Het transcript dat je hieronder aantreft is gegenereerd met behulp van computertechnologie.
Hierdoor kunnen de namen van personen en partijen soms foutief zijn weergegeven.
Indien je een fout opmerkt kun je deze gemakkelijk verbeteren door op het bewerk-symbool (het potloodje) te klikken.
4.2 De lokale educatieve agenda. Het college stelt de Raad voor de lokale educatieve agenda vast te stellen. In de lokale educatieve agenda zijn de gezamenlijke ambities over onderwijs en jeugdbeleid vastgelegd voor de komende 10 à 15 jaar, zodat kinderen en jongeren in Leidschendam-Voorburg zich optimaal kunnen ontwikkelen. Met de lokale educatieve agenda 2024 voldoet de gemeente aan de wet primair onderwijs. De lokale educatieve agenda is een product waarmee partners uit onderwijs en kinderopvang binnen Leidschendam-Voorburg samenwerken aan het verstevigen van de pedagogische basis. Wethouder, welkom. Ondersteuning ook welkom, doe ik maar gelijk die ernaast. Ja, ik denk...
Doe maar gelijk eventjes. Ja ja, onze programmamanager Lea en de beleidsadviseur Lea onderwijs eigenlijk hè ja, toppers mag je ook zeggen, ja. Ga ik even weer
Dank u wel, voorzitter. D66 is blij dat de nieuwe lokale educatieve agenda vandaag voorligt. De laatste educatieve agenda die we hier in de gemeenteraad hebben besproken, dateert alweer uit 2019 en dat is alweer bijna 5 jaar geleden. In de tussentijd, met onder andere een coronapandemie, is er veel gebeurd. Complimenten voor de wethouder en zijn team voor het feit dat zij verschillende onderwijspartners om de tafel hebben gekregen en waarbij op basis van partnerschap is gekeken hoe we de brede ontwikkeling van kinderen en jongeren in onze gemeente kunnen vormgeven en faciliteren. En we lezen goede dingen, voorzitter. We lezen onder meer dat we toekomstige ouders nog voor de geboorte van hun kind gaan ondersteunen. Dat er aandacht komt voor een breed onderwijsprogramma dat gericht is op de brede ontwikkeling van kinderen, oftewel de rijke schooldag. En dat we mbo'ers gaan helpen met bijvoorbeeld beroepsoriëntatie en stageplekken. Mevrouw Krimp benoemde het belang van die groep ook al. Maar voorzitter, u kent D66 ook als partij die kritisch meekijkt op de verschillende onderwerpen in deze raad. Zo ook nu, want hoewel we positief naar de educatieve agenda kijken, zien we ook ruimte voor verbetering. Wat ons betreft hadden we op een aantal punten al best wat concreter kunnen zijn. Voorzitter, de afgelopen jaren hebben we separaat over verschillende onderwijsonderwerpen gesproken en al bekende cijfers en andere feitelijke gegevens ontbreken in deze educatieve agenda. Hoe het onderwijs en de kwaliteit daarvan in Leidschendam-Voorburg er concreet uitziet, is dan ook onbekend. In het bijgevoegde uitvoeringsprogramma doen we een poging met de formulering van algemene doelen, maar waarop deze doelen concreet zijn gebaseerd, is niet duidelijk. Mijn vraag aan de wethouder is dan ook, wat is het vertrekpunt geweest van deze educatieve agenda? En bij het formuleren van de genoemde acties, waar kunnen wij straks als raad op monitoren en bijsturen als dat nodig is? Voorzitter, voor D66 een aantal onderwerpen op een rijtje. In deze raad hebben we eerder gesproken over het bereik van de voor- en vroegschoolse educatie, de VVE. We weten dat er zeker in een aantal wijken kinderen zijn die geen VVE krijgen, terwijl ze dit wel nodig hebben. Ik ben benieuwd waarom we deze aantallen niet genoemd hebben in bijvoorbeeld de analyse van het uitvoeringsprogramma. Hebben we deze aantallen überhaupt paraat en wat gaat de wethouder al dan niet met onderwijspartners concreet doen om het bereik en gebruik van de VVE te vergroten? En ja, we noemen het voorzichtig in de uitvoeringsprogramma's. Verder, voorzitter, ondanks dat we er in eerste instantie zelf niet over gaan, geldt dat ook voor een aantal onderwerpen, zoals het lerarentekort en onderwijsachterstanden. De afgelopen jaren hebben we vaker kunnen lezen en horen over het lerarentekort in Nederland, dat mede daardoor het niveau van onder meer lezen, schrijven en rekenen achteruitgaat. Daar lezen we hier nu niks over. Hoe staat het er in Leidschendam-Voorburg voor op het gebied van onderwijsachterstanden en welk beeld hebben we van een eventueel lerarentekort? Enkele scholen die mijn fractie heeft gesproken geven aan dat het voor hen ieder jaar spannend is of ze alle lerarenplekken kunnen vullen, herkent de wethouder dat? En ja, voorzitter, ik herhaal dat wij primair niet overgaan, maar we weten allemaal dat wij als gemeente belang hebben bij dat we waar mogelijk ondersteunen bij problemen in het onderwijs. En deze educatieve agenda kan daar een middel in zijn, bijvoorbeeld door onderwijsbreed het gesprek over te voeren en partijen die een onderdeel kunnen zijn van de oplossing bij elkaar te brengen. Voorzitter, eerder hebben we ook gesproken over onderwerpen als schooluitval en jongeren zonder startkwalificaties. Helaas lees ik ook hier weinig over terug in deze educatieve agenda. D66 heeft eerder aandacht gevraagd om jongeren zonder startkwalificatie beter te begeleiden. Dat kan via het onderwijs of bijvoorbeeld via het re-integratie- en participatiebeleid en zo jonge inwoners te ondersteunen waar nodig. In het uitvoeringsprogramma lezen we voorzichtig iets over thuiszittende mbo'ers, maar de doelgroep jongeren zonder startkwalificatie is als het goed is breder. We zijn benieuwd of we gemeentebreed inzicht hebben in de groep jongeren zonder startkwalificatie of niet en zo nee, of de wethouder dat alsnog mee kan nemen in de uitwerkingen van deze agenda. Dan, voorzitter, de rijke schooldag. Zoals in mijn inleiding gezegd is D66 blij dat hier aandacht voor komt en dat er middels een denktank bekeken zou worden hoe dit een plaats kan krijgen binnen het onderwijs in Leidschendam-Voorburg. Complimenten hiervoor, want we weten inmiddels dat aandacht voor techniek, muziek, sport en cultuur naast de reguliere vakken goed is voor de brede ontwikkeling van het kind. We willen de wethouder vragen de raad te informeren over de uitkomsten van die denktanksessies en ik hoop dan ook graag op een toezegging. En voorzitter, het benoemen van deze punten moet u vooral zien als een positieve duw in de rug van de wethouder. Want wij zijn blij dat er eindelijk weer een educatieve agenda voorligt en dat we daar met elkaar het gesprek over kunnen voeren, een agenda die zich richt op de komende 10 à 15 jaar. Voorzitter, veel dank. Dank u.
Voorzitter, dank u wel. Voorzitter, allereerst de complimenten aan de wethouder, ambtenaren en betrokken partijen binnen de gemeente voor het opstellen van het voorliggend concept. Overigens moet me wel van het hart, en dan moet ik de adviesraad een beetje gelijk in geven, dat ik in ieder geval de participatie van cliëntenraden en medezeggenschapsraden miste. In dit geheel vragen we daar dan toch nog wel wat aandacht voor, en met de vraag of dat in ieder geval in het vervolg nog mogelijkheden biedt. Voorzitter, in dit geval een agenda met drie programmalijnen: het jonge kind, de school van de toekomst en beroepskansen VMBO/MBO. Dat is op zichzelf een hele mond vol, waar we natuurlijk allemaal vol lof over spreken. Maar het komt erop neer dat er in samenwerking met alle betrokken partijen zal gaan zijn dat VVE, kinderopvang, onderwijs, kunst, cultuur, scouting, sport en zorg, of vergeten we een aantal partijen? Graag een antwoord van de wethouder of dit zo compleet is. Voorzitter, het raadsvoorstel ademt ambitie van een hoog niveau, maar de fractie van GBV vraagt zich wel af hoe deze ambities gaan landen en waar. De vorige spreker gaf het al aan. Het is echt één grote ambitie met ongelooflijk veel aandachtspunten. En hoe gaan we dat realiseren? Want die vraag blijft bij ons hangen. Immers, het blijft afhankelijk van de inzet van de partners. En daar horen we straks van de wethouder van wie dat ook weer zijn, maar voorzitter, met een budget van €61.000. Hoe kan de aan te stellen programmamanager hiermee uit de voeten? Hij of zij is ook nog eens een keer afhankelijk van de inzet van betrokken partijen. Graag een reactie hierop, voorzitter.
Ik denk dat het belangrijk punt wat collega Steutel aanhaalt, inderdaad het beperkte budget is. Heeft GBOV ideeën over hoe we dat budget kunnen uitgeven of hoe we eventueel andere budgetten kunnen aanboren? Ja, voorzitter.
Nu komt de afsluiting van mijn betoog. Dus we zitten er klaar voor, die koop ik in. Ja voorzitter, ik zet de logo's van alle betrokken partijen en ook die van ons maar even opzij. En laten we nou eens gaan samenwerken in het sociaal domein, jeugdzorg, onderwijs en subsidietafels en mogelijk met nog meer partijen. Ik las vandaag, ik ben even kwijt waar, dat was niet het geval bij Zorgvisie, dat in ieder geval één van de bestuursleden van een landelijke stichting ook pleit om niet te gaan ontschotten, maar om wel samen te gaan werken en de financiële middelen van alle beleidsterreinen die er zijn in gemeenteland, maar ook bij provincie en rijksoverheid zou ik bijna zeggen, om daar te gaan kijken. Kun je nou die doelen niet inzetten om de sociale en pedagogische basis vorm en inhoud te geven? Hiermee werken we daadwerkelijk samen waarvoor we op aarde zijn. We doen het allemaal voor het kind, voorbereid op zijn of haar toekomst, niet waar? Of zie ik dat toch?
Dank u wel, voorzitter. Meneer de heer Steutel vraagt aan de wethouder hoe het zit met de budgetten voor dit plan. Daaruit lijk ik te begrijpen dat hij het belangrijk vindt dat er voldoende budget is. Maar als ik me niet vergis, is de heer Steutel lid van een van de twee grootste coalitiepartijen in deze raad. En de raad stelt volgens mij voor het grootste deel onze budgetten vast. Als de wethouder straks ontkennend reageert, van nou, er is misschien wel meer nodig, zou de heer Steutel en zijn partij dan bereid zijn om die budgetten te vergroten? In een kadernota debat bijvoorbeeld, of later. Dank u wel, voorzitter.
