inwoners en met maatschappelijke organisaties. Voorzitter, vanavond heeft de ChristenUnie helaas maar 6 minuten spreektijd voor alle onderwerpen, dus ik kan hier niet te veel over uitweiden en ik hoop natuurlijk dat dat in maart 2026 anders is. Maar de ChristenUnie wil hier wel meegeven hoe belangrijk zo'n stuk kan zijn, want een goede sociale basis kan het verschil maken voor een jongere om te kiezen tussen criminaliteit of een eerlijk inkomen, tussen vrijwilligerswerk of gamen. En voor een oudere om niet in eenzaamheid oud te hoeven worden. Voorzitter, het is een groot, uitgebreid stuk met veel inhoud en met een sterk wetenschappelijk fundament, dus complimenten daarvoor en het stuk heeft de mooie link met het sociaal kompas, want wanneer we zeggen dat ondersteuning terecht moet komen bij diegene die het het hardst nodig heeft, is dat heel fijn wanneer dat gebeurt middels een positief en realistisch mensbeeld. Een uitgangspunt dat terugkomt in bijvoorbeeld de Participatiewet in balans van voormalig CU-minister Schouten. Dus ik ben blij dat ook dit soort principes in Leidschendam-Voorburg onderstreept worden. Toch blijft de ChristenUnie het jammer vinden dat die ondersteuning voor mensen die het het hardst nodig hebben in sommige gevallen blijft haken op 110%. Als we kijken naar het minimabeleid, terwijl dit in de regio op 130 of zelfs 150% ligt. Zeker als je dan kijkt naar de situatieschetsen, persoonlijke sfeer, weten we dat het brein verandert wanneer je te maken hebt met stress zoals financiële stress en dan wordt het best moeilijk om te kijken naar een ander of om te zorgen dat je een gezonde maaltijd kan maken voor jouw gezin. Voorzitter, dan nog een vraag aan de wethouder over hoofdstuk 3.3, vraagstuk 3, prioriteren. Want daar is te lezen dat een deel van de sociale basis op tijdelijke financiering draait, namelijk uit de GALA- en ISAgelden en dat er daarom in de toekomst keuzes moeten worden gemaakt wanneer deze gelden structureel worden, maar minder hoog. We zouden dan hetzelfde moeten doen met minder, waardoor voorzieningen in omvang afnemen of het aantal voorzieningen moet omlaag. Maar het niveau van de overgebleven voorzieningen wordt gehandhaafd. Dan is mijn vraag aan de wethouder: we hebben het hier toch over een sociale basis. Deze sociale basis is toch, zo valt te lezen in het stuk, voor iedereen. Waarom neemt het college dan genoegen met minder geld vanuit het rijk en is de inwoner hiermee de pineut? Waarom kan het college niet ook financieel achter dit fundamentele beleidsstuk gaan staan en zeggen: dit is wat onze inwoners verdienen als sociale basis en we gaan ervoor zorgen dat we dat financieel kunnen bolwerken. Desalniettemin is de ChristenUnie blij dat er bij de begrotingsbehandeling is toegezegd om te kijken of en hoe het sociaal servicepunt kan worden bekostigd. Want veel van deze sociale basis begint bij het SSP. De ChristenUnie kijkt dan ook uit naar de uitkomst van deze toezegging. En dan nog een laatste punt, voorzitter, onderdeel van de sociale basis zijn de maatschappelijke organisaties. De mensen die bij deze organisaties werken, formeel of informeel, zijn de uitvoering van het fundament waar we het vanavond over hebben. Koester deze mensen dan ook en geef hen de ruimte om onze gemeente een stukje mooier te maken. Laat hen niet de dupe worden van bureaucratisering en bezuinigingen, want uiteindelijk maken zij het verschil. Tot zover. Dank u.

J. Brokke - VVD

En volgens mij heeft u nu nog 6 minuten inclusief de interrupties, dus dat moet gaan lukken. Het CDA, meneer Koster. Voorzitter, het...

J.J. Koster - CDA

Het CDA is opgericht met 4 kernwaarden: publieke gerechtigheid, rentmeesterschap, solidariteit en gespreide verantwoordelijkheid. Al deze waarden lezen wij terug in de visie op de sociale basis. Maar vanavond wil ik zeker stilstaan bij de gespreide verantwoordelijkheid en solidariteit. Want, voorzitter, door bijvoorbeeld zo dadelijk te benoemen dat het bij de individuele basis ook gaat om het netwerk rondom het individu, wordt er duidelijk verder gekeken dan individuele verantwoordelijkheid pur sang. We erkennen de gespreide verantwoordelijkheid tussen overheid, de samenleving en de burger. Daarbij is het duidelijk dat met de duidelijke positie van de gemeenschappelijke basis in dit stuk ook solidariteit als waarde geborgd is. Dit leest het CDA ook terug in een sterke verwijzing naar de sociale cohesie als doel. Het CDA kan zich vinden in de 7 uitdagingen en wij kijken uit om in de komende jaren te toetsen hoe we via het sociaal beleid in onze gemeente bijdragen aan de vragen en de uitdagingen. Daarom, voorzitter, kan ik aangeven aan het begin van mijn betoog dat deze visie op de sociale basis op steun kan rekenen van het CDA. Wel, voorzitter, heeft mijn fractie nog wat vragen aan het college. Zo staat dit stuk vol met ambitie op het gebied van sociale cohesie en wijkgericht werken. Het CDA had ook op dit thema eerder een initiatiefvoorstel ingediend. Vanuit mijn fractie de vraag: welke beleidsstukken kan de Raad de komende jaren nog verwachten die de bevordering van de sociale cohesie en het inzetten op wijkgericht werken in het sociaal domein als duidelijk doel gaan stellen? Ook, voorzitter, benoemt het stuk duidelijk de rol van vrijwilligers en de noodzaak dat we vrijwilligers moeten waarderen. Het CDA heeft eerder het voorstel ingediend om een vrijwilligersspeld in te voeren in de gemeente. Op welke manier denkt het college invulling te geven aan de ambitie om vrijwilligers extra te ondersteunen en te waarderen? Daarnaast heeft het CDA bij de behandeling van het nieuwe minimabeleid het belang van investeren in maatschappelijke kracht benoemd. Daarbij was naar onze mening het nieuwe minimabeleid niet specifiek in hoe die investering in maatschappelijke kracht vorm ging krijgen. Graag zou ik van het college willen horen hoe het college de ambitie om meer te investeren in maatschappelijke kracht wil invullen, zonder dat de overheid uiteraard de maatschappelijke kracht van de samenleving overneemt. En daarbij, voorzitter, is het van belang dat bij het uitwerken van het investeren in de maatschappelijke kracht ook het maatschappelijk middenveld, zoals bijvoorbeeld onze wijkverenigingen, aan de voorkant in de brainstormfase bijvoorbeeld al wordt meegenomen. Als laatste een punt van kritiek, voorzitter: het stuk beschrijft een koppeling tussen het inzetten op de individuele basis en de gemeenschappelijke basis en de nodige bezuinigingen die dat als oorzaak kennen. Deze koppeling is onterecht. Hoewel bestrijden van eenzaamheid latere kosten in de zorg absoluut kan verlagen, moet dat niet de reden zijn dat we bijvoorbeeld eenzaamheid bestrijden. Eenzaamheid bestrijden is een goed op zich. Laten we niet vergeten dat inzetten op de gemeenschappelijke basis en het versterken van de gemeenschap een doel is op zich, waar bezuinigingen niet als reden voor hoeven te gelden. Graag zou ik willen weten van het college hoe ze hiernaar kijkt. Voorzitter, concluderend: het CDA staat positief tegenover het voorstel van het college betreffende de sociale basis. Veel van wat wij lezen past bij die ideologische principes van de christendemocratie. Ik wil het college dan ook bedanken voor de manier waarop ze invulling hebben gegeven aan de vraag van de Raad om een visie te ontwikkelen en wij zullen het college uiteraard kritisch volgen om zeker te stellen dat de woorden in dit stuk ook daden worden in de praktijk en kijken uit naar de antwoorden van de wethouder op onze vragen. Dank, voorzitter.

J. Brokke - VVD

Dank u wel en dan ga ik naar Gemeentebelangen. Oh, voordat ik daar naartoe ga, mevrouw Kok met een interruptie.

S.G.D. Kok - PvdA

Dank u wel ja, ik hoor hier in het betoog van de heer Koster echt het CDA als middenpartij terug. Maar ik zou toch graag ook iets scherper willen maken en een van de vragen die we ook al eerder noemden, door hem beantwoord zien over de rol van de overheid in het geheel. Namelijk betekent normaliseren en eigen kracht dat we simpelweg de dienstverlening vanuit de gemeente afbakenen of gaat dat hand in hand met het versterken en investeren in laagdrempelige, vrij toegankelijke voorzieningen in die sociale basis? Dus in hoeverre ziet de heer Koster die rol van de overheid, van ons als gemeente daarin, meneer Koster?

