Het transcript dat je hieronder aantreft is gegenereerd met behulp van computertechnologie.
Hierdoor kunnen de namen van personen en partijen soms foutief zijn weergegeven.
Indien je een fout opmerkt kun je deze gemakkelijk verbeteren door op het bewerk-symbool (het potloodje) te klikken.
Dan gaan wij door naar agendapunt 4.3, dat wij naar voren hebben geschoven bij het vaststellen van de agenda. En dat is het raadsvoorstel vaststellen van de Algemene subsidieverordening maatschappelijke subsidies Leidschendam-Voorburg 2026. En dan nodig ik wethouder Van Veller uit, met of zonder ondersteuning, om aan te schuiven. De fracties van de Partij van de Arbeid en GroenLinks hebben verzocht om agendering van het raadsvoorstel vaststelling Algemene subsidieverordening maatschappelijke subsidies Leidschendam-Voorburg 2026 als bespreekpunt. De fracties willen met de wethouder en de collega-fracties bespreken wat er is veranderd ten opzichte van het huidige subsidiebeleid, welke lessen er uit de meerdere besprekingen in deze raad en uit de externe evaluatie zijn meegenomen en wat dit betekent voor ons maatschappelijk aanbod in de wijk en de organisaties die dat uitvoeren. Nou, dat is bij het vorige onderwerp volgens mij een aantal vragen en een aantal voorschotten er opgenomen. Ik kijk even rond en dan ga ik eerst eens van links naar rechts. Nu Gemeentebelangen, behoefte om inbreng te leveren in de eerste termijn? Jazeker, oké.
Ik heb in het vorige agendapunt aangegeven dat het GBV het belangrijk vindt dat deze woorden een onderdeel zijn van de sociale basis. En dat het stuk in ieder geval duidelijke richtlijnen aangeeft hoe we vanuit die sociale basis ook de subsidieverordening gaan invullen en even wat duidelijkheid geven, dat zijn wij als Raad. Dus wij zijn daar altijd bij. En dat de wethouder daar natuurlijk ook een mening over heeft, dat is duidelijk. Maar we hoeven niet bang te zijn, denk ik, dat het langs ons heen fietst, want dat gevoel kreeg ik een klein beetje in de vorige discussie. Ik begreep dat deze absoluut niet bang voor is en wij vinden dat die verordening gewoon goed in elkaar steekt en richting geeft aan datgene wat in de sociale basis voorligt. Dank u wel.
Ja ja volgens mij een vrij technisch stuk wat er prima uitziet. Er komt een verdelingsdocument aan als ik het goed lees en beantwoording op de vraag vanuit de partners. Ik was daarin wel benieuwd of daar wordt gekeken naar hoe we met nieuwe en innovatieve partners kunnen omgaan en of voor hen ook in de verdeling een wijkgerichtheid kan worden meegenomen.
Dank u wel, voorzitter. Ja, dank aan de portefeuillehouder voor het stuk, vrij technisch van aard en steekt volgens mij prima in elkaar. Levert een heldere set spelregels op. Wel heb ik een vraag en ook een voorstel. De vraag is als volgt: ik meen een discrepantie te zien tussen artikel 8 en artikel 20 en 21. Vrij technisch, maar bear with me. Het gaat over de eisen die worden gesteld bij het aanvragen cq verantwoorden van een subsidie. Bij de aanvraag staat in artikel 8.2 sub a sub 3 dat de aanvrager moet overleggen: informatie over de doelgroep, het beoogde bereik, de doelen, de resultaten en maatschappelijke effecten van de activiteit die met de subsidie bewerkstelligd moet worden. En bij de verantwoording, dat gaat dan over artikel 20.3a en 21.3a, wordt aan de subsidieaanvrager gevraagd een inhoudelijk verslag over de doelgroep, bereik en behaalde resultaten. De doelen en de beoogde maatschappelijke effecten zijn in de verantwoording dus verdwenen. En ik vroeg me even af of de wethouder dat kan toelichten. Ten tweede mijn voorstel, u kent mij als een, nou ja, groot enthousiast van monitoren en verantwoorden. En dit artikel stelt dat de aanvrager van subsidie een plan indient dat aan een aantal eisen voldoet. Dat gaat over, moet ik maar even bijpakken, een vrij lange lijst eisen bij artikel 8.2 sublid 1 tot en met sublid 6. En dat ziet op, nou, de dingen die ik net heb genoemd. En ik stel eigenlijk voor om daaraan toe te voegen dat er in de plannen van de indieners ook iets wordt opgenomen over de wijze waarop het behalen van de gestelde doelen, resultaten en maatschappelijke effecten wordt bijgehouden, met als argumentatie dat je tenslotte geld uitgeeft omdat je iets wil bereiken en dat het dan ook wel aardig is om te weten of dat een beetje...
