Het transcript dat je hieronder aantreft is gegenereerd met behulp van computertechnologie.
Hierdoor kunnen de namen van personen en partijen soms foutief zijn weergegeven.
Indien je een fout opmerkt kun je deze gemakkelijk verbeteren door op het bewerk-symbool (het potloodje) te klikken.
Hebben over het raadsvoorstel vaststellen, verordening en sociale en middeldure woningbouw Leidschendam-Voorburg 2020. Er zijn beleidsregels die bepalen hoe deze gemeente omgaat met bouwprojecten en hoe we daarin bepaalde voorwaarden stellen over woningsoort en dat beleid wordt nu in een verordening vastgelegd en daarover voeren we debat. Mag ik beginnen bij de heer Brans van de VVD, meneer Brans? Gaat uw gang.
Dank u wel, voorzitter. Ja, we hebben het over het raadsvoorstel vaststelling, verordening, sociale en middeldure woningbouw. Nou, iedereen weet hoe belangrijk de VVD het vindt om in dit middensegment meerdere woningen te bouwen. U heeft mij daar regelmatig over horen spreken. Ik heb het heel vaak gehad over bouwen in het voor middeninkomens seniorenwoningen. Er zijn vaak moties over ingediend. Kortom, dit was een onderwerp wat behoorlijk leeft. Het verheugt ons dan ook zeer dat er in dit geval zo goed onder andere naar de VVD is geluisterd. De huidige beleidsregels woningbouw 2018-2021 en de bijbehorende nota vereveningsfonds sociale woningbouw vervallen. Hiervoor in de plaats komt dus de nieuwe verordening die inhoudt 30% sociale woningen en 20% in het middeldure segment.
Meneer Brands, u bent even weggevallen, dus je moet zo eens herhalen wat je zei. Ik zie bovendien dat er een interruptie is van de heer Doden. Nee, ik hoor dat u er zit, maar ik ben niet meer in beeld. U heeft een interruptie van de heer Doden. Ik geef het woord even aan de heer Doden.
Ja voorzitter, de heer Brands viel inderdaad weg, maar ik had net op interruptie gedrukt, want hij had het namelijk even over het punt van die 10 woningen, dat dat toch wel een mooie ondergrens was. Is de heer Brands dan niet bang dat, want bouwers zijn natuurlijk slimme mannen en vrouwen, dat we dan standaard aanbiedingen krijgen voor 9 woningen, omdat ze daarmee geen problemen gaan krijgen? Kortom, ik ben bang dat die ondergrens van 10 precies de ruimte biedt voor bouwers om nog slim 9 woningen te bouwen en dus nog gewoon hun zin te kunnen krijgen. Heer Brands, graag ja, wat denkt u daarvan? Dank u.
U wel meneer Van Dolen, nou, dat lijkt mij niet. Ik bedoel, wij zijn met diverse woningbouwprogramma's bezig in onze gemeente. Het zijn over het algemeen toch wel grotere projecten. Ik kan me gewoon niet voorstellen dat een Appelgaarde of een Schakenbos of noem dat soort projecten maar op of in de Duivel Corridor dat die allemaal opgeknipt zullen gaan worden in projecten van 9 woningen. Ja, als dat wel zo zou gebeuren, wat ik me niet voor kan stellen, dan is er lijkt mij een mogelijkheid voor de Raad om dan in te grijpen.
Ja meneer Brands, helder antwoord. Dan wil ik toch even wijzen op een stukje tekst in het stuk, namelijk waarin staat dat het gaat over de sociale huurwoningen. Nu plaatsvindt door een belegger die initiatiefnemer heeft aangezocht. En wat we nu zien is dat we vervolgens dus wel zogenaamd sociale huurwoningen bouwen, maar vervolgens niet kunnen constateren of er inderdaad ook aan die voorwaarden voor sociale huur vervolgens bij het uitventen van die woningen wordt voldaan. Dus we hebben geen trek in twee sterren op. Dus ik geloof niet zo in de goedertierenheid en ook de blauwe ogen van onze woningbouwontwikkelaars, laat ik heel eerlijk zijn. Dank u.
Nou, een kort antwoord: als dit echt zou gebeuren, dan heb ik helemaal geen probleem ermee om dat dan op te nemen in de verordening dat er een controle op zou moeten plaatsvinden. Dus dat zou dan via een amendement of een motie ingediend kunnen worden. En dat zal ik dan zeker stellen. Ik vervolg mijn betoog. Ik wil er nog aan toevoegen dat ook voor de VVD het heel erg belangrijk is dat door deze nieuwe verordening, vooral met die nadruk op dat middeldure segment, dat dat doorstroming, waar we het ook heel vaak over hebben gehad, zou kunnen zorgen voor de situatie waarin we nu zitten. Dat mensen vaak met een te hoog inkomen of om wat voor reden dan ook in een huis blijven zitten dat misschien wel veel te groot voor ze is, dus dat juich ik toe. Kortom, ik wil het heel kort houden: de VVD is akkoord met deze verordening. Dank u wel.