Ja mevrouw Kok, die koppeling ga ik even niet in, waar ik al heel lang voor pleit, is dat je vanuit de verschillende beleidsterreinen samen kijkt naar die ene doelstelling en dan kijkt hoe je met de beschikbare middelen die daar zijn, hoe je daar beter effectief of een beter bereik mee kan sturen. En ik ben ervan overtuigd dat dat kan. Even als voorbeeld, stel voor, we hebben twee gezinnen met hetzelfde inkomen, dezelfde situatie; de één houdt over en de ander niet. Het is een kwestie van prioriteiten stellen, samenwerken en dingen slim doen, en dat kan in gemeenteland ook. Alleen, daar moeten we dat willen. Daar pleiten we al heel lang voor en wij gaan niet gelijk zeggen dat er meer geld bij moet. Nee, laten we eens kijken wat we met alle beschikbare middelen op de verschillende beleidsterreinen kunnen realiseren met de focus op het traject dat we nu in ieder geval eigenlijk beschrijven in de LEA.
Mevrouw Kok: Ja, dan kan het. Als ik het goed begrijp, vindt de heer Steutel dat er niet extra geld zou moeten naar de LEA als de wethouder straks zou antwoorden. Nou, het is inderdaad misschien krap en we hebben zoveel ambities en zo. Nou.
Het is allemaal voor het kind, voorbereid op de toekomst, niet waar? Natuurlijk pleit GBV niet voor ontschotting, maar wel voor samenwerken aan dit gemeenschappelijke en maatschappelijke doel van de wieg tot het graf. Daarvoor is het nodig dat wij als partij deze samenwerking onderschrijven. Dan pas is de rol van een programmamanager zinvol. Zo denken wij. Dank u wel. Dank.
Veel leuk hè? Zit ik even te kletsen dan? Voorzitter, voor de ChristenUnie is het belangrijk dat we samen met verschillende partijen, onderwijs, opvang, consultatiebureau, gemeente en nog zoveel meer de handen ineen slaan om kinderen en jongeren zich optimaal te laten ontwikkelen. Daarbij is onderwijs belangrijk, maar ook de ontwikkeling op sociaal, persoonlijk en cultureel gebied. Denk bijvoorbeeld aan die rijke schooldag, kwam net al ter sprake, en kansengelijkheid bevorderen, waardoor uiteindelijk een soepele samenwerking tussen die partijen ontstaat. En ik zal kort zijn. De LEA is gewoon echt een goede basis om dat de komende jaren centraal te zetten, ieder vanuit zijn eigen rol. En dat zal heus inderdaad in samenwerking nog soms wel knetteren, maar dat is juist goed om dingen op scherp te zetten. En dus wij zijn juist heel blij met dit gedragen document tot zover.
Ja dank u wel voorzitter, ja. Een prima document met goede ambities, goede doelstellingen. Waar ik dan wel even schrik in de Commissie is dat er dan alweer gelijk truttig gedaan wordt over geld dat nodig is. Investeren in kinderen is altijd goed en wij zijn een van de rijkste gemeentes in Nederland. Dus laten we daar nou niet terughoudend in doen als het allemaal om investeren in kinderen gaat. Ik heb daar wel een stuk al iets opmerkelijks gezien en daar had ik ook wel een vraagje over aan de wethouder. Er wordt op een gegeven moment gesproken, ik pak het er even bij, over verkiezingen, 2026. Wat is daar de angst van de wethouder? Want als ik aan 2026 verkiezingen denk, dan denk ik dat het alleen maar socialer gaat worden en is het niet echt een risico, want het wordt op een gegeven moment als risico aangemerkt in het document. Misschien zou de wethouder daar iets over kunnen zeggen. Dank u wel. Dank u wel, mevrouw.
Ja dank u wel, voorzitter. Het is een welbekende uitspraak die ik ook hier al een aantal keer heb gehoord. Kinderen zijn de toekomst, maar daarnaast zijn kinderen ook een belangrijk onderdeel van het heden en een reflectie van het verleden. Want keuzes en ontwikkelingen van jaren geleden beïnvloeden de kinderen en jongeren van nu en plannen die nu worden gemaakt, hebben enorme invloed op de jongere generaties. Nu direct, maar ook in de toekomst. Dus moet in al ons beleid de jongere generatie serieus worden meegenomen en is een stuk als de LEA bij uitstek de plek om echt goed na te denken over wat deze generatie nu en in de toekomst nodig heeft, maar ook om te reflecteren op onze invloed op hun huidige staat. Ontwikkelingen zoals digitalisering en sociale media hebben als gevolg dat er veel meer telefoonverslaving is, kinderen meer in de online wereld leven en er meer agressie en polarisatie is ontstaan. Tussen groepen maken kinderen steeds minder makkelijk contact en de mentale gezondheid van jongeren is er slecht aan toe. Steeds meer kinderen en jongeren hebben een ongezonde levensstijl en ervaren prestatiedruk en onder andere door het beleidsfalen zijn er steeds meer thuiszitters en kinderen die problemen ervaren met passend onderwijs en bijbehorend leerlingenvervoer en ook de lees- en rekenvaardigheid gaat in rap tempo achteruit. En kansengelijkheid tussen alle kinderen is helaas nog verre van bereikt. Het gaat gewoon echt niet goed en daar kunnen we niet te luchtig over doen. Het is van cruciaal belang dat we nu echt gaan doen wat nodig is en het ideaal achter deze LEA, het kind centraal, kan ik dan ook van harte ondersteunen en ook de focus op mentale gezondheid en kansengelijkheid is goed, maar over de vervolgstappen van ideaal naar praktijk ben ik niet gerust. Juist als we deze generatie belangrijk vinden en de problemen serieus nemen, kunnen we niet ontkennen dat er een nieuw landelijk kabinet is dat niet achter deze visie staat. Het nieuwe landelijke coalitieakkoord waarin het onderwijs strakker terug naar de basis en programma's die extra activiteiten aanbieden tijdens basis- en middelbare schooltijd, met als doel meer kansengelijkheid te creëren onder kinderen en jongeren, worden tot een minimum beperkt en dat is relevant omdat ons plan voor een brede schooldag, die ik al een aantal keer geprezen heb gehoord, is verbonden aan het landelijke initiatief. Maar het initiatief zit nog in een voorfase. Gaat het landelijk wel doorgezet worden en zo niet, wat doen we dan? Is er een alternatief plan om zelf te kunnen voorzien in de zaken die onze idealen tot werkelijkheid maken? Wat als we niet op landelijke steun kunnen rekenen, worden we dan stuurloos of blijven we onze eigen koers varen, voorzitter?
Helder verhaal van mevrouw Velt. Vraag over dat laatste onderwerp, hè, wat als straks landelijk niet wordt doorgezet, dus dat er ook bijvoorbeeld geen middelen meer onze kant op komen. Wat zou je dan zelf voorstellen?
Ja, dank u wel, dat vind ik lastig. Ik hoop dat de wethouder dus nadenkt daarover dat dat mee wordt genomen als een risico. Ik denk dat we dan dus allereerst meer moeten kijken naar wat we ook zelf nog zouden kunnen doen qua het aanwenden van financiële middelen. Daar kan ik het gelijk even over hebben. Het zogenaamde ravijnjaar hebben waar altijd van wordt gezegd: oh, dat komt op ons af, dus we moeten gaan bezuinigen in plaats van dat er ook eens wordt gekeken hoe wij zelf meer middelen kunnen gaan, zeg je dat, creëren in deze gemeente of hoe we op andere manieren door de samenwerkingen zelf in dit soort initiatieven kunnen voorzien, zonder dat we dat per se aan een landelijk initiatief moeten verbinden? Het liefst zou ik hopen dat dat gewoon blijft bestaan dat we dat kunnen doen, maar als dat niet zo is, wil ik niet dat wij dan achterblijven met niks en onze kinderen niks kunnen bieden. Omdat het landelijk beleid dat nou eenmaal negeert. Meneer
Dank u wel. En wat als meer middelen genereren niet tot de opties behoort, zou dan de inzet van bestaande of anders de andere inzet van bestaande middelen ook tot de opties behoren?
Ja, nou, dat zou eraan liggen wat het is. Voor mij mogen er best wat minder boa's in de gemeente als we daarmee onze kinderen een brede schooldag kunnen bieden. Dus ja, hoor. Goed, maar dat gaat over. Daar gaan we als raad over natuurlijk, wat wij belangrijk vinden in budgettering inderdaad.
Voorzitter. Even kijken waar meneer Sleutel daar ja zonder altijd demagogisch te gaan doen. Volgens mij heeft onze wethouder van Financiën aangegeven dat dat dat er niet zo dramatisch uitziet als het aanvankelijk leek, dus laten we daar ook niet te demagogisch over doen. Wat ik nog meer wil zeggen is dat we geen manier op Boaz gaan bezuinigen, want anders creëren we aan de andere kant ook geen problemen. Beter samenwerken op alle beleidsterreinen, dat is ons credo. Ja, dank.
