Het transcript dat je hieronder aantreft is gegenereerd met behulp van computertechnologie.
Hierdoor kunnen de namen van personen en partijen soms foutief zijn weergegeven.
Indien je een fout opmerkt kun je deze gemakkelijk verbeteren door op het bewerk-symbool (het potloodje) te klikken.
Zienswijze jaarrekening 2016 en begroting 2018 van de DSBEO en omstreken betekent dat waarschijnlijk. Er zijn feitelijke vragen gesteld door het CDA, de heer Paardekooper, en die zijn beantwoord op 17 mei. Aangeschoven is wethouder Stemerdink. En wethouder Stemerdink heeft gevraagd of zij de directeur van het DSW zichzelf even mocht laten voorstellen. Dat heb ik goedgekeurd, dus nu even een minuutje het woord aan de directeur van het DSW.
Goedenavond, dank u wel voor deze mogelijkheid om mij even kort voor te stellen. Mijn naam is Patrick Verhoef. Ik ga officieel aanstaande maandag beginnen als directeur van DSW. Ik zit nu nog in overdracht van mijn huidige werk. Even kort mijn typering: ik ben 46 jaar oud, getrouwd, heb 3 fantastische dochters die nu voor het eerst alleen thuis zijn. Dat gaat allemaal hartstikke goed. Ik ben van origine een bedrijfseconoom. Ik heb in Rotterdam gestudeerd. Ik heb ook stedenbouw aan de TU gestudeerd. Ik kom uit een ondernemende familie. Ik zei dat tegen een aantal van u en die hebben altijd tegen mij gezegd: je bent het zwarte schaap, want jij bent gaan studeren en voor de publieke zaak gaan werken. Nou, laat daar nu net mijn hart zitten: de publieke zaak. Ik voel de meerwaarde in mijn werk, voor mijn gevoel veel meer dan mijn zeer gewaardeerde familie, en heb dat in de jaren leren combineren met mijn passie voor mensen. En toen ik hoorde, 3 maanden geleden, dat de vorige directeur zou vertrekken, ja, ging mijn hartje spreekwoordelijk sneller kloppen, want ik zag daar een hele mooie kans. Ik ben blij dat de DB en daarna het AB mij hebben benoemd, omdat ik bij de DSW mijn ondernemende kwaliteiten, mijn passie voor mensen en de publieke zaak schitterend kan combineren. En ik hoop u, maar vooral eigenlijk de mensen die ik vertegenwoordig, die ik werk bied en ondernemers ook in Leidschendam, Voorburg, Voorschoten en Wassenaar regelmatig tegen te komen, want mijn passie is echt om die mensen, de mensen, de gunfactor die de mensen hebben naar u, naar de ondernemers te gebruiken om de participatie mogelijk te maken. Dank u.
U wel. Voordat ik begin aan de behandeling van dit agendapunt, wil ik u toch nog even vragen om zo beknopt mogelijk uw inbreng te doen, aangezien we een behoorlijk volle agenda hebben. En ik doe echt mijn best om voor 11 uur af te sluiten. U kijkt bedenkelijk, meneer Van Vellen.
Zeg voor 11 uur, dat is 9 uur mag ook, maar ik bedoel in ieder geval niet na. Nou dan ga ik dit agendapunt in behandeling geven en kijken wie er het woord wil voeren. Ik zie hier Van Rossum, ik ga even de namen noteren. En Verschoor. Paardenkooper. Blokland. Nou, waar? Van Nou. En Steekt op. Het woord is aan de heer Van Rossum. Dank.