Voorzitter, dank. Op zich is het heel goed dat we nu eisen gaan stellen aan, zeg maar, de wijze waarop wij een lijst van Voorburg de woningbouw. In mijn eerdere betoog heb ik ook aangegeven dat ik toch wel wat geschrokken was van de verdeling die we hebben in het goedkope tot het dure segment, waarbij je echt ziet dat in de laatste periode toch wel heel veel in dat dure segment hebben laten bouwen. Ik loop even het stuk verder langs. Op zich is het een prima stuk, denk ik, maar wij zien echt nog wel wat verbetering. En ik zou de wethouder toch wel een paar dingen willen voorleggen. We zien in het stuk, zegt ze, een verplichting tot 20% middensector nieuwbouwprojecten. Dat betekent nog steeds dat je 50% dure en extra dure huizen mag bouwen en volgens mij en volgens D66 lossen we daarmee de woningnood niet op en houden we de jongeren die we in onze gemeente ook moeten zien te behouden. Daar heb ik al een eerdere raadsperiode ook al over gehad dat wij als gemeente erg aan het vergrijzen zijn en dat we dus echt inspanningen moeten doen om jongeren in onze gemeente binnen te trekken en te houden. Maar door deze verplichting van 20% denk ik dat we die jongeren dus ook niet houden, dus zou het niet mogelijk zijn, wethouder, om die verplichting van 20% nog hoger neer te leggen, zodat we niet nog steeds 50% extra dure huizen kunnen bouwen? We zien een behoorlijk verschil in het eisenpakket tussen appartementen en grondgebonden woningen, waardoor je woningen met een tuintje eigenlijk extra onbereikbaar maakt voor de middenklasse. De oplossing zou kunnen zijn dat we de minimale eisen voor woningen gelijk trekken tussen appartement en grondgebonden woningen, bijvoorbeeld minimaal 70 m² voor de sociale woningbouw en 80 m² voor de middensector. Graag van de wethouder dan antwoord wat hij vindt van deze gedachte. Verder heb ik net al met de heer Brands een korte discussie gehad over die eisen van plannen tot 10% woningen. Wij denken dat wij deze ondergrens eigenlijk wat raar vinden, dus we zouden toch wel even goed willen kijken hoe wij op de een of andere manier die prikkel om niet om tot 10 woningen te gaan en niet 9 woningen te bouwen. Want als je 9 woningen bouwt in plaats van 10, dan krijg je ongeveer een boete van € 200.000 per project. Dus nou ja, dat is nog wel overkomelijk zou je kunnen zeggen, dus zouden we die regels niet op een andere manier kunnen organiseren? En verder hebben wij nog een vraag rondom het amendement, want op pagina 5 van het stuk staat dat we met dit voorstel middeldure woningen in het huursegment beogen. Maar volgens ons is juist bedoeld voor huur- en koopsegment. Dus de wethouder wat mij betreft of je daarop ingaat, want als hij zegt, het is alleen huur, ja, dan heb je kans dat wij zeggen, ja, we gaan het amendement even aanpassen die tekst. Dank u.
U wel voorzitter, duidelijke regels: 30% verplicht de sociale woningbouw, extra aandacht voor middenhuur en bouwen van goedkopere woningen. Dat staat op papier heel leuk. Daar kun je toch niet tegen zijn? Op papier wel, maar hoe werkt het in de praktijk? In de praktijk kun je 9 villa's van 1 miljoen bouwen, zonder daar een sociale woning bij te zetten, laat staan 3. Ook hoef je geen enkele euro in het vereveningsfonds te doen, terwijl die bedragen die we daarvoor vragen op een verkoopprijs van 9 miljoen maar een klein onderdeel zijn. In de praktijk kun je fijne woningen bouwen voor huurprijzen in het middensegment. Laten we zeggen, € 800, maar als we daar 3 jaar maximale huurverhoging overheen gieten, dan hebben we fijne woningen in het hogere segment. Zitten we daar op te wachten? In de praktijk kunnen we sociale koopwoningen bouwen. Laten we zeggen, tussen de 250 en de 3 ton. Leuk voor starters, jonge gezinnen en ze vallen onder de nationale hypotheekgarantie. Maar zelfs als we daar dan een terugkoopregeling of een winst- en verliesdeling opzetten, zijn deze huizen in de markt van vandaag binnen een jaar geen goedkope huizen meer. Een huis van 3 ton is dus direct na overdracht al € 350.000 waard en na een jaar al 4 ton. Dan krijgt de gemeente misschien wel een leuk bedrag of kan het huis terugkopen voor minder dan de marktwaarde, maar het blijft zo dat deze huizen niet meer als middenkoop kunnen worden aangeboden. En hebben we woningen in het hoge segment, zitten we daar op te wachten? Nee, daar hebben we er al genoeg van. Maar erger nog, de praktijk is dat we afstevenen op één grote financiële crisis, groter dan dat iemand van ons ooit heeft meegemaakt. Mensen verliezen hun baan, zzp'ers krijgen minder opdrachten, starters op de arbeidsmarkt krijgen het moeilijker, de kosten van levensonderhoud worden hoger. De mensen die het nu net boven water kunnen houden, gaan kopje onder. Corona heeft stukken voor ons nu in één klap vooral verouderd. We moeten ons realiseren dat we de komende jaren nog meer vraag krijgen naar sociale woningbouw. We moeten ons focussen op goede, duurzame, goedkope sociale woningen.