Uiteraard met oog voor de omvang van de subsidie. We willen geen heel circus gaan opzetten voor kleine bedragen. Daarom lijkt het me logisch om aan te sluiten bij de grens van € 50.000, vanaf waar we ook een accountantscontrole vragen. En ik zou graag van de wethouder horen hoe die daarnaar kijkt. Dank u wel.
Dank u wel voorzitter, ja, eigenlijk precies. We hebben dit stuk geagendeerd en we hebben eigenlijk precies drie vragen die u net aan het begin al noemde. Wat is er veranderd ten opzichte van het huidige subsidiebeleid? Welke lessen zijn er uit die meerdere besprekingen die we in deze Raad hebben gedaan en die evaluatie van Regioplan gehaald en hoe is dat hier in neergekomen? Zeg maar in deze nieuwe verordening en wat betekent dit dan voor ons maatschappelijk aanbod in de wijk? Dank u wel. Dank.
Dank voorzitter. Allereerst zou ik graag, voordat ik mijn eigen tekst begin, willen reageren op de heer Steutel, die zei dat wij er later ook nog gewoon bij zijn als Raad. Dat hoop ik ook. Alleen in deze verordening zie ik eigenlijk alleen dat wij als Raad, als het gaat over het budget, vooral een rol spelen en niet zozeer inhoudelijk meer denken meegeven. Nou, ik zie de wethouder knikken. Ik zou graag willen weten wanneer dat dan zit, want dat heb ik in de afgelopen subsidieregelingen toch een beetje gemist dat we daar in de voorhand bij betrokken worden. En ik hoorde mevrouw Van den Heuvel er daarnet volgens mij ook iets over zeggen bij het vorige bespreken. Daar zou ik graag wat meer handvatten voor willen. Wat GroenLinks betreft draagt de lokale overheid en de overheid in zijn algemeenheid zorg voor haar gemeente en diens inwoners en dat kan op verschillende manieren, waaronder door het verstrekken van subsidies aan organisaties en partners die voor ons de nodige activiteiten verzorgen en hulp en ondersteuning bieden aan zij die dat nodig hebben. De subsidiepartners zijn daarmee onmisbaar in onze rol naar inwoners toe en een belangrijke schakel tussen onszelf en die inwoners. En zo dienen ze ook bejegend te worden als een belangrijk onderdeel van ons, met wederzijds respect en dankbaarheid. En daarin past een sterkere regierol, zoals de gemeente die nu weer gaat pakken. En daarop past ook een goede beoordeling van de aanvragen en duidelijke afspraken over de verwachtingen die we van elkaar hebben en in dat opzicht heb ik een aantal vragen: hebben we voldoende ambtelijke capaciteit om op een goede, integrale manier de aanvraag te beoordelen en van duidelijke terugkoppeling te voorzien? Verantwoording over de subsidies is belangrijk, maar dient ook gestoeld te zijn op een fundament van vertrouwen en samenwerking. Als het college het belangrijk vindt om duidelijk en voortijdig bekend te hebben hoe de verantwoording eruit moet zien, waarom wordt dan aangegeven dat in de subsidieregelingen ook nog extra zaken bevraagd kunnen worden in de verantwoording? En waarom wordt er niks gedaan met het voorstel van ons om bij subsidies boven de €100.000 in samenwerking met de accountants van de organisaties een controleprotocol op te stellen? Ik snap dat dit controleprotocol in eerste instantie door de gemeente wordt opgesteld, maar waarom niet die samenwerking opzoeken? Tot slot over de sociale basis die we net uitgebreid hebben besproken. Dit gaat over zekerheden waar onze inwoners op moeten kunnen rekenen en een basisondersteuning die de gemeente moet bieden om een goed leven te kunnen hebben, laat duidelijk zijn. Allereerst dat subsidies en aanbestedingen absoluut niet de enige manier zijn waarop de gemeente deze zekerheid en ondersteuning kan bieden. De gemeente kan ook zelf meer taken uitvoeren, maar als we dat via subsidies en aanbestedingen doen, zijn deze zekerheid en ondersteuning minstens zo belangrijk en dus ook aan onze essentiële partners. De meerjarige subsidies zijn hier een goede stap in, maar in de verdeling regels wordt deze sociale basis niet benoemd. Daardoor mist er wat GroenLinks betreft een inhoudelijke link met sociale basis en wordt niet vastgelegd wat voor ons kernactiviteiten en functies zijn die non-negotiable zijn. Deze moet je langjarig subsidiëren en vastleggen, ongeacht of financieringsbronnen zoals het ISA en Gala wegvallen, blijft de subsidie van de gemeente dan overeind. Zonder deze zekerheid en ondersteuning in de subsidieverordening is de sociale basis niet meer dan een visie. Kan de koppeling met de sociale basis meer terugkomen in deze verordening of gaat het nog gebeuren in andere stukken? Daarnaast is het binnen de gemeenschappelijke sociale basis aan de gemeente om te zorgen dat organisaties als een bibliotheek, buurthuis of vestigingen van maatschappelijke partners worden gefaciliteerd, onderhouden en toegankelijk zijn voor iedereen. Tot slot de vraag daarom aan de wethouder hoe de exploitatie van deze instituties wordt geregeld en hoe, zoals we eerder zeiden, de stenen van tafel worden gehaald, ofwel buiten de subsidieregelingen worden gehouden. Tot zover, voorzitter.