Ik hoor geen vraag, maar wat ons betreft betaald parkeren invoeren, niet 13 nieuwe boa's erbij, en wel zorgen dat onze kinderen en jeugd goed kunnen opgroeien in deze gemeente. Dat zijn voor ons keuzes waar de heer Mathy net naar vroeg. Maar als die keuzes voorliggen, dan pas kunnen we daar echt over beslissen. Maar ik denk dat het vooral belangrijk is dat we ons realiseren dat er landelijk gewoon een hele kille wind waait, zeker ook voor onze jongere generatie, en dat wij als gemeente daar pal achter zouden moeten staan wat GroenLinks betreft en daarin alles moeten doen. Dan ga ik door. De focus op mentale gezondheid vertaalt zich evenmin in concrete ideeën. Er komen nu nog uitvoeringsplannen en dat weet ik. Maar het feit dat er nu staat dat er überhaupt nog bedacht moet worden wat zou kunnen? Dat vind ik jammer, want we hebben in deze Raad al meermalen uitgesproken hoe belangrijk wij de mentale gezondheid van onze jongeren vinden. En ook deze wethouder neemt dat erg serieus. Daarnaast heeft GroenLinks vorig jaar een motie ingediend die unaniem is aangenomen, die ook oproept om in de LEA een plan op te nemen om op scholen een vast gesprek over mentale gezondheid te faciliteren. Wat zijn de plannen om mentale gezondheid ook via deze LEA echt aan te pakken? Tot slot, voorzitter, ik heb het net al een beetje gedaan, maar een iets wat bredere oproep. Ik benoem het graag nog een keer. Het zal geen verrassing zijn dat GroenLinks op geen enkele manier achter de nieuwe landelijke coalitie kan staan. Het feit dat het land bestuurd gaat worden vanuit extreemrechts gedachtegoed en door ministers die zaken als klimaat, ontwikkelingshulp en stikstof niet serieus nemen en daarnaast maar al te graag complottheorieën als de omvolkingstheorie gebruiken, is een schande. Maar wij als gemeenteraad zijn een losstaand orgaan, 2,5 jaar geleden gekozen door de inwoners van deze stad om te doen wat belangrijk is. En ik zie hier geen PVV, ik hoor gelukkig geen complottheorieën en we zijn het vaak toch over de grote idealen met elkaar eens. Wij zijn geen uitvoeringsmachine van landelijk beleid, zoals ik ook Gemeentebelangen in vorige debatten vaak heb horen zeggen. Tuurlijk zijn we afhankelijk van landelijke geldstromen en wetgeving, maar we kunnen en moeten onze eigen koers varen als het gaat om onze inwoners en onze kinderen, juist van iedere afkomst, sociale klasse of wijk dan ook. Daar moeten wij pal achter gaan staan en dan moeten wij laten zien wat wij belangrijk vinden. Dan moeten we eigen plannen durven maken en zelf naar manieren zoeken om die ook uit te voeren als landelijk niet wil financieren. We kunnen niet langer slechts binnen de lijntjes kleuren die landelijk beleid ons wellicht oplegt. Daarmee verzaken we onze taak als volksvertegenwoordigers en onze morele plicht om te doen wat goed is en onze toekomst. Onze kinderen verdienen meer dan dat. Tot zover. Dank u.
Het CDA is heel blij met de LEA, die vandaag besproken gaat worden. We zien hierin een resultaat dat op grote lijnen recht doet aan de uitdaging van onze tijd in onderwijs en ontwikkeling. We zijn ook blij dat onze oproep vorig jaar bij de begrotingsbehandelingen om ook echt aandacht te bieden aan ontwikkelingen in de LEA voortvarend is opgepakt en uitgevoerd en terug te lezen is in deze LEA. We lezen echte visie op het gebied van kinderen en ontwikkeling. En daar wordt mijn fractie blij van, voorzitter. Maar voorzitter, ondanks al dit goede, kan alles altijd nog een beetje beter en ik heb dan ook drie punten of vragen aan de wethouder. Voorzitter, het CDA staat achter het doel, of het idee dat geformuleerd staat in de LEA om gelden in jeugd en onderwijs van curatief naar preventie te brengen. Voorkomen is beter dan genezen en met goede preventie. Voortzetting van het fundamenteel gesprek over opgroeien en opvoeden met nadruk op het afbakeningsvraagstuk, neemt de druk op onze jeugdzorg op lange termijn ook af, voorzitter. Daarom is het CDA dan ook wel verbaasd dat het College in reactie op het advies van de Raad Sociaal Domein aangeeft dat mentaal welzijn ook in de leerruimte moet krijgen, niet aangeeft dat dit ruimhartig gaat gebeuren. Mentaal welzijn wordt onder de radar gezet. Je kan wat betreft het CDA geen programma voor ontwikkeling van jongeren en kinderen opzetten met focus op preventie als mentaal welzijn niet veel ruimer geborgd zit met doelen en aandacht. Hoe kijkt de wethouder hiernaar? Voorzitter, het CDA is blij dat de rol van de ouder erkend wordt en dat ouders betrokken worden en aandacht krijgen in de acties. Wel stel ik me de vraag of we de relatie tussen ouder en onderwijs als partnerschap in opvoeden en opgroeien moeten beschouwen. Immers is partnerschap een vorm van gelijkwaardige samenwerking, terwijl de rol van ouders en onderwijs niet gelijk is ten opzichte van het kind. Onderwijs is van de staat, het kind van de ouder. Wellicht dat we daarom geen partnerschap moeten benoemen, maar naar betrokkenheid of samenwerking om ook recht te doen aan die verhoudingen. Voorzitter, als laatste is het CDA blij met de brede community en het betrekken en activeren van het maatschappelijk middenveld. De overheid in samenwerking met de gemeenschap dienstbaar aan de samenleving. Wel zit in dit plan ook het oprichten van veel overlegstructuren en tafels. Op zich is overleg en coördinatie wenselijk om betere dienstverlening te realiseren en dubbeling te voorkomen. Maar dit kan ook doorschieten. Ook de komst van een nieuwe programmamanager kan een goede zaak zijn, maar ook daar ligt het risico dat we uiteindelijk veel geld inzetten op veel overleg, maar geen daden. Hoe kan de wethouder ervoor zorgen dat de overleggen niet bij woorden blijven, maar tot daden leiden? Voorzitter, dit is een goed stuk, een mooie stap ook binnen de lokale en regionale gesprekken rondom opvoeden en opgroeien. Waar ik in de details nog wel uitdagingen zie, vertrouw ik, voorzitter, op de inzet van de gemeentelijke organisatie en de maatschappelijke partners om een succesvol resultaat neer te zetten. En zal die punten dan ook daar laten. Als laatste, voorzitter, wens ik de wethouder talentontwikkeling veel succes toe en roep ik hem op om zo snel mogelijk over te gaan tot uitvoering. Dank u.
Voorzitter dank, ik wil graag beginnen met een persoonlijk noot, want sinds 6 maanden hebben wij een stukje van de toekomst van onze gemeente in eigen huis met de komst van onze babydochter en gisteren zijn we voor het eerst wezen zwemmen met haar bij De Fluit in Leidschendam naar het familiezwemmen op zondagochtend. Sinds ik gemeenteraadslid ben, kan ik bepaalde dingen niet meer ontzien. En bij binnenkomst viel het bordje achter de receptie me meteen op over de inzet van de Ooievaarspas. Voorzitter, achter dat bordje gaat de gedachte schuil namelijk dat we erkennen dat zonder actief optreden van ons als overheid een uitje naar het zwembad voor een heleboel gezinnen in deze gemeente niet haalbaar is. In deze gemeente is het namelijk bijzonder oneerlijk verdeeld als je kijkt naar het inkomen en andere vormen van kapitaal. De verschillen tussen wijken zijn scherp en de kansen om je als kind te ontwikkelen met schoolvriendjes, sport, cultuur en andere dingen. Ook mevrouw Quint benadrukte dat dan mooi dat het zo belangrijk is om op in te zetten. Ik ben daarom blij dat deze gedachte ook in deze nieuwe LEA sterk aanwezig is. We trekken ons kansengelijkheid stevig aan als gemeente. Ik wil de wethouder en zijn medewerkers daarom complimenteren met het stuk en we vinden bovendien de manier waarop de lokale partners van kinderopvang tot middelbaar onderwijs zijn betrokken bijzonder inspirerend. Wel vinden we dat deze LEA wat concreter kan en ik sluit me daarin wel aan bij collega Manutti. Op een aantal punten zien we deze concrete acties wel, bijvoorbeeld bij de voortzetting van jeugdconsulenten op school. Daar is de Partij van de Arbeid erg over te spreken, maar zeker die programmalijn van het jonge kind blijft nogal vaag in onze ogen. Het vervroegen van peuteronderwijs van 2,5 naar twee jaar wordt onderzocht. Waarom gaan we dat niet gewoon doen? We weten namelijk hoe belangrijk dit is voor jonge kinderen. Kan de wethouder dus iets zeggen over het aanbrengen van concretisering en focus in het stuk? Tot zover dank.
Oh, dankjewel toch nog eventjes tijd. Ik wil daar bijna opstaan, meneer de Voorzitter, maar daar komt ie dan. Er is zo ontzettend veel gesproken over de LEA. Excuses als ik met doublures kom, u moet er wel even doorheen, maar daar is ie dan: de nieuwe LEA, lang opgewacht en met een lange aanloop door de wethouder eindelijk gekomen. Om te beginnen fijn dat er een versie ligt die we kunnen bespreken en ook vanuit onze kant complimenten aan de wethouder en samenwerkende partners voor hun bevlogenheid en idealisme. Maar idealisme vraagt doorgaans ook een pragmatische inslag. Lees in deze uitvoeringsprogramma daarover later meer om er ook in de praktijk mee aan de slag te gaan. Deze versie leest nu helaas nog veelal als werk in uitvoering. Een levend document, zogezegd, een versie die ongetwijfeld in de loop van de tijd zich verder gaat vormen. Er is nog veel in onderzoek en ontwikkeling. Positief, positief wat ons betreft is dat gekozen is voor een breder perspectief en pedagogische invalshoek van de ontwikkeling van een kind en dat er gekozen is voor een tijdsperspectief van 10 jaar en dat we daarmee niet over één of twee jaar weer met een nieuwe LEA aan de slag mogen gaan. Door dit bredere perspectief wordt er naast onderwijs ook gekeken naar raakvlakken in de ontwikkeling van een kind op meerdere gebieden. Raakvlakken bij zaken zoals sport, cultuur en zorg en daarbij zeker niet te vergeten mee te nemen: de mentale zorg. Nog even een tip: zie ook het artikel van vandaag in de Voorburgse krant van onze wethouder. Maar over het uitvoeringsprogramma: het leest ambitieus, heeft oog voor talentontwikkeling, maar in onze ogen missen we toch een aantal relevante zaken en daar hebben we wat vragen over. Wat we helaas weer missen in het programma is het stukje hoogbegaafdheid binnen onze gemeente. We hebben er redelijk aantal keren over gesproken, maar het heeft nog nergens een plek gekregen en ik mis ook de plek voor hoogbegaafdheid in dit uitvoeringsprogramma. Dus aan de wethouder de vraag of hoogbegaafdheid nog een plek kan krijgen of dat hij ons kan voorzien van waar hoogbegaafdheid inzichtelijk kan maken wat de stand van zaken is als het gaat om de doelgroep van de hoogbegaafdheid en het benodigde aanbod. Wat ik ook duidelijk mis, is de thuiszittersproblematiek. In bijvoorbeeld de risicoanalyse. Want het is bij passend onderwijs altijd de thuiszitters zijn bij het gemis aan passend onderwijs de groep die altijd vaak toeneemt. Dus ik zie graag dat daar actief iets over wordt opgenomen. En tot slot over het gekozen brede perspectief en de raakvlakken. Waarom zijn er geen kruisverbanden met gebieden als sport, cultuur, zorg en mentale zorg in het uitvoeringsprogramma opgenomen? Nog een tip onder het kopje VMBO-MBO: we hebben in de gemeente een platform economie, onderwijs en arbeidsmarkt. Ik zou die nou opnemen in het uitvoeringsprogramma als instrument, als mede-instrument om daar mee aan de slag te gaan. In de opvolging tussen MBO en VMBO-MBO en HBO. Tot slot: het onderwijs is en blijft een datagedreven proces. Meetbare doelen benoemd door de onderwijsinspectie, toetsen en selectiemomenten en criteria zoals heel recent nog de doorstroomtoets. En het raadsvoorstel en raadsbesluit zelf geeft aan dat er achterstanden zijn en dat er gemonitord moet worden. Dat vraagt ons inziens om een nulmeting of een foto waar wij staan. Dat is een beetje een gebeuren wat mijn collega van D66 zegt, maar we willen daar wel inzicht in krijgen. Dat wij daar in ieder geval op de hoogte worden gesteld en instrumenten krijgen om tot bijsturing over te gaan. Dankjewel. Dank u wel.