Voorzitter, ik had het verhaal van vorig jaar kunnen uitspreken. Daar heb ik een jaar geleden ook voorspeld te doen, maar ik ga dat niet doen. Ook nog overwogen om gewoon een minuut diep te zuchten, maar ook dat zal ik niet doen. Wat ik wel wil doen is een verzoek herhalen dat ik vorig jaar gedaan heb, voorzitter. Ik heb vorig jaar gevraagd om een keer verwonderd te worden door een excellente uitvoering van de WSW. Een keer verwonderd worden door de DSW. Dat is niet gelukt. Want wederom zien we een minnetje, is er een tekort en volgens mij moet de doelgroep voorop staan en kan de doelgroep alleen floreren bij die excellente dienstverlening. Want het recht om je nuttig te maken is en blijft wat mij betreft een belangrijk recht. Wat we niet onder het tapijt mogen vegen. En vooruit, er is ook goed nieuws, de toegevoegde waarde, die opbrengst per uur, is gestegen. Alleen het exploitatieresultaat is niet meegekomen. Aan de verkoopkant moet blijkbaar nog altijd een hoop gesleuteld worden en sterk externe factoren de schuld geven is wat GroenLinks betreft niet acceptabel als voorname beweging. Wat dat betreft is het voorwoord voor het stuk van 2018 van de oude directeur wat mij betreft vrij ongepast, want daar wordt een hoop verwezen naar allerhande externe factoren en ook de wederom ambitieuze doelstelling voor de toekomst. Voorzitter, baren ons zorgen, maar ook dat heeft GroenLinks al heel erg vaak gezegd. Dus ik wil eigenlijk de laatste keer de DSW van deze raadsperiode maar eens positief afsluiten met de glooiende hoop, want aanstaande maandag begint er een nieuwe directeur. Gefeliciteerd, meneer Verhoef, en laten we dan maar afsluiten met nieuwe ronde, nieuwe kansen. Ik heb de nieuwe directeur al gezegd dat mijn verwachtingen hooggespannen zijn en gelukkig heb ik net voor de vergadering ook gehoord dat de directeur de eerste verbeteringen al in het vizier heeft. Volgens mij heeft het geen zin om de afgelopen 3 jaren te herhalen. Ik wens de nieuwe directeur veel succes en ik hoop dat we over een jaar een mooier resultaat hebben. Dank u.
Dank u wel. Ik wil meneer Verhoef bedanken voor zijn presentatie. Ik zou zeggen, als de resultaten die hij gaat boeken net zo goed zijn als zijn presentatie hier zojuist, dan zit het helemaal goed. Laten we daarop hopen en laten we daarvan uitgaan. Er is een tijd geleden een onderzoek geweest. Ik had daaruit begrepen dat toch een deel van het suboptimale functioneren bij DSW echt te maken had met de aansturing vanuit drie gemeentes die wat verschillende visies hebben gehad in het verleden. Ik vond het de vorige keer dat we deze bespraken dan ook jammer dat er niet verkend wordt of DSW onder eigenaarschap van Zoetermeer zou kunnen functioneren en dat wij als gemeente iets meer inkoopmogelijkheden krijgen en mogelijkheden voor eigen lokale initiatieven onder eigen paraplu. Maar goed, de consensus was kennelijk dat we gewoon doorgaan als gemeenschappelijke regeling. Dat gezegd hebbende kan ik me in de zienswijze zoals die door het college is voorgesteld, vinden. En ik denk dat de formuleringen die erin staan wel goed zijn. Dank u wel.
U, voorzitter, er is een deel van het gras voor onze voeten weggemaaid. Dat is nooit erg trouwens, want we hebben dezelfde kleur groen in onze logo's zitten. Dat is helemaal niet zo dank. Ook aan de heer Verhoef voor zijn aanwezigheid hier. Het is niet altijd gebruikelijk dat de directeur deze week hier was. Dat is sinds een aantal jaar geleden wel het geval en dat wordt door de CDA-fractie hier op prijs gesteld. Juist dit soort avonden moet je er staan. Ook een tweede positief punt en daarna kom ik aan mijn derde vraag toe. Het positieve punt is dat de stukken er gewoon op tijd liggen. Begroting 2018 ligt er op tijd ook. Dat was een aantal jaar niet het geval. Dit geeft ons ondanks fijn dat je misschien een herhaling van zetten van vorige jaren moet doen, toch? De gelegenheid om dat op tijd te doen en wel nog voor de behandeling van onze kadernota. Dus laat die positieve noot ook hier gekraakt zijn namens het CDA. Het derde punt is een punt voor, ik wou zeggen, visie en langetermijn. Je ziet dat we in toenemende mate met de DSW leunen op een aantal commerciële activiteiten. Naarmate het succes daarvan toeneemt, wordt het resultaat van de DSW minder negatief, oftewel positiever, laat het heel duidelijk zijn. We zien een tekort, niet alleen als een tekort, maar ook als een investering in de mensen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt, dus ook als een investering. Laten we het ook positief benoemen wat dat betreft, maar als je het kabinetsbeleid wellicht voortzet op deze manier en wellicht komt er nog meer noodzaak tot commerciële activiteiten. Dan rijst bij ons wel de vraag naar het level playing field. Zijn er dan ook niet andere bedrijven, ondernemers, wellicht ook gepensioneerde ondernemers, misschien even goed of nog beter in staat om deze mensen met een kwetsbare positie te begeleiden op weg naar zoveel mogelijk reguliere arbeid? Dus uiteraard de vraag voor de wethouder eerder dan voor de directeur. Maar willen we juist op dit moment stellen omdat we niet alleen in de formatieperiode zitten, maar ook ongewis is wat in de toekomst op de sociale werkvoorzieningen afkomt. Tot zover onze inbreng, voorzitter.
