De gemeenteraad van Leidschendam-Voorburg debatteerde op 8 oktober 2019 over de dringende noodzaak van sociale woningbouw. Met een gemiddelde wachttijd van 45 maanden voor sociale huurwoningen, is de druk om te bouwen hoog. De raad besprak een motie om het college te verzoeken budget vrij te maken voor een business case die de bouw van 750 sociale woningen moet versnellen.
Politiekverslaggever Rijk de Bat
Tijdens de raadsvergadering werd de urgentie van het woningtekort in Leidschendam-Voorburg breed erkend. "Er is een groot tekort aan sociale huurwoningen," benadrukte raadslid Willemse Jacobs. "We moeten ervoor zorgen dat iedereen zeker is van een betaalbare woning."
De motie, ingediend door de Partij van de Arbeid samen met ChristenUnie, SGP, GroenLinks en Gemeentebelangen, roept het college op om in de begroting van 2020 budget te reserveren voor het uitwerken van een business case. Deze moet leiden tot de realisatie van 750 sociale woningen. Wethouder Rouwendaal, nieuw in deze portefeuille, gaf aan dat het college al kansrijke locaties heeft geïdentificeerd voor de bouw van circa 800 woningen.
De discussie in de raad ging verder dan alleen de sociale woningbouw. Er werd ook aandacht gevraagd voor het middensegment en de doorstroming op de woningmarkt. "Waar zijn de middenklasse en seniorenwoningen?" vroeg VVD-raadslid Brands zich af. De wethouder erkende dat de marktwerking een rol speelt in de ontwikkeling van deze segmenten.
Een ander belangrijk punt van discussie was het vereveningsfonds, bedoeld om projectontwikkelaars die niet aan de 30% norm voor sociale woningbouw voldoen, te laten bijdragen aan sociale woningbouw elders. De wethouder gaf aan dat het fonds nog niet gevuld is, omdat de projecten die onder deze regeling vallen nog niet zijn gestart.
De raad besloot om de motie van de PvdA en partners over te nemen, waarmee het college wordt aangespoord om snel werk te maken van de business case. Daarnaast werd afgesproken om een beeldvormende avond te organiseren over het vereveningsfonds, zodat raadsleden beter geïnformeerd beslissingen kunnen nemen.
Met deze stappen hoopt de gemeente de woningnood aan te pakken en de wachttijden voor sociale huurwoningen te verkorten. "We willen de schop zo snel mogelijk de grond in zien," aldus Willemse Jacobs.
Samenvatting van het voorstel
De motie, ingediend door de leden Streefkerk, Verschoor, Reijnders en Duijvestijn tijdens de vergadering van de raad van Leidschendam-Voorburg op 8 oktober 2019, richt zich op de concrete invulling van plannen voor sociale woningbouw. Het college heeft het voornemen om tussen 2017 en 2025 ongeveer 750 sociale woningen te bouwen en heeft kansrijke ontwikkellocaties geïdentificeerd die goed zijn voor circa 800 woningen. De motie benadrukt de urgentie van het bouwen van meer sociale woningen vanwege de lange gemiddelde wachtduur van 45 maanden. Het college wordt verzocht om in de begroting van 2020 budget te reserveren voor het uitwerken van een business case voor sociale woningbouw en om de raad voor de zomer van 2020 te informeren over de concrete plannen voor de realisatie van de 750 woningen.
Documenten
-
-
-
Analyse van het document
Titel en Samenvatting:
De motie heeft als titel "Betaalbare woningen voor starters en senioren". Het richt zich op het aanpakken van scheefwonen in de gemeente Leidschendam-Voorburg. Scheefwonen, waarbij mensen met een hoger inkomen in sociale huurwoningen blijven wonen, belemmert de doorstroming en verlengt de wachttijden voor mensen met een laag inkomen. De motie verzoekt het college om inzicht te geven in de mate van scheefwonen en samen met woningcorporaties maatregelen te ontwikkelen om dit tegen te gaan. De raad moet geïnformeerd worden over de maatregelen voordat de landelijke aanpak van kracht wordt.
Oordeel over de volledigheid:
De motie is redelijk volledig in het identificeren van het probleem en het voorstellen van een aanpak. Het vraagt om kwantitatieve gegevens en samenwerking met woningcorporaties, wat essentieel is voor een effectieve oplossing.
Rol van de raad:
De raad speelt een toezichthoudende rol door het college te verzoeken om inzicht en maatregelen. Ze moeten de voorgestelde maatregelen beoordelen en goedkeuren voordat de landelijke aanpak wordt geïmplementeerd.
Politieke keuzes:
De raad moet beslissen of ze prioriteit geven aan het aanpakken van scheefwonen en welke maatregelen ze willen ondersteunen. Dit kan politieke implicaties hebben, vooral als het gaat om het herhuisvesten van huidige bewoners.
SMART en Inconsistenties:
De motie is specifiek en meetbaar in termen van het verkrijgen van kwantitatief inzicht. Het is echter minder specifiek over de tijdlijn en de haalbaarheid van de maatregelen. Er zijn geen duidelijke inconsistenties, maar de tijdlijn voor het informeren van de raad kan specifieker.
Besluit van de raad:
De raad moet besluiten of ze het college willen verzoeken om de voorgestelde acties uit te voeren en hoe ze de voortgang willen monitoren.
Participatie:
De motie vermeldt geen directe participatie van burgers, maar impliceert samenwerking met woningcorporaties, wat een vorm van institutionele participatie is.