U wel voorzitter en heel veel dank ook voor alle punten die zijn ingebracht, de mooie woorden en de kritische opmerkingen. Heel waardevol, maar ook langs deze weg toch ook heel even het moment pakken om ook iedereen die hieraan heeft meegewerkt te bedanken. Ook voor het vertrouwen en het geduld vooral, want er zijn meerdere planningen bijgesteld omdat we toch, en ik hoop dat u dat daar ook uit afleest, echt de tijd hebben genomen om een gedeeld beeld te schetsen van de missie, de visie die we gezamenlijk hebben, de waarden van waaruit we willen gaan werken, een aantal leidende principes. Dat was voor sommigen soms een beetje een semantische exercitie, maar ik ben er echt van overtuigd. Juist omdat we het hier hebben over een tijdspanne van 10 jaar en waar deze agenda zich uitstrekt, dat deze zaken enorm kunnen gaan helpen om koersvast te blijven. Ook als er bijvoorbeeld een nieuw kabinet komt met een andere koers of de gemeenteraadsverkiezingen van 2026 de aanleiding zijn, dat dit zaken zijn die houvast geven en ankers waaraan we gezamenlijk kunnen vasthouden in het belang van ieder kind, veilig, kansrijk en gezond te laten opgroeien in deze gemeenten. Dus daar ben ik heel blij mee. Het is misschien een beetje ongebruikelijk, want elk portefeuilleonderdeel is mij even lief, maar ik denk dat dit een van de meest belangrijke intrinsiek, laat ik het zo maar even zeggen, documenten is die voorligt omdat het echt de basis gaat vormen voor ons jeugdbeleid, het versterken van de pedagogische basis wat ook zeker invloed gaat hebben op hoe we bijvoorbeeld over jeugdzorg gaan praten. Het fundamentele gesprek kwam net ook al aan de orde. Ik denk, hé, Sharon Stellaard hebben we een tijd geleden uitgenodigd en die wees ons er ook op dat wij eigenlijk als samenleving helemaal geen grote debatten meer hebben gehad over hoe we naar kinderen kijken in de samenleving, welke plek ze innemen. Zij zelf kwam tot de conclusie dat het laatste echt grote debat ging over de leerplicht en over het afschaffen van kinderarbeid. Daarna hebben we het nooit meer fundamenteel daarover gehad. Dus ik ben daar echt heel erg trots op dat we daar de tijd en de ruimte voor pakken hier als gemeenschap. Want uiteindelijk gaat het over hoe wij als gemeente hierin handelen om daar wel met elkaar over te hebben en ook besluiten te nemen vanuit een bewuste gedeelde visie. En daar zit dit document een hele belangrijke om dat te markeren met elkaar, dus ik ben blij en dat proef ik hier wel dat daar wel de steun voor is en dat er met name zit van: maar hoe gaan we het nou concreter maken? Dus dat ongeduld, dat vind ik eigenlijk alleen maar heel leuk en goed om dat te voelen, want ook ik en ook de andere partijen willen aan de slag, het moet niet bij woorden blijven. Voorzitter, ik ga gewoon de fracties even langs want het zijn veel vragen en veel opmerkingen. De fractie van D66 begon inderdaad over de foto en daar sloten we eigenlijk ook bij de VVD mooi bij af en ik wil deze toezegging doen. U heeft een aantal elementen genoemd, waar u uw foto eigenlijk van wil hebben. Ik denk dat hij inderdaad verspreid over allerlei monitors wel aanwezig is, maar het lijkt me goed om dat in samenhang naar de Raad te brengen en ik wil de toezegging doen om, en ik hoop dat u mij die tijd geeft, om in december met een foto te komen waarin al deze elementen terug gaan komen.
Ik ben blij met deze toezegging, maar ik denk ook dat het zaak is dat we er snel over doorpraten. Juist ook wat ik in mijn bijdrage aangaf. Heel veel onderwerpen hebben we in de afgelopen paar jaar al besproken. Ik ga u niet wijzen op welk onderwerp ik het snel wil hebben. Dat laat ik echt nu aan uw team. Maar het zou mij wat waard zijn als we in september, oktober hier met elkaar het gesprek over kunnen voeren en niet pas in december. Kijk.
Het bij elkaar brengen van de reeds aanwezige data. Dat is denk ik het werk niet zo, maar wij zijn ook voor een deel van de data ook wel afhankelijk. Inderdaad van onze partners om dat op een goede manier goed geaggregeerd bij elkaar te kunnen brengen, hebben we ook die werkgroepen waar die ook in de lead zitten. Uiteraard kan ik natuurlijk in september oktober op een aantal onderwerpen die zaken brengen, maar daarmee missen we misschien wel de kans om zaken in samenhang te bekijken. Laat ik daar nog even op terugkomen, dan broeden wij daar nog heel even op. Overigens is het wel goed om ook op te merken dat we een hele grote stap hebben gezet in het echt daadwerkelijk operationeel krijgen van de zogenaamde peutermonitor, waarin we dus ook zicht krijgen op bijvoorbeeld dat bereiken van de VE-groepen op zichzelf. In totaal zitten we nou. Natuurlijk is het nooit hoog genoeg, maar qua bereik zit wel hoger dan omliggende gemeenten. Echter waar we non-bereik hebben, dat concentreert zich dan wel weer in bepaalde gebieden waar het juist goed voor elkaar wil hebben. Dus er is zeker reden inderdaad om daar extra actie op te ondernemen. Daarnaast worden we ook jaarlijks gerapporteerd, ook door de GGD over ook over het bereik. Maar ik laat me nog heel even hierop broeden. Het geldt ook voor de onderwijsachterstanden, want ook daar aan de ene kant hè terecht, zegt van ja. Wat is daar precies de rol van de gemeente van? Nou wij zijn, wij hebben zeker wel een belangrijke rol als het gaat over onderwijsachterstandenbeleid, dus daar krijgen we ook geld vanuit het rijk om daar in de lokale context daar invulling aan te geven, dus. Ook daar is het goed en ik denk met name ook. Er zijn ook verschillende redenen in de programmalijnen die gepresenteerd worden, kan dat zeker ook een plek gaan krijgen. Ik kan me voorstellen met name en dat werd terecht ook helemaal door de inspreker mevrouw Kwint ook aangegeven dat in die eerste 3 jaar we echt nog heel veel winst hebben te behalen. Ik vind daar wel een principieel punt hè? Is het kind niet klaar voor het onderwijs of is het onderwijs niet klaar voor het kind? Maar dat is even een kindbeeld wat daaraan ten grondslag ligt. Feit is wel dat wij nog heel veel winst denk ik hebben te behalen in die ontwikkeling van die eerste, eigenlijk die eerste 1000 dagen die goud waard zijn. Daar wil ik ook met partners inderdaad kijken. Hoe kunnen we daar nou? Hoe kunnen we dat nou op een betere manier zo inrichten dat we daar ook winst hebben te behalen? Zodat hè, we hebben nou eenmaal te maken met de leerplicht 5 jaar en instroom 4 jaar dat we ervoor zorgen dat we ook op korte termijn resultaat gaan boeken dat kinderen beter toegerust zijn om die instroom in het reguliere onderwijs om dat waar te maken. Want het is wel een punt van zorg, absoluut dus, want een achterstand haal je ook niet meer zo snel in. Dus terecht aandacht daarvoor lerarentekort. Ja aan de ene kant is natuurlijk niet primair ons vraagstuk. Aan de andere kant ben ik vorige week heb ik in een panel gezeten van de nieuw in te stellen onderwijsregio, waarin we samen met het onderwijs gaan kijken onderwijs, gemeenten, opleidingsinstituten van. Hoe kunnen we nou met ieder zijn eigen rol en verantwoordelijkheid voor zorgen dat het vak van leerkracht dat aantrekkelijk is, dat we ook voor zorgen dat ook mensen in het onderwijs blijven? En daar hebben wij als gemeente dus ook een rol in. Wat bijvoorbeeld ook een hele belangrijke is en dat ben ik wel trots op dat we dat hier in deze gemeente weten te realiseren bij de Vlietweg 3, dat er ook bijvoorbeeld woningen worden gereserveerd voor nieuwe leerkrachten die van de studie af komen en gaan starten hier in het onderwijs, dus ook op die vlakken denk ik dat we nog veel te winnen hebben. Ook om het vak niet alleen aantrekkelijker te maken, maar ook de randvoorwaarden om leerkrachten zijn in deze gemeente. Dat we daar nog zeker nog stappen te zetten hebben, voorzitter.
