- H.P. Klazenga - GBLV
- J. Streefkerk - PvdA
- Th.J. Visser - CDA
Brief Gemeentelijke Ombudsman Den Haag: Aanbevelingen dienstverlening sociaal domein - 21:15
Dank u, voorzitter. Laat ik beginnen met te zeggen dat ik heel blij ben dat die brief niet alleen binnen is, maar vooral ook onderschreven wordt door de wethouder. Want het onderzoek van de Ombudsman bevestigt volgens mij het onderzoek van GroenLinks en de memo die we ingediend hebben eind vorig jaar, die overigens gericht was op bejegening van cliënten binnen werk en inkomen. En ik denk dat het heel goed is dat nu aan het licht komt dat het probleem breder is dan dat. De Ombudsman heeft het breder opgepakt en ik ben daar erg blij mee. Ondanks dat het natuurlijk vervelend is dat hij tot dezelfde conclusies komt, want dat betekent dat er nog genoeg te doen is. En, voorzitter, als ik die lijst zie met wat we nog beter kunnen doen, dan vind ik het verstandig om die te splitsen in twee stapeltjes. Want we hebben praktisch een aantal zaken te doen. Dan denk ik aan distributie van stukken, aan de bereikbaarheid, aan een klantvriendelijker digitaal systeem. Maar het tweede stapeltje is volgens mij lastiger, want dan hebben we het over houding. Want deze gemeente heeft op houding ook nog wel wat te doen en dat is een beweging die we lastiger kunnen realiseren. Alhoewel ik denk dat die postkamer ook een hele kluif geweest is. Voorzitter, die beweging is lastig om in te zetten, maar wel heel belangrijk omdat hij wat mij betreft de vraag raakt wat voor gemeente wij willen zijn. En dat is een belangrijke vraag, misschien ook wel een simpele vraag, in ieder geval als je het aan ons vraagt, want het zal u niet verbazen, voorzitter, dat we een inclusieve gemeente willen. Een inclusieve gemeente is volgens mij een gemeente die mensen ondersteunt die dat nodig hebben zonder dat we struikelen over de papieren tijgers of in wantrouwen vervallen jegens een doelgroep die onze compassie juist nodig heeft. En een inclusieve gemeente kijkt naar mogelijkheden in plaats van onmogelijkheden en past, en dit is volgens mij een aandachtspunt wat belangrijk is, alle drie de assen van de hard-weerbaar-balans toe. Een inclusieve gemeente is proactief, biedt persoonlijk maatwerk en inderdaad, de insprekers zeiden het al, als je een PGB hebt is dat altijd zo en in heel veel gevallen zou dat zo moeten zijn. Volgens mij gaat het ook om een positieve inslag, om oplossingsgericht te zijn, hulp te bieden in een vroeg stadium, maar ook passie te hebben om je dienstverlening een beetje vindingrijk toe te passen en ook voldoende empathie te hebben om je te verplaatsen in een cliënt. Onze wethouder is van alle markten thuis. Ik hoop wel dat ze goed luistert, want het gaat ook over ruimte geven aan mensen die het oplossen zonder in administratieve kilte te belanden. En volgens mij is dat wat regelmatig misgaat, dat we ons inderdaad verschuilen achter regels, kastjes en muren te over. Volgens mij kan dat niet zo zijn, maar, voorzitter, ik moet ook kwijt dat in de maanden tussen onze memo en het aannemen van de motie en vandaag ik ook regelmatig contact heb gehad. Niet alleen met de wethouder, maar ook met wat ambtenaren en ook het antwoord van het college op de brief van de Ombudsman laat zien dat we al wat stappen gezet hebben. Dat is fijn, ondanks dat er nog een hoop gedaan moet worden. En ik hoop dat de wethouder ons kan toezeggen dat ze ons wat regelmatiger op de hoogte gaat houden van de voortgang daarvan. Misschien eind van het jaar een update over de ontwikkelingen. Ik zou dat heel fijn vinden en dan zitten we hier met de wethouder Werk en Inkomen, voorzitter. Ik vind het jammer dat onze jeugdzorgwethouder er niet is vanavond, want het probleem is breder dan Werk en Inkomen. Sterker nog, het verhaal wat we net gehoord hebben zegt volgens mij genoeg. En, voorzitter, ik vind niet dat deze gemeenteraad met individuele cases aan de gang moet, maar ik zou wel graag het college willen vragen, en dat vraag ik dan nu aan mevrouw Stemerdink, ondanks dat ik eigenlijk wethouder Bouw die vraag wil stellen, om een reactie te geven op wat de inspreker gezegd heeft. Omdat ik niet deze casus wil bespreken in deze raadszaal, maar wel het pijnpunt wat daar mogelijk wordt blootgelegd. En, voorzitter, wat mij betreft gaan we voor het einde van het jaar een breder debat voeren met alle wethouders in het sociaal domein om hier nog eens even goed aan te raken. Dank u.