J.J. Koster - CDA

Nou ja, ik denk dat je dan moet starten, hè? Je hebt drie basissen, hè? De gemeentelijke voorzieningen inkorten is een stukje van normaliseren waarin je zegt, de gemeente kan niet alles doen. De samenleving moet meer dragen en dan vervolgens kijk je naar de gemeenschappelijke en individuele basis. Hoe we dat met elkaar gaan vormgeven en daar kan absoluut een investering vanuit de gemeente bij zitten, maar laten we niet vergeten dat bij de gemeenschappelijke en individuele basis ook de vraag komt naar de inwoner en naar de gemeenschap en naar de netwerken. Dus we moeten niet te snel, als we het hebben over normalisering, gelijk zeggen, oh, de overheid gaat deze dienst niet doen, dus we gaan normaliseren, dus we gaan deze dienst nu wel doen. Normaliseren kan ook zijn: iets is niet een overheidsvraagstuk, maar een samenlevingsvraagstuk waar de overheid even niks hoeft te doen, omdat het aan de samenleving moet zijn om dat op te pakken. En daar hoort dan misschien bij een aantal vraagstukken gelijk stoppen met gemeentelijke dienstverlening. Bij anderen moet je kijken, hoe ga je dat transitioneren, want als je een verantwoordelijkheid wil geven aan de samenleving, moet je wel kijken hoe zorgen we ervoor dat niemand door de mand valt? Dus ik denk dat je dat per vraagstuk en per normaliseringselement moet bekijken met elkaar, hoe doen we dat? En ik denk dat je vooral moet onthouden bij elk van deze vragen: er is niet alleen een relatie overheid-burger, er is juist een relatie overheid-samenleving-burger en in die relatie moeten we met elkaar kijken hoe we de normaliseringsagenda uit gaan voeren. Mevrouw

I.M. Feld - GroenLinks

Klinkt al heel mooi, maar daaronder ligt eigenlijk dus een dieperliggende vraag: wat is die basis die wij voor alle inwoners gegarandeerd willen zien en waar ligt daarin de rol voor de lokale overheid volgens het CDA?

J.J. Koster - CDA

Sowieso niet enkelvoudig te definiëren. Ik denk dat je daar, als we het over maatwerk hebben, ook per onderwerp moet kijken. Wat is de gepaste rol van de overheid en ook kijken wat is de gepaste rol van de samenleving en de gepaste rol van individuen in die gespreide verantwoordelijkheid? Ik denk dat dit stuk niet per se een beschrijving bevat van deze voorzieningen moeten we allemaal doen en deze voorzieningen niet, want dat heb je in de verschillende beleidsstukken. We hebben in de vorige raadsperiode of volgens mij het nieuwe minimabeleid met elkaar besproken. Was dat de raadsperiode of raads cyclus daarvoor al? We gaan nog een actieplan jeugd bespreken. In al die plannen zie je de daadwerkelijke doorvertaling van dit gaan we wel en dit gaan we niet doen. Dus waar dit stuk vooral in staat en daar waardeer ik dit stuk heel erg voor, is dat het een doorvertaling is van het sociaal kompas met een visie van hoe zien wij die samenleving? En daar ziet het CDA dus heel sterk die gespreide verantwoordelijkheid en solidariteit en het geeft ons kaders om met elkaar te zeggen, dit zijn de ambities en de uitdagingen die we vervolgens met elkaar gaan doorvertalen in die beleidsstukken en in die lijn willen we hem ook lezen. En dus zullen we in elk beleidsdossier, laten we zeggen, in januari, als we het actieplan jeugd met elkaar bespreken, stel die vraag dan op het gebied van jeugd en dan kunnen we een concrete discussie hebben. Maar om in elk beleidsdossier nu te zeggen, oh, deze subsidie en deze voorziening is nodig, doet eigenlijk onrecht aan de fundamentele discussie die hier zou moeten zijn. En wat is de verhouding overheid burger samenleving en dat we die samenwerking erkennen. Dank u.

J. Brokke - VVD

U wel. Dan gaan we nu naar Gemeentebelangen Leidschendam-Voorburg. Meneer Sleutel en welkom meneer Robbers. Ja.

W.F. Steutel - GBLV

Nee, het is dat geen spreektijd gaf dat van mijn spreektijd af. Voorzitter, dank u wel voorzitter. Deze visie is voor GBLV een lang gekoesterde wens die eindelijk tot stand is gekomen. Lijst van voorwaarden gaat hiermee vanuit centrale sturing gemeentelijk integraal beleid over de domeinen toepassen. Dit biedt mogelijkheden om het welzijn van onze inwoners van Leidschendam, Voorburg en Stompwijk echt centraal te stellen en maatwerk te leveren waar dat nodig is. Lokaal maatwerk zover zegt. Voorzitter, de fractie van GBLV complimenteert het college, wethouder, ambtenaren en alle betrokken partijen binnen deze gemeente voor het opstellen van deze visie op de sociale basis. Ook fijn dat de kennis en kunde is gebruikt van het maatschappelijk middenveld. Voorzitter, de visie is een uitgebreid document dat vraagt om enige basiskennis van het sociaal domein. Dat laat echter ook zien hoe complex en kwetsbaar onze samenleving kan zijn, mede door de vele regelingen die alle betrokken domeinen raken. Tegelijkertijd maakt de visie helder dat maatschappelijke ontwikkelingen vragen om duidelijke keuzes, een effectievere en efficiëntere gemeentelijke sturing. Dat is een koers die GBLV samen met de raad al langer voorstaat. Een regierol waarin de gemeente proactief inspeelt op wat er nodig is. Voorzitter, het is positief dat er een nieuwe subsidieregeling, subsidieverordening in deze visie is opgenomen. Dat er samengewerkt is met subsidiepartijen en dat hun evaluatie van de huidige systematiek mede heeft geleid tot de wens voor een sterke gemeentelijke regie. Dit bevestigt het belang van een duidelijke koers. Van een duidelijke koers die waarom gevraagd wordt. De nieuwe subsidiesystematiek biedt terecht meer ruimte voor monitoring en bijsturing. Wat essentieel is voor een effectieve en toekomstgerichte aanpak binnen de sociale basis. Voorzitter, GBLV waardeert dat de beleidsplannen binnen het sociaal domein toekomstgericht en dynamisch zijn. Deze plannen, zoals de lokale educatieve agenda, de cultuurvisie, integratie- en participatiebeleid, het dynamisch minimabeleid en verder vormen een solide basis voor de toekomst en zo kan lokaal maatwerk ontstaan. Ook het fundamentele gesprek over opvoeden, opgroeien en ontwikkelen past goed bij de inzet op een duurzame en betrokken samenleving, waarbij de inwoner centraal staat en niet meer de instelling. Voorzitter, tot slot wil ik nog even kort ingaan op de subsidieverordening. In de tekst van de sociale basis worden de subsidietafels niet expliciet genoemd als een belangrijk element binnen het sociaal domein. Is daar een reden voor? Ik ga nog even door. Voorzitter, verder wordt in het document aangegeven dat de organieke sturing vanuit de sociale basis over alle domeinen nog verder uitgewerkt wordt. Gezien de doelen die we willen bereiken, is dit een cruciaal aspect. Kan de wethouder aangeven wanneer zij hierover met een raadsvoorstel naar de raad komt? Verder is GBLV blij met de sociale basis. De visie weerspiegelt onze eerdere inzet op maatschappelijk verantwoord verenigen en maatschappelijk verantwoord zorgen binnen het sociaal domein en dit is een belangrijke stap vooruit voor een sociaal beleid dat aansluit op de behoeften en uitdagingen van onze inwoners. Ik sluit af met de vraag waarom nadere samenwerking met de zorginstellingen in onze gemeente niet concreter wordt geduid. Immers, er liggen vele mogelijkheden voor toepassing in de sociale basis voor zowel zorg als domotica, voorzitter, tot zover. Dank u.

J. Brokke - VVD

Wel. Ik zie nog een interruptie van de Partij van de Arbeid van mevrouw Kok. Dank u.

S.G.D. Kok - PvdA

Voorzitter. Ik ben blij om te horen dat de heer Steutel, net als wij en ook andere partijen vanavond, blij is dat de gemeente meer regie kan gaan voeren, hè? Want het is onze verantwoordelijkheid, die sociale basis. Hij zei daarna om te sturen op wat nodig is, maar ik ben heel benieuwd wat dan in de ogen van Gemeentebelangen nodig is. Waar denkt de heer Steutel dan aan in wat we willen realiseren in Leidschendam-Voorburg?

W.F. Steutel - GBLV

Meneer Sleutel, als ik even kijk naar, laten we zeggen, de eerste stap die we nu zetten met die sociale basis, is dat voor ons het begin van een geïntegreerd beleid. En we zijn ook nog in afwachting van een aantal stukken. En we hebben recentelijk als raad ook al een aantal stukken vastgesteld en nu er eigenlijk met deze visie een algemene beleidslijn wordt neergelegd. Waar we als raad al heel lang om vragen, ook in voorgaande periodes. Is dit een aanzet tot een nadruk op concretisering van vele vraagstukken en de sociale basis. Althans, dit stuk biedt niet de oplossing voor iedere vraag die ik heb langs horen komen vanavond, maar geeft wel richting aan de koers waarin we het gaan oplossen. En daar zijn we als raad dan ook actief bij betrokken. Mevrouw Kok.

S.G.D. Kok - PvdA

Ja dank u wel, ik maak op uit het antwoord van de heer Stil dat hij zegt: wat wil, waar wilt u dan op sturen, op geïntegreerd beleid? Dat is volgens mij ook nog steeds een middel en niet een doel. Waar streeft de Gemeentebelangen naar in onze gemeente? Vinden we het belangrijk dat jongeren kansrijk opgroeien? Vinden we het jongerenwerk, vinden we het openstellen van de wijk- en dienstencentra, de bibliotheek, leren lezen en schrijven, daar ben ik een beetje naar op zoek. Kan de Gemeentebelangen daar iets over zeggen? Wat zijn nou jullie doelen?

