- G.D. Beek - VVD
- R. van Duffelen - CDA
- M.W. Vroom - Burgemeester
- S.R. Paltansing - PvdA
- C.P. Elenbaas - GroenLinks
- F.B. Wilschut - ChristenUnie
- Ph. van Veller - Wethouder
4.b.1 Motie VVD CDA GBLV rapportage bopa's ID 774
En, die zal ik nu maar gelijk indienen, neem ik aan. En daar gaat het erom dat we het college verzoeken om als er aanvragen zijn die, laten we zeggen, binnen dat Wob-traject zouden kunnen vallen, ons daar bij tijd over te informeren en op basis van een nadere analyse te kijken of er een filter overheen gelegd kan worden. Dit is eigenlijk, laten we zeggen, dat heeft meer te maken met, laten we zeggen, de urgentie omdat het domein waarin aanvragen behandeld moeten zijn door de gemeente is teruggebracht naar 8 weken en daar zullen wij ook mee moeten kunnen werken, dus dat was het, dank u wel. Dank u wel, meneer Van Duffelen. Ja, voorzitter.
Voorzitter, dank u wel. Ik kijk terug op een goed gesprek met de wethouder. In de Commissie Omgeving blijft nog wel het punt over de beoordelingsruimte voor het College in het adviesrecht. Daar hebben we lang over gesproken en over nagedacht. Zou je dat moeten amenderen of met een motie moeten doen? Uiteindelijk hebben we ervoor gekozen, onder het motto 'vertrouwen is goed, controle is beter', om dan toch de wethouder te vragen daar in deze motie scherper op te zijn met het aanbieden van de voorstellen aan de Raad om mee te kunnen kijken en het adviesrecht uit te kunnen oefenen. En dat is het, dank u wel. Dank u wel.
Dank u wel. Wij horen graag wat de wethouder van deze motie vindt, want wat ons betreft is deze motie overbodig. In de vorige termijn hebben wij hier al een start mee gemaakt door daarmee te oefenen. Dat was een motie van het raadslid Bremer, thans wethouder Bremer, die heeft voorgesteld om specifieke gevallen al aan de Raad voor te leggen. En wij zien deze motie dan ook als overbodig, omdat we hiermee een stukkenstroom voor de Raad gaan organiseren, waarbij wij door de bomen het bos niet meer zien. En het college informeert ons al vroegtijdig. Dus vandaar dat wij deze motie zien als overbodig. Maar als de wethouder zegt dat hij deze kan steunen, dan zullen we hem uiteraard steunen. Dank u wel, voorzitter.
U wel, voorzitter. Ja, wat nu blijkt, is dat het misschien betere namenstukken had kunnen zijn, want anders gaan we toch weer de discussies overdoen die in de voorgaande bijeenkomsten zijn geweest. Die zijn er de nodige geweest. We hebben het uit en te na besproken. Ik wil alleen nog even benadrukken dat onze fractie zich nog steeds grote zorgen maakt over de praktische uitvoering van deze wet, maar dat gaan we zien in de toekomst. Wij zijn tevreden met de suggesties die als gevolg van de voorbesprekingen zijn opgenomen in het raadsvoorstel. En waarvoor dank aan de andere fracties en wij steunen de motie van de VVD. Dank u wel. Dank u.
Ja, voor ons was het ook een heikel punt, maar nu we het toch bespreken. Kort nog, even over de motie. Wij kunnen op zich begrijpen dat je dit een tijdje doet, dat je even een tijdje voelt hoe het gaat en als je dan denkt, nou, dat gaat best goed, dat we er dan mee kappen. En daarom zou ik eigenlijk willen voorstellen om een soort termijn erin op te nemen, want ik vind eigenlijk tot in de eeuwigheid dit doen wel een beetje overdreven. Dus dat is mijn vraag aan de opstellers van de motie. Meneer Beek.
Het lastige is dat je natuurlijk moet kijken, want die hele Omgevingswet is voor de hele Raad. Is dit nieuw? In de notities van de wethouder staat ook, laten we zeggen, evaluatiemoment. Ik denk dat we dat gewoon mee kunnen nemen en er iets over kunnen vinden. Is dit nou nuttig om dit door te zetten? Ik zie eigenlijk niet de noodzaak om daar de tekst nu voor aan te passen. We kunnen op dat moment nog wel een besluit nemen dat we zeggen, nou, we laten dit aspect vallen. Dat we het ook op die manier doen. Als je het dan heet, u wilschut.
Het was uw vraag, was u klaar met uw betoog? Ja, dank u wel. Wenst er nog verder iemand in deze termijn het woord? Niet het geval, dan kijk ik naar de wethouder ter zake, wethouder Van Veller. Dank u.