Voorzitter, het CDA is voorstander van voldoende sociale huurwoningen en middeldure huur- en koopwoningen in onze gemeente. We zijn voor een divers aanbod voor verschillende doelgroepen, zodat voor inwoners de kans bestaat hier een woning te vinden en die inwoners niet gedwongen worden naar omliggende gemeenten te verhuizen. Het CDA kan zich dan ook vinden in het voorstel om minimaal 30% sociale woningbouw en 20% middeldure huur- en koopwoningen te realiseren in bouwprojecten van 10 woningen of meer. Ook de aansluiting van woningcorporaties op particuliere initiatieven juichen wij toe. We zien momenteel huurstijgingen in de vrije sector die huurders niet meer kunnen opbrengen of koopprijzen die voor starters of jonge gezinnen niet meer zijn te betalen. Door gemeentelijke regelgeving en de aansluiting van de woningcorporaties bieden we hen perspectief. Het voorstel draagt naar ons idee ook bij aan een gemengd woonmilieu van verschillende doelgroepen en voorkomt daarmee een eenzijdige samenstelling in een gebied. Het kan ook sociale cohesie vergroten. Met het vereveningsfonds beschikt het college over de middelen om een positieve bijdrage te leveren aan de realisatie van sociale woningbouw en middeldure huur- en koopwoningen. We vragen ons nog wel af hoe groot de bijdrage in het vereveningsfonds inmiddels is en welk bedrag gewenst is om robuust te kunnen zijn en het fonds duurzaam in te kunnen zetten. Graag hierop nog een reactie van de wethouder, dank u wel.
Voorzitter. Dit onderwerp ligt eenvoudig voor mijn fractie en dus kan ik er kort over zijn. Heel goed om dit vast te leggen. En de klemtoon hierbij ligt volgens mij op de 30% sociale woningen voor minstens 30 jaar bij een woningcorporatie. Dat is precies wat nodig is om nieuwe betaalbare woningen, waar we naar snakken, toegewezen te krijgen aan de juiste mensen van de wachtlijst. Dank u wel.
Dank u wel. We staan onderaan voor de grote uitdaging om ervoor te zorgen dat iedereen zeker is van een betaalbare huurwoning. De urgentie om dat aan te pakken is groot, want er is een flink tekort aan sociale huurwoningen. Daardoor hebben steeds meer starters, gezinnen en ouderen geen woning in onze gemeente. We hebben ook de ambitie met elkaar om er wat aan te doen. Die ligt ook in de focus op die 30% sociale woningbouw die we met elkaar nastreven. Ik vind het positief dat de wethouder het huidige beleid evalueert en ook lessen daaruit wil trekken om die woningbouw verder te stimuleren. En ik wil op drie lessen ingaan die voor mij uitspringen in de evaluatie. Ten eerste de betrokkenheid van de corporaties, ten tweede de exploitatieperiode en ten derde de rol van het parkeerbeleid. Allereerst de rol van de woningcorporaties. De evaluatie laat zien dat het noodzakelijk is om corporaties eerder te betrekken. Om ervoor te zorgen dat de woningen bij de juiste doelgroep terechtkomen, vind ik het positief dat de wethouder dat van plan is. Ik hoor wel graag van hem of hij hier ook contact over heeft gehad met de corporaties en of zij bereid zijn hier vroegtijdig aan mee te werken en wat de wethouder doet om dit te stimuleren? Dan ten tweede de exploitatieperiode. Het doel van het stellen van eisen aan de exploitatieperiode is ervoor zorgen dat woningen zo lang mogelijk beschikbaar zijn voor de sociale woningvoorraad. De PvdA vindt dat een belangrijk streven. De wethouder stelt voor die periode op 30 jaar te zetten, wat korter is dan het huidige beleid, omdat hij signalen heeft dat de langere periode juist ook een belemmering kan vormen voor de woningbouw. Ik vind het zelf een lastig dilemma. We willen graag meer sociale woningen. En als de huidige eis contraproductief werkt en dit een belemmering is, dan moet je daar kritisch naar kijken. Tegelijkertijd wil ik voorkomen dat sociale woningen die we nu bouwen op termijn weer uit de voorraad stromen, waarmee we op de lange termijn niet geholpen zijn. We weten allemaal dat het lang duurt om nieuwe woningen te bouwen. Ik heb daarom de volgende vraag aan de wethouder. Allereerst, verwacht hij dat de periode van 30 jaar tot een grotere woningvoorraad leidt, een grotere sociale woningvoorraad, en zo ja, waarop baseert hij die verwachting? En ten tweede, hoe kunnen we voorkomen dat sociale woningen op termijn dan alsnog verkocht worden? Ik denk bijvoorbeeld aan mogelijkheden via de prestatieafspraken met corporaties, waar we ook nu afspraken hebben om de verkoop van sociale huurwoningen te voorkomen. Hoe verhouden deze afspraken zich tot die exploitatieperiode? Kortom, bieden de prestatieafspraken voldoende waarborgen om te voorkomen dat een korte exploitatieperiode leidt tot het verkopen van sociale huurwoningen? Dan het derde punt, het parkeerbeleid. De evaluatie laat zien dat de huidige eisen van het parkeerbeleid in hoge mate belemmerend werken voor de sociale woningbouw. De evaluatie stelt dat de eisen voor het aantal parkeerplaatsen op eigen terrein leiden tot hoge kosten voor het realiseren van goedkope woningen. In het voorstel van het college zie ik daar echter geen aanpassing op dat punt. Dan vraag ik me af, waarom niet? Het komt toch duidelijk naar voren in de evaluatie. Het lijkt mij wenselijk om kritisch te kijken naar de eisen voor parkeerplaatsen bij sociale woningen. Kunnen die niet iets minder hoog? Het autobezit ligt immers vaak lager bij huurders in sociale woningen. Ik zou graag willen dat de wethouder naar die mogelijkheden kijkt om ook daar iets aan te doen en om zo de sociale woningbouw te stimuleren. Dank u wel.