Wel voorzitter, ook ik wil beginnen met het welkom heten van de nieuwe directeur en hem veel succes wensen in zijn functie. En ik vind het ook prettig dat hij hier regelmatig aanschuift. Laat ik beginnen met een punt over de toekomst. Ja, wij kijken erg uit als PvdA-fractie naar de voorstellen voor de toekomst van de sociale werkvoorziening en die worden rond de zomer aangekondigd. Het is denk ik goed als we daar voor of na de zomer als commissie en als raad de tijd voor nemen om het daarover te hebben met elkaar. Als ik kijk naar de stukken die voorliggen, dan vind ik dat, als ik het zeg, maar heel kort, de zienswijze nog op twee onderdelen wel wat aangescherpt kan worden. Het eerste onderdeel is dat er volgens mij wel vrij makkelijk wordt geaccepteerd dat het tekort van 2016 uit de reserve weerstandsvermogen wordt gehaald. Ik was eerlijk gezegd een beetje verrast dat die reserve zo ruim was, dat dat makkelijk kan. Maar ik vraag me wel af of hij daarvoor bedoeld is. Want ik heb het zo begrepen dat die reserve bedoeld is, niet voor structurele tekorten, maar voor incidentele tekorten. En hier is volgens mij sprake van een structureel tekort doordat die rijksbijdrage omlaag is. En het is natuurlijk niet de bedoeling dat we ieder jaar vanuit die reserve tekorten gaan aanvullen. Het tweede punt heeft betrekking op de begroting. Ja, want daaruit haal ik dat we als gemeente toch weer structureel meer moeten gaan bijdragen. Ja, ik vind dat zonde, want ik zie voor me dat we in de kadernota dus extra geld moeten vrijmaken voor DSW en dat geld kunnen we dus niet gebruiken voor andere dingen die we ook belangrijk vinden in onze gemeente. En ik zou het ook niet gek vinden als de wethouder in het algemeen bestuur aan de DSW zou vragen van: kom eerst eens met plannen hoe je dat tekort kan inlopen, zodat we kunnen kijken of er ook andere oplossingen zijn. De rekening bij de gemeentes neerleggen vind ik iets te makkelijk. En ik zou, ik kan me dat voorstellen dat we dat nu op de korte termijn moeten doen, omdat je voor volgend jaar duidelijkheid moet hebben. Maar ik zou eigenlijk niet structureel nu daar geld voor willen vrijmaken.
