Burgemeester krijgt nieuwe bevoegdheid om woonoverlast aan te pakken
De gemeenteraad van Leidschendam-Voorburg debatteert over een voorstel om de burgemeester meer macht te geven bij ernstige woonoverlast. Het voorstel, dat voortvloeit uit de Wet aanpak woonoverlast, stuit op zowel steun als kritiek.
Politiekverslaggever Rijk de Bat
Tijdens de raadsvergadering van Leidschendam-Voorburg werd een voorstel besproken om de Algemene plaatselijke verordening (APV) te wijzigen. Deze wijziging zou de burgemeester de bevoegdheid geven om bij ernstige en herhaaldelijke woonoverlast een gedragsaanwijzing op te leggen aan de overlastgever. Dit is mogelijk sinds de inwerkingtreding van de Wet aanpak woonoverlast op 1 juli 2017. Het voorstel heeft als doel bij te dragen aan een veilige gemeente, maar roept gemengde reacties op binnen de raad.Bianca Bremer van Gemeentebelangen opende het debat met vragen over de rapportageverplichting van de burgemeester en de tijdsduur van de opgelegde maatregelen. "Volgens mij moet de burgemeester rapporteren aan de Raad, niet alleen aan het college," stelde Bremer. Ze benadrukte ook het belang van duidelijkheid over de tijdsduur van de maatregelen.
GroenLinks, vertegenwoordigd door mevrouw Reinders, uitte haar zorgen over de inbreuk op de basisrechten van de overlastgever. "De wet maakt een ernstige inbreuk op de basisrechten van de overlastgever," zei Reinders. Ze wees op de mogelijke zware gevolgen van de maatregelen, zoals een dwangsom of huisverbod, en benadrukte de noodzaak van een duidelijke bezwaarprocedure.
De VVD, bij monde van de heer Van Veller, sprak zijn steun uit voor het voorstel. "Wij kiezen voor het slachtoffer, voor de mensen die zich in hun vrijheid bedreigd voelen," verklaarde Van Veller. Hij prees het stappenplan en de betrokkenheid van de Lokale Kamer, die meldingen van woonoverlast zal behandelen.
D66, vertegenwoordigd door de heer Van Maldegem, erkende de ernst van burenoverlast maar wees op de botsing met grondrechten. Hij pleitte voor meer verantwoording aan de Raad over de redenen voor opgelegde maatregelen. "Niet alleen aantallen, maar ook de redenen waarom," aldus Van Maldegem.
Het CDA, vertegenwoordigd door de heer Van Duffelen, stelde vragen over de verhouding van de APV-wijziging tot andere wettelijke mogelijkheden en de rechten van kinderen in overlastsituaties. "Hoe worden de rechten van het kind gewaarborgd?" vroeg Van Duffelen.
De Partij van de Arbeid, vertegenwoordigd door de heer Blokland, benadrukte het belang van het voorkomen van escalatie naar de burgemeester. "Het is een ultimum remedium," stelde Blokland. Hij vroeg naar afspraken met woningcorporaties om problemen zelf op te lossen.
Burgemeester Martijn Vroom reageerde op de vragen en benadrukte dat de maatregel een laatste redmiddel is. "Het is een ultimum remedium, een last resort," zei Vroom. Hij verzekerde de Raad dat er voldoende waarborgen zijn en dat er altijd naar de situatie van kinderen wordt gekeken. Ook beloofde hij meer duiding te geven bij de rapportage aan de Raad.
Met de toezeggingen van de burgemeester gaat het voorstel naar de eerstvolgende besluitvormingsronde. Het debat toonde de complexiteit van het balanceren tussen het beschermen van slachtoffers van overlast en het waarborgen van de rechten van de overlastgevers.
Samenvatting van het voorstel
De gemeenteraad van Leidschendam-Voorburg wordt gevraagd om een wijziging van de Algemene plaatselijke verordening (APV) vast te stellen, zodat de burgemeester de bevoegdheid krijgt om bij ernstige en herhaaldelijke woonoverlast een gedragsaanwijzing op te leggen aan de overlastgever. Dit is mogelijk sinds de inwerkingtreding van de Wet aanpak woonoverlast op 1 juli 2017. De wijziging voegt een nieuw artikel 2:79 toe aan de APV, en de burgemeester zal beleidsregels vaststellen voor het gebruik van deze bevoegdheid. Het doel van het voorstel is bij te dragen aan een veilige gemeente. De wet biedt een extra middel naast bestaande instrumenten om woonoverlast aan te pakken, maar mag alleen worden ingezet als andere methoden niet geschikt zijn. De Lokale Kamer, een samenwerking tussen politie, woningcorporaties en zorginstellingen, zal meldingen van woonoverlast behandelen. Er is een risico dat de nieuwe bevoegdheid leidt tot extra administratieve lasten voor de gemeente. In de regio hebben Den Haag en Zoetermeer deze bevoegdheid al toegekend aan hun burgemeesters, en Rijswijk overweegt dit ook te doen.