Ja dank u wel voorzitter allereerst erop te komen, want dit initiatief is begonnen bij GroenLinks en ik denk dat het heel belangrijk is dat deze brief er nu ligt, dus dank voor dat initiatief. Ik sluit me ook aan bij de oproep om over een bepaalde periode daar een update over te krijgen over alle verbeteringen. En ik wil eigenlijk in mijn vraag aan de wethouder focussen op een onderdeel uit de reactie van het college. En dat is toch wel een aantal keren de melding dat er een cultuurverandering nodig is en dat is tegelijkertijd een tikkeltje abstract en tegelijkertijd heel fundamenteel, want het doet vermoeden dat er in de organisatie echt iets mis is. En ik sla vooral aan op de volgende zin: dat is soms best lastig, dat maatwerk dus, want het uitgangspunt "behandel de ander zoals de ander behandeld wil worden" vraagt een omslag in het denken. En dan vraag ik me af, ja, hoe zitten onze ambtenaren dan in de wedstrijd? Dus ik vind dat een vrij zorgelijke constatering en ik zou de wethouder willen vragen om daar nog iets meer over uit te wijden. Dank u wel.
Dank u wel, meneer Streefkerk. Het woord is aan de heer Verschoor. Dank u.
Ja, ik vond de brief van de ombudsman best pijnlijk om te lezen. Mijn zorgen zitten toch ook vooral inderdaad op die bejegening, die houding van uitvoerend ambtenaren en die hardheid. Want ik denk dan, die hardheid. Die hebben we niet gisteren aangenomen. Dat is echt al een tijd dat we gezegd hebben tegen elkaar, dat dat de manier is waarop wij met mensen om willen gaan. Maar we constateren dus nu, nu we er al heel lang mee bezig waren in onze gedachten, dat het toch moeilijk is, kennelijk voor uitvoerend ambtenaren, om dat handen en voeten te geven, om dat in de praktijk te brengen. Dat er de durf om maatwerk te leveren, ja, misschien toch erg moeilijk is. En ik zou vooral aan de wethouder willen vragen: ja, hoe gaan we dat dan doen, die cultuurverandering? Hoe kunnen we dat vastpakken? Gaan we mystery guests af en toe op de organisatie afsturen? Hoe?
We testen dat onze goedbedoelde cultuurveranderingen er ook komen? Nou, laat ik het hier even bij laten, dank u.
Dank u, dank u wel, dan geef ik het woord aan de heer Van Maldegem.
Dank u wel, voorzitter. U zult het wellicht niet geloven, maar wij hadden in de fractie een discussie over de reactie van het college. Wij wilden eigenlijk vanavond zeggen dat wij het heel fijn vinden dat het college de zin opschrijft dat ze de benoemde punten herkent. Wij vonden het rapport van de rekenkamercommissie goed gedocumenteerd met duidelijke aandachtspunten. En dan is het heel fijn dat het college dat omarmt en zegt: "We gaan het verbeteren." Nou, dat zeg ik nu toch enigszins, maar ik ben wel geschrokken van dit schrijnende voorbeeld en ik zou wat dat betreft zelf graag willen aansluiten bij wat de heer Van Rossem zei. We gaan natuurlijk geen individuele casussen toelichten, maar ja, ik ben ook genoodzaakt, dit was een casus met een suïcidale jongen. En als ik dan optel dat die 6 maanden moet wachten, kan ik me voorstellen dat de organisatie bij suïcidegevaar nog haast maakt. Wat zegt dit over de manier waarop wij omgaan met onze inwoners? En dan is het misschien wel een verschil tussen de papieren werkelijkheid, waarbij wij het heel erg eens kunnen zijn op basis van wat we lezen en zien. Maar kan de wethouder ook aangeven hoe wij omgaan met onze inwoners? Even los van het papier, is dit een casus of herkent de wethouder dit probleem al, dat dit breder speelt? Dus enerzijds heel erg dank voor deze brief en fijn dat we op deze manier gaan proberen de dienstverlening te verbeteren. Maar hoe staat dat ten opzichte van wat we net hebben gehoord? Dank u wel. Het woord aan de...