U wel voorzitter, goede vragen gesteld inmiddels al. Gemeentebelangen is ook blij dat dit stuk er ligt, dat er nu ook een verplichting komt op de middellange huur. Maar ja, een aantal vragen zijn al gesteld, dus die zal ik niet herhalen. Ik had zelf nog wel een vraag die niet gesteld is. Is het mogelijk, want ik hoorde wel die zorgen bij de collega's, om bijvoorbeeld in de intentieovereenkomst vast te leggen dat een ontwikkelaar de sociale huur of de middellange huur voor minimaal 10, 20 jaar garandeert. Volgens mij kan je dat bij nieuwbouwplannen heel goed in een overeenkomst gieten. Ik weet niet of de wethouder daar al over nagedacht heeft en zo niet, of die daar bereid toe is om daar wel over na te denken. En even kijken. Want dat punt werd net ook genoemd. Als je nu sociale woningbouw neerzet, dan zou in principe alleen de eerste gebruiker daar voordeel bij hebben als daar verder geen restricties aan verbonden worden. Dus als er geen intentieovereenkomst getekend wordt voordat het op sociale koop gaat, want die ontbreekt ook. De heer Van Dolen zei dat terecht, dat het ook voor een duur van een x aantal jaar in die prijsklasse blijft om te voorkomen dat het duurder wordt doorverkocht. Nou, verder alle punten die erin staan en genoemd zijn. Daar heb ik niks aan toe te voegen. Dank u wel.
U wel voorzitter en ook dank aan de leden van de commissie voor hun inbreng die was merendeels positief en dan is het extra jammer dat ik dan zelf maar even moet beginnen met het bekennen dat er een fout in de verordening staat die ik dan graag rechtgezet wil zien. Maar daar heb ik dan hulp van de commissie bij nodig, want ik mag zelf niks meer aan dat stuk veranderen. Maar in de tekst van de verordening, van artikel 3B, daar staat onterecht dat de verordening niet van toepassing is als er nog geen intentieovereenkomst is afgesloten. Dat zou betekenen dat die voor alle toekomstige plannen niet van toepassing zou zijn. Dat is uiteraard niet de bedoeling. Hij is niet van toepassing als er al wel een intentieovereenkomst is afgesloten, dus dat moet nog veranderd worden. Dus ik hoop dat iemand uit de commissie zo vriendelijk wil zijn om daar een amendement voor te maken. Kunnen we wel even aan de hand helpen om dat recht te zetten, want volgens mij staat er dan wat iedereen bedoelt en excuses van mijn kant dat deze fout er nog is blijven staan. En verder moet ik ook even bekennen, voorzitter, ik ben er even uit het systeem gegooid terwijl meneer Brands aan het praten was, dus als hij een vraag heeft gesteld, dan heb ik die niet genoteerd, maar daar wordt dan vast wel op geattendeerd door hem.
Ja, ik ben ook niet heel technisch onderlegd met allerlei verordeningen, maar is het niet mogelijk dat het college een addendum toevoegt aan deze verordeningen om deze fout te herstellen?
Ik denk dat ik het met de wethouder eens ben, laten we gewoon eventjes met elkaar afspreken dat we een amendement indienen om het punt te veranderen. Dank u wel. Wethouder Randal, ik heb geen vragen van de heer Brands gehoord, dus u kunt met een gerust hart doorgaan naar de opmerkingen van deze zijde.
Prima, dank voorzitter. Het is inderdaad zo. We hebben een evaluatie gehouden van het bestaande beleid en daar zijn een aantal verbeterpunten uitgekomen, onder andere voor de middeldure huur. Waarvan we nu zeggen van nou, daar gaan we ook een verplichting opzetten van 20%. Ja, meneer Van Dolen vraagt, kan dat niet hoger. Ja, zolang je onder de 100% zit kun je alles dicht proberen te regelen. Het is wel een verrassende suggestie van iemand van D66 om het overheid meer moet gaan regelen. Maar goed, het kan natuurlijk wel. Dit is een eerste stap. Ja, ik denk ook dat je toch wel een bepaalde vrijheid moet overlaten aan particulier initiatief door te zeggen van ja, nu betaal je voor de helft van het plan wat het moet zijn. Ik zou toch zeggen van, laten we eerst deze eerste stap zetten voordat we nog hoger gaan.
Met nou de rode ook niet onderbreek ik u even. Ik heb een interruptie van de heer Van Dongen op dit punt en ik zie ook dat de heer Brands toch een vraag heeft. Geeft eerst even de heer Van Dongen de gelegenheid om te reageren. Meneer Van Dongen, gaat u gang.