W.F. Steutel - GBLV

Idealen, ik hoor iedere keer alle voorbeelden die u nu geeft, maar het gaat veel verder. Die sociale basis raakt ook onze ouderen. En ook ons straks en ook daar hebben we voor te zorgen. En het zijn niet alleen dus de jongeren, het is het hele scala waarvoor we klaar moeten staan als gemeente en dat vraagt dus om geïntegreerd beleid. Maar dat vraagt ook dat domeinen binnen de ambtelijke organisatie samenwerken en dat daarop gestuurd wordt. En dat is ook onze vraag aan de wethouder hoe die organieke sturing eruit gaat zien, want dat zal een belangrijke succesfactor zijn in het slagen van de uitvoering van die sociale basis. Mevrouw Veld.

I.M. Feld - GroenLinks

Ja, helemaal eens met wat de heer Steutel zegt. Ik denk dat wat ook een belangrijke succesfactor is, is hoe we omgaan met zaken zoals ISK-gelden, gala-gelden, het zogenaamde ravijnjaar en waar we daarin dus die basis dan neerleggen. En daarom vraag ik de heer Steutel in hoeverre hij dit dan ook ziet als een commitment van onszelf om dus inderdaad te voorzien in deze zaken, ook wanneer dat betekent dat we misschien naar andere financiële mogelijkheden moeten kijken om daarin te kunnen voorzien. Dat

W.F. Steutel - GBLV

Klopt, maar je begint altijd eerst met een uitgangspunt en een visie en dat is die sociale basis. Ik heb al in eerdere commissies aangegeven dat op het moment dat je gaat samenwerken er ook vaak krachten ontstaan die we vooraf niet voorzien en er meer mogelijkheden ontstaan dan nu. Feitelijk zetten we redelijk gesegmenteerd onze actie in op één van de leeftijdsgroepen in onze gemeente. En laten we eerlijk zijn, we maken ons zorgen over de jongeren, maar waar ik me zorgen over maak is al die ouderen die straks opgenomen worden in verpleeghuizen en dat is al dik aan de gang. Ouderen blijven langer thuis wonen, de zorgcontracten met zorgpartijen voorzien daar zelfs al in dat er een soort bonus wordt gegeven om inwoners langer thuis te laten wonen. We moeten ons realiseren, en ik ga nu even voor de ouderen en voor de eigen parochie preken, dat als je kijkt hoe we dat moeten gaan oplossen, dat ik dat een echt heel majeur probleem vind. Dat zullen we samen met zorginstellingen moeten doen. Daar zit kennis en kunde. Er zijn regio's waar het volledig pakket thuis wordt ingezet, dus dat is een geïntegreerde aanpak van al die losse onderdelen die we nu apart aanbieden. Laten we ons daar in ieder geval op richten en zorgen dat ons college ook in contact komt met de bestuurders van de zorginstellingen. De eerste stap om samen te werken is contact.

J. Brokke - VVD

Ja, wie van de twee nou mevrouw Veen? Sorry.

I.M. Feld - GroenLinks

Ja, ik zou graag willen reageren dat ik me enorm kan vinden in en dat de sociale basis wat mij betreft ook niet alleen gaat over jongeren, maar over alle inwoners. En heel mooi dat de heer Steutel deze oproep doet. Ik hoop dat we in de toekomst misschien inderdaad ook zo'n fundamenteel debat zoals we dat over jeugdzorg hebben gehad, ook kunnen hebben als het gaat over ouderen in deze gemeente. Maar ik wil vooral even zeggen dat ik het heel fijn vind om te horen dat het uitgangspunt moet zijn: wat is ons doel, wat willen we voor de mensen in onze gemeente? En ik hoop dat we dat dus ook in de toekomstige debatten vanuit Gemeentebelangen blijven horen. Dat dat nummer één is in plaats van financiën of andere zaken. Mevrouw

S.G.D. Kok - PvdA

Ik heb met interesse geluisterd naar het antwoord van de heer Steutel en ik zie daar een belangrijke prioriteit voor Gemeentebelangen ontstaan. Nou, dat kunnen we beamen inderdaad, ik herken helemaal wat hij zegt ten aanzien van de ouderen in onze gemeente. Ik heb dat bij andere fracties ook gehoord. Ik hoorde de VVD het hebben over het sociaal servicepunt bijvoorbeeld, of de toeleiding van inwoners naar organisaties, ook iets over jongeren. Een kansrijk opgroeien. ChristenUnie noemde het, de SP, GroenLinks en Partij van de Arbeid hebben bijvoorbeeld de wijk- en dienstencentra genoemd. Volgens mij, dat is misschien nog een soort extra vraag om in deze eerste termijn aan de wethouder mee te geven. Volgens mij doen we hier ook een aantal inhoudelijke prioriteiten of dingen op die wij als Raad, of althans die deze fracties van belang vinden, of die wat ons betreft in die sociale basis horen. Kunnen we dan niet in dit stuk dat nu voorligt, dan wel in de subsidieverordening die gaat volgen, dat wat strakker neerzetten? Want

W.F. Steutel - GBLV

Dat is dus een subtiele poging om uw spreektijd te verlengen.

S.G.D. Kok - PvdA

Oh, nee, volgens mij gaat het allemaal op een hoop tegenwoordig, dus ik ben heel bewust van de minuten die wegtikken, maar het is wel goed dat u dit zegt, want ik was even vergeten dat het een interruptie aan u was. Zou de heer Steutel, hoe ziet u dat? Ik begon met dat de heer Steutel iets heel erg belangrijk vindt. Vindt hij het zo belangrijk dat we misschien wel eraan moeten denken om dat ook inhoudelijk vast te leggen in een van die documenten die hier vanavond voorliggen? Ik nodig u...

Onbekende spreker

Ja voorzitter, toch heel even de vraag ook aan mevrouw Kok, want ik geloof dat er twee dingen door elkaar lopen nu. Er wordt nu gedaan alsof er een keuze tussen financiën of een keuze tussen aanbod is. Volgens mij is dit stuk een handvat om te kijken naar het aanbod en niet zozeer om te zeggen dit wel en dit niet. Dus ik ben even benieuwd, hoe vat ik dit nou? Een goede vraag. Wat vindt u?

Onbekende spreker

Nee nou nou ja, volgens mij, want nou laat ik het dan maar gewoon een opmerking maken. Vanavond is niet te bepalen welk aanbod we wel en niet willen. Het is niet het servicepunt wel en de wijkvereniging en dan de blokkenhoek niet. Het gaat erover hoe we kijken naar dit aanbod en niet alleen in de vraag is het er wel of moet het er wel zijn, moet het er niet zijn, maar welk doel moet het ook dienen en welke principes gaan we vragen van deze aanbieders? Dus misschien om dat debat dan maar aan te scherpen?

J. Brokke - VVD

Bent u het daarmee eens? Nee, mevrouw Kok, maar...

S.G.D. Kok - PvdA

Het is denk ik een hele terechte opmerking waar ik graag op wil ingaan, want ik denk dat wij dat eigenlijk wel anders zien, want ik denk dat juist deze stukken ons ook volgens mij bespreken we. Wat is de sociale basis, wat vinden wij dat we te allen tijde in deze gemeente moeten hebben. Dat is wat we voor de PvdA de sociale basis. Volgens mij zou dat ook best wel vragen om wat inhoudelijke keuzes. Is het niet in dit stuk, dan is het wel in de subsidieverordening die we zometeen gaan bespreken, want die dan doe ik alvast een voorschot op dat agendapunt. Die vind ik vrij kaal en juridisch ingestoken, terwijl in andere gemeenten wordt daardoor de Raad die de verordening was dat voor gekozen om daar ook al wat inhoudelijke prioriteiten in mee te geven waar die over moet gaan volgens mij ik zou dat heel prettig vinden om als een soort om als Raad, een soort ankerpunten mee te geven van. Nou ja, in de schaarste die er bestaat vinden we het tenminste dit dit en dit heel erg belangrijk, want dat heb ik persoonlijk voor, heeft mijn fractie heel erg gemist in de gesprekken van voorgaande jaren, waarin eigenlijk gewoon werd gezegd, ja. College stelt de regelingen vast. Er wordt van bepaalde activiteiten en welzijnsorganisatie gezegd dat ze ernstig zorgen hebben over het voortbestaan van bepaalde dingen, hè? Bijvoorbeeld jongerenwerk of de wijken? Het is dat, als wij met zijn allen constateren dat we dat heel erg belangrijk vinden. Waarom schrijven we dat dan niet gewoon op in dit soort stukken? Ik voel daar wel behoefte voor, zeg maar, dus daar zouden we best graag een voorzet misschien voor doen, maar ik zie u heel bedenkelijk kijken.

Onbekende spreker

Wat ik u eigenlijk dan hoor zeggen, is dat in uw ogen de sociale basis een sociaal minimum is, terwijl dit stuk volgens mij iets anders beoogt. En ik ben gewoon even benieuwd of u dat ook beoogde met uw amendement. Want volgens mij vroeg u juist om een visie, een bril om te kijken naar hetgeen we al hebben en niet zozeer om met elkaar te bepraten over wat wel geld moet krijgen en wat niet. Dus dan ben ik nog even benieuwd wat u nou wel met uw amendement beoogde.