En dank u wel leden van de Commissie voor uw belangstellende vragen. Ja, een korte toelichting staat ook al in het stuk. Natuurlijk, die subsidieverordening is een technisch raamwerk. Het zijn als het ware de spelregels en we gaan het spel verder spelen op basis van deze regels. Dus heel goed om er aandacht aan te besteden. Tegelijkertijd wil je weinig in de verordening zelf natuurlijk zien over wat we precies, welke poppetjes en hoe we het spel gaan spelen. Maar dat komt allemaal nog en dat is meteen ook een antwoord op de vraag van Gemeentebelangen en de heer Steutel: zijn we er dan nog bij in de toekomst? Ja, want op basis van deze verordening en op basis van de sociale basis die u zojuist heeft besproken en op basis van allerlei beleidsstukken die er al liggen en op basis van die sociale basis ook verder worden ontwikkeld, stellen we zogenaamde subsidieregelingen op. En die subsidieregelingen zijn per thema, die thema's kunt u ook terugvinden in de sociale basis die u zojuist heeft besproken. En per thema identificeren we wat er nodig is aan de activiteiten die we gaan subsidiëren en die omschrijven we vrij goed. We omschrijven ook allerlei andere zaken meer in detail over wat wij dan precies verwachten, want u heeft ons op pad gestuurd met meer regie door de gemeente. Nou, dus die regelingen gaan we echt vrij nauwkeurig omschrijven, daar zijn we nu mee bezig en die krijgt u ook als Raad nog te zien. Dus dat is meteen een antwoord op de vraag van mevrouw Velt. Ja, terecht, hier zie je nog heel weinig inhoudelijks in terug. Maar die regelingen komen voor een zienswijze ook langs de Raad, dus dan kunt u er nog van alles van vinden voordat wij hem als college vaststellen, want het zijn college regelingen, maar ze komen voor een zienswijze terug, dus in dat hele tijdpad richting 2026 houden we daar rekening mee. Dus het voorjaar volgend jaar komen ze uw kant op, vrij vroeg in het voorjaar, want vrij laat in het voorjaar zetten we die regelingen dan uit zoals dat heet en kunnen mogelijke subsidiepartners zich daarvoor inschrijven. En dan zeggen ze: nou, wij willen dit wel voor u gaan uitvoeren met subsidie en dan gaan we in de loop van het jaar die subsidies toekennen op basis van die inschrijving en die spelregels, die heeft u allemaal verder voor ogen. Dus dat is de volgorde en dan ziet u natuurlijk ook veel meer inhoud dan u hier ziet. Dus ja, dan bent u allemaal nog bij en in die subsidieregelingen gaan we ook zoveel mogelijk natuurlijk ook alvast een, en dat is een antwoord op het CDA, wijkgericht werken moet wel zeggen, die subsidieregelingen zijn natuurlijk een tussenstand van het denken dan en dat willen we natuurlijk nog verder gaan inrichten. Nou, daar heeft u het net over gehad, ook met de sociale basis, dus wat dat betreft loopt het allemaal door. Het is niet een eindsituatie, maar wijkgericht werken komt er ook zo. Net zoals in de sociale basis komt het ook in die regelingen al voor, want we zullen natuurlijk per wijk ook misschien wel verschillende activiteiten vragen van de subsidiepartners. Dus dat voor wat betreft wijkgericht werken. Dan heeft mevrouw Vogelaar van D66 een aantal vrij technische vragen gesteld over de verhouding tussen sommige artikelen. Inderdaad, we gaan op basis van die regelingen, maar