Dank u wel, voorzitter, en excuses voor het late binnenkomen. Mooi. Ik denk dat ik eigenlijk alleen maar kan aansluiten bij de woorden die ik tot nu toe gehoord heb en ik neem aan dat de andere sprekers zich ongeveer in gelijke bewoordingen hebben uitgelaten over de brief en de aanbevelingen van de Ombudsman. Ik dank hem voor de talloze aanbevelingen die hij gedaan heeft en ik complimenteer ook het college met het feit dat die aanbevelingen ook overgenomen worden en ingevoerd worden. Maar wat natuurlijk wel enige verbazing schetst, is dat we nog niet in staat zijn om daar de resultaten van te zien. Voor een opzicht is dat natuurlijk logisch, omdat het relatief kort dag is. In een ander opzicht hoop je toch wel, omdat het niet de eerste keer is dat we erover spreken, dat er toch al wat dingen zichtbaar zouden zijn. En op zich zou ik toch graag de wethouder willen oproepen om op korte termijn, als dat mogelijk is, een soort extra evaluatiemoment, extra rapportagemoment aan de Raad aan te geven om te kijken of er inderdaad ook effectief wat dingen gebeuren. Anders dan dat wat nu links en rechts staat, er maatregelen genomen worden en er bezig is geweest met een cultuuromslag. Onze inwoners moeten natuurlijk kunnen rekenen op een efficiënt verloop van aanvragen die binnenkomen. Uitkeringen die ze krijgen zijn over het algemeen natuurlijk geen vetpot en voor hen is het natuurlijk wel zo dat zij zouden moeten kunnen verwachten dat er geen onnodige bureaucratie is, overbodige activiteiten zouden kunnen zijn of vertragingen zouden kunnen zijn. En voorzitter, het CDA twijfelt niet aan de inzet en de betrokkenheid van de ambtenaren, maar het is ook wel dat het heel snel heel veel beter gaat. Helder, dank.
Voorzitter, ik denk dat ik mij volledig kan aansluiten bij wat de collega-raadsleden al hebben gezegd. Voor de VVD-fractie geldt nog wel dat wij heel benieuwd zijn hoe die cultuurverandering dan bewerkstelligd wordt. Dus zou de wethouder daar iets meer over willen uitbreiden, alstublieft.
Dank u wel, dan geef ik graag het woord aan de wethouder en wij als commissie willen graag weten wie er naast u zit. Misschien is het leuk om de dame naast u even aan ons voor te stellen.
Dank u wel, voorzitter. Naast mij zit Rosanna van den Broek, Rosanna Broekhuizen ging weer verkeerd, zij is de regisseur Werk en Inkomen sinds 1 augustus jongstleden. En tevens ook behandelend ambtenaar van dit onderwerp. Dank voor al uw vragen, uw opmerkingen en positieve reacties. Want inderdaad, er is zeker nog werk te verrichten, laat het helder zijn. Dat hebben we ook nooit ontkend en ik denk dat we over 3 à 4 jaar nog steeds constateren dat er nog steeds werk te verrichten zal zijn, want het werk is namelijk hier nooit af, maar op een aantal punten moet het beter en laat ik dan in eerste instantie beginnen met de casus, de mevrouw die hier heeft ingesproken vanavond. Ik vind het. Ik ga daar niet inhoudelijk op reageren. Om te beginnen heb ik geen kennis van de casus. Dat is één en twee vind ik altijd dat je niet individuele casussen in het openbaar moet bespreken. Het enige wat ik kan toezeggen aan u is dat wij ervoor zullen zorgen dat er op korte termijn nogmaals naar de casus wordt gekeken en de punten die ze aanhaalt. En dat is ook even een linkje tegelijkertijd ook met een stukje cultuurverandering, waar terecht een aantal van u dat ook hebben aangekaart. Wat we hebben gemerkt, vooral in het afgelopen jaar, is dat je vooral heel veel leert van, en ja, dat klinkt heel erg raar, maar van casussen, ja, natuurlijk allemaal dingen wat minder goed zijn gegaan en wat we zeg maar ook veel meer willen gaan doen is casussen met elkaar bespreken in breed verband. Wat is er misgegaan en wat we eruit kunnen gaan leren voor de toekomst. Daarbij wil ik niet deze casus als voorbeeld nemen, want voor zover ik weet zijn er niet heel veel meer van dit soort casussen, maar dat is de kennis zoals ik die op dit moment heb, zeg ik ook in alle eerlijkheid, maar van alle zaken die niet goed zijn gegaan, die beter kunnen. Daar moeten we ook van leren, elke dag weer. En dus neem ik ook deze casus, zorg ik ervoor, zeg ik aan u toe dat we daar op ambtelijk niveau, op hoog ambtelijk niveau naar zullen gaan kijken wat hier is gebeurd, waarom dingen zijn gelopen zoals ze zijn gelopen.