Er juist om hetgeen wat u als laatste zegt, hè? Oplossingsrichtingen om dat vak van leraar aantrekkelijk te maken, zijn we volgens mij ook bij gebaat. Ja, waar komt dat lerarentekort vandaan? En natuurlijk weten we al met wat nattevingerwerk waar dat allemaal door komt, waardoor je leraren aantrekt of niet. Maar daar zou ik wel een keer wat dieper op in willen gaan na dit debat. Dat, dat
Dat lijkt me goed. Ik zal even kijken hoe we daar het best invulling aan kunnen geven, want ik denk niet dat het verstandig is om het allemaal separaat aan te vliegen. Je moet het in samenhang bekijken. Nou, een tip van de sluier: ik doe veel werkbezoeken aan scholen en als je dan iemand ziet die net van de pabo is afgekomen en een hele moeilijke klas heeft zonder begeleiding, ja, dan kan je er eigenlijk bijna vergif op innemen dat die binnen een periode van 5 jaar niet meer in het onderwijs werkt en ook niet de ambassadeur gaat zijn voor het onderwijs, hè? Dus dat zijn allemaal zaken die maken dat we met een lerarentekort zitten, maar daar kom ik graag ook nog op terug in de juiste vorm. Hoe we hier wat meer de diepte in kunnen gaan en welke rol wij als gemeente daarin wellicht ook kunnen spelen. Ja voorzitter, maar in zijn algemeenheid is er, en dat merk ik ook bij de andere fracties, gewoon een behoefte om een vinger aan de pols te houden, niet vanuit controledrift, maar juist om het goede gesprek te voeren. En daar wil ik graag invulling aan geven. Ik gaf eerder al aan de toezegging om met een startfoto te komen als basis van hoe gaan we hier dan verder op door en welke resultaten zien we dan met elkaar? En zelf is ook het idee geopperd om met een soort van jaarbrief te komen waarin we juist al die thema's bij elkaar brengen in samenhang en welke stappen we daarin zetten. Nou, dat moeten we nog uitwerken, maar in ieder geval is duidelijk de behoefte om goed met elkaar in gesprek te zijn, en niet alleen als er wat misgaat, maar juist ook om te tonen dat het werkt en dat we stappen zetten. Voorzitter, ik wil naar de Gemeentebelangen een opmerking over de participatie maken. Dat is natuurlijk interessant, want het stuk dat nu voorligt is niet een exclusief gemeentelijk stuk, maar het is juist in cocreatie met het onderwijs, de kinderopvang en de samenwerkingsverbanden tot stand gekomen. Dus dat maakt het juist zo mooi. Het is een gedeelde agenda en natuurlijk hebben ook de andere partners hun betrokkenheid, zoals ik nu met mijn achterban aan het praten ben over dit product, dat ook het onderwijs, de kinderopvang en de samenwerkingsverbanden hun verantwoordelijkheid hebben om met hun achterbannen goed te bespreken, zodat het ook gedragen wordt binnen de organisaties. Het neemt niet weg dat we, als we dit vaststellen, ook met de programmalijnen en de concrete projecten moeten participeren, maar ook betrokkenheid willen hebben van andere partners. En dat kan per programmalijn een andere samenstelling zijn, dus dat nemen we zeker mee. Ja, en dat is eigenlijk ook antwoord op de vraag: wie zijn nou de partners? En u noemt ook de grote afhankelijkheid en dat maakt het natuurlijk een collectief vraagstuk. Het versterken van de pedagogische basis is niet een aangelegenheid van de staat, het is een maatschappelijk vraagstuk waarbij we als overheid wel een rol hebben, maar afhankelijk zijn van het commitment en de acties van de andere partijen in deze gedeelde agenda, zoals het heet in het collectief impact model. Een gedeelde agenda is nodig om daadwerkelijk verandering teweeg te brengen en dat elkaars acties, dus als de kinderopvang iets organiseert, dat dat ook weer bijdraagt aan de gedeelde agenda. Dus we hoeven daar niet primair exclusief voor te zijn voor het uitvoeren hiervan. Dat kunnen ook acties of bijeenkomsten zijn, bijvoorbeeld vanuit de kinderopvang of het onderwijs, die hieraan bijdragen. Dat is het mooie hiervan. Ja, en dan de gewetensvraag: is er genoeg geld? Ja. Kijk, ik maak wel eens de vergelijking, misschien weet u ook wel hoe ik over jeugdhulp en jeugdzorg denk. Daar gaat rond de 22 miljoen euro in om. En hier hebben we het over de pedagogische basis waarop we willen inzetten. We hebben het hier over € 60.000. Kijk even of het genoeg is, ja of nee. De verhouding, daar vind ik wel wat van. Dat is totaal niet in verhouding. Jeugdzorg zal altijd nodig blijven, maar als je kijkt, ik denk dat is mijn opvatting daarover, dat het stelsel niet meer houdbaar is, dat we één op de zeven kinderen in de jeugdzorg hebben. Dat is op zichzelf gewoon niet goed en ik denk dat we met de weg van meer collectieve voorzieningen, aandacht voor mentale gezondheid op scholen, al eerder aandacht voor mentaal welzijn in het algemeen, dat we daar uiteindelijk ook echt tot een verlaging van bijvoorbeeld de jeugdzorg kunnen komen. En ik ben niet van de platte: nou, kosten gaan voor de baat uit, dus laten we leuke projectjes doen en korten op het jeugdzorgbudget. Maar ik ben er wel van om samen met partners te gaan kijken hoe we ervoor kunnen zorgen dat we met dit soort investeringen kinderen ten eerste veel beter kunnen helpen met bijvoorbeeld een psycholoog op school of aandacht voor mentale gezondheid in het curriculum. En zo zijn er nog een aantal voorbeelden waaraan je kan denken hoe dat moet leiden tot een minder groot beroep op particuliere of individuele voorzieningen. Ja, en dat is iets dat kunnen wij niet alleen als gemeente afdwingen. Daarvoor hebben we bijvoorbeeld ook de huisartsen nodig, het onderwijs zelf, ouders, kinderen en daarvoor wil ik me gaan inzetten, ook op die lijn van de mentale gezondheid.
Dank voorzitter, weer een heel prachtig ideaal dat wordt uitgesproken om inderdaad zo vroeg mogelijk te beginnen, maar dan blijft wel de prangende vraag: is er dan nu voldoende budget om ook aan dat ideaal te kunnen voldoen? Wat de wethouder hier schetst, roept daarmee dus wel de vraag op of dit budget groot genoeg is. Ja.
Voorzitter, nou laat ik het maar gewoon zeggen, kijk voor de komende 10 jaar dit budget niet. Maar ik ben het wel met de heer Steutel eens dat we moeten gaan kijken hoe we de ontwikkeling van het kind centraal zetten. Talentontwikkeling, veilig, gezond, kansrijk opgroeien. En, hoe zetten wij dan onze middelen in? En daarvan is wel mijn stelling dat er nu echt onevenredig veel geld naar jeugdzorg gaat. Het is geen financiële afweging, maar ik vind het een symptoom dat er iets gewoon niet goed gaat in onze lokale samenleving. Dat een op de 7 kinderen jeugdzorg nodig heeft, vind ik op zichzelf een teken dat we iets collectief niet goed doen en ik zie daar veel meer mogelijkheden in om te kijken, hoe kunnen we nou echt vanuit de inhoud kinderen helpen, bijvoorbeeld als het gaat over veerkracht, als het gaat over positief mentaal welzijn? Hoe kunnen we nou investeren daarin, wetenschappelijk onderbouwd, dat dit inderdaad gaat bijdragen aan een duurzame verbetering van de mentale gezondheid? En hoe kunnen we dat dan ertoe leiden dat dat dan tot minder uitgaven in de jeugdzorg leidt? Daar zie ik veel meer heil in dan nu weer geld bij plussen bij de jeugdzorg, want ik denk dat geld, met name in de jeugdzorg, eerder een vloek dan een zegen is. Dat is echt de les die ik van Sharon Stellaard heb geleerd: wat je aandacht geeft, dat groeit. Dat geldt ook voor dit stelsel. Meneer
Koster en. Ja meneer Koster en meneer Sleutel en meneer Maruti, dus eerst meneer Koster en mevrouw Velter. Nou eerst meneer en mevrouw Veld, was er een interruptie van.
Hartelijk dank, voorzitter. Kijk, hetgeen wat mij zorgen baart, is dat ik deze wethouder heel vaak met hele mooie idealen heb gehoord, maar dat ik ook al vaak tegen de wethouder heb gezegd en daar gaat het eigenlijk ook om wat de heer Kortmann zei, het moet wel ook met iets pragmatisch volgen. En als ik dan hoor, we gaan niet extra bijplussen, maar uiteindelijk wil ik dat er minder geld naar de jeugdzorg gaat. Maar we kunnen natuurlijk niet geld weghalen bij de jeugdzorg, want dat leidt tot enorme problemen. Daar staat GroenLinks enorm achter. Hoe ga je dan wel ervoor zorgen dat er meer komt? Dat het beter gaat, dat we die idealen waarheid kunnen laten worden en wat aandacht heeft dat groeit. Ja, maar aandacht zou niet alleen bij idealen moeten blijven. Dat zou dus ook in daden gevolgen moeten worden om het echt aandacht te noemen, dus daar wil ik toch nog wel iets concreter een antwoord op. Daar komen...
Ja, dan is het wellicht ook ter aansluiting van de opmerking van mevrouw Veld, want toen ik het stuk las, het staat in het stuk ook, hè? Die doorontwikkeling, inderdaad ook kijken naar die verdeling tussen curatief, preventief en in mijn achterhoofd dacht ik: we zitten nu in dat fundamentele gesprek, waar we ook naar deze vraagstukken kijken, dat op termijn dat fundamentele gesprek ook tot beleidsstukken gaat doorvertalen waarin we die pragmatische keuzes gaan maken. Die doorvertaling en die doorvertaling uiteindelijk de ruimte biedt om opnieuw te gaan kijken naar de verdeling van middelen, pedagogische basis, jeugdzorg en wat is het beestje? Processtuk voor me ziet. Klopt dat dat een beetje waar de ambitie ligt, meneer Maruti?
Ja ja en ook in aansluiting op de voorgaande sprekers. Want ja, dit gaat over onderwijs en de brede ontwikkeling van het kind. Maar het gaat inderdaad ook over jeugd. Het gaat over cultuur, het gaat over economie, het gaat over armoederegelingen. Het gaat over de Participatiewet en daar hebben we natuurlijk ook gewoon bestaande middelen voor. Het vraagt, denk ik, om over de grenzen van je eigen beleidsterrein heen te kijken en ook die discussie intern te voeren. En als u het D66 vraagt, is dat best een legitieme discussie die gevoerd mag worden, temeer ook omdat we het over andere beleidsterreinen hebben die goed aansluiten op hetgeen wat hier op papier staat. Ja, wat mij betreft wordt die discussie gevoerd.
