Analyse van het document
Titel: Motie betreffende de huisvesting van de gemeenteraad in Voorburg en Leidschendam
Samenvatting:
De motie, ingediend door Diederik Visser, vraagt om een gelijkwaardige uitwerking van huisvestingsplannen voor de gemeenteraad in zowel Voorburg als Leidschendam. Er wordt benadrukt dat de historische en culturele waarde van Voorburg behouden moet blijven door de huidige Raadzaal en gebouw Swaensteijn een maatschappelijke bestemming te geven. Het college wordt verzocht om een voorstel met alle relevante aspecten voor te bereiden en dit uiterlijk in het derde kwartaal van 2024 aan de raad voor te leggen.
Analyse:
1. Volledigheid van het voorstel:
Het voorstel lijkt compleet in de zin dat het de noodzaak voor gelijkwaardige uitwerking van huisvestingsplannen voor beide locaties benadrukt en specifieke eisen stelt aan de inhoud van het voorstel (financiële, inhoudelijke en technische aspecten).
2. Rol van de raad:
De raad heeft de rol van besluitvormer. Zij moet de motie goedkeuren en later het voorstel van het college beoordelen en besluiten of de huisvesting zoals voorgesteld wordt uitgevoerd.
3. Politieke keuzes:
De politieke keuzes die gemaakt moeten worden, betreffen de waarde die wordt gehecht aan historie en cultuur, de verdeling van middelen tussen de twee locaties, en de toekomstige functie van de huidige Raadzaal en gebouw Swaensteijn.
4. SMART:
De motie is specifiek, meetbaar (door de eis van een voorstel met alle aspecten), acceptabel, en tijdgebonden (derde kwartaal 2024). Of het realistisch is, hangt af van de haalbaarheid van de gelijkwaardige uitwerking voor beide locaties.
5. Besluit van de raad:
De raad moet besluiten of zij het college opdraagt om de gevraagde uitwerking te doen en het voorstel voor te bereiden.
6. Participatie:
Het voorstel suggereert indirect participatie door de nadruk op de maatschappelijke bestemming van de huidige Raadzaal en gebouw Swaensteijn, wat wijst op betrokkenheid van de gemeenschap.
7. Duurzaamheid:
Duurzaamheid wordt niet expliciet genoemd, maar kan een overweging zijn bij de uitwerking van de huisvestingsplannen.
8. Financiële gevolgen:
De motie vraagt om een voorstel met financiële aspecten, wat suggereert dat de financiële gevolgen nog moeten worden uitgewerkt en gepresenteerd. Er wordt niet aangegeven hoe deze gedekt worden; dit zal waarschijnlijk onderdeel zijn van het gevraagde voorstel.
Conclusie:
De motie is duidelijk in wat er van het college wordt verwacht en legt de basis voor een weloverwogen besluitvorming over de huisvesting van de gemeenteraad. De financiële implicaties en dekking zullen cruciaal zijn in latere besluitvorming.