Dank voorzitter, ik ga de vraag niet aan mevrouw Stemerdink stellen, maar ik wil toch en dat bereikt haar vast, wethouder Bouw dringend appel doen om alsnog contact op te nemen, want het shockeert me misschien nog wel het meest dat je in gebreke gesteld wordt en weken later nog niet bereid bent geweest om daar aandacht aan te besteden. Ik neem...
Op dat punt, net zoals een aantal andere punten die zijn aangedragen, neem ik mee, kan ik geen inhoudelijk oordeel over geven. Voorzitter ja.
Ik snap dat de wethouder niet inhoudelijk ingaat op de casus, nogmaals begrijp ik. Maar kan de wethouder wel toezeggen dat we dan voor het begin van de volgende ronde Raadsvergaderingen een brief krijgen met hoe groot deze casussen zijn in aantal, zodat er wel een beetje druk op de zaak blijft? Want nogmaals, het is een schrijnend geval, dat onderschrijven we hier met zijn allen. Ik ben wel benieuwd wat er uit het hoog ambtelijk overleg komt, dus eigenlijk de vraag: kan de wethouder toezeggen dat op hele korte termijn de conclusies naar de Raad komen? Voorts
Voorzitter, volgens mij is het niet gebruikelijk om de Raad te informeren over de uitkomsten van een persoonlijke casus, al was het ook alleen maar omdat we de privacy moeten waarborgen van ieder. Wat ik u wel wil zeggen, als dat uw vraag was, is dat ik wel ga kijken en navragen of wij meer van dit soort casussen kennen. We laten het afwachten, moet ik zeggen. Het is helemaal niet goed gegaan. Ik weet niet of die er zijn, want die kennis heb ik nu op dit ogenblik niet, maar ik zal u in elk geval voor de Commissie laten weten of ik daar wat meer informatie over heb kunnen vinden. Ja of nee, want ik heb die nu namelijk niet. De heer Van Maldegem.
Mijn vraag spitst zich ook toe op de aantallen en de analyse erachter, dus nee, het gaat niet over individuele casussen, maar de grote lijn daartussendoor. En ik verstond even niet welke termijn u noemde.
Excuus, voor de volgende commissievergadering zal ik iets laten weten, ook omdat ik geen zicht heb op andere beleidsterreinen, behoudens op werk en inkomen. Daar kan ik er nu niet zo 1-2-3 iets bedenken dat daar iets dergelijks groots is, maar dat is ook de enige kennis die ik op dit ogenblik heb. Vandaag het even met heel veel omhalen, zeg maar. Gewoon niet weet, voorzitter.
Ik wil de laatste interruptie ook even nog gebruiken voor de duidelijkheid, het omvat alle beleidsterreinen waarbij dit zou kunnen spelen. De toezegging dus ook inclusief het jeugdterrein van wethouder Bouwman. Klopt dat?