ook op basis van deze spelregels subsidies toekennen of niet en de essentie van wat we verwachten van inschrijvers die staan in artikel 8 en daarin staat natuurlijk ook dat we bekijken en moeten bekijken en mogen bekijken als subsidiepartners zich inschrijven. Daarin staan ook doelen die ze dan moeten aangeven en maatschappelijke resultaten et cetera en inderdaad in artikel 20 staat dan inderdaad: nou, als we dan terugkijken, dan verwachten we van u ook, dat staat ook bijvoorbeeld in artikel 20 lid 3 sub a bijvoorbeeld dat het bereik van de activiteiten, de bereikte resultaten etcetera moeten worden verantwoord. Ja, we hebben wel en dat heb ik al eerder beloofd, komen we straks op terug ook aangegeven. Bij sommige subsidiebedragen hebben we heel strikt de administratieve lasten en bij sommige mindere bedragen, ja sorry, dan gaan we niet. Dan doen we dat wat lichter, want ik wil echt die administratieve lasten wel beperken. Die subsidiepartners zijn goed in wat ze doen en niet per definitie in het invullen van allerlei formulieren. Et cetera. Het is natuurlijk wel zo: hoe meer geld er omgaat, hoe meer ik bovenop zit, dus dat is veel meer nu gedifferentieerd in deze verordening. Dus inderdaad in mijn ogen staat zowel in artikel 8 wat we van ze vragen als in artikel 20 wat we van ze verwachten na afloop en dan hebben we nog artikel 17 en dat is wel interessant. Dat is namelijk tussentijdse rapportage en eerder ook al schrijven we van nou, sommige langjarige subsidies willen we ook tussentijds bijsturen en in artikel 17 hebben we ook aangegeven bij grotere subsidies dat we ook tussentijdse rapportages willen. En die kunnen dan landen bijvoorbeeld ook in die monitor sociaal domein en dergelijke. Daar hebben we die inhoud ook nodig, want anders gooien we u ook weer dood met nog een rapportage. Het liefst heb ik dat natuurlijk geïntegreerd, want dan krijg je een mooi beeld over de sociale situatie in de gemeente. Daar bouwen we ook verder aan, dus die tussentijdse rapportages in artikel 17 geregeld en het tussentijds bijstellen van de activiteiten is dan weer in artikel, nou ja, dat is ook in een artikel. Ik heb het net nog aangegeven en nu dat is jawel in artikel 7 lid 1 sub d. Tussentijds kunnen we bijstellen om te blijven aansluiten op de maatschappelijke behoefte waarin de activiteit voorziet. Dus je hebt de hele reeks van aanvragen, tussentijdse rapportage, mogelijk tussentijds bijstellen en het verantwoorden. Nou, dat staat allemaal hier in beschreven en dat gaan we verder ook detailleren in die subsidieregelingen, want je kunt je voorstellen dat je over voortgang van jongerenwerk anders rapporteert dan de voortgang van de bibliotheekfunctie, bijvoorbeeld, dus dat kunnen we verder detailleren in die regelingen die u allemaal nog langs ziet komen. Wethouder.
Ja, ik wil de wethouder ook niet nog meer in de rode cijfers werken, maar ik heb toch wel een vraag, want die differentiatie in verantwoording is op zich mooi. Maar er kwam wel een reactie op van joh, je hebt nu een soort middensegment, wat van € 5.000 tot € 100.000 loopt, terwijl als je € 6.000 aan subsidie krijgt, dat is toch wel een degelijk lager bedrag dan € 100.000. Kan daar nog toch wel een reflectie op komen? Waarom daar zo'n groot gat tussen zit?