Voorzitter, dank. Ja, dat verrassende van D66, dat snap ik niet helemaal, want ik heb in de vorige betogen en in andere commissies het ook steeds gehad over het feit dat we niet alleen sociaal moeten bouwen, maar ook naar middeldure durven gaan omdat D66 ook langzamerhand zich die mening door de ontwikkeling op de woningbouwmarkt ook heeft eigen gemaakt. Ook in de vele debatten die we met de VVD hebben. Voert u zegt ja joh, we kunnen alles doen. We kunnen ook eerst even invoeren en dan wachten, ja, mijn antwoord zou zijn, zou het niet mogelijk zijn om het toch te verhogen, want we zetten nu nog steeds meer dan 50% van de ruimte in voor dure woningen, dus we zouden ook bewust kunnen kiezen om een gericht inwonersbeleid te voeren waarbij we wat meer jonge gezinnen in onze gemeente kunnen krijgen. Want die kunnen die middeldure woningen betalen en die dure woningen daar hebben we Wassenaar voor. Daar hebben we misschien andere gemeentes ook voor en dan moeten we er ook best wel een paar voor nodig in deze gemeente. Maar wij zouden eigenlijk toch wel graag willen zien dat we een wat hoger slot op die middelduur zetten. Met
Ja voorzitter, we komen nu tot een aanscherping van de regels met 20%. Mijn ervaring is bij veel ontwikkelingen die ik nu al meemaak in de gemeente waar de 30% sociale woningbouw eisen gelden. Dat dat keer op keer tot hele lastige discussies leidt met de ontwikkelaar, want een ontwikkelaar bouwt liever geen sociale huurwoningen, want dan kan hij daar niet snel op verdienen, dus die wil er eigenlijk zo snel mogelijk vanaf. En als hij dan toch door de gemeente wordt verplicht om het toch te doen, dan wil hij weer volume maken en dure huizen bouwen. Dus daarom is het ook ontstaan wat je in de tabel ziet, dat er ook heel veel in de categorie duur wordt gebouwd, als compensatie tegenover van ja, ik moet van jullie per se in de onderkant bouwen. Nou, dan ga ik het om te compenseren aan de bovenkant bouwen. Dus ik verwacht nog andere lastigere discussies met een ontwikkelaar als we nog scherpere eisen opstellen voor hem, waarbij dan ook nog een keer meespeelt dat. Wat je merkt nou bijvoorbeeld bij de Verriestlaan. Daar zeggen we tegen een ontwikkelaar van ja, u moet 30% sociaal. U moet een stukje economie blijven doen. Ja, en dan zegt hij, wat wil ik omhoog? Maar dan zeggen de omwonenden, ja, maar dat willen wij niet. Er gaan dan zoveel belangen meespelen dat je ook de ontwikkelaar wel erg in het nauw drijft van wat allemaal nog kan. Dus ik zou gewoon weer pleiten, voorzitter, om het alsnog te beperken tot 20%. Natuurlijk worden ook deze regels weer na verloop van tijd geëvalueerd en ook dan kunnen we kijken of dit voldoende werkt voor onze inwoners of dat we toch met andere landen over moeten gaan. Maar ik zou me vooralsnog willen beperken tot deze stap van 20%.
Sorry, voorzitter, dit is alweer 3 minuten verder, dus het was meer een opmerking van mij en geen vraag aan u, het ging erover of ik een vraag had gesteld en de wethouder had een stukje gemist, begreep ik, en toen zei u als voorzitter, de heer Brands heeft geen vraag gesteld, dus u kunt met een gerust hart verder. Ik vraag me af als ik wel mijn vraag had gesteld, had de wethouder dan met een ongerust hart verder moeten gaan. Dat wou ik even rechtzetten. Dank u. Ja, nee.
Nee, ik weet vrijwel zeker, meneer Brands, dat als u wel een vraag had gesteld, de wethouder bijzonder ongerust zou zijn. Wethouder Rouwendal vervolgt, uw betoog alstublieft. U
Kent nou goed, voorzitter, merk ik. Behalve aan de bovenkant wil je meer nood aan de onderkant met die grens van 10, ja. Die grens van 10, dat moet ik toegeven, die is natuurlijk enigszins arbitrair gekozen, maar je wilt bij hele kleine potjes ook de vrije ruimte in absolute aantallen heel klein houden. Daar wil je toch wel kleine particulieren wat ruimte bieden. Maar ik denk dat ik me aansluit bij meneer Brands. Als je inderdaad merkt dat daar heel veel gebruik van wordt gemaakt door projecten en optrekken en dergelijke, dan zou je daar toch wat aan moeten gaan doen. Ja, dit is even de keuze die het college nu heeft gemaakt om te zeggen: nou, als het echt heel beperkt van omvang is, dan moeten we dit nog eventjes vrij laten. Maar goed, het is een keuze waar je ook van mening over kunt verschillen. Dat ben ik met de heer Van Dooren eens. En meneer Van Dolen vroeg iets over het verschil in eisenpakket tussen appartementen en grondgebonden woningen. Ik kon die vraag niet helemaal plaatsen, dus misschien mag ik hem ook schriftelijk beantwoorden, maar dan moet ik ook even scherp krijgen wat precies de vraag was. Ik kan het nu even niet beantwoorden, denk ik. Misschien even.