Kijkt wat mijn voorganger zegt, daar pleiten wij in ieder geval sowieso voor. Maar ik wilde nog even terug naar de voorzichtige koers die de wethouder aangaf met betrekking tot ook kijken naar andere beleidsterreinen en daar zeker iets aan te willen doen. Dat vraagt natuurlijk een bepaalde manier van kijken. Maar ik neem aan dat we dat zo kunnen zien dat als de leraar de paraplu is onder een aantal beleidsterreinen zoals sociaal domein, jeugdzorg en mogelijk nog wat andere, dat we een heel eind komen, ook met de monitoring, want daar halen we veel vandaan. En eerlijk gezegd, ja, niet iedereen hier was betrokken bij het project vanuit Erenhot, de Duisenberg-methode. Maar ook in de terugkoppeling van de rapporteurs kwam duidelijk naar voren dat de samenhang in de rapportage die wij als Raad krijgen, dat er samenhang is. Dus vanuit de nee, ik ga geen niet al te veel reclame maken, omdat ik ook nog een kritische kanttekening heb. Dat weet je, of over de met name wat van raadslid. Gaat u door?
Dat we in ieder geval veel beter moeten kijken naar oké, dit is het onderwerp X, maar Y en Z hebben hier ook betrekking op en laten we dat in ieder geval meenemen, ook in de beeldvorming naar ons als commissie en raad. Dus dank u wel, wethouder en...
Ja voorzitter, ja, met name inderdaad pleit ik voor de laatste twee, want als je nu bijplust, dan haal je dus eigenlijk de incentive inderdaad weg om te kijken. Van ja, maar vanuit welk potje moet dit nou betaald worden? Vanuit welk potje is het ook wenselijk dat dit betaald gaat worden, dus als het gaat bijvoorbeeld over, nou, ik noem toch even mentale gezondheid, want het gaat ook over concrete zaken, hè? Als je nou met elkaar tot de conclusie komt dat bijvoorbeeld een psycholoog op een school een heel concreet toegevoegde waarde is in het kader van kinderontwikkeling en het versterken van mentale gezondheid, laagdrempelig bereikbaar kan ook collectief hè? Dus voor een klas iets vertellen over wat mentaal welzijn is en hoe je het kan bevorderen en hoe je het kan beschadigen ook hè? Hoe je het slechter kan maken is dat niet primair de verantwoordelijkheid vanuit het onderwijs vanuit de wettelijke taak. Het is niet primair de verantwoordelijkheid vanuit de gemeente als taak, het is niet primair de verantwoordelijkheid vanuit het samenwerkingsverband. Maar we hebben er alle drie baat bij dat het gebeurt. Vanuit een gedeeld beeld wordt kinderontwikkeling, nou, waarom zou één iemand deze rekening moeten pakken? Je kan ook denken van nou, wellicht is het een idee dat je alle drie een bijdrage daaraan levert en dat is dan niet inderdaad primair vanuit het onderwijsgeld of vanuit een ander potje, maar je denkt wel vanuit de opgave, je kijkt wat, wie kan waar dan voor betekenen. Het is een heel concreet voorbeeld of dit het uiteindelijk gaat worden, dat is even een tweede, maar het is wel iets wat ik concreet aan het uitzoeken ben en wat ook wat mij betreft ook concreet invulling dan gegeven zou kunnen worden. Zo blijft het dus niet alleen bij grote ambities en idealisme, maar gaan we dat ook concreet zien, vind ik wel. We moeten wel zakelijk blijven, ook al is het maar een kleine bijdrage. Je moet hier wel gezamenlijk dan ook inzitten, dus niet alleen omdat het een klein bedrag is dat je het dan maar voor je kat neemt. Je moet dat wel heel bewust doen. In dit voorbeeld moet je ook commitment hebben, bijvoorbeeld van huisartsen. Dus als je zegt van dit zijn voorzieningen die wij willen aanbieden, waar wij dus geld in investeren. Ja, dan moet het niet zo zijn dat uiteindelijk achter je rug om en via een omweg dat de huisartsen alsnog bijvoorbeeld wel gaan verwijzen. Tegelijkertijd wil je ook niet in hun professionele beoordelingsruimte gaan zitten, dus je zal daar het gesprek met elkaar over aan moeten gaan. Van hoe kunnen we hier gezamenlijk in het belang van het kind van de jongeren een voorziening hebben die recht doet aan de behoefte die daar is en tegelijkertijd ook waar we ook vanuit de zakelijkheid er wel allemaal in zitten en zo zijn er nog een aantal van dat soort vraagstukken, bijvoorbeeld integraal huisvestingsplan. Ja, als je puur alleen kijkt naar de vergoeding die we krijgen, of die we in de begroting hebben staan voor het realiseren van onderwijsgebouwen, ja, dan zit daar niet een normvergoeding bij voor bijvoorbeeld een ruimte voor een psycholoog of voor een maatschappelijk werker, dus daar zal je, als je dat belangrijk met elkaar vindt, zou je dat wel moeten bijplussen. Alleen dat kan niet vanuit het IHP, dus hoe kan je daar misschien met ook andere partners afspraken over maken dat er toch een bijdrage komt? Dus ik hoop ook in de komende tijd daar met dit soort concrete projecten te komen die ook wat feeling geven van blijft. Niet alleen bij mooi weer spelen en utopisch met elkaar praten, maar ook echt concreet in het hier en nu resultaten boeken die ertoe doen. Mevrouw
Veld ten slotte en dan wil ik de wethouder vragen de beantwoording concreet voort te zetten, want ja, volgens mij bent u nu bij partij twee en er zijn er nog zes die verder moeten en we zitten al een minuut of 25 in de beantwoording van de vragen alleen om mevrouw Veld.
Ja, dank voorzitter. Hoewel ik dus helemaal erachter kan staan dat er meer samenwerking moet komen en dat we echt het kind voorop moeten zetten en dat vanuit alle beleidsterreinen moeten aanvliegen, wil ik wel de kritische kanttekening maken dat dat wat anders is dan het wegsnoepen van geld bij andere plekken. Omdat je als gemeente niet zelf meer geld wil investeren in bijvoorbeeld een jeugdbeleid of een LEA. Dat is wel echt een noodzaak. Verschil om te maken, je kan voor die samenwerking gaan en je kan daar en kan je. Het doet vanuit verschillende beleidsterreinen, kijk je ergens naar en hoef je dan niet op verschillende terreinen voor alles individueel geld te geven. Maar dat is wat anders dan geld weghalen bij een armoedebeleid of bij andere zaken om maar hierin te kunnen voorzien, want daar is dat geld ook hartstikke nodig. En ik vind niet dat we dat geld alleen binnen het sociaal domein dan maar moeten gaan verschuiven omdat we ook moeten kijken. Misschien dat er gewoon meer nodig is en dat we dan een BOA minder hebben bijvoorbeeld. Ik hoor...
Ja, maar ik kan wel zeggen, bijvoorbeeld vanuit een actieplan verkeersveiligheid waarin je veilige schoolomgevingen veilig maakt. Goed is waar veilige fietsroutes waarin je investeert dat het ook bijdraagt aan de kansengelijkheid dat je dat vanuit brede welvaart doet. Dat is niet creatief boekhouden of zo, hè? Dat is niet inderdaad geld weghalen bij het één, omdat je het anders niet voor elkaar krijgt. Het gaat echt over de impact en ik denk namelijk dat dat en dat is denk ik wel nodig. Juist door die schaarste kan je juist ook veel bewustere keuzes maken, dus je zegt, is meer bewijslast waarom in het ene wel gaan investeren. Helaas zie ik hele sympathieke projecten wel eens voorbij komen, waarvan ik me oprecht afvraag. Ja, draagt dit nou bij en ik denk dat er wel een bepaalde verzakelijking moet. Van ja, waarom investeren we hier nu in? Welke effecten willen we daarmee bereiken? Welk maatschappelijk doel beogen we? En daar hoort wel collectieve impact. Daar hoort collectieve betrokkenheid bij, niet alleen vanuit de gemeente, dus het is ook een kwestie van de intentie waarom we dit doen. Dit is niet inderdaad om ergens anders het moeilijker te maken. Dat is absoluut niet het geval. Voorzitter, ik beloof u dat ik echt probeer vaart te maken, ik ga erop letten, voorzitter. Ja, toch de vraag, hè? En ik zei daarnet al over wat nou in de politieke risico's ook landelijk hè? Als er nou een ander kabinet komt? En daar hebben we natuurlijk over gesproken omdat in het hoofdlijnenakkoord wel een aantal zaken staan die ons direct raken. Ja, ik blijf erbij, we moeten doen wat nodig is en ik wil me niet laten afleiden door de landelijke of de afhankelijk daarvan worden. Ik denk dat wij een lijst op mogen zijn op het onderwijs wat wij hier hebben, op de kinderopvang. Ook op het maatschappelijk middenveld. We hebben een heel betrokken maatschappelijk middenveld en daar zit heel veel kracht in. En dat laat zich niet vertalen in geld. Ik vertrouw erop dat wij vanuit die pedagogische visie dat wij in staat zijn om de dingen te doen die nodig zijn en dat er ook voldoende creativiteit aanwezig is, ook als het financieel even minder is om het toch voor elkaar te krijgen. Daar heb ik alle vertrouwen in. Voorzitter, dan CDA, ik heb een aantal dingen al aangestipt. In het bijzonder wil ik, hè? Daar zat ook even een terechte opmerking over de rol. Ouders en onderwijs en hiërarchische verhouding om over partnerschap inderdaad dan te praten of over betrokkenheid heb ik het zo goed begrepen, dus ik denk dat het goed is dat we daar op die manier. Nou ja, dat we die rollen en verantwoordelijkheden en dat we dat goed scherp met elkaar hebben, dus dat is daar een terecht punt en de governance risico op te veel overleg en te weinig actie. Nou, dat is denk ik geen overbodige zorg, want ik noemde net al de onderwijsregio die nu voor het lerarentekort is weer een nieuw gremium in een andere samenstelling die niet overeenkomt met andere logische. Dus dat is helemaal waar, dus we hebben het over een prima community. Hoe dat precies vorm gaat krijgen en de werkgroepen en dergelijke, mijn signaal wat ik heb afgegeven bij de stuurgroep jeugd onderwijs, waar we dus bestuurlijk met elkaar zijn, is dat het inderdaad niet tot nog meer drukte moet gaan leiden. En dat moet ook inderdaad nog wel vorm gaan krijgen, maar we gaan dus ook geen dingen doen die we al op een andere tafel doen. Dus we hebben een heel sterk platform. Economie, onderwijs, arbeidsmarkt en nou daar gebeuren bijvoorbeeld ook dingen op gebied van onderwijs, arbeidsmarkt en die aansluiting waar een paar hele knappe koppen ook bij zitten. Ja, daar moet je gebruik van maken, ook van de reeds aanwezige overlegstructuren, die ook al waar heel veel energie in zit, dus je hoeft het niet allemaal weer vanuit een nieuw gremium te doen. Dus je opmerking is terecht. Ik denk juist dat de programmamanager daar echt een hele belangrijke rol in gaat hebben om die energie erin te houden om juist over die tafels heen voor te zorgen. Ook dat er activiteiten blijven gaan dat op de hoogte zijn van elkaar en dat die energie erin blijft zitten. Dus ik denk juist dat de programmamanager daar een hele belangrijke rol in gaat hebben. Meneer Koster?