Ja, dat zou toch in de wethouder financiën in de rode cijfers is natuurlijk nooit goed. Ik wil, want de rode cijfers staan dat ik wil in ieder geval voorstellen dat de wethouder zijn beantwoording in ieder geval kwiek en goed mag doen. Kunt u daarmee instemmen? Ja, prima, wethouder gaat erom. Uw spreektijd is op dus vandaar. Gaat uw gang. U
Spreker: Dus, gaat uw gang. Dank u wel, meneer de voorzitter. Ja, volgens mij zit daar nog een hiaat in van € 50.000. Dat staat dan weer in artikel 20.3B, dus er zit wel degelijk een trapje in van 5 tot 50, 50 tot 100 en groter. Dus het is wel degelijk zo dat het niet één grote zee is tussen 5 en € 100.000. Vrij fundamentele vragen van mevrouw Kok van de PvdA, maar ja, daarom is het ook geagendeerd. Wat is er nou verschillend aan? Wat is er gewijzigd en wat is er verschillend? Nou, laat ik even beginnen. Ik heb u proberen mee te nemen natuurlijk in eerdere keren. Eerst heb ik de evaluatie van die subsidietafels naar u gestuurd en daaruit bleek dat op zich een mooi effect is dat de partners elkaar tegenkomen, maar een nadelig effect is dat het steeds gaat over de knikkers in plaats van de inhoud, omdat alle partners toch wel zoveel mogelijk willen realiseren van hun ambities. Hartstikke goed, alleen die ambities stijgen altijd tot boven het plafond. Als je het bij elkaar optelt, moest uiteindelijk de gemeente zelf een knoop doorhakken. Wat hier fundamenteel anders aan is, is dat wij die knoop van tevoren doorhakken door meer zelf aan te geven: dit verwachten we, dit zijn de bedragen die we ervoor over hebben en wij gaan het toekennen. Dat is eigenlijk wel het fundamentele verschil. En ik wil niet het kind met het badwater weggooien, dus we zetten nog steeds in op ontmoeting en samen op de inhoud praten, maar het gaat niet meer over het geld, de knikkers, dat doen wij meer regie. Dat is eigenlijk het belangrijkste verschil. Voor de rest, wat ik net aangaf, is dat het verschil in administratieve lasten is dat we zwaarder echt meer bovenop zitten als een organisatie, zal ik maar zeggen. "Too big to fail" is voor een aantal organisaties die heel belangrijk werk voor ons doen op heel veel taken. Nou, ik wil echt ook wel echt meekijken met die organisaties, ook op organisatieniveau. Hoe gaat het nu, terwijl andere organisaties kleinere activiteiten doen? Tenminste in omvang kleiner, in belang natuurlijk nog steeds groot, maar in omvang kleiner en daar wil ik juist wat meer vanaf gaan zitten en wat meer, zal ik maar zeggen, terughoudender in allerlei verplichtingen opleggen. We gaan die subsidieregelingen ook echt nauwkeuriger omschrijven. Bij die subsidietafels hadden we een algemeen verhaal waarmee we zo'n tafel op pad sturen, maar die worden nu echt scherper gesteld. En daarom heeft u net ook die subsidie, hoe heet dat, de sociale basis ook besproken. Dus uit dat soort documenten halen we ook echt belangrijke zaken. Bijvoorbeeld het versterken van maatschappelijke kracht, dat we echt ook van subsidiepartners verwachten dat ze ook inzetten op eigen kracht, maar ook in die gezamenlijke kracht. Die vind ik zo mooi. Heel veel organisaties, bijvoorbeeld Woej, heeft 300 vrijwilligers. Nou, dat is prachtig. Het is niet alleen een professionele organisatie, maar ook vrijwilligers, maatschappelijke kracht, etcetera. Dus dat soort zaken kunnen we hier veel meer op inzetten. Dus dat is anders. Wij hebben geleerd, maar we hebben ook samen geleerd. We zijn ook met maatschappelijke partners zelf om de tafel gaan zitten al een paar keer om te kijken: hoe zien we dan de toekomst? En dat zit nu ook in deze verordening verwerkt. Dus ze willen zelf ook wel eens doelstellingen weten waar ze aan toe zijn en dat soort zaken. Er zijn ook nog wat dingen. Activiteiten zijn het uitgangspunt, niet de partijen. Nou, net dat soort zaken heeft u mij ook eerder al op pad gestuurd en dat hebben we allemaal proberen te verwerken. En gaan we nog verwerken met die subsidieregelingen. Wat betekent dat voor het maatschappelijke aanbod? Voordat u...
Uhm wel. Misschien kwam dat ook hier al aan bod, maar ik vroeg me af of de wethouder Van Eekelen, die noemde in haar betoog net een aantal verschillende systematieken: subsidiëren, meerjaren subsidiëren, misschien wel inbesteden. Kunt u daar iets over zeggen in dit geheel? Waar neigt u naartoe of wat is de verhouding of waar ja.