S.G.D. Kok - PvdA

Mevrouw Kok: Nou, het amendement beoogt volgens mij precies, maar dan kijk ik ook even naar de mede-indiener naast mij. Wat we hier nu aan het doen zijn, is dus met elkaar wat mevrouw Van Heuvel terecht zegt: eerst de visie, de bril van. Wat is de bril van waaruit we kijken naar dit? Nou ja, hoe we omgaan met die sociale basis en vervolgens ook zou ik althans als raadslid vanuit de gemeenteraad wel de conform uitvoeren om daar ook maar iets mee te kunnen. Vervolgens dus als ik zeg, oh ja, ik zet mijn bril op. En daaruit blijkt dat wij jongeren of dit of dit heel belangrijk vinden, dat we daar vervolgens ook iets mee kunnen in het stuk, ofwel in een verordening. Nou ja, ik vind dat we onszelf die broek best aan mogen trekken als Raad, in plaats van dat we zeggen dat we nu zouden vaststellen: dit is de bril waardoor we kijken. We stellen straks dan die verordening vast. Nou, dat gaat meer over de technische spelregels en dat vervolgens waar we dan echt geld aan gaan geven volgend jaar of in 2026 dat. Ja, nou ja, aan de goden overgeleverd klinkt negatief, maar nou dat dat mijn college regeling wordt vastgesteld, dan zijn wij het kwijt voor mijn gevoel. Mevrouw van

J. Brokke - VVD

Den Heuvel ten slotte en dan wil ik naar meneer Koster en mevrouw Velt en ik zie ook de tijd van de partij.

I.M. Feld - GroenLinks

Ja, ik vraag alleen of ik even mag toevoegen op wat mevrouw zei, want ik denk dat het sociaal minimum eerder genoemd is. Dit is geen sociaal minimum, maar ik denk eigenlijk wel dat het een soort verlengde is van het sociaal minimum. Het sociaal minimum is een bedrag wat wij vinden dat op ieders rekening ongeveer zou moeten staan. En als iemand dat niet zelf heeft, dan moeten wij als overheid erin voorzien dat niemand daaronder zakt. Dat is het sociaal minimum, maar het is breder dan het geld wat je op je bankrekening hebt staan. Het gaat ook over de contacten die je hebt, de dingen die je kunt doen in je leven, en de plek waar je woont. Dat is wat ons betreft die sociale basis en ook daarin zit dus een soort basislijn waar niet onder gevallen mag worden. En als dat wel dreigt te gebeuren, is daar de overheid om daarbij te helpen in ons perspectief. Ik denk dat daar dit stuk ook heel erg mooi in zit en dat daar dus ook een aantal keuzes in gemaakt moeten worden en dat wij daarin ook die kaders kunnen meegeven. Mevrouw van

Onbekende spreker

Ja voorzitter, nog even terug naar mevrouw Kok. Ik snap uw behoefte om te sturen, noem ik het maar even hè? Want die delen we. Een visie is mooi en dan de hoe-vraag. Dus ik zou u eigenlijk uit willen nodigen. Eén van de lessen die we getrokken hebben uit de subsidietafels is dat we als raad eigenlijk niet in die cyclus steeds colleges vaststellen, de uitvraag vaststellen en monitoren, maar om met elkaar op te trekken om juist als raad in die cyclus een rol te pakken. Mevrouw Kok.

S.G.D. Kok - PvdA

Ja, mee eens. Ik denk dat we nou dat is misschien iets waar deze wethouder in het kader van de sociale basis iets over kan zeggen, maar wellicht wethouder Van Weller straks rondom de subsidieverordening ook. Ja, helemaal mee eens, lijkt me een mooi idee.

J.J. Koster - CDA

Ik heb dan nog wel één vraag aan mevrouw Kok ook, want zij wil echt die concrete doorvertaling in voorzieningen etcetera. Die vraag werd mij net gesteld en dan ben ik wel benieuwd. Volgens mij, als ik dit stuk goed begrijp, is dit inderdaad de bril zoals mevrouw Van den Heuvel noemde. Vervolgens hebben wij recentelijk beleidsstukken vastgesteld met bijvoorbeeld concrete voorzieningen. Pak de LEA, als je in de uitvoering kijkt, dan zie je allemaal concrete dingen die de gemeente wil doen. Zie je koppeling aan financiën? Dat is dan, zeg maar, de subsidiëring en dus de subsidieverordening die wij vanavond bespreken is de techniek. Hoe verdelen we het geld? Ik zou het bijna jammer vinden als we in de sociale basis die we vanavond bespreken op elk beleidsdossier precies gaan vaststellen wat we wel of niet gaan doen, want dan wordt dit niet een soort blad wat je op al het sociaal beleid zet, maar dan wordt het het sociale beleid, terwijl het volgens mij de bedoeling is, wij als Raad hebben de bevoegdheid om op al die specifieke domeinen met elkaar in discussie te gaan, wat gaan we doen, wat zijn de ambities en dit is het blad daarbovenop waarmee we kijken. Dus ik snap eigenlijk niet waarom mevrouw Kok nu op elk dossier eigenlijk al wil vaststellen wat we wel of niet gaan doen, want dan wordt dit een soort tanker van een beleidsdocument.

S.G.D. Kok - PvdA

Ja, dat vind ik wel een terechte observatie van de heer Koster. Misschien zijn die opmerkingen en de behoefte tot sturen zit vooral in de relatie tot wat we doen met het subsidiëren van de maatschappelijke organisaties. Maar er werd natuurlijk in het stuk visie sociale basis ook veelvuldig naar verwezen, omdat volgens mij dat veel gaat over die gemeenschappelijke sociale basis, waar toch veel dit soort welzijnsorganisaties in actief zijn. En nou ja nee, al pratend. Nee, dit stuk gaat natuurlijk niet over de sociale basis, het gaat over dat veld en niet per se over de geïndiceerde voorzieningen, zoals bijvoorbeeld WMO, Jeugdwet en het armoedebeleid. Dus in die zin is die koppeling. Ja, is dit stukken die de heer Koster noemt die we apart vaststellen, blijven we ook volgens mij apart vaststellen en ziet dit stuk vooral op het alles wat we daarvoor eigenlijk doen. Dus dan bestaat eigenlijk mijn wens om daarin te kunnen sturen blijven bestaan, want dat gaan we volgens mij verder niet echt terugzien in andere beleidsstukken of verdelingsregels of wat dan ook.

J.J. Koster - CDA

Is mevrouw Kok dan niet met mij eens dat we wellicht bij sociale vraagstukken, zoals we bijvoorbeeld bij minimabeleid deden toen we het ook hadden over investeren in maatschappelijke kracht, verder moeten kijken dan alleen het kleine stukje indicatie, maar moeten erkennen dat alle beleid tussen overheid, samenleving en burger valt en dat we dus bij alle beleidsstukken, bijvoorbeeld bij jeugdzorg, ook moeten kijken naar wat er allemaal omheen de jeugd speelt? Want dan kunnen we vraagstukken adresseren en dat we op die manier te werk moeten gaan, dat deze visie daar een aanleiding toe is.

L. Vogelaar - D66

Voorzitter, ja, ik merk dat de behoefte die mevrouw Kok tot sturing voelt bij mij ook enige verwarring oproept. Aan de ene kant snap ik het, maar als ik het goed herinner uit het vorige debat, dan sluit u ook aan bij het beeld dat we graag willen aansluiten bij de behoefte van onze inwoners en dat we dus eerst die analyse nodig hebben voordat we gaan zeggen, oké, in die wijk is dit nodig en in die wijk is dat nodig. Als je dan vanavond nu al de prioriteiten gaat stellen, loopt u dan niet voor de muziek uit?

S.G.D. Kok - PvdA

Ja, ik denk dat dat deels? Volgens mij ligt het er dan maar net aan hoe nauwkeurig je die prioriteiten gaat stellen, zeg maar. Dus inderdaad, volgens mij moeten we het niet doen op het niveau van: in de Prinsenhof moet er op woensdagmiddag een inloopspreekuur zijn voor bejaarden of zo. Maar zeg je, we vinden vergrijzing en ouderen een belangrijk thema, dus aanbod van bestaande organisaties die daarin iets betekenen, dat vinden we van belang dat dat kan blijven bestaan, maar meer op zo'n niveau. Ja, mag ik overigens ook even een... Sorry, ook een ordevoorstel doen. Nu gaat het door elkaar lopen. Voorzitter, of we vanavond soepel kunnen omspringen met de spreektijden, want ik merk dat ik bij zo'n... Dat zeg ik deels uit eigenbelang, maar het is volgens mij zo'n groot ding, zeg maar. Nou ja, wil de voorzitter alstublieft coulant mee zijn?

J. Brokke - VVD

Minuten zijn er inderdaad bijna om. En wat voor de een het probleem is, is natuurlijk voor een ander een groot belangrijk onderwerp. Maar goed, ik meen, hier sleutelen we het eerste onderwerp afronden, want we zitten eigenlijk al in het volgende onderwerp. Neemt nog niet weg dat het ordevoorstel van mevrouw Kocken er ligt en daar kijk ik u voor aan. En, wat is uw voorstel? Ja, coulant met de tijden, maar dat is een rekbaar begrip.