Toelichten. Ja, dank u wel. Ik wilde even voorstellen dat de heer Van Dalen even die vraag opnieuw formuleert en dat er dan een schriftelijke beantwoording volgt. Meneer Van Dalen, gaat uw gang.
Ik zal hem gewoon even op schrift zetten. Dan kan ik ook een betere toelichting geven. Dat is denk ik wel makkelijker. En dan laat ik me gewoon door de wethouder aandragen, want hij is vrij technisch inderdaad. Wat ik nog wel eventjes heb, is het feit dat als wij in Leidschendam-Voorburg zitten, we aan de grenzen van onze woonruimte zitten, zou je kunnen zeggen. Dus het komt steeds meer aan op die hele kleine percelen waar we nog een aantal woningen kunnen bouwen. En dat is de reden waarom we zeggen, van ja, dan is die 10 eigenlijk wel een hele arbitraire grens, want we zitten aan de andere kant heel vaak aan veel kleinere woning aantallen te denken. Dus vandaar dat D66 iets heeft van zouden we die 10 gewoon niet op een andere norm moeten zetten, oftewel een lagere norm. Dat heeft echt te maken met het feit dat we steeds meer binnenstedelijk moeten gaan bouwen.
Dank u wel, meneer Van Deelen. Wij zien daar inderdaad naar uit, hè? De vragen die u heeft gesteld over dat verschil of het gelijktrekken van appartementen en woningen en dan een reactie van de wethouder voor de volgende keer. Wethouder Rouwendal vervolgt, uw bijdrage graag. Ja, was...
Nog een ander punt van meneer Van Doorn over sociale huur en sociale koop. Het beleid richt zich bewust op sociale huur omdat sociale koop echt heel lastig te regelen is. Bij sociale huur kun je afspreken met de ontwikkelaar dat het 30% sociale huur blijft, zeker als je het ook koppelt aan een woningbouwcorporatie. Bij sociale koop kun je zeggen, van ja, je mag het verkopen, maar je moet het verkopen voor een bepaalde prijs die dan als sociale koopprijs geldt. Maar het is heel lastig om de volgende eigenaar te verplichten om dat ook weer te doen. Dus we laten echt bewust inzetten in het beleid op sociale huur. Daarom heb ik vandaag gelijk de vraag van mevrouw beantwoord, het gaat inderdaad om afspraken met de ontwikkelaar die je maakt om de sociale huur te behouden voor een langere duur van 30 jaar. En die duur van 30 jaar, daar had meneer Willemse Jacobson het ook over. Die is sinds vorig jaar, als ik dat uit mijn hoofd zeg, voor het eerst ook vastgelegd in de prestatieafspraken met de woningbouwcorporaties. Voor die tijd was daar geen termijn voor, dus dan konden ze op elk moment als zij dat nodig vonden een deel van de voorraad verkopen, terwijl het juist van belang is dat die voorraad ook langere tijd behouden blijft. En als je met woningbouwcorporaties die afspraak maakt dat wat ze zelf bouwen 30 jaar lang sociaal moet blijven, dan is het ook logisch om in dit stuk ook voor diezelfde termijn te kiezen. Wat ook werd opgemerkt, een van de redenen om het beleid aan te passen, voorzitter, is dat wij nu particulieren zeggen van ja, je moet 30% sociaal bouwen. Die verplichting komen ze wel na, ze gaan ook wel sociaal verhuren. Alleen ze gebruiken daar niet de wachtlijst van de woningbouwcorporatie bij, maar ze verhuren gewoon aan iedereen die daar wil wonen voor die prijs. En, zodat je dus niet de woningen bewoond krijgt door die mensen voor wie ze eigenlijk speciaal bedoeld zijn. Daarom willen we dat nu dus hebben dat de corporaties in een eerder stadium in contact worden gebracht met de ontwikkelaar. En dat heeft er ook mee te maken dat corporaties weliswaar gewend zijn dat ze een lange terugverdienperiode hebben, want ze mogen maar een bepaalde maximale huur innen, dus je kosten voor bouwen verdien je over een hele lange termijn terug. Maar dat brengt met zich mee dat ontwikkelaars ook zelf weer nadenken, van hoe bouwen we dan en hoe bouwen we ook zodanig dat onze kosten voor bijvoorbeeld beheer en onderhoud laag zijn? Als een ontwikkelaar allemaal zijn plan klaar heeft van nou, zo ga ik bouwen en zo ga ik het doen en gaat dan pas naar de corporatie, dan komen die vaak in plannen terecht waarvan ze denken, ja, maar dit is voor ons commercieel niet meer haalbaar. En daarom hebben we dus nu gezegd, van ja, die corporatie moet in een eerder stadium worden betrokken, zodat we dat soort problemen kunnen vermijden en daar is inderdaad ook contact over geweest, want dat moet meneer Willemse Jacobson ook met de corporaties.