Ik kan het natuurlijk niet anders dan eens zijn met de gedachte van de heer Blokland, maar als we nu al jaren op rij constateren dat al die nieuwe plannen om de omzet te vergroten het niet halen, dan vrees ik dat er toch echt op dit moment niet veel anders op zit dan kijken of er een nieuwe directeur die tent overeind kan krijgen en dan die exploitatie kan vergroten. Dus ik wil best de oproep van de heer Blokland steunen, maar ik vrees dat het zo weinig uit gaat halen, anders dan dat er weer een nieuw plan geschreven wordt, wat ook niet haalbaar blijkt. Nou
Ja, zo bedoel ik hem niet in de zin van dat we een heel nieuw plan voor deze weg maken. Wat ik meer bedoel is dat we kijken of er andere mogelijkheden zijn binnen de begroting, meerjarenbegroting, om dit tekort in te lopen. Ik zie ook in de stukken dat er heel veel onzekerheden zijn rondom bijvoorbeeld de lagere inkomenssteun die van de Belastingdienst wordt ontvangen. We gaan nu van bepaalde bedragen uit waarvan we helemaal niet zeker weten of die ook correct zijn, dus ik zou wat ruimte willen houden om meerjarig, ook volgend jaar en het jaar daarna, te kunnen bezien of we inderdaad als gemeente een hogere bijdrage willen betalen in plaats van ons nu gewoon vast te leggen op een meerjarige reeks. Nou, en dat betekent dan denk ik voor de zienswijze dat we daar iets van een formulering in moeten opnemen, zodat we als Raad ook die ruimte nog hebben in de toekomst. En ik denk graag mee over formuleringen, maar ik hoor ook wel graag van de collega's of ze dat ook een goed idee vinden. Dank u wel. Dank.
Dank u, voorzitter. Deze week zitten we momenteel in het proces van ombouw van een naar binnen gerichte organisatie tot een naar buiten gerichte organisatie. Dit proces lijkt moeilijker en duurder te zijn dan oorspronkelijk begroot. Zeker door de eerder ingecalculeerde financiële belastingkortingen op salaris door het rijk die zijn teruggedraaid, zoals we nu voorstaan, komen deze kosten structureel terug in de eigen bijdrage van Leidschendam-Voorburg aan de DSW. Dat daardoor de bijdrage van onze gemeente aan de DSW hoger gaat uitvallen, is dan ook geen verrassing. Wel toont de DSW aan dat zij de herstructurering zo goed mogelijk probeert vorm te geven, maar stuit daarbij op problemen. Door zoveel mogelijk van deze problemen intern te willen oplossen waar dat kan en daarna pas bij de betrokken gemeente aan te kloppen, lijkt de DSW te weten wat ze doet. Fractie Hohage, kan dit dan een hamerstuk naar de Raad? Dank u.
Nou, samen met Rijswijk en Zoetermeer nemen wij deel in de gemeenschappelijke regeling met DSW. En ja, helaas moeten we wederom constateren dat dat afgesloten is met een negatief resultaat. Dit jaar helaas groter dan vorig jaar. We hebben het gezien in de jaarrekening. Deze week is een van de participatiesamenwerkingen in de regio. Maar hoe gaan we hier nu mee om en in de toekomst slim om met deze participatie en andere participaties? Ik ben eigenlijk wel nieuwsgierig naar de visie van de wethouder daarop. Wellicht staat het iets buiten het agendapunt, maar in het verlengde hebben we natuurlijk vorig jaar de toekomstscenario's van deze week gehad. Daar is een keuze en richting in gemaakt. Maar in de begroting zagen we en in de jaarrekening zagen we de herstructureringsgelden die zijn flink uitgenut. Er zijn flinke veranderingen binnen de organisatie al in werking gezet. Straks dit jaar nu met de verkoop van de Sionskerk komen er weer nieuwe middelen in. Maar is dat nu in het plaatje voldoende om inderdaad een gezonde organisatie neer te zetten en om ook de begrotingsdoelstellingen zoals die nu voor 2018 erin staan ook te halen en waar te maken? Of zitten we, om dan toch even aan te sluiten bij de woorden van de heer Van Rossum, volgend jaar weer met hetzelfde verhaal van: Nou ja, we gingen op een nul weg en helaas moeten we constateren dat we toch weer negatief hebben moeten eindigen door allerlei omstandigheden. In die zin sluit ik me ook wel gedeeltelijk aan bij de woorden van collega Paardenkooper van: Nou, zie je het ook als een investering in de doelgroep, in een kwetsbare doelgroep, ook voor ons vanuit de VVD liberaal. Iedereen moet meedoen en moet de kans krijgen om mee te doen. En dit is een weg om dat te realiseren. Alleen ja, niet tegen elke prijs. Dus ja, blijven we dit samen met alle gemeentes doen en is dit de weg die we moeten en willen lopen? Als vrij concrete vraag nog richting de wethouder: of zijn daar andere ideeën en plannen inmiddels over? Tot zover, dank. Dank.