U en ook van de heer Van Rossem. Als ik het zo goed heb begrepen. Dan, voorzitter, ga ik door met een ander punt dat centraal staat: terecht de houding, het gedrag en de papieren werkelijkheid versus de praktijk hangen voor mij allemaal met elkaar samen. Helemaal mee eens. Je kunt dingen heel erg mooi opschrijven, maar hoe ga je daar dan vervolgens mee aan de slag? Eén van de punten heb ik al aangegeven: we willen echt veel meer gaan leren van casussen, dus casussen waarbij het gewoon niet goed is gegaan, hoe klein of hoe groot ook, willen we veel meer breed gaan bespreken en daar ook van leren. We hebben ook met elkaar afgesproken, en dat klinkt misschien heel erg raar, maar dat we elkaar ook wat meer moeten gaan aanspreken als zaken niet goed gaan, elkaar ook daarop helpen bijsturen, elkaar ook aangeven van: dit hadden we gewoon met elkaar anders moeten aanpakken. En ook vooral als je kijkt naar houding en gedrag. De zin staat inderdaad: behandel de ander zoals de ander behandeld wil worden. Mijn eigen persoonlijke kreet is altijd: ik wil graag iemand behandelen zoals ik zelf behandeld wil worden. Als ik inwoner ben en ik kom met een zorgvraag, dan heb ik ook een bepaalde verwachting van hoe ik behandeld wil worden. Die hoort, zeg maar, ook bij de vraag van de heer Streefkerk. De heer
Mij gaat de wethouder wegbewegen van het blokje houding. We hebben in december vorig jaar, toen we de memo bespraken van GroenLinks, ook gesproken over de invulling van rollen binnen dat domein werk en inkomen. En wellicht is dit voor andere domeinen net zo waar dat we bepaalde rollen hebben ingericht in dat sociaal domein waar mensen enkel op afstand contact hebben met grote groepen mensen waardoor er nooit een belletje gaat rinkelen als er een bepaalde naam langskomt. Ik heb toen de suggestie geopperd om dat om te gooien en te kijken of je meer taken op een persoon kan plakken, maar dan met een kleinere caseload, opdat er een relatie ontstaat en een vertrouwensband ontstaat en je dus iemand hebt waar je bij terecht kunt. Misschien dat de wethouder daar nog een reactie op kan geven of daar verder over nagedacht is.
Bij werken inkomen hebben we dat ook gedaan, bij de andere terreinen weet ik dat nu op dit ogenblik niet. Maar het is zeker een terecht punt, ook dat hoort er namelijk bij. Je kunt iemand alleen maar de aandacht geven als je ook over de tijd ervoor beschikt. Heb je die niet, dan wordt het sowieso weer afstandelijker, zakelijker en altijd wat je al hebt. De kwalificaties die hierbij zijn gegeven, nemen we zeker mee, voorzitter. Dan, met uw goedvinden, ga ik inderdaad af van het blokje houding en gedrag. De vraag van de heer Streefkerk of er iets mis is? Nou, dat vind ik wel heel zwaar aangezet, want we vergeten denk ik ook dat er heel veel dingen goed gaan en u en ik horen alleen maar die casussen en die zaken die niet goed gaan, om wat voor reden dan ook. Maar als iets niet goed gaat, moeten wij ons dat aantrekken, moeten we er ook van leren. Maar er gaat gelukkig ook heel veel goed en die signalen bereiken ons nooit. Dus er is zeker niet iets mis, maar er is wel een omslag nodig in het denken. De wijze waarop je met ingewikkelde casussen, want daar gaat het volgens mij vaak om, aan de slag gaat. Dat is ook precies het stukje cultuurverandering waar we ook al mee bezig zijn, maar waar we nog lang niet zijn op het punt waar we met zijn allen ook moeten zijn. Dan, voorzitter, ga ik even naar de vragen over de resultaten. Had u ook een aantal vragen over de heer van Rossum? Ook hier zijn volgens mij dingen die zichtbaar zijn en wanneer ik u daarover zou kunnen informeren, daar worstel ik even mee, want een aantal van deze dingen die hierin staan, zijn niet over 3 of 4 maanden duidelijk, hè? Als ik kijk naar bijvoorbeeld de telefonische bereikbaarheid, gaan we volgend jaar weer zo'n onderzoek uitvoeren. Bij wijze van klachtenafhandeling zijn we eigenlijk direct mee begonnen toen de Ombudsman ons daarop wees. Nou, dat is nog maar een maandje geleden, 6 weken geleden. Dus ik wil graag met u hierover in gesprek blijven, maar geef me wel even een half jaar om ook misschien wel wat resultaten aan u überhaupt te kunnen geven. Want ja, ik kan over 3 of 4 maanden terugkomen, maar dan denk ik dat we weer hetzelfde rondje maken met elkaar. Dat vind ik prima, maar ik heb dan nog geen uitkomsten over klachten over de telefonische bereikbaarheid. Overigens, een stukje post zijn we pas net begonnen met casussen en met alles wat daarmee samenhangt. Ik zou het fijn vinden om met u voor de zomer volgend jaar bijvoorbeeld wel weer dit gesprek te gaan voeren, op basis van hoe dingen dan gaan. Zeg ik even nu hardop denkend, want dan heb ik waarschijnlijk ook hopelijk ook gewoon resultaten en kan ik aangeven hoe ver we ook gewoon staan met zaken. De heer van
Ik begrijp wel wat de wethouder zegt. Ik kan me daar ook in vinden waar het het domein werk en inkomen betreft, ook omdat we daar eerder over gesproken hebben in december. Maar de behoefte die wat mij betreft wel echt ingelost moet worden, is dit verhaal nog een keer met wethouder Bouw, zeker in het licht van de insprekers die we gehad hebben.