Ja, dank voorzitter, dank ook aan de wethouder voor de beantwoording. Alleen was dat niet de vraag die ik stelde, want u gaf antwoord op de vraag van die 30 jaar op sociale huur. Mijn vraag was meer toegespitst op de middenlange huur en eventueel de sociale koop, sociale middenklasse, zeg maar om daar termijnen aan te verbinden. Want het is natuurlijk wel zo als u stelt van ja, sociale huur daar kunnen we 30 jaar over afspreken. Sociale koop is misschien eenmalig, tenzij je het vastlegt, hè, dan kan je afspraken over maken. Maar je geeft wel mensen de mogelijkheid die een lager inkomen hebben, maar wel een vast inkomen die heel graag een eigen huis zouden willen hebben om uit hun sociale huur naar de sociale koop te gaan, waardoor je ook de sociale huur weer vrijspeelt voor mensen die bijvoorbeeld geen vaste baan hebben. Dus heel erg behoefte aan goedkopere koopwoningen voor mensen die daar graag een eigen huis willen. Dus dat was eigenlijk mijn vraag of u dat in een intentieovereenkomst eventueel wilde opnemen, maar daar had u geen antwoord op gegeven. Alleen op de 30 jaar. Dank u wel, voorzitter.
Dank u wel, mevrouw Bremmer, meneer Van Maldegem. Dan vraag ik eventjes of wethouder Rouwendal deze vraag kan beantwoorden omdat hij behoorlijk ingewikkeld is. En ik denk dat als we dat niet nu doen, we het zijn vergeten en dan kom ik zo terug bij de heer Van Maldegem. Wethouder Rouwendal, kunt u antwoord geven op deze vraag van mevrouw Bremmer?
Ja, dat kan ik proberen, voorzitter, dank u wel. Ja, je kunt in de intensivering met een ontwikkelaar best iets opnemen over sociale koop. Dat is het probleem niet. Alleen zodra die ontwikkelaar het verkocht heeft, dan heeft het pand een nieuwe eigenaar. En die kan zeggen, ja, u heeft misschien met de vorige eigenaar afspraken gemaakt, gemeente, maar die gelden niet voor mij. En die kopen worden voor veel duurdere prijzen, dus zo ben je dat heel snel weer kwijt. Dat risico loop je dus. Daarom zetten we in op sociale huur en het eerste deel van uw vraag ging volgens mij over of je ook 30 jaar kunt afspreken voor de middenhuur? Ja, dat kan wel, maar bij koop heb je dus echt het probleem dat je een afspraak maakt met een ontwikkelaar, maar zodra hij het verkocht heeft, heb je een andere tegenpartij tegenover je. En die kun je niet binden.
Dank u wel, wethouder. Ik denk dat het ook door het hier wel voldoende gedaan is. Ik kom zo bij u, mevrouw Bremmer. Meneer van Maldegem uit de gang. Ja, dank.
U wel, voorzitter. De heer Rouwendaal gaf antwoord op een vraag die mijn collega Van Dolen volgens mij niet had gesteld toen hij begon over het technische punt. Het ging namelijk over het tweede gedachtestreepje in het raadsvoorstel, waarin staat dat deze verordening een percentage telt voor de middenhuursector, terwijl onze fractie ervan uitging dat het verplichte percentage dat in dit voorstel staat, gaat over middenhuur en middenkoop. En dat was het punt van collega Van Dolleman. Dat klopt, meneer Van Maldegem, en daarover hebben we afgesproken dat de heer Van Dalen die schriftelijk even stelt en dat die schriftelijk worden beantwoord, voorzitter. Volgens mij ging dat echt over een ander punt.
Nou, dan stel ik voor dat u ook dit punt eventjes schriftelijk doet, want dan zijn we nu. Dan ben ik in ieder geval niet helemaal duidelijk meer op welk verschil tussen huur en koop ik bedoel. Misschien is het dan verstandig om dat even schriftelijk te doen, omdat ik niet denk dat hier een groot verschil van mening is, maar een technische invulling van mij niet klopt. Verder wil ik de fractie van D66 wijzen dat ik nog maar een minuut heb om te spreken. Dan ga ik terug naar mevrouw Bremmer, mevrouw Bremmer, gaat uw gang. Ja.
Dank voorzitter. Wat de heer Van Maldeghem zei, dat was ook mijn vraag of die 20% middenlange huur ook of die middenprijsklasse gesplitst kon worden in huur en koop, want dat was de vraag. Die andere vraag van meneer Van Dolen ging over grondgebonden woningen en appartementen waar een verschil in zat en die komt schriftelijk als ik goed opgelet heb. Maar ik denk dat ik met meneer Rouwendal een keer een kopje koffie ga drinken, want anders gaat dit veel te lang duren. Er zijn heel veel mogelijkheden. Ik nodig de heer Rouwendal graag een keer uit voor een kopje koffie om dit nader te bespreken voor de raadsvergadering nog. Dank u wel.
Wethouder Rouwendal, je krijgt een kopje koffie, maar u mag, voordat u dat doet, nog even doorgaan met het beantwoorden van de vraag van de commissie. Gaat uw gang. Dank voor...