Voorzitter, dank u wel. Eerst twee positieve opmerkingen van onze kant. Ten eerste, we hebben het vorig jaar ook gezegd, het is weer op tijd, dus dat is weer een feestelijk gegeven, omdat dat nu de tweede keer is sinds 2010 dat dat zo is. Dus ik vind dat wel een heuglijk feit, dus de structuur verbetert op dit in ieder geval en dat betekent zoals eerder gezegd, dat wij er ook rekening mee kunnen houden in onze eigen financiën verder. Goed dat de directeur daar is, in dit geval de nieuwe directeur, maar ook dat waardeert onze fractie bijzonder, want dat is ook wel eens anders geweest. Daar heb ik wel eens kritiek op gehad. Dat op het moment dat je dit soort zaken aan de Raad voorlegt dat je er dan ook bent en je gezicht laat zien en ook niet bang bent om een keer te blozen omdat het niet altijd even goed gaat. Wat de begroting betreft. Ja, wij hebben zoiets van. De DSW zit in een wettelijk kader ingeklemd en voor zover wij kunnen beoordelen wordt er in ieder geval nodig gewerkt om in ieder geval zo efficiënt mogelijk te werken en te voldoen aan de doelstellingen en wij realiseren ons ook wel dat we natuurlijk met zijn allen wel vinden. Van ja, iedereen moet maar op de arbeidsmarkt gaan werken, maar dat vinden we nog van vele andere doelgroepen ook dus wat dat betreft hebben wij zoiets van als het zo gaat zoals het nu gaat, dan is dat al heel wat. En verder is het ook een doelgroep waarvan wij denken, nou ja, die horen ook in een beschutte omgeving thuis, want ik bedoel, daar willen wij dan toch wel heel kort over zijn? Verder waren we wel benieuwd naar het initiatief van onze eigen wethouder, want wij hebben uiteindelijk in de lijst van Voorburg ook niet stilgezeten met een aantal activiteiten. En, we waren wel benieuwd hoe dat ervoor staat. Ik ben even de naam kwijt van dat project, maar dat zit volgens mij ergens in Voorburg. Nieuwe Schutweg, excuses daarvoor dat ik dat woord weer niet kon vinden. Wat de jaarrekening betreft ja, zijn wij akkoord. Het is ook geen nieuws dat het gaat zoals het gaat, maar zoals ieder jaar kom ik toch weer even terug op een punt waarvan de DSW niet verplicht is om het te melden. Maar ook dit jaar weer kom ik in een stuk in ieder geval tegen dat toch nogal wat niet opgenomen vakantiedagen en verlofdagen zijn en het lijkt een detail, maar dat kan grote financiële consequenties hebben en ik zou het toch wel waarderen dat het op de een of andere manier beter zichtbaar wordt gemaakt in de stukken. Want het kan zomaar zijn dat je het over een paar ton hebt en dat kan het al negatieve resultaat, laten we zeggen, zwart-wit gezien toch nog anders doen kleuren. En ik zou dat wel waarderen als men op de een of andere manier daar toch iets over wil rapporteren in het vervolg. Tot zover, dank u wel.
Twee dingen. Wij wensen de nieuwe directeur van harte welkom. En wij hopen en zullen ons best doen voor een constructieve en open samenwerking. Dat was het tweede over dat tekort. Dat laat ik even zitten, maar het verdienmodel waar ook de heer Blokland naar vroeg, ik vind dat we daar even bij stil moeten staan in de zienswijze, want die gaat nu wel heel makkelijk heel hoog over. Dat kan wel iets specifieker, omdat dat vind ik wel een zorgpunt, dat verdienmodel dus. Ik wil daar wel samen schrijven misschien, maar ik wil daar wel een paar passages over toevoegen in de zienswijze. Tot zover.