In beginsel gaan we nog steeds uit van subsidie. Dit is ook een subsidieverordening. We kunnen sowieso al zaken inkopen. Daar hebben we al een protocol voor. Inbesteden doen we ook, bijvoorbeeld de binnenbaan, want we zijn voor een procentje eigenaar van de binnenbaan, zodat we kunnen inbesteden, dus die taken, bijvoorbeeld sociale werkvoorziening, reïntegratie, zaken die zij goed kunnen doen, die besteden we in. Dus dat doen we al. Aanbesteden natuurlijk ook heel veel zaken, zelfs ook in de jeugdzorg. In beginsel gaan we nu nog uit van dat we blijven subsidiëren wat we subsidiëren. Wat wel nieuw is, is dat we sommige zaken langjarig gaan subsidiëren en dat is nieuw ten opzichte van die subsidietafels waarin de rechten elke keer weer een nieuwe ronde werden gedaan op alles, dus dat is wel verschillend. Ik kan me goed voorstellen dat we in de toekomst misschien wel in- of aanbestedingsvormen gaan doen, maar we gaan nu even uit van de bestaande activiteiten. Dus verwacht er ook niet gigantische omwentelingen, zou ik ook niet verstandig vinden. Dus we gaan uit van ook het aanbod en activiteiten die er al zijn, maar u heeft me ook op pad gestuurd met de vraag: geef ruimte voor innovatie en nieuwe toetreders. Nou ja, dus daar gaan we natuurlijk ook wel naar kijken. Dus het uitgangspunt is het huidige aanbod, maar we gaan het overzichtelijker maken. We gaan overlap, heeft u me ook gevraagd, overlap gaan we bekijken, nou dat soort zaken. Dus aan de ene kant bestendige lijn. Aan de andere kant is dit echt wel een verschil met de subsidietafel-systematiek die we hadden. Link met de sociale basis heb ik het over grote langjarige subsidies. Ook de bibliotheek valt er ook onder en iets wat er verder nog in progress is, maar echt in de komende jaren dan anders zal moeten, is die hele vastgoedkant, want daar zijn we ook mee bezig, maar dat moet echt nog in elkaar grijpen. Maar dan moet ik eerst mijn vastgoed op een rij hebben en kijken wat hebben we eigenlijk precies? Hangt ook weer samen met de omgevingsvisie. Waar is dat allemaal en moeten we dat misschien beter spreiden? Kortom, we zijn nog lang niet klaar. Zeker.
Nou, ik zie een vinger van mevrouw Vogelaar. Ik ga even een rondje maken om te kijken of alle vragen uit de eerste termijn beantwoord zijn en ik kom bij mevrouw Vogelaar. Op welk antwoord zit u nog met spanning te wachten?
Ja, ja, ik heb, ik heb aandachtig geluisterd naar de beantwoording van de wethouder, maar ik, ik heb toch nog niet het idee dat ik een antwoord heb gehad op mijn eerste vraag, namelijk, wij vragen van aanvragers van subsidie dat zij een plan indienen waarin vijf elementen zijn opgenomen en vervolgens in de verantwoording laten we twee elementen daarvan, namelijk de doelen en de beoogde maatschappelijke effecten, vallen en dat snap ik gewoon niet.
We laten ze niet vallen. Kijk, in artikel 20 staat keurig voorgeschreven, beschreven de aanvraag tot vaststelling hè, dus artikel 20.3.a staat de resultaten wel degelijk in en het bereik van de activiteit ook en de informatie over de doelgroep ook hè? Dus de bijbehorende verplichtingen, dat is natuurlijk het belangrijkste, hè? Dus de subsidieactiviteiten en de bijbehorende verplichting is voldaan en daar komt dat allemaal in terug. Dat is de aanvraag en waar je dan over rapporteert. Dat zit natuurlijk in artikel 20, komt dat terug. Mevrouw
Vogelaar, dank u wel. De resultaten staan inderdaad opgenomen in artikel 20 en 21, maar resultaten zijn iets anders dan het behalen van doelen en maatschappelijke effecten. En ze zijn wel expliciet opgenomen bij de aanvraag. Dus dan snap ik het nog steeds niet.
Nou ja. Als je iets aanvraagt, dan geef je aan: ik verwacht hiervan bij te dragen aan de maatschappelijke effecten, zodat je dat omschrijft. Prima. Vervolgens ga je aan de slag en rapporteer je over wat je hebt gedaan en in hoeverre dat heeft bijgedragen aan een maatschappelijk effect. Kunnen we misschien nog bekijken in die subsidieregelingen of we daar dieper op ingaan. Maar we hebben het hier zo gelaten bij de verantwoording dat je in ieder geval verantwoording aflegt over wat je hebt gedaan en de resultaten daarvan. Goed.