De uitnodiging mevrouw Bruin, maar ik ga daar zeker op in. Dan kijk ik eventjes nog twee vragen. De heer Van Duffel heeft gevraagd hoeveel geld zit er in het vereveningsfonds? Ja, op dit moment nog nul. Binnenkort zit er wel wat in, want we hebben een storting te verwachten van de ontwikkelaar van de Fonteinkerk. Dat is momenteel de enige die van die optie gebruikmaakt. Het bedrag dat hij gaat storten weet ik niet uit mijn hoofd, maar als meneer Van Duffel dat echt op prijs stelt, dan kan ik hem dat ook nog wel schriftelijk laten weten. En meneer Willemse Jacobson heeft gevraagd naar het parkeerbeleid. Ja. Onlangs heeft de provincie een rapport laten verschijnen over de knelpunten bij de bouw van sociale woningen. En één daarvan is de genoemde parkeernorm. Daar wil ik ook als college best naar kijken, maar ook op dit punt speelt natuurlijk beetje bij beetje gaan nadenken van ja, wat doet corona met de samenleving? Als het openbaar vervoer langere tijd minder gebruikt kan worden, betekent dat ook dat het autobezit weer toeneemt. Dan is even de vraag of dat dan weer het handige moment is om de parkeernorm te verlagen. Nou ja, dat is echt wel eventjes een vraagstuk voor het college dus. En ik denk ook het parkeerbeleid. Ja, dat heeft op veel meer aspecten invloed dan alleen dat stuk wat hier nu voorligt, dus dat moet je ook op een ander moment regelen dan in deze beleidsregels denk ik. Maar ja, het heeft wel de aandacht van het college. We zijn erover aan het nadenken, maar het is nog niet zo heel makkelijk om daar de juiste keuze in te maken. Volgens mij heb ik nu alle vragen beantwoord, voorzitter. Ik heb
Heb het gevoel dat het ook het geval is, maar voor de zekerheid gaan we dat even vragen. En dan kijk ik even of u een bijdrage heeft voor de tweede termijn. Meneer Brands, een tweede termijn?
Dank u wel, ik heb toch nog een vraag aan de wethouder rondom dat vereveningsfonds, want daar zit nu niks in en ik hoef niet exact te weten wat erin gestort gaat worden binnenkort. Maar wat ik me wel afvraag, ik lees in het voorstel dat het een soort stimuleringsmiddel is om sociale woningen en middeldure koopwoningen te realiseren. Maar als je niks hebt, hoe kun je dan stimuleren? Dank u wel. Dank u.
Nee, dank u wel, maar ik hoorde de wethouder zeggen dat er een foutje was ontdekt. En hij vroeg volgens mij hulp aan de Raad om een amendement in te dienen om dat foutje recht te zetten. Ik snap zelf niet wat het foutje was, maar ik heb heel erg de neiging om de wethouder te geloven en ik wil hem graag ook helpen met het amendement. Dat heb ik verder nog van niemand gehoord. Dank u wel.
Dank u wel, meneer Van Schoor. Ik wilde inderdaad in de samenvatting van ons gesprek de conclusie van ons gesprek, dat punt nog even aan de orde stellen. U bent mij voor, dus ik ben blij dat u dat gaat oppakken. Meneer Willemse, Jacobs, tweede termijn.
Hartelijk dank en geen behoefte aan een tweede termijn. Dank aan de wethouder voor de beantwoording en wij helpen ook graag mee met de amendementen als dat nog nodig is. Dank.
Nee hoor, dank u wel, graag een 10-minutendebat voordat een addendum dat de Raad moet opstellen om de fout te corrigeren en om eventueel te kijken of we nog een amendement of motie kunnen indienen voor de koop in het midden cement naar aanleiding van het kopje koffie dat ik met de wethouder ga drinken. Maar dat horen we dan eens even. Jullie maar graag een 10-minutendebat.
Dank u wel, ik leefde in de veronderstelling dat het amendement van wethouder Rouwendal kan. Wethouder Rouwendal overwoog in te dienen dat dat wel tot overeenstemming zou kunnen leiden. Dus ik heb niet het gevoel dat dat nou op die manier moet. Het debat waard is, maar als er inderdaad extra moties worden ingediend over het relatief ingewikkelde punt van sociale en kolossale huur, dan denk ik dat het wel verstandig is om daar een 10 minuten schorsing voor te maken, dus ik zou ook Brazilië aanbevelen om dat zo te doen. Dan sluit ik dit punt af en dan ga ik even langs de hamerstukken. De voorstellen van het besluit lezen is een gegeven. Wethouder Rouwendal. Ja, excuus, maar
Maar ik dacht dat ik ook nog mocht reageren in de tweede termijn. In het bijzonder, omdat ik nog een vraag van meneer Van Duffel heb gekregen in de tweede termijn, meende ik.
Want het is vroeg. Ja, hoe kun je iets doen als je € 0 in de kas hebt? Ja, dus stortingen zijn verplicht voor die ontwikkelaars die vanaf 1 januari 2017 zijn begonnen met een ontwikkeling en daarbij niet 30% woningbouw wilden realiseren of konden realiseren. En, dat zijn er nog maar heel weinig geweest, eigenlijk alleen maar de Fonteinkerk. Je hoeft pas te storten op het moment dat je met de bouw begint als je ook de andere kosten gemaakt zou hebben. Dus dat is de reden dat we op dit moment € 0 in kas hebben. Maar de bedoeling is dat het op termijn wel meer wordt. Maar dat even nog de toelichting. En dank aan de heren Verschoren, Willemse en Jacobson voor hun bereidheid om mee te werken aan het amendement.
Dank u wel voor het hebben. Dank u wel meneer wethouder Rouwendal, dan is hiermee dat onderwerp afgesloten. Ga ik toch weer snel door naar de hamerstukken. We