W.F. Steutel - GBLV

Voorzitter. Dat is dat. Dat maakt natuurlijk de discussie over het andere agendapunt natuurlijk ook heel erg interessant. Zeker, want. Als we nu voor de discussie die we daarover hebben, tenminste, ik neem aan dat we dat als een hamerstuk gaan zien. Gezien het vele werk dat er door velen van jullie is ingezet. Om dan nu dat ook alweer te gaan bepalen. Dingen, ja. Maar wordt het wel heel halfslachtig? Tenminste, dat is toch een beetje mijn beeld en gevoel. Meneer Koster.

J.J. Koster - CDA

Ja, dat is dan reageert op het punt van orde van de PvdA. Wat mijn kijk is, is de. We hebben de spreektijden op een hoop gegooid, waardoor de reactietijd op interrupties nu niet meer van de spreektijd af gaat. Maar de spreektijden zijn daarmee niet verhoogd om rekening te houden met de reactietijden op interrupties. En daar zien we volgens mij allemaal dat de spreektijden daardoor sneller lopen, dus ik denk dat daar misschien in het vervolg dan in ieder geval naar gekeken moet worden. Concreet

J. Brokke - VVD

Per fractie, nee, per fractie 10 minuten, hoor ik.

W.F. Steutel - GBLV

Nee, dat vind ik echt onzin. Ik bedoel 3, 3 minuten voor de PvdA lijkt me mooi zat, want ik bedoel de komende twee agendapunten zijn niet zo ingewikkeld volgens mij. Maar dat betekent ook een andere insteek van u allen denk ik met betrekking tot dat laatste agendapunt, de verordening van onze Raad, want daar zijn uitgangspunten geformuleerd en die laten we eigenlijk nu wel los.

I.M. Feld - GroenLinks

Die verordening is nog niet aangenomen. Allereerst, ik denk dat we het gewoon wel over iets heel belangrijks hebben, dus dat duurt 5 minuten.

W.F. Steutel - GBLV

Maar dan vraag ik de Voorzitter om daar strikt op te handhaven. Er

J. Brokke - VVD

Ligt er een voorstel voor het ophogen van alle spreektijden van alle fracties of alleen voor de Partij van de Arbeid? Nee, ja, even, laat het even helder zijn. Voorzitter, dat...

S.G.D. Kok - PvdA

Dat geldt uiteraard voor iedereen, want wij zijn een solidaire partij. Oké.

J. Brokke - VVD

Nou ja, de SP valt vanavond af in ieder geval voor wat betreft de spreektijden. Dus qua eindtijd moeten we het wel gaan redden. Maar goed, ik kijk even rond. Wat u ervan vindt? Kijk, het probleem is altijd dat mensen of collega's houden natuurlijk rekening met de met de bruggen in de eerste termijn. We hoorden net mevrouw Seinen mag natuurlijk ook daarover wat zeggen, dus dat is altijd het probleem wat daarmee zit en wat voor de een belangrijk is. Misschien staan de onderwerpen verder op de agenda, die weer voor een ander belangrijker zijn, dus dat kan volgens mij nooit een graadmeter zijn waarom we iets zouden moeten uitbreiden of niet, maar goed, het voorstel ligt er 5 minuten erbij. Ik kijk rond. Prima oké dan bij deze. Dan ga ik nu wel over naar de beantwoording van de wethouder. En als u gelijk de functionarissen in functie naast u even zou willen voorstellen wethouder graag. En ondanks de 5 minuten extra denk ik dat het handig is om er ook nog even op te wijzen om de wethouder gaat haar kaartje halen, dus ik heb nog even. Oh, kijk, ik ja bespreek. Daar wordt nu opgehoogd. Om even de interrupties als die er zijn kort en bondig te houden, evenals de antwoorden erop. Ik denk dat dat ook helpt in de discussie. Wethouder. Voorzitter dank.

A.J.W. van Eekelen - VVD

Dank u sociale basis. Ik denk inderdaad en dat merk je ook aan de discussie vanavond in de commissie. Een enorm stuk hè? Maar een eerste aanzet, een aanzet tot en wat we natuurlijk uiteindelijk willen, dat is persoonlijke ontwikkeling, het benutten van talent en het zelfredzaam zijn van mensen, maar ieder op het eigen niveau en zo kunnen mensen zich inzetten voor ook de buurt, de gemeente en voor elkaar die maatschappelijke kracht. Dat is met name heel belangrijk, want wat je ziet is. Los van u heeft natuurlijk een amendement ingediend op de sociale basis. Het rijk vraagt om een sociale basis, maar je ziet ook het hele systeem. Er zijn steeds meer mensen die hulp zoeken of ondersteuning vragen en je ziet dat het hele systeem begint te piepen en te kraken. En wat die sociale basis dan biedt, dat is een aanzet tot een andere kijk. Een kijk dat we zeggen van nou ja, uiteraard iedereen moet kunnen krijgen wat hij nodig heeft, dat willen we bieden. En, het is absoluut niet de bedoeling dat we mensen laten vallen. Dat is zeker niet de bedoeling van de sociale basis. Juist niet, maar het is ook wel een andere manier van kijken. En dat zijn die leidende principes en dan willen we gebiedsgericht willen we gaan kijken, maar ook juist persoonsgericht, dus vraaggericht en kijken van, wat kunnen we nu op een andere manier? We zijn. Ik vond dat de heer Koster het heel treffend zei, we zijn niet als overheid van alles, wij zijn ook de sociale basis, maar wij zijn niet alleen de sociale basis. Er zijn een hele hoop mensen om ons heen, verenigingen, organisaties, instellingen, buurten. Noem het maar op. Dat is ook de sociale basis en daar moeten we met elkaar moeten we kijken van nou, hoe kunnen we nu aan de hand van die leidende principes? Hoe kunnen we nu zorgen? Persoonsgericht gebiedsgericht dat iedereen de hulp krijgt die die nodig heeft en dat is niet een format. Alles uitrollen over de hele gemeente, maar dat is juist inzoomen op en in dat in hoofdstuk twee hebben we geprobeerd om cijfers te geven hè en die cijfers die hebben we natuurlijk en we hebben nog veel meer cijfers en we krijgen ook nog veel meer cijfers en aan de hand van die cijfers willen we ook kijken van hé, daarom is die sociale basis ook iets dynamisch. Hoe kan je nou nog beter aan de hand van monitoring, regie, sturing? Hoe kan je nou nog beter inspelen op de vraagstukken die leven maar die sociale basis? Dat geeft niet een antwoord op alles. Het is niet daarom ook die die die vraagstukken met die dilemma's dat zijn vragen die ook uiteindelijk in het beleid vertaald worden. Dus de sociale basis is als een soort deken over het sociaal domein. Daarboven zit het sociaal kompas en de aanscherping van het sociaal kompas, maar daaronder zitten de verschillende beleidsdomeinen en daar worden uiteindelijk de keuzes gemaakt en daar worden de kaders ook afgegeven en die worden dan ook bepaald. En in die kaders zal bijvoorbeeld hè, heel veel aandacht zijn voor vraaggericht werken. Dat vindt daar plaats ook het toekennen van de middelen. Dat vindt daar plaats. Dat is niet in de sociale basis, alleen de sociale basis, zegt. We gaan door, hè? Dat niemand buiten de boot valt. Dat willen we niet, maar we gaan het op een andere manier organiseren en niet alleen als overheid, maar dus met de mensen om ons heen en die willen we ook gaan activeren en die willen we ook gaan ondersteunen en ondersteunen, onder andere door de subsidieregelingen. U gaf het net ook al aan nou ik ik voor de subsidie verwijs ik even naar mijn collega van Veller, die daar straks uitgebreid op in zal gaan, maar waar de raad ook wensen en bedenkingen kan gaan indienen. Tegen die of tegen of voor de subsidieregelingen, dus dat komt nog allemaal naar u toe. Maar ik neem aan dat wethouder van Veller daar strakjes even op in gaat en die sociale basis met name kijk niet die institutionele sociale basis, dat is professioneel. Daar gaat dit niet over. Dit gaat over de gemeenschappelijke sociale basis met name. En de persoonlijke sociale basis, maar de persoonlijke sociale basis. Daarin is de overheid meer faciliterend dus hè? In het onderwijs wonen arbeidsmarkt, dat is echt dat, daar gaan wij niet. We willen niet achter de voordeur komen. Dat zijn dingen die ook echt bij in iemands persoonlijke sfeer zit. Dat moeten wij dus wel met elkaar gaan regelen oppakken, maar in de faciliterende sfeer. En dus daarom is de persoonlijke sociale basis niet echt heel uitgebreid beschreven. Het gaat meer om dat gemeenschappelijke. Dat is echt waar wij met die sociale basis op op inzoomen. En, hoe gaan we dan zelf meer regie voeren? Nou ja, we gaan meer regie voeren door u had het net ook al even over bijvoorbeeld normaliseren, is dat nou versterken of is dat nou afbakenen nou, het kan allebei. Je kan in eerste instantie zeg ik hè versterken, maar bijvoorbeeld met met met jeugd en en onderste. Keuning bijvoorbeeld van qua vervoer kan je zeggen, nou ja, je je iedereen krijgt zelf een taxi en brengen iedereen overal naartoe, maar je kan ook zeggen, nou, we gaan werken met OV maatjes, of we gaan werken met leenfietsen en dat is ook een beetje dat dat normaliseren, dus dat je echt iemand wel versterkt, maar dan op een andere manier dan wij nu gewend zijn. Laten we ook eens kijken wat iemand dan wel kan en laten we het op die manier proberen in te richten. We willen werkafspraken dus maken met met onze stakeholders met de partijen om ons heen we kunnen gaan subsidiëren in besteden aanbesteden en we kunnen afbakenen. Maar het is echt 1 1 1 1 ja, een organisch geheel het is. Het is niet of het een of het ander het is gewoon we denken na wat er het beste is op een onderwerp op een bepaald moment voor een bepaalde persoon in een bepaald gebied en zo willen we echt in gaan zoomen. En willen we ook als als als overheid dus bijvoorbeeld bij subsidiëring daar veel meer op te gaan letten op die kaders van wat geef je nou mee? Wat wil je, wat vraag je en wat, wat komt eruit, hoe, hoe, hoe loopt het monitoren? En en als het tussentijds anders wordt of de vragen anders wordt, kan je bijsturen, dus dat zijn zaken die we vanuit die sociale basis. Mee willen nemen en anders willen gaan oppakken als als als overheid. Even kijken hoor. En en de wijkanalyse 6 nou ja, die zijn daar gewoon heel belangrijk voor. Je moet heel goed kijken van wat gebeurt er nou in een wijk? We hebben natuurlijk een wijkatlas en we hebben. We hebben ontzettend veel informatie en ontzettend veel cijfers en daar moet je juist op inzoomen dat je goed kijkt van. Nou ja, wat gebeurt er nou en en daar juist als overheid op sturen? Denk dat dat heel belangrijk is en als het gaat om veerkracht en talentontwikkeling, dat is zeker belangrijk, maar dat zie je bijvoorbeeld ook en dat bedoel ik te zeggen met. Het het land in de domeinen. Dat zie je bijvoorbeeld heel erg bij de cultuurvisie. Dat zie je bij bij jeugd jeugd gaat natuurlijk niet alleen maar om geïndiceerde zorg hè, maar gaat ook om. Even kijken. Nou, wat speelt er en hoe en hoe kunnen we met anderen met randzaken eromheen omgaan? Dus het is niet alleen maar geëindigd. Leert dus wel degelijk is jeugd ook heel belangrijk en vandaar ook bijvoorbeeld het fundamentele gesprek, hè? Hoe ga je nou straks keuzes maken? Nou, dat is een van die dingen die onder de sociale basis hangt. En en ook die ketenaanpak. Ik denk dat dat ook heel belangrijk is. Dat is waar we juist denk ik heel erg op inzetten. Als het gaat over de ISA en de Gala gelden. Ja, dat is nog niet heel duidelijk hoe dat hoe dat precies gaat lopen, hoe die met die middelen dus daar kan ik nu nog niet echt een klip en klaar antwoord op geven. En wat met name belangrijk is, is nou ja, wat had ik net over de maatschappelijke kracht? Op basis van die gemeenschappelijke basis en een van de dingen daarvan is wijkgericht werken en met name in WMO beleid zal daar heel duidelijk op ingezoomd worden op dat op dat wijkgericht werken. En daar zullen ook door u dan de keuzes gemaakt kunnen worden en de kaders meegegeven kunnen worden. En ook de vrijwilligers en de mantelzorgers ondersteunen daarvan. Daar zal ook.