Dat konden, neem ik aan, op de agenda te staan en neem ik ook mee in de vragen die er liggen. Voor zover ik weet, heb ik nog een beetje alle onderwerpen aangeraakt waar de vragen over waren of punten over waren. Dus tot zover de beantwoording. Goed.
Dan kijk ik rond of alle vragen beantwoord zijn in de eerste termijn. Ik zie al direct een reactie van de heer Van Maldegem. Niet alle vragen zijn beantwoord, begrijp ik hieruit. Nee, volgens...
Mij niet, en dat was niet mijn vraag, dus dat is een beetje ook hoor nu maar.
Ik heb meerdere vragen gehad over de cultuurverandering en ik heb de wethouder nog niet horen zeggen hoe we die cultuurverandering gaan bewerkstelligen. Of ik heb hem gemist, dat zou ook kunnen? En nog één ding voor de duidelijkheid aan de annalen in de geschiedschrijving van deze avond: waar ik Rekenkamer zei in mijn eerste bijdrage, bedoel ik natuurlijk de Ombudsman. Stop de tijd.
Goed, woord aan de wethouder om te reageren op uw vraag. Cultuurverandering te...
te hebben behandelen. Ik ga nu weg van een blokje, een cultuur. We hebben aangegeven dat een cultuurverandering niet binnen een aantal maanden bewerkstelligd is. Dat we veel meer moeten gaan doen. Intern is elkaar aanspreken, hoe dingen zijn gelopen, casussen bespreken, dingen die fout zijn gegaan, de feestjes met elke keer en wat ik nog vergeten ben te zeggen en ook veel meer de training van hostmanship, wat hier ook in staat klinkt misschien heel erg abstract, maar het is wel hoe je omgaat met iemand die aan de balie komt, want daar begint namelijk het eerste contact en dat zijn de eerste schreden die we gaan zetten, die we voortgezet en intensiever gaan beginnen op het punt van cultuurverandering, want een heel groot cultuurtraject daar ga ik nooit uit halen wat ik wil. Ik wil dat mensen de ander behandelen zoals de ander behandeld wil worden. Dus we gaan heel doelgericht daaraan werken en dan ook vooral mensen daarop aanspreken. Alle vragen?
Ja dank u wel, voorzitter. Ik had een vraag eigenlijk. Ik bleef ook hangen bij een aantal opmerkingen over regelruimte. Dat vind ik ook wel binnen het kopje bestuur passen en dat hoorde ik ook terug in het verhaal van de spreekster. Er is eigenlijk weinig creativiteit, staat er in het rapport van medewerkers, of er wordt weinig creativiteit gevoeld om te komen met oplossingen. Dat is ook een stukje cultuur en dat is ook een stukje cultuur dat we hier in deze raad ook vooral over de euro vaak hebben. We hebben het verder over de beheersing van al die budgetten, en ik was even benieuwd hoe de spreekster vroeger eigenlijk. Ik wil meer verordeningen, meer duidelijkheid, meer transparantie, zodat we precies weten waar we aan toe zijn. Ik weet niet of dat een gewenste ruimte geeft aan mensen om daar ook daadwerkelijk creatief mee om te gaan met een specifieke toepassing. Maar ik was ook even benieuwd naar de wethouder hoe zij dat zag, welke ruimte is er nu en met welke ruimte kunnen wij ook als raad meegeven om in specifieke gevallen ook uitzonderingen te maken en daarmee, nou ja, wat creatiever om te gaan met zaken?