Nog 4 vragen die openstaan. Vraag één, hebben we voldoende ambtelijke capaciteit om op een goede, integrale manier de aanvraag te beoordelen en duidelijk terugkoppeling te geven? Vraag twee, als het college het belangrijk vindt om duidelijk en voortijdig bekend te hebben hoe de verantwoording eruit moet zien, waarom wordt dan ook nog bij de subsidieregeling een aantal extra zaken bevraagd? Vraag drie, waarom wordt er niets gedaan met het voorstel van Woei om bij subsidies boven de € 100.000 in samenwerking met hun accountants een controleprotocol op te stellen, niet van willen, maar van de organisaties? En tot slot, hoe wordt de exploitatie van deze instituties geregeld en hoe worden de stenen van tafel gehaald? Terwijl ze
En ik had ze ook zo mooi opgeschreven. De ambtelijke capaciteit, ja, want wij verwachten veel minder tijd kwijt te zijn aan het begeleiden van subsidietafels waarin men oeverloos flauw oefent. Maar zo stond het wel in de evaluatie. Veel te lang praten over de verdeling van geld en middelen in plaats van over de inhoud. Dus we verwachten die capaciteit, die hebben we, maar dat die ook nog eens een keer bezig is met de inhoud, in plaats van met die capaciteitsverdeling. De verantwoording in de regeling, ja, dat. Ik dacht dat ik dat wel had aangegeven, dat gaat gewoon over. Dat hoeft niet meteen gedetailleerder te zijn, maar we kunnen dat wel meer toespitsen op wat we exact vragen, hè? Zoals ik al zei, wat je aan verantwoording vraagt over de inzet van een jongerenwerker kan iets anders zijn dan je verwacht aan de resultaten waar je over rapporteert. Van nou, ik noem eens wat, de bibliotheek, zei ik net geloof ik, of andere vormen, dus dat kunnen we meer specificeren. De samenwerking met de controle, hè? We gaan een controleregeling opstellen, ja, daar zit onze eigen accountant ook wel bovenop. En dat komt weer omdat uw rekening- en auditcommissie al een aantal keren heeft aangegeven dat ze het belangrijk vindt om met name grote subsidiënten goed onder de loep te nemen. Dus daar maken we nu gebruik van met die controleregeling. Dus wat dat betreft zit onze eigen accountant. Die geeft ons zaken mee die ze al tegenkwamen de afgelopen jaren in die specifieke controles die u dan weer heeft meegegeven, dus dat is de achtergrond daarvan. Dus we kunnen best kijken in hoeverre dat ook aansluit bij wat zij kunnen, maar onze accountant heeft daar behoorlijk, geeft er een flinke vinger in de pap zal ik maar zeggen, dus vandaar dat we echt uitgaan van onszelf hierbij. En tot slot de, oh, daar ben ik hem weer kwijt, de lang. Ik heb hier langjarige subsidie. Oh, de stenen, ja, ik dacht dat ik dat wel had aangegeven dat dat echt iets is wat nog niet klaar is, omdat we dat maatschappelijk vastgoed allemaal op een rij aan het zetten zijn, dus dat zou best kunnen dat het nu nog wel even verweven zit in de huidige subsidies in 26. Ook dat we toch nog wat stenen gaan subsidiëren omdat we er zelf nog niet uit zijn hoe we daar strategisch mee omgaan.
We hebben zo rond? Ja, dan ga ik nu wel naar de tweede termijn met het verzoek aan te geven in hamerstukken of bespreekstuk. Begin ik bij meneer Sleutel. Voorzitter, een hamerstuk. Meneer Koso, hamerstuk. Hamerstuk voor de ChristenUnie, mevrouw Van Deuvel. Een
Wordt slinks naar mij gekeken, maar ik beloof dat het mijn eigen idee was. Nee, ik ga mijn tweede termijn en wat ik nog heb aan spreektijd, oh, dat is toch iets moois, nog even gebruiken om mijn voorstel wat nader over het voetlicht te brengen, want ik heb het gevoel dat dat in de eerste termijn er een beetje is tussendoor geglipt en ik zou nog graag een wat uitgebreidere reactie van de wethouder horen en dat ziet op de eisen die wij stellen aan de aanvrager van een subsidie. In dit voorstel worden er een aantal eisen. Ik noem ze even op: beschrijving van de activiteiten, beoogde doelgroep, doelen, resultaten en maatschappelijke effecten, allemaal hele nuttige logische zaken. Ik vind dat zeker voor de grotere spelers die substantiële bedragen ontvangen dat je ook echt wel mag vragen dat ze af en toe een oogje in het zeil houden van joh, wij hebben publiek geld, dat zetten wij in om bepaalde maatschappelijke effecten te bewerkstelligen. Lukt dat een beetje, kunnen wij daar de vinger aan de pols op houden? En mijn voorstel is om die grens te trekken bij dat bedrag van de accountantscontrole van € 50.000. Daar wil ik best flexibel in zijn afhankelijk wat handig is. Maar ik vind het echt wel zaak om ook bij te houden of het geld wat wij aan een partij verstrekken om voor ons bepaalde activiteiten te ontplooien die bijdragen aan maatschappelijke doelen en welbevinden. Nou ja, of dat een beetje lukt? Dus nou ja, graag een reactie. Zullen we...