J. Brokke - VVD

Ik zie een interruptie van mevrouw Veldhoen.

I.M. Feld - GroenLinks

Ja dank voorzitter. Ik heb twee vragen, allereerst als het gaat over de ISA en Gala gelden, daar is nu weinig zicht op, dus kan nog geen antwoord op gegeven worden, maar juist bij zo'n kaderstellend stuk is het wel belangrijk om te zeggen wat je doet in het geval dat zoiets weg zou vallen, toch? En wat daarin dan de priorisering is, is dat de financiën of zijn dat de doelen die je met elkaar stelt in zo'n stuk? En de tweede vraag is dat ik de wethouder hoor zeggen dat de vragen die gesteld worden in het stuk beantwoord worden in meer specifieke beleidsstukken. Tegelijkertijd hoor ik al wel een antwoord over het normaliseren en hoe je daarmee omgaat. En ik denk dat het juist ook weer iets is wat heel belangrijk is om in juist een wat overkoepelend en kaderstellend stuk mee te geven. Dus ik ben benieuwd naar de visie daarop om juist nu wel die antwoorden ook te geven. Wethouder.

A.J.W. van Eekelen - VVD

Niet dat ik nu aan mij om al die vragen nu te gaan beantwoorden die hierin staan. Die vragen die hierin staan, was meer bedoeld en nog niet eens als een limitatieve opsomming, maar als vraagstukken van nou hè, wat betekent het nou als je zegt, we gaan normaliseren, wat betekent dat dan? En wat zijn de keuzes die je dan eventueel moet maken en die keuzes die worden uiteindelijk gemaakt, bijvoorbeeld straks met het plan Jeugd dat je daar ga je daarop ga je daarover praten en niet hier bij die sociale wet. Het zijn meer de handvatten de uitgangspunten op basis waarvan je straks het beleid kunt gaan vaststellen en dat geldt precies hetzelfde voor de financiën. Kijk, je hebt, je hebt een, je hebt een visie en die visie die vertaal je in beleid en daar zeg je, hé, wat wil je precies gaan doen? Wat is het uiteindelijk, hè? Wat de Raad als kaders meegeeft en dan kom je aan de financiën toe, maar dit beoogt niet om te zeggen van nou financiën staan voorop. Het is een afgeleide van het beleid en de visie op het beleid. Even kijken hoor. Nou dan met name. Bij het opstellen van het beleid volgens mij is dat ook wat die waarden hier stelsel op doelde bij het opstellen van beleid. Daar gaan we ook partijen betrekken, hè? Zodat we ook wat u zegt de zorg.

J.J. Koster - CDA

Ja, sorry, dan wilde ik nog een interruptie plegen op het gedeelte over wijken, want ik was wel benieuwd. U noemt nu specifiek WMO, maar ik ben benieuwd of het college ook nog voornemens is om een soort integraal plan om domeinoverschrijdend gewoon alle beleidsstukken te bekijken. Hoe kunnen we in alle dossiers wijkgericht gaan werken om daar een plan voor te bedenken of wordt dat echt per beleidsstuk apart bekeken en moeten we dat ook als Raad gaan zien, want dat zou ik eigenlijk bijna jammer vinden als die integrale inzet op wijkniveau niet volgt. Nou.

A.J.W. van Eekelen - VVD

Volgens mij is de inzet ook bij het WMO-beleid, maar daarnaast komt het wijkgericht werken wel overal heel duidelijk terug. Dus we hebben er wel een visie op, dus niet een apart stuk, maar het komt wel heel duidelijk overal terug. Over het aansluiten van de zorg en het voorliggend veld en je ziet bijvoorbeeld het langer zelfstandig wonen. Nou, dat vertaalt zich natuurlijk ook terug naar het voorveld. Ook daar gaan we in overleg met partijen kijken, van hoe kunnen we nou met elkaar dat op zijn best stimuleren en hoe kunnen we dan bijvoorbeeld door werkafspraken of bijvoorbeeld door subsidiëring zorgen dat dat beter op elkaar aan gaat sluiten en dat dat beter op elkaar afgestemd wordt? Ik denk dus met name ook dat overleg, en daar begon ik ook mee, om te zeggen die sociale basis, dat zijn we eigenlijk allemaal. Dus niet alleen wij als gemeente, maar ook de verenigingen, instellingen, organisaties en dergelijke en met elkaar bepalen we gewoon van, hoe is die sociale basis, hoe richten we die in, hoe gaan we daarmee om en hoe kunnen we ervoor zorgen dat iedereen zich op zijn of haar manier optimaal kan ontwikkelen? Ja voorzitter, ik heb een beetje hoog over beantwoord, omdat er nog een hele hoop komt, dus dat is misschien niet een heel bevredigend antwoord, maar ik denk dat de heer Van Veller straks nog even kan ingaan op de subsidies. En de rest gaan we ook met elkaar bespreken als we de beleidsstukken gaan bespreken. En we hebben natuurlijk ook al veel beleidsstukken vastgesteld. Laten we dat ook zeggen, hè? Minimaal beleid, cultuurvisie, LEA, RP-beleid. Nou, ik ga ze niet allemaal opnoemen. Ik zie mevrouw Vogelaar.

L. Vogelaar - D66

Ja, dank u wel, voorzitter. Naar aanleiding van de beantwoording van de wethouder zou ik het volgende nog even willen vragen. De wethouder geeft zelf aan: dit is inderdaad een aanzet. Dit moet verder uitgewerkt worden.

J. Brokke - VVD

Ingaan, dus ik wil even inventariseren of de vragen uit de eerste termijn beantwoord zijn en dan kunt u die vragen naar aanleiding daarvan weer meenemen in de tweede termijn. Mijn vraag...

J.J. Koster - CDA

Vraag aan de wethouder over investeren in de gemeenschappelijke basis, individuele basis als een goed op zich en niet gekoppeld aan bezuiniging of zo, hoe ze daar naar kijkt. Ja.

G.E. Steinebach - ChristenUnie

Ik had nog een vraag gesteld over de gelden van de GALA en de ISV wanneer in de toekomst keuzes moeten worden gemaakt. Of de wethouder, waarom de wethouder niet gewoon voor dit stuk staat en zegt eerst visie, eerst dit stuk en daarna. En dan zien we wel hoe we het financieel gaan bolwerken.