Duurzaamheid:
Duurzaamheid is niet direct een onderwerp in deze motie, maar het verbeteren van de doorstroming kan indirect bijdragen aan een duurzamere woningmarkt.
Financiële gevolgen:
De motie bespreekt geen directe financiële gevolgen of hoe deze gedekt zouden worden. Het verkrijgen van kwantitatief inzicht en het ontwikkelen van maatregelen kan echter kosten met zich meebrengen, waarvoor mogelijk financiering nodig is.
-
Analyse van het document
Titel en Samenvatting:
De motie draagt de titel "Concrete invulling plannen sociale woningbouw" en is ingediend door de leden Streefkerk, Verschoor, Reijnders en Duijvestijn. De motie roept het college van Leidschendam-Voorburg op om in de begroting van 2020 budget te reserveren voor het uitwerken van een business case voor sociale woningbouw. Het doel is om voor de zomer van 2020 de raad te informeren over de concrete plannen voor de bouw van 750 sociale woningen. Dit is noodzakelijk vanwege de lange wachtlijsten voor sociale huurwoningen, die momenteel gemiddeld 45 maanden bedragen.
Oordeel over de volledigheid:
De motie is redelijk volledig in de zin dat het duidelijk de noodzaak en de stappen beschrijft die het college moet ondernemen. Echter, het biedt geen gedetailleerde informatie over hoe de business case precies zal worden ontwikkeld of welke specifieke locaties in overweging worden genomen.
Rol van de raad:
De raad speelt een toezichthoudende en besluitvormende rol. Ze moeten het college aansturen om de benodigde stappen te ondernemen en later de business case beoordelen om verdere beslissingen te nemen.
Politieke keuzes:
De raad moet beslissen of ze prioriteit willen geven aan de bouw van sociale woningen en of ze bereid zijn om de benodigde financiële middelen hiervoor vrij te maken in de begroting van 2020.
SMART en Inconsistenties:
De motie is deels SMART (Specifiek, Meetbaar, Acceptabel, Realistisch, Tijdgebonden). Het is specifiek en tijdgebonden, maar mist meetbare criteria voor succes en een gedetailleerd plan van aanpak. Er zijn geen duidelijke inconsistenties, maar de haalbaarheid van de tijdlijn kan een punt van discussie zijn.
Besluit van de raad:
De raad moet besluiten of ze instemmen met het verzoek om budget te reserveren voor de business case en of ze akkoord gaan met de voorgestelde tijdlijn voor rapportage.
Participatie:
De motie vermeldt niets over participatie van burgers of andere belanghebbenden in het proces van het ontwikkelen van de business case of de bouwplannen.
Duurzaamheid:
Duurzaamheid wordt niet expliciet genoemd in de motie, maar kan een relevant onderwerp zijn bij de ontwikkeling van sociale woningbouwprojecten.
Financiële gevolgen:
De motie vraagt om budgetreservering in de begroting van 2020, maar specificeert niet hoeveel geld nodig is of hoe dit gedekt zal worden. Dit kan een punt van zorg zijn dat nader onderzoek en discussie vereist.
-
Analyse van het document
Titel en Samenvatting
Titel: Motie: Betaalbare woningen voor starters en senioren
Samenvatting: De motie, ingediend door de leden Brans, Dupont en Duijvestijn, richt zich op het aanpakken van het tekort aan betaalbare koop- en huurwoningen in het middensegment in Leidschendam-Voorburg. De motie constateert dat de huidige focus op nieuwbouw van sociale huurwoningen niet voldoende is om het probleem op te lossen. Er wordt voorgesteld om naast de 30% sociale huurwoningen ook meer betaalbare huur- en koopwoningen te bouwen. Daarnaast wordt het college verzocht een business case in te dienen bij het Rijk voor bouwplannen gericht op betaalbare woningen voor starters en ouderen en de raad te informeren over de voortgang.
Oordeel over de volledigheid
De motie is redelijk volledig in het adresseren van het probleem en het voorstellen van concrete stappen. Echter, details over de implementatie en specifieke doelstellingen ontbreken, zoals hoeveel woningen er precies nodig zijn en binnen welke termijn.
Rol van de Raad
De raad speelt een toezichthoudende en besluitvormende rol. Ze moeten de motie goedkeuren en het college aansturen om de voorgestelde acties uit te voeren.
Politieke Keuzes
De raad moet beslissen of ze de focus willen verbreden van alleen sociale huurwoningen naar ook betaalbare koop- en huurwoningen in het middensegment. Dit kan invloed hebben op de prioritering van middelen en beleidsdoelen.
SMART en Inconsistenties
De motie is niet volledig SMART (Specifiek, Meetbaar, Acceptabel, Realistisch, Tijdgebonden). Er ontbreken specifieke doelen en tijdlijnen. Er zijn geen duidelijke meetbare resultaten of deadlines aangegeven.
Besluit van de Raad
De raad moet besluiten of ze de motie aannemen en het college de opdracht geven om de voorgestelde acties uit te voeren.
Participatie
De motie vermeldt geen specifieke participatie van burgers of andere belanghebbenden in het proces.
Duurzaamheid
Duurzaamheid wordt niet expliciet genoemd in de motie, maar kan impliciet relevant zijn bij de bouw van nieuwe woningen.
Financiële Gevolgen
De motie verwijst naar het nationale woningfonds van 1 miljard euro, maar geeft geen specifieke financiële gevolgen of dekkingsvoorstellen voor de gemeente zelf. Het is onduidelijk hoe de lokale financiering eruitziet en of er aanvullende middelen nodig zijn.