Wel voorzitter en dank u wel voor uw inbreng, leden van de Raad. Ja, we hebben een goed gesprek gehad in de commissie hierover. Het is altijd best wel lastig met die Omgevingswet, omdat het aan de ene kant heel technisch is en aan de andere kant ook wel weer echt politiek. Dat is heel belangrijk, omdat wat je nu afspreekt, je op basis daarvan straks inderdaad politiek bedrijft. Dus ik snap heel goed dat de Raad ook echt goed heeft gekeken hiernaar en met name natuurlijk wat zijn eigen positie hierin is en dat delegatiebesluit. Nou, dat gaat dan over kleine dingetjes. Het andere besluit dat gaat over best wel grote onderwerpen van wanneer voeren we nou ons bindend adviesrecht uit en wanneer niet? Nou, dat is in ieder geval zo bij grotere woningprojecten. En dan zit hem natuurlijk op de vraag, ja, wat doen we dan met kleinere projecten? Dat zijn dan ook wel bopa's, dus dat zijn buitenplanse omgevingsplanactiviteiten. Oftewel, die vallen niet op een telgegevensplan, maar dat kunnen ook heel kleine dingen zijn, zoals dakkapellen en dat soort dingen. En dat zijn dan die kruimelgevallen. Nou, daar is al eerder van afgesproken van, ja, dat hoeft niet echt langs de Raad trouwens, als college zien we dat ook niet als college. Zou wel heel druk worden, maar grotere gevallen wel. En soms is een groot geval of iets iets groter, al best wel echt een politiek ding en dat stond erin, dat gaat. Dat gaat het college dan beoordelen en gaat dan naar de Raad ermee. Er stond in de toelichting al wel van nou, we moeten wel een werkwijze vinden dat we de andere Raad soms even informeel kunnen vragen. Ja, vindt u dit nou een adviesgeval of niet, niet dat het automatisch dan zo is, want dan zou je al dat soort gevallen meteen ook met participatie en zo moeten optuigen, maar een soort tussenvorm en dat is de tussenvorm die nu ook in die motie wordt gevraagd, dan kunt u ons niet. Elke twee weken in ieder geval een lijst verschaffen van die onderwerpen die niet op dakkapelniveau zitten, maar toch ook niet op die hele grote gevallen. Een beetje die tussengevallen en dan nou wat het nieuw is in de motie en wat dat betreft niet helemaal overbodig dat er ook een termijn in zit, dus echt wel een beetje echt wel een strakke werkwijze van eens in de minimaal hooguit binnen twee weken horen wij daarvan en dit nemen we verder mee in die werkwijze die we verder gaan ontwikkelen richting Raad, maar trouwens ook wel belangrijk ook binnen de organisatie hè, want dan moeten wij het als college natuurlijk of als portefeuillehouder. Wonen vaak, maar ook misschien anderen dat ook op de een of andere manier op zijn bordje krijgen voordat het dan naar de Raad gaat. Dus dat is een werkwijze die we gaan inregelen in die zin. Nou, ik kan, ik kan. Kunnen we uit de voeten met de motie. Het is een iets scherpere invulling van wat al in de toelichting staat. De heer Elenbaas wat nog over de zorgen het ook over gehad in de in de commissie. Natuurlijk is ook in de Eerste Kamer aan de orde geweest en deze week gaat de gaat de minister nog gesprekken voeren met de VNG over zien jullie het zitten en ook met andere ketenpartners en we hebben al gehoord bij een ja, een bijeenkomst binnen de VNG verband eergister dat binnen de VNG waarom wordt aangegeven? Nou, we kunnen er toch wel mee uit de voeten, maar het zal zoals een wethouder aangaf. Het zullen de eerste maanden misschien meer klunen dan schaatsen worden, maar langzamerhand ga je dan meer schaatsen en komt dat. Komt dat hopelijk goed, maar het wordt natuurlijk best pittig in het begin dat dat wordt wel verwacht bij meerdere gemeenten. Maar nogmaals, ik heb al eerder gezegd, ik ben best ja hoopvol als ik kijk hoe onze organisatie er nu mee bezig is, hebben we het al over gehad, dus hoef ik niet, niet niet te herhalen. En de vraag van de heer Wilsgert over de termijnen die was aan de de indiener. En ja, het is een motie natuurlijk, hè, dus ik heb ook zoiets van, laten we maar hiermee beginnen en als we nou de hele Raad straks zeggen, van nou iedere week of iedere twee weken weer die hele lijst, ik geloof het wel, we moeten iets anders dan dan zien we dan wel met dat geldt voor de hele Omgevingswet, we gaan ook. De eerste maanden van 2024. Nog vaak hoop ik in goede zin, maar er zullen ook nog best wel wat scherpe kantjes of dingetjes inzitten van die Omgevingswet waar we sowieso over komen te spreken. We gaan we gaan leren. Dank u wel voorzitter. Ik kan me
Zomaar voorstellen dat er geen behoefte is aan een tweede termijn, maar voor de zekerheid kijk ik nog wel even rond. Meneer Van Duffelen niet wapperen als ik niet de hele baas niet meneer wil schudden niet. Oké. Mooi. Dan kunnen wij, denk ik, overgaan tot stemmen over het raadsvoorstel. Het raadsvoorstel doen we weer met de hand. Wie is voor dit raadsvoorstel? Je mag de hand opsteken. En hè? Toch bedankt, mevrouw Van Beers, compliment aan de voorzitter vat ik hem op. Ik zie alle handen min of meer omhoog gaan. Ik interpreteer dat als iedereen voor. Gaan we stemmen over de motie, dat gaat weer digitaal. Dat lukt, dus dat mag u dan gaan doen. Ja. De heren Brokken en Van der Linden, kunt u stemmen? Er is gestemd. Alle aanwezige leden stemden voor de motie. Zag ik wat handen voor een stemverklaring achteraf? Dat is niet het geval. Nee, oké, dan heb ik dat goed gezien. Dank u wel, aangenomen motie, aangenomen raadsvoorstel, dan sluit u het agendapunt af, met dank voor alle inbreng. Ze hebben bij agendapunt 4C. Dat