Analyse van het document
Analyse van het voorstel: Opheffing Gemeenschappelijke Regeling Dienst Sociale Werkvoorziening Rijswijk e.o.
Titel en Samenvatting:
Het voorstel betreft de "Opheffing Gemeenschappelijke Regeling Dienst Sociale Werkvoorziening Rijswijk e.o." Het college van burgemeester en wethouders vraagt de gemeenteraad om toestemming om de gemeenschappelijke regeling voor de Dienst Sociale Werkvoorziening (DSW) op te heffen per 31 december 2020. Dit besluit is noodzakelijk vanwege de beëindiging van de Wet sociale Werkvoorziening (Wsw) en de overgang naar de Participatiewet. De activiteiten van de DSW worden ondergebracht in een nieuw op te richten Werkbedrijf in Zoetermeer, dat de dienstverlening aan werkzoekenden zal voortzetten. Het voorstel benadrukt dat de overgang voor medewerkers zo soepel mogelijk moet verlopen.
Oordeel over de volledigheid:
Het voorstel is uitgebreid en gedetailleerd. Het behandelt de aanleiding, het liquidatieplan, personeelszaken, financiële gevolgen en besluitvorming. Het biedt een duidelijk overzicht van de stappen die zijn genomen en nog moeten worden genomen.
Rol van de raad:
De raad moet toestemming verlenen aan het college om de gemeenschappelijke regeling op te heffen. Dit is een wettelijke vereiste volgens de Wet gemeenschappelijke regelingen (Wgr).
Politieke keuzes:
De raad moet beslissen of zij instemt met de opheffing van de regeling en de overgang naar het Werkbedrijf. Dit omvat het afwegen van de voor- en nadelen van de opheffing en de financiële implicaties.
SMART en Inconsistenties:
Het voorstel is specifiek, meetbaar, en tijdgebonden, met duidelijke doelen en deadlines. Er zijn geen duidelijke inconsistenties in het voorstel.
Besluit van de raad:
De raad moet besluiten om het college toestemming te geven om de gemeenschappelijke regeling op te heffen.
Participatie:
Het voorstel vermeldt dat er zienswijzen en adviezen zijn ontvangen van verschillende belanghebbenden, waaronder adviesraden en de ondernemingsraad, wat wijst op enige mate van participatie.
Duurzaamheid:
Duurzaamheid wordt niet expliciet genoemd als een relevant onderwerp in dit voorstel.
Financiële gevolgen:
De opheffingskosten bedragen €2,992 miljoen, waarvan een deel wordt gedekt door het eigen vermogen van DSW en eerder beschikbaar gestelde proceskosten. De resterende kosten worden verdeeld over de betrokken gemeenten. Voor Leidschendam-Voorburg betekent dit een resterende kostenpost van circa €139.700. De kosten voor de ontwerpfase van het Werkbedrijf bedragen €750.000, waarvan Leidschendam-Voorburg €169.500 bijdraagt. Deze kosten zijn gedekt in de begroting.