J. Brokke - VVD

Oké, dat zijn twee openstaande vragen nog, en dan komen we zo bij uw vraag voor de volgende. Ja, mevrouw Van Eekelen? Ja.

A.J.W. van Eekelen - VVD

Dank u wel, voorzitter. Te beginnen bij de heer Koster. Je moet dat zeker niet zien als een bezuiniging. Dat is zeker niet de insteek. Het is juist de insteek om de krachten te verdelen en om juist ook die maatschappelijke kracht te activeren en naar boven te halen. En ik denk dat als je dat kunt doen, dat je ook de ondersteuning kunt bieden, maar misschien de hele zware zorg op een andere manier geregeld kan worden en dat zou nou juist heel mooi zijn, omdat niet iedereen altijd geholpen is met de zwaarste zorg. Dus hoe mooi is het als je dat dan vanuit die maatschappelijke kracht kunt doen? En dat is geenszins een bezuiniging. En als het gaat over de ISV-gelden, ja, ik heb volgens mij net gezegd, ik weet niet hoe dat nu daarmee staat en of we dat nog krijgen of niet. Als we dat niet krijgen, ja, het gaat om uiteindelijk welke kaders stelt u het beleid? Dus je hebt eerst inderdaad de sociale basis. Dat gaat uit van een basis. En dat vertaal je uiteindelijk in een beleid en daar komen financiële kaders bij. Dus nou ja, ik sta voor die sociale basis. Maar of dat met die ISV-gelden? Dat weet ik niet. Daar gaat dit verder eigenlijk ook niet over. En hoe dat dan verder in beleid vertaald wordt? Kijk, daar gaan we met elkaar over spreken en de financiële kaders die u daar dan weer bij stelt, die zijn al leidend. Ja, dan

J. Brokke - VVD

Gaan we naar de tweede termijn, te beginnen bij mevrouw Veld van GroenLinks.

I.M. Feld - GroenLinks

Ja dank voorzitter, ik moet zeggen dat ik eigenlijk door deze beantwoording iets minder positief ben dan dat ik begon. En dat heeft ermee te maken dat wat ik eerder ook al zei, de kracht van dit document staat of valt bij hoe we hier verder mee omgaan. En als ik vanuit de wethouder hoor ja over het geld, we hebben hier een beetje wat we willen, maar dat wordt verder dan duidelijk. Nou dat ten dele klopt dat natuurlijk omdat wij over het budget gaan als raad, dus dat ligt ook deels bij ons natuurlijk, maar ik hoop wel dat we met elkaar met het college en de hele raad het commitment uitspreken dat we nu een document hebben waarin we dus staan er duidelijk hebben neergezet wat we belangrijk vinden, wat elke inwoner van deze gemeente minimaal zou moeten hebben op verschillende sferen. Dat dat ook leidend is in de keuzes die we verder maken en dat financiën of dat nou van ISV of vanuit GALOP of waar dan ook komt daaraan zeer ondergeschikt zijn. En als we die keuzes niet maken is dit document ook zeer weinig waard en dat zou heel erg zonde zijn. Want er is niet alleen heel hard aan gewerkt, maar ik denk dat het ook een hele mooie visie is op hoe je dingen anders aan kan pakken met de maatschappelijke kracht etcetera.

W.F. Steutel - GBLV

Meneer Sleutel als reactie op mevrouw Veldt. Het is toch mevrouw Veldt? Als ik u de situatie voorleg: als we eerst gaan samenwerken aan de hand van de sociale basis, dan biedt dat toch vanzelf ruimte en een inkijkje in wat de effecten daarvan zijn. En dan pas ga ik ervan uit, moeten we dit bij gaan stellen of niet? Mevrouw Veldt praat in plaats van al direct over budgetten te beginnen.

I.M. Feld - GroenLinks

Nou ja, ik wil juist niet over budget beginnen. Ik vind juist dat het dus belangrijk is dat we vanuit de inhoud kijken en ik heb al meerdere malen gehoord dat Gemeentebelangen enorm veel ziet in het samenwerken en denkt dat daar de oplossingen liggen. Nou, dat zou zo kunnen zijn en dat wil ik graag onderzoeken. Ik weet niet of dat echt zo is, maar ik denk waar het me dus vooral om gaat, is dat inderdaad de inhoud voorop staat. Daarna, wat denken we dat goede manieren zijn om dat te doen, zoals beter samenwerken, meer integraal werken en dat daarna pas de financiën? Waar halen we dat vandaan? Dat dat de volgorde van beslissingen maken zou moeten zijn. En dat wil ik nogmaals meegeven, omdat ik dat niet voldoende terughoor uit de beantwoording.

W.F. Steutel - GBLV

Meneer, sluit nou dat. Volgens mij heeft de wethouder dat heel duidelijk gezegd en de volgordelijkheid waar die nu eigenlijk nog een keer voor het voetlicht brengt. Dat is heel duidelijk en dat is ook gezegd. En dat is volgens mij ook gewoon de strekking van dit stuk, de sociale basis.

I.M. Feld - GroenLinks

Ja, daar ben ik blij om. Dan hoop ik dus inderdaad ook als we het in de toekomst hebben over minimabeleid en over onze subsidieverordening en subsidieregelingen dat we dat nog beter in ons achterhoofd houden, omdat we dat in het verleden hebben gedaan.

W.F. Steutel - GBLV

Dat moet nou de kracht zijn van de sociale basis. Dank u.

J. Brokke - VVD

Is het wat GroenLinks betreft een hamerstuk? Ja, ik denk het.

I.M. Feld - GroenLinks

Het wel. Ik wacht even de andere partijen af, maar ja.

S.G.D. Kok - PvdA

Voorzitter, dank u wel. Ik ben even een klein beetje ook in verwarring, blijf ik achter. Maar ik heb de spreektijd in mijn nek, dus ik durf er ook niet te veel over te zeggen wat ik wel heb. Met nog een vraag nader aan de wethouder, want zij gaf aan bewust van: ik heb bewust heel hoog over beantwoord. Maar we gaan dit stuk wel over twee weken vaststellen en het vormt in die zin, hoor ik uit haar bewoordingen, ook wel een soort richtsnoer voor wat hierna gaat komen. Om dan te kunnen beoordelen of mijn fractie dat ziet zitten, hebben we eigenlijk een vraag nog aan de wethouder: als het wordt aangenomen, wat gaat zij dan morgen anders doen dan wat ze nu al doet? Ja, en op basis daarvan weet ik graag af wat we er dan van vinden en of we er dus nog iets mee willen. Dus ik sorteer wel alvast voor op een bespreekpunt, maar ik hoor dus nog graag af wat mevrouw de wethouder gaat zeggen, dank u wel.

J. Brokke - VVD

Kom ik straks nog even bij u terug, mevrouw Vogelaar. Dank.

L. Vogelaar - D66

U wel, voorzitter. Ja, sorry, mijn excuses. Ja, nee, de beantwoording van de wethouder riep bij mij nog twee vragen op, eentje sluit wel een beetje aan op de inbreng van collega Kok zojuist. De wethouder erkent dat deze sociale basis een begin is, een aanzet tot een bepaalde bril die we opzetten bij het ontwerpen van toekomstig beleid. En op zich, dat heb ik in mijn eerste termijn ook onderstreept, ondersteunen wij de lijn. Maar wat ik wel mis is een soort tussenstap tussen nu zeggen: we hebben de aanzet en de concrete uitwerking komt dan straks bij de beleidsvoorstellen, bij de subsidieregelingen. Maar eigenlijk mis ik dan nog een soort van afronding van die visie, want we hebben nu een aanzet en je wil graag een voltooide visie waarmee je straks aan de slag gaat. Dus ik hoor heel graag van de wethouder, ja, hoe dat afgehecht kan worden en daarnaast had ik nog een vraag gesteld over de vraaggerichte instelling en zeg maar het proces wat de wethouder voor zich ziet om daar te komen in 2026, omdat ik dat in het stuk wat kort beschreven vond, dus daar nog graag een antwoord op, dank u wel.

Onbekende spreker

Voorzitter, ik vond het een goed gesprek, zowel onderling als met de wethouder. En ik denk dat het ook goed is om in het achterhoofd te houden dat dit niet zozeer de beslisboom is, maar meer een bril. Ik had nog een opmerking, want de wethouder ging heel even in op talentontwikkeling en ik snap de redenatie dat je dan meteen bij kinderen en bij onderwijs uitkomt. Maar talentontwikkeling gaat ook over mensen die iets willen organiseren voor de wijk, zich daarin willen ontwikkelen of juist willen ontwikkelen als vrijwilliger. Dus voor de VVD is die breder dan alleen maar opleiding of richting een baan. Misschien toch nog wel even goed om mee te geven. En wat ons betreft mag het dus een hamerstuk zijn. Dank u wel. ChristenUnie.