Zoek. Uw vinger toch? Ja, ja, zeker, maar ik zat rustig te wachten totdat de wethouder alles op dat punt had gezegd, want dan heb ik nog wel een vraag: heeft de gemeente dan vanuit haar rol? Want het is samenwerkingstool extra hè? Extra bevoegdheden misschien niet, maar wel ook dan op een gegeven moment de rol dat ze kunnen zeggen, oké, we hebben nu heel veel overlegd. Wat gaan we nu in acties doen dat daar dat de gemeente die rol wel heeft in dat samenwerken om echt die druk uit te oefenen om tot concrete stappen te komen?
En als wij dat als gemeente niet doen, dan komt dat vanuit het onderwijs of vanuit de kinderopvang. Dus die checks and balances, die zijn er wel. Maar nogmaals, het is echt een terecht punt. Ik heb een week gehad dat ik aan 3 of 4 verschillende tafels over thuiszitten zat. En ja, daar word je kierewiet van, want dan ben je alleen maar aan het afstemmen met elkaar. Dus daar hebben we echt nog wel een slag in te maken. Wat meer bewustzijn dat we focus daarin leggen en dat we inderdaad meer nadruk op acties dan alleen maar op praten met elkaar, dus helemaal eens. Partij van de Arbeid, mooi om uit eigen ervaring inderdaad te spreken. Wat dat nou betekent, ook iets als zwemmen. En dat dat voor sommigen niet vanzelfsprekend is. We kennen voorbeelden van kinderen uit deze gemeente die nog nooit op het strand zijn geweest, bijvoorbeeld. Daar gaat het ook over en daar richt deze lokale educatieve agenda zich op. De naam brengt eigenlijk wat verwarring, want het gaat veel breder. Het gaat ook over dit soort ervaringen. Iemand noemde het ooit ontwikkelruimte creëren, dus juist de wereld groter maken. En daar hoort bijvoorbeeld naar het strand gaan, naar het museum gaan, kennismaken met natuur en milieu door educatie bijvoorbeeld. Dat hoort er allemaal bij en zwemmen ook, fietsen ook. En of dat dan concreet in actie in de leer moet worden, of dat het bijvoorbeeld in het kader van verkeersveiligheid, een fietscursus of zo, wordt gegeven. Dat maakt niet uit, zolang het maar wel vanuit een bewuste missie wordt gedaan dat het bijdraagt aan ontwikkeling. Dus terechte opmerking daarover. En nou, volgens mij kan het concreter. Volgens mij is het duidelijk dat daar inderdaad nog slagen op gemaakt gaan worden. Ja, en dan, voorzitter, kom ik tot slot bij de VVD.
Mevrouw Kok, ja, ik noemde in het kader van de concretisering van de acties ook een concreet voorbeeld, namelijk de peuteropvang van 2,5 naar twee. Kan de wethouder daar nu al iets nader op ingaan? Dank u wel. Ja, dat.
Dat is volgens mij inderdaad ook al een actie die we in het kader van Sterk van Noord ook al hebben. En, volgens mij kunnen we dat breder gaan bekijken, bijvoorbeeld ook voor Bovenveen om daar dus, maar dan heb je het eigenlijk specifiek over kinderen uit bepaalde buurten omdat daar misschien nog wel de meeste impact te halen is. We hebben ook eigenlijk gelijk aan het passend onderwijs, hè? Waar als je op een reguliere school een kind niet goed kan meekomen dat er allerlei achtervang is, bijvoorbeeld met samenwerkingsverbanden en speciaal onderwijs en dergelijke. Dat heb je in de kinderopvang bijvoorbeeld weer niet, omdat het een andere sector is. Het is eigenlijk een private sector, ook al zijn er gesprekken geweest om te kijken, zou je niet naar voorbeeld van passend onderwijs ook kunnen kijken naar passende kinderopvang? Kijken van hoe kan je daar eens een kind die niet in de reguliere kinderopvang mee kan komen, maar bijvoorbeeld de licht is voor een KDC voor een medische kinderopvang. Ja, wat hebben we daar misschien nog te doen in dat tussengebied? Dus op die manier die concreetheid die daar willen we wel mee aan de slag. Dan de fractie van de VVD? Ja. Volgens mij, ja, ik ben een paar keer ingegaan, hè? Van, hoe kunnen we nou van bevlogenheid en idealisme? Ik ben blij dat u dat ziet, laat ik dat ook even vooropstellen, want het zou bijna een negatieve connotatie krijgen, maar volgens mij bevlogenheid en idealisme, dat zie ik ook bij de andere partijen en dat zorgt voor energie en dat we vooruitgaan. Maar helemaal terecht die actie dat uiteindelijk hebben we gewoon één grote bewijslast in het hier en nu. Uiteindelijk moeten de kinderen er wat van merken, de ouders, de professionals op de groep, nou pedagogisch medewerkers zijn of onderwijzers, weet je, als wij allemaal feestje aan het vieren zijn als bestuurders, maar niemand merkt er wat van, dan hebben we het niet goed gedaan met elkaar, dus daar hebben we een zware verantwoordelijkheid om dit ook echt in de praktijk tot uitvoering te gaan brengen. Verder vraagt u specifiek aandacht voor hoogbegaafdheid. Daar hebben we iets over opgenomen in de LEA. Maar ik vind inderdaad dat we daar wat concreter in moeten worden. Ik heb vorige week hier een sessie gehad met ouders in het kader van leerlingenvervoer. Daar kwam ook naar voren dat ouders, althans de ouders die er waren, hun voorziening missen in deze gemeente van hoe kunnen we omgaan met kinderen die hoogbegaafd zijn en dat de focus wellicht iets te veel is op kinderen die vanuit een achterstandspositie komen, maar ook kinderen met hoogbegaafdheid. Ook daar moeten we aandacht voor hebben. We moeten breed kijken naar wat kinderen nodig hebben, naar talentontwikkeling van elk kind. En daar hoort dus ook bij dat we kinderen die vanuit hoogbegaafdheid misschien een extra uitdaging hebben of extra steun nodig hebben dat we daar ook aandacht voor moeten hebben. Ja en dan nu de opmerking over de thuiszitters? Ja, helemaal terecht. En daarover, net als bij het vorige onderwerp, zijn we daar steeds intensiever met het samenwerkingsverband over in gesprek, want ook daar zie je als je inzoomt van ja, wat zijn nou de echte redenen dat kinderen thuis zitten, dan kom je er ook achter dat we nog wat te doen hebben als het gaat over welk aanbod we deze kinderen nou te bieden hebben. Voorzitter, ik zie een interruptie, meneer Voortman even.
Voorzitter, even formeel. Dit is een product dat tot stand gekomen is samen met het onderwijs, de kinderopvang en het samenwerkingsverband. Dus de toezegging die ik kan doen, is dat ik dit meeneem naar de stuurgroep jeugd en onderwijs, naar de partners, en zeg dat er vanuit de gemeenteraad veel steun is. Dat durf ik wel zo te concluderen voor de missie en de visie. En er wordt in het bijzonder ook aandacht gevraagd voor hoogbegaafdheid om dit een plek te geven binnen de drie programmalijnen. Die toezegging kan ik doen, voorzitter.
Dank en misschien een aanvulling op de wethouder. Ik bedoel daar aan bod brengen bij de onderwijspartners, dat kan. Dat is een toezegging, maar misschien ook je terugkoppelen wat het heeft opgeleverd natuurlijk.
Ja voorzitter, dat kan ik ook toezeggen en ik zal overigens natuurlijk gewoon over heel de besprekingen terugkoppelen, ook naar de partners, voor zover die niet al aan het meeluisteren zijn op dit moment.
Dat was hem vanuit uw kant. Ja, ik kijk nog even rond of dat ook daadwerkelijk zo ervaren wordt door de commissie. Ik zie meneer Koster, die heeft een onbeantwoorde vraag. Ja, over...
Hij is wel op mentaal welzijn in de brede zin ingegaan, maar ik verwees specifiek naar de beantwoording bij de reactie van de ASD advies nationaal domein over dat mentaal welzijn nu heel erg onder de GALOP-programmering zit en hoe je toch beter borgt dan het bij de GALOP laat om het weer ook in dit programma echt mee te nemen hoe dat wordt gedaan. Kijk
Correct, ik heb het wel een beetje gehoord hier en daar, maar toch nog wel een concrete vraag: wat zijn de plannen om ook in deze LEA dus mentale gezondheid aan te gaan pakken? Daar heb ik nog niet echt een antwoord op. Wat zijn de concrete plannen die de wethouder wellicht al heeft om in deze LEA wel ook echt mentale gezondheid aan te pakken? Want er staat er nu nog te weinig in. Ja, twee...
Heb ik ook overleg met collega Belt ook over ISA, waaronder mentale gezondheid. Ook een belangrijk thema is, heeft toch benadrukken van het interesseert mij persoonlijk iets minder onder welke vlag iets betaald wordt. Als het bijdraagt aan deze agenda, dan is het goed. Maar dat is dus uitvoering. Concreet. Wat wij concreet in ieder geval gaan doen, hè? Ik noemde net een aantal voorbeelden, maar dat is dat ik op korte termijn een bredere bijeenkomst ook wil organiseren met partners over dit thema en over hoe we dus ook echt doordacht dit een plek kunnen gaan geven in de Lea, maar dus ook hoe dat dan doorwerkt op bijvoorbeeld of het nou gaat over het curriculum of dat het zijn extra activiteiten die we kunnen organiseren op dit thema. Waar ik in ieder geval wel minder in geloof is dat je weer losse trajecten gaat inkopen, bijvoorbeeld voor 10 kinderen of voor weet ik. Ik wil echt. Het gaat mij over collectieve voorzieningen, dus hoe kunnen we dit thema echt breed inderdaad agenderen? Dat hebben we dus nu met de Lea gedaan en concreet wil ik hier een brede bijeenkomst organiseren met partners. En natuurlijk, als de Raad daar natuurlijk ook graag bij zou willen zijn, dan zijn ze bij deze ook uitgenodigd. Maar juist ook, hoe kunnen we hier gezet? Want wij kunnen verzinnen als gemeente, maar daar, we moeten het echt gezamenlijk. Moeten we dit inderdaad met elkaar, moeten we hier afspraken over maken.