Er wordt nu gesuggereerd alsof we helemaal niet bijhouden of helemaal niet vragen om verantwoording over inzet van gemeenschapsgeld. Wat ik heb aangegeven: we gaan nog subsidieregelingen maken. In die regelingen vragen we nog specifieker wat we precies verwachten van subsidieontvangers en subsidiepartners. Maar wat hier al in staat biedt een raamwerk, hè? Er staan wel al tenminste behoorlijk wat eisen aan subsidiepartners, waaronder de aanvraag, maar ook over de verantwoording en dan ook nog tussentijdse verantwoording. En, we kunnen eventueel zelfs langjarig het ook nog bijstellen. Kortom, we zitten er echt bovenop om te vragen om verantwoording, dus wat dat betreft biedt deze verordening alle mogelijkheden om dat zo te doen op basis hiervan en ook nog eens een keer meer gespecificeerd in de subsidieregelingen. Dus het beeld dat nu geschetst wordt dat wij niet vragen wat er met het gemeenschapsgeld gebeurt, ja, daar staan vele bepalingen in deze verordening op basis waarvan we kunnen werken en dat biedt een prima raamwerk om aan de slag te gaan.
Dank u wel, voorzitter. Het beeld dat ik zou schetsen dat wij niet vragen of dat het college niet vraagt om verantwoording, dat werp ik verre van mij, echt waar. Maar ik vind wel dat er echt een verschil zit tussen rapporteren op resultaten en op maatschappelijke effecten. Want uiteindelijk wil je op die effecten sturen en resultaten zijn hartstikke mooi dat we daar informatie over krijgen, maar uiteindelijk wil je iets met je activiteiten. En dat is volgens mij echt een mooie aanvulling op de verordening zoals die nu wordt voorgesteld. Wethouder nog...
Halen we de staat er wordt gevraagd aan de bijdrage aan de effecten en op een gegeven moment in de verantwoording wordt gevraagd of ze inderdaad hebben geleverd wat ze hebben beloofd en de doelstelling et cetera en ook de resultaten die ze hebben geboekt. Dus wat dat betreft nogmaals biedt dit een prima raamwerk om verder aan de slag te gaan. We kunnen het eventueel ook nog meer specificeren. Natuurlijk in die regelingen hè? Daar kunt u ook echt aangeven als het er al niet in staat, want u krijgt straks langs welke maatschappelijke effecten welke regeling op toeziet en dan kunt u nog meer specificeren. Dat zou ook kunnen. Dat ik nu beloof dat ik dat echt ook in die regelingen en de verantwoording daarin opneem. Mevrouw Vogelaar.
Dank u wel, voorzitter. Ik denk dat het verstandig is om nu even de discussie te stoppen, maar ik geef in ieder geval aan dat het voor ons een bespreekstuk is omdat wij twee amendementen gaan indienen. Dank u.
Zeker. De woorden van de heer Van der Schaaf van de SP, die ondersteun ik heel erg. Als een partij een amendement wil, dan zijn wij ook voor een bespreekpunt, want dat steunen wij nog los van de inhoud van het amendement. Maar dank u.
Duidelijke beantwoording, ik zou toch nog wel over die accountant kijken, ik zit niet in die werkgroep en de echt meer technische dingen erachter weet ik niet. Maar ik denk dat die samenwerking wel heel erg belangrijk is om die op te zoeken. Dus ook al begint het bij onze eigen accountant, om dat wel in samenwerking ook te doen met die partij. Omdat ik denk dat dat gewoon logisch is gezien hun rol en hun bijdrage. En over het abonnement kijk ik naar uit. Ik weet nog niet precies wat mijn antwoord daarop is, want ik snap beide kanten, maar daar wil ik nog graag verder over in gesprek. Dank u wel. Dank u.
Wel, dan sluit ik af en concludeer ik dat het een bespreekstuk wordt in de komende Raad. Voor het indienen ook van een tweetal amendementen. Dan dank ik de wethouder en de ondersteuning voor de bijdrage van vanavond en dan sluit ik ook het agendapunt hiermee af. En dan kijk ik even rond of er nog behoefte is aan een schorsing of niet, of dat we door kunnen, dat vermoeden had ik al namelijk. Dan schors ik even voor 5 minuten. Collega's, ik wil gaan heropenen.