G.E. Steinebach - ChristenUnie

Ja voorzitter, ik maak me toch een beetje zorgen over de opmerking over de financiën en ik sluit me daarbij aan bij collega Veld. De wethouder zegt dat dit een overkoepelend stuk is en dat we dan bij de verschillende beleidsstukken de financiële kaders kunnen verduidelijken. Maar het vraagstuk prioritering en daarmee de financiën, wat gaan we doen als de Gala en ISA-gelden minder worden, staat niet voor niks in dit stuk. Dus ik ben dan benieuwd naar een onderscheid hoe ik de financiën of het verhaal van de Gala en ISA-gelden moet zien bij dit stuk en wat dan het verschil is bij de financiën van het beleidsstuk dat we dan gaan bespreken. Want dit staat er niet voor niks bij: de Gala en ISA-gelden zijn er om een bepaalde sociale basis in stand te houden. En ja, wat gaat er dan af wanneer die gelden ook minder worden? En ik wil me behoeden dat door die Rijksbeslissingen er inwoners zijn die uiteindelijk bepaalde voorzieningen niet meer krijgen. En dat staat denk ik dan nog los van de aparte beleidsstukken die we samen bespreken wanneer dat weer aan de orde komt. Ja, dus daar maak ik me echt zorgen om en daarom kan ik nog niet zeggen dat dit een hamerstuk wordt. Meneer Koster.

J.J. Koster - CDA

Ik zal het kort houden. Wij steunen uiteraard dit voorstel en zijn er heel blij mee. Ik zou graag zeggen dat we dat eensgezind willen omarmen. Ik wil wel nog van de wethouder weten in welk specifiek beleidsstuk in de komende periode het college gaat horen over vrijwilligers, hoe we die extra willen waarderen, etcetera. En ook mijn fractie overweegt een motie in te dienen richting wijkgericht werken en hoe we dat in dienstverlening willen doen. Dus in die zin zou ik het een hamerstuk willen maken. We bespreken ja ja precies sorry ik draai dit om naar bespreekpunt.

W.F. Steutel - GBLV

Ja voorzitter, het begon zo goed, we waren allemaal blij en we sluiten af en we twijfelen ineens om er een hamerstuk van te maken. Dat vinden ze jammer, want volgens mij is dit gewoon algemene visie. En ja, ik kan me voorstellen dat er een aantal collega's wat watervrees hebben om nu ja te zeggen tegen iets wat we nader uit gaan werken, maar die uitwerking vind ik belangrijker dan nog meer details in dit stuk, want het is al erg ingewikkeld het geheel. Het ademt alleen maar positiviteit uit van we gaan integraal samenwerken, ook in de ambtelijke organisatie. En met daarin de burger centraal. Dus ik bedoel, wat wil je nou nog meer? En de uitwerking daarvan die volgt, en daar zijn wij bij als Raad. En dat geldt trouwens voor de verandering subsidie ook. Er zijn we weer bij, maar goed, dat is voor zometeen. Maar voor ons is het in ieder geval een hamerstuk, want wij willen eigenlijk verder naar de uitwerking. Dank u wel.

J. Brokke - VVD

Wethouder, er is een aantal vragen nog gesteld in deze tweede termijn. Ja.

A.J.W. van Eekelen - VVD

Ik heb er twee genoteerd, een van mevrouw Kok. Wat ga ik nou morgen anders doen? Nou, wat we gaan doen is, dat is als u dat tenminste ondersteunt. Dat is het hele fundament van de sociale basis. En ik noemde het net een eerste aanzet, maar wat bedoel ik daarmee? Een eerste aanzet dat dit gewoon een stuk op zich is of dat niet op zich staat, maar dat vertaald gaat worden in die beleidsstukken en dat is precies wat ik ga doen. Dus bij alles wat wij met elkaar gaan vaststellen en gaan opstellen, dat we daar die leidende principes en dat we daar die sociale basis in meenemen, dus dat dat iedere keer weer terugkomt. En hetzelfde geldt voor het vraaggericht werken. Ook daar zullen wij die omslag moeten gaan maken naar vraaggericht werken. En ook dat zullen wij iedere keer weer in die beleidsstukken meenemen, zodat daar precies komt dat dat aansluit op het vraaggericht werken. Mevrouw Kok.

S.G.D. Kok - PvdA

Ja, kleine aanscherping, mevrouw Van Eekelen geeft een antwoord. Meer procesmatig hè? Van: we gaan dit meenemen in alle stukken die volgen. Ik vroeg me af, wat betekent dit inhoudelijk? Want we zetten hier ook een visie neer inhoudelijk. Dat is een richtsnoer bij je handelen, hè? Ik ben sociaaldemocraat, dat biedt mij richting bij hoe ik kijk naar dingen. Wat is wat, hoe gaat mevrouw Van Eekelen nou het sociaal domein inhoudelijk anders inrichten of misschien ook niet, maar als we dit vaststellen over twee weken?

A.J.W. van Eekelen - VVD

Mevrouw van, nou ja, je gaat ook heel anders naar partners kijken. Je gaat ook werken, afspraken maken met elkaar, hè? Van waar wil je nu precies op gaan inzetten? Vandaar ook dat wijkgerichte en dat gebiedsgerichte en dat persoonlijk gerichte. Waar wil je precies op gaan inzetten? En daar maak je hele duidelijke werkafspraken met je partners die onderdeel ook zijn van die sociale basis en hetzelfde geldt voor de subsidiëring dat we anders gaan subsidiëren, dus de subsidietafels vervallen. We gaan op een andere manier subsidiëren en ook daar zullen die gesprekken anders zijn. En misschien wel met minder partners en misschien wel met, wat staat ook in het stuk hè? Met hoofdaannemers of onder- en onderaannemers. Misschien zullen we soms kiezen om te zeggen, nou, we gaan liever inbesteden, dus dat soort dingen, dat gaan we echt heel anders doen. Ja.

A.J.W. van Eekelen - VVD

Ja, die ging over vraaggericht werken, toch?

L. Vogelaar - D66

Andere verder nog over de, ja moet ik noemen, de afronding, de voltooiing van de visie. Ja nou...

A.J.W. van Eekelen - VVD

Nou ja, kijk, ik ga dan een beetje in herhaling vallen. Dat vind ik ook vervelend. Maar dat vraaggericht hè? Dat is een omslag. Dat is ook dat we zeggen, nou, we willen nu echt meer dan algemeen gewoon echt gaan inzoomen op persoon op gebied. Afhankelijk van de cijfers, dan gaan we ook op monitoren en daar kunnen we dan ook op sturen. Nou, dat komt uiteindelijk via de werkafspraak, via de subsidiëring, maar ook in de beleidsstukken komt dat terug. Dat vraaggericht werken, dus dat komt daar terug. En als u zegt, van ja, wat komt er hierna? Het was niet mijn bedoeling om hierna nog een visie te gaan schrijven. Dit is de visie op de sociale basis en die, als u dat vaststelt, wordt vertaald en die voeren we uit door middel van onder andere de subsidieregelingen en de subsidieverordening. En dus dit is niet een tussenstap met nog een visie, maar wel een tussenstap in die zin dat het vertaald wordt in de beleidsstukken. Dank.

L. Vogelaar - D66

Ja, ik, ik. Ik snap dat de wethouder zegt dat ze niet nog een visie wil gaan opstellen en dat is denk ik ook niet wat ik vraag. Maar wat ik wel heb beargumenteerd, ook in mijn eerste termijn, is dat in dit stuk nu wordt gevraagd, wat gaan we versterken in de sociale basis en hoe gaan we dat doen? En dat de teksten die daar vervolgens op volgen wel uitgangspunten geven, maar nog niet echt antwoorden op die vragen die gesteld worden. En dat blijf ik toch wel ongemakkelijk vinden. Ik hoor geen vraag, kan de wethouder daarop reageren. Ja nou

A.J.W. van Eekelen - VVD

Nou ja, kijk die vragen. Dat is om te laten om die dilemma's te schetsen waar je voor kan komen, waar je aan moet denken. Als je zegt van nou, bijvoorbeeld we kiezen voor anders kijken, voor normaliseren. Nou, dan ga je kijken van is dat versterken, afbakenen? Nou, die discussie hebben we al gehad, dit zijn gewoon dilemma's. Vraagstukken die spelen op het moment dat je kiest voor de sociale basis en die uitgangspunten van de sociale basis en die afwegingen zijn te maken. Maar die afwegingen, dat is geen goed of fout, maar die afwegingen die worden uiteindelijk, worden die. Of die, dat beleid, daar komen die afwegingen weer in terug, dus daar zult u uiteindelijk weer te maken krijgen met deze vragen. Dank. Ik

J.J. Koster - CDA

Ik wilde nog een antwoord op mijn vragen over vrijwilligers, in welk stuk we de waardering van vrijwilligers gaan terugzien. Welk beleidsstuk? Ja.

J. Brokke - VVD

Goed, dan kom ik tot de afronding. Ik wil nog wel even checken of het onderwerp bespreekpunt met alleen een motie is of dat er verder nog resterende bespreekpunten zijn. En dan kijk ik even naar de ChristenUnie, naar de Partij van de Arbeid. In de eerste instantie. Dus een bespreekpunt met als doel het bespreken van de motie of nog openstaande bespreekpunten die wij vanavond nog niet hebben besproken. En waarom we die vanavond niet zouden kunnen bespreken dan? Voorzitter de

G.E. Steinebach - ChristenUnie

De ChristenUnie overweegt een amendement in te dienen over de financiën. Alleen al de

S.G.D. Kok - PvdA

Al om die reden is het wat ons betreft een bespreekpunt, maar wij gaan ook nog even dit laten bezinken. En nou, denk dus graag mee. Prima.

J. Brokke - VVD

Ik hoor een aankondiging van de amendementen, een aankondiging van een motie. Toen concludeer ik hieruit dat het een bespreekpunt is voor die met betrekking tot die twee onderwerpen. Ik dank de wethouder en de ondersteuning voor de bijdrage vanavond en daarmee sluit ik dit agendapunt. En