Ja, interruptie dan, want er wordt nu gezegd van: ik wil dat graag in een breder perspectief doen, maar dit hele stuk is in brede samenwerking tot stand gekomen. Hoezo zijn daar niet al een paar concrete acties uitgekomen? Wat gaan we doen voor mentale gezondheid? Waarom moet daar nog over nagedacht worden?
Het is niet dat we helemaal vanaf nul beginnen. Er zijn zeker wel activiteiten en ook in het voorliggend veld zijn daar partijen bezig met het thema mentale gezondheid. Ik heb twee weken geleden in het kader van de Week van de Mentale Gezondheid me nog in het zweet gebokst, niet helemaal zonder schrammen overigens, hè? Om de verbanden te leggen tussen goed lichamelijk actief zijn en ook voor je mentale gezondheid. Maar wat ik al zei, er zijn wel concrete acties. Alleen we moeten dit naar een hoger niveau gaan brengen, dus wat nu voor elkaar is. Het onderwijs had ook kunnen zeggen, vinden wij geen thema voor ons, mentale gezondheid, hè? Dat laat dat bij anderen over of het is een thema voor de ouders of voor de jeugdzorg of voor de gemeente. Wat volgens mij echt concreet wat we nu hebben, is dat het op de agenda voor de komende 10 jaar staat dat we dit onderwerp met zijn allen belangrijk vinden, sociaal-emotionele ontwikkeling en mentale kracht, niet om depressies te voorkomen, maar juist ook in het kader van talentontwikkeling. Hoe kan je nou mentaal tot betere prestaties en een beter beeld van jezelf en betere relaties met anderen aangaan, dus op een positieve manier kijken naar mentale gezondheid? Dat is wel een daar. Dat is iets waar we eigenlijk pas de afgelopen paar jaar aandacht voor hebben, dus daar staan we inderdaad wel aan het begin. Om daar collectief naar te kijken en zo'n bijeenkomst helpt om te kijken hoe we daar concrete acties aan kunnen koppelen. En nogmaals, daar is uw Raad dan ook van harte voor uitgenodigd.
Volgens mij krijg ik nog een antwoord van de wethouder over dat platform. Wie heeft het opgenomen als instrument in uw uitvoeringsprogramma? Ik had gevraagd om dat platform economie onderwijs naar arbeid ook als instrument op te nemen in het uitvoeringsprogramma, volgens mij nog geen concreet antwoord op gehoord. Wethouder.
Zo kijk. Ik neem hem mee terug, hè? Dat deze voor mij is hij er wel, want tijdens het platform hebben we het hier ook over en omgekeerd tijdens de stuurgroep Jeugd Onderwijs hebben we het over het platform. Maar als hij daar behoefte aan heeft dat we dat concreter met elkaar laten samenhangen, of dat dat aan elkaar gekoppeld is, dan zal ik daar het voorstel inderdaad voor doen om dat iets concreter te maken. Nogmaals, we behandelen wel zo ook het integraal huisvestingsplan. Dat moet dienend zijn aan deze visie die we hier hebben, maar als we dat toch iets concreter aan elkaar kunnen verbinden, dan wil ik daar nog een slag in maken. Natuurlijk wel na consultatie ook van onderwijs. Ik denk trouwens dat ze daar, nou, voordat ik het uit kan spreken, dat ze ja zullen zeggen, want dit is iets wat ze graag zien. Graag een gemeente die vanuit hun visie werkt. Goed.
Dan gaan we naar de tweede termijn toe met het verzoek daarbij aan te geven wat uw wens is met dit raadsvoorstel: hamerstuk, bespreekstuk, anders. En dan begin ik bij meneer Matteotti.
Ja dank voorzitter en dank aan de wethouder voor inderdaad in ieder geval een houding waarbij bij mij in ieder geval duidelijk is dat die inderdaad intrinsiek gemotiveerd is. Dat geeft mij ook vertrouwen voor het vervolg en verdere uitwerking. Er is nog wel een beetje te kauwen op dit debat. We hebben een aantal punten uit mijn bijdrage wel aangestipt. Niet overal echt concreet een antwoord op kunnen krijgen, dan snap ik een aantal dingen ging echt over aantallen bijvoorbeeld. Ik snap dat de wethouder daar eventueel schriftelijk op terug wil komen. Ik denk dat voor de Raadsvergadering dat een 10 minuten debat wel op zijn plaats is. Temeer ook omdat ik even goed wil nadenken over wat ik straks in zo'n jaarbrief of misschien wel eerder terug wil horen van de wethouder. En zie dat vooral ook tenminste. Ik zie dat vooral ook als moment waar we hier met elkaar weer een goed gesprek zoals vanavond kunnen voeren en ook als duw in de rug van de wethouder om dat gesprek straks aan die tafels ook goed te voeren en met draagvlak van de Raad.
Over aantallen V gehad. Rijke schooldag-sessies wilde ik een terugkoppeling over. Als die gesprekken straks gaan plaatsvinden dan raakt rijke schooldag overigens ook nog aan andere dingen die we nu ook al doen. De brede buurtschool bijvoorbeeld. Jongeren zonder startkwalificatie en we hadden volgens mij ook een interessant debatje over de bekostiging van zaken uit andere beleidsterreinen, dus mogelijk dat ik daar ook nog...
Voorzitter, ik zit nog even te kauwen op hetgeen wat mijn voorganger zegt, maar volgens mij is dat toegezegd naar december en u wilt dat graag in september al hebben. Maar ik denk dat het ook lastig is. Maar als ik de discussie volg in deze commissie en de antwoorden en de reacties zie, zijn de intenties van de wethouder duidelijk. Dan had het voor mij een hamerstuk kunnen zijn. Dank u wel. Ik vergeet nog wat. U had nog wat tegoed van mij in mijn eerste termijn.
Nee, dank u voorzitter, dat klopt. Volgens mij begon ik ook met de woorden dat de wethouder gemotiveerd is om hierover door te praten. Nou, dat kon wat hem betreft in december, maar voor ons is dat wat laat, ook omdat we best wel lang op dit stuk hebben gewacht. September, oktober is voor ons toch wat beter passend.
Ja, de Commissie en u heeft voorzitter heeft nog wat goed, want ik maakte in mijn eerste termijn een opmerking over een landelijke bestuurder. Die vindt dat, nou ja, letterlijk zei die. Dat was de Voorzitter van het Zorginstituut Nederland. Dat triggert hem wel vandaag toen ik het las. Nou, dat sluit mooi aan bij mijn betoog dat je ervan kan vinden wat je vindt, maar in ieder geval op landelijk niveau begint men nu ook wakker te worden om bepaalde beleidsterreinen beter met elkaar te combineren. En hij stelt: Het is beter om zorggeld over te hevelen naar het sociaal domein. Dat zijn zijn woorden, hè, maar in ieder geval levert het ook daar dus wat op wat dat betreft en het komt uit Zorgvisie, dus voor zover degene dat na wil lezen dan graag.
Voorzitter, in de eerste termijn al aangegeven dat voor ons de visie een hard punt zal zijn. En het is goed om hierover door te praten als we de foto zogezegd binnen hebben en wat ons betreft, kan het in december. Dank, meneer.
Dat is een orde dingetje, is dat? Als de SP hoort dat een van de fracties het nog graag wil bespreken in de Raad, dan volgen we dat van harte en vinden dat een besluit tot hamerstuk unaniem hoort te zijn. Dus bij deze. Mevrouw Veld.
Dank voorzitter, ook dank voor de beantwoording, maar nog steeds blijft de zorg bij GroenLinks over. Dat er in het document acht keer de rijke schooldag, het landelijk initiatief, wordt genoemd als uitvoering van onze idealen en dat ik daarnaast nog echt te weinig concreet zie over mentale gezondheid, dus ook vanuit ons. Ik weet nog niet in welke vorm moties of verdere vragen om daar nog wat verder op in te gaan om toch ook een aanmoediging te geven dat wij mentale gezondheid graag al snel op de kaart willen zetten en dat wij ook vinden dat wij als gemeente zelf moeten bedenken wat we doen als het niet meer vanuit landelijk allemaal gefinancierd gaat worden, dank u wel tot zover. Dank u.
Dank voorzitter, dank ook aan de wethouder voor de beantwoording. Zoals ik in eerste termijn ook aangaf, wij kijken uit naar de uitwerking en spreken vertrouwen uit in de maatschappelijke partners dat dat gaat lukken betreffende de agendering in de Raad. Ja, ik begrijp dat D66 het bespreekpunt wil maken. Ik hoor allemaal onderwerpen. Ik vertrouw erop dat de heer Madlener niet het hele debat opnieuw wil doen in de Raad, dus ik kijk uit naar hoe hij dat precies wil invullen, dus tot zover.
U wel voorzitter, dank aan de wethouder voor de beantwoording. Ik sluit me van harte aan bij de woorden van de heer Van der Schaft over het maken van het ontwerp van een bespreekpunt. Wij zien uit naar de inbreng van de collega-fracties. Dank u wel.
Ook ik. Ik volg de heer Matthijs dat we toch nog kunnen bespreken. Er hangt nog teveel tussen theorie en praktijk en daar moet ik nog even op kauwen. Dankjewel. Goed, dank.
Dank u wel. Dan concludeer ik hem zo af in die zin dat het een bespreekpunt wordt voor de Raad, waarbij het met name zich gaat concentreren op de openstaande punten met betrekking tot de foto. Volgens mij en het moment wanneer dat besproken wordt, hoorde ik ook nog het punt van mentale gezondheid voorbij komen. We gaan ervoor zorgen dat we inderdaad geen herhaling krijgen van wat we vanavond allemaal besproken hebben. Daarmee dank ik de wethouder en de ondersteuning voor de inbreng vanavond. En dan zie ik dat het 5 over half 10 is. De resterende spreektijden komen voorbij. Dit onderwerp heeft heel veel gevergd, ook omdat het een belangrijk onderwerp is. Maar dat heeft ook consequenties voor het vervolg van de vergadering en het vervolg van de vergadering is de raadsbrief over het informeren van de koers van het WMO-beleid.
Een ordevoorstel doen tot 5 minuten schorsing om even af te koelen en de mensen op de publieke tribune die dat willen de gelegenheid te geven om te vertrekken?
Ja, ik denk dat er een hele hoop mensen op de publieke tribune zitten voor het onderwerp dat nu komt. Maar als u wilt schorsen, dan is het schorsen. Dan schors ik tot even kijken, wat is het, 42? Goed, als iedereen weer haar of zijn plaats wil innemen. Goed, ik...