Voorzitter, dank u wel. Die ruimte is er al onder andere met de hardheidsclausule, maar ook een aantal andere dingen. Zonder in te willen gaan op de casussen en of daar meer of minder regels voor moeten komen, vind ik het lastig om nu een uitspraak te doen dat er meer regels of meer duidelijkheid moet komen, want daarmee wil ik inderdaad niet dat ik andere zaken weer op slot zet. Maar de ruimte is er. De vraag is alleen, dat is ook een stukje EU-cultuurverandering, heb ik aangegeven. Wordt die voldoende gezien en wordt die voldoende benut? En wat voor mij de heer Visser ook net, de heer Verschoor ook, ook zei: durven medewerkers ook die ruimte te pakken en te nemen? Maar dat gesprek kan ik alleen maar aangaan als je casussen pakt en die met elkaar bespreekt en zegt van, hebben we hier nou het goede op gedaan? Want zo'n algemeen gesprek, die hebben we vaker gevoerd en dat leidt niet tot de acties die wij graag willen.
Oké, dank u wel, nu kijk ik toch echt even rond. Volgens mij zijn alle vragen wel beantwoord, is er behoefte aan een tweede termijn? En dan kijk ik hetzelfde rijtje weer even af. De heer Van Rossum, behoefte aan tweede termijn? De heer Streefkerk, behoefte? Nee. De heer Verschoor, behoefte aan tweede termijn? Ja. Dan gaat uw gang dan.
Dank u wel, voorzitter. Ja, ik sla een beetje aan op wat de wethouder zegt: we horen de klachten, de succesverhalen horen we niet. Er zijn misschien ook gevallen die nooit verder komen tot een klacht, maar waar misschien ook wel iets over de bejegening valt te zeggen. U weet dat ik een heel bepaalde achterban heb, klein maar fijn zal ik maar zeggen. Vanuit die achterban, die beperkte groep, krijg ik eigenlijk vooral signalen van mensen die statushouders proberen te helpen. En dan komen ze ook wel eens met voorbeelden van bejegening van consulenten werk en inkomen waar je niet direct blij van wordt, wat eerder zeg maar resoneert met deze brief van de ombudsman. Ik zal ze hier niet gaan uitspellen, maar dan zal ik die casussen inbrengen. En dan kunt u dat ook meenemen, want misschien komt daar nooit een klacht van, maar het was wel bejegening die beter kon, denk ik. Oké dan.
De heer Van Maldegem behoefte aan tweede termijn, de heer Visscher behoefte aan tweede termijn. Mevrouw Van den Heuvel behoefte aan tweede termijn. Mag ik dan concluderen dat we als commissie deze brief voor kennisgeving kunnen aannemen? Ik heb de wethouder een aantal toezeggingen horen doen, dus wellicht dat we met die toezeggingen er daarna weer op terug kunnen komen op korte termijn. Dat er naar de commissie gereageerd wordt met aantallen over casussen die niet geheel volgens de wens zijn. Voorlopig laat ik het zo maar zeggen en de casus die naar voren is gebracht door mevrouw Van Veen wordt onder de aandacht gebracht van mevrouw Bouw. En ik heb ook begrepen dat mevrouw Bouw contact op gaat nemen met mevrouw Van Veen. Heb ik het hiermee juist geconcludeerd?
Aan mevrouw Bijl met de vraag of zij contact wil opnemen. Dat is wat er is gezegd. Kan de commissie zich...
Zich daarin vinden, mevrouw Van den Heuvel? Voorzitter, volgens...
Volgens mij heb ik ook de toezegging gehoord dat er voor de aankomende zomer twee keer hierop teruggekomen wordt door het college.
Voegen we die aan het lijstje toe? Dank u wel, goed, dus we hebben 3 toezeggingen van de wethouder en ik stel voor om deze brief voor kennisgeving aan te nemen. Akkoord, dank voor uw inbreng, dank voor uw betrokkenheid. Mevrouw Van Veen, dank voor uw aandacht, dan ga ik nu over naar agendapunt, dan moet ik even kijken. Ik