Dank u wel, dit agendapunt gaat dus over het vaststellen van de zienswijze. En ik stel voor dat als er commissiebreed een aanpassing gewenst wordt, dat we die dan gewoon doorvoeren voor de raadsvergadering. Maar als er een fractie is die een wijziging wil, dan is het misschien handiger om een amendement in te dienen. Die fractie kan dan een amendement indienen bij de raadsvergadering, zodat we kunnen zien of dat een meerderheid haalt of niet. Er zijn alleen door de PvdA twee suggesties gedaan voor aanscherping van de zienswijze en de heer Blank heeft een daarvan ondersteund, maar in tweede termijn komen we daar nog wel op terug. Dan geef ik nu het woord aan wethouder Stemerdink met ook het verzoek om uw andere ambtelijke ondersteuner even te introduceren aan de commissie.
Ik ben er, ja voorzitter. Dank u. Naast mij zit Anneke Donkers. Anneke Donkers, werk je nou bij Werk en Inkomen of bij de SMO-afdeling Maatschappelijke Ontwikkeling? Maar er wordt toch allemaal samengevoegd met Jeugd en Werk en Inkomen tot één grote afdeling Sociaal Domein, dus vanaf 1 juli gaat het allemaal daarin op. En Anneke houdt zich, zeg maar, bezig met de DSW, het beschut werken en alle zaken die daarmee verband houden. Voorzitter, in de eerste plaats dank aan de commissie voor de complimenten die zijn gemaakt, vooral dat de begroting ook weer op tijd was. Ik heb u toegezegd in het eerste jaar dat ik hier zat dat ik daarvoor zou gaan. Maar ik ben blij dat het nu voor het tweede opeenvolgende jaar is gelukt en ik stel ook voor dat we op deze manier gewoon verder doorgaan. Ook ben ik blij dat er een nieuwe directeur is. Ik denk dat het ook goed is dat er een nieuwe wind gaat waaien. En volgens mij heeft het algemeen bestuur daar het volle vertrouwen in en we gaan er gewoon voor. Want uw zorgen, voorzitter, de zorgen die u heeft geuit over de DSW en over de toekomst en over hoe het nou gaat met de financiën, die herken ik en die onderschrijf ik ook. We zitten natuurlijk in een vrij lastig parket, waarbij de oude groep, zal ik maar zeggen, natuurlijk dalende is. Als mensen met pensioen gaan, dan is het klaar. Er is geen nieuwe instroom meer en voorzitter, het allergrootste probleem is uiteraard dat de rijksbijdrage fors daalt. Elke keer weer, elk jaar weer. En nou laat ik daar dan een opmerking over maken deze avond. Het is natuurlijk echt wonderlijk dat er gewoon landelijk een tekort is op de SW-bedrijven van 420 miljoen euro en dat dan vervolgens de staatssecretaris dat onderschrijft, maar twee, voorzitter, ook doodleuk zegt: gemeenten, u moet het maar oplossen. En daarvoor is ook het antwoord wat mij betreft aan de heer Blokland: het kan toch niet zo zijn dat de gemeenten het allemaal moeten gaan betalen? Ja, ik vrees dat we in deze situatie nu eenmaal zitten. Ik heb geen enkele indicatie dat er vanuit het Rijk in elk geval extra middelen komen. Misschien, ik weet niet welke partijen nu weer aan tafel komen zitten, maar doe uw best zou ik willen zeggen. Maar dat is natuurlijk gewoon niet leuk en het is ook, volgens mij heeft u allen een warm hart voor de doelgroep. Ik heb ook bij het herstructureringsplan aangegeven, kom ik dadelijk daar nog even op terug, we willen allemaal dat deze mensen meedoen met de samenleving, kansen krijgen. Maar we gaan gewoon elke keer weer hebben over het geld. Dat is ook logisch, want er is gewoon een groot tekort. En dat is ook een van de redenen uiteraard waarom we ook bezig zijn met het herstructureringsplan en ook daarbij, dat weet u ook, is het zeker niet zeker, zal ik maar zeggen, dat we nul gaan draaien om het maar zo te zeggen. Maar we willen natuurlijk wel proberen onze visie, namelijk mensen bij reguliere werkgevers aan de slag te laten gaan, centraal in de samenleving te laten meedoen, dat staat voorop. En daarnaast hopen we uiteraard ook dat we qua financiën wat beter daardoor zullen gaan draaien. En ook, ik weet zeker dat deze directeur zich ook in gaat zetten om te kijken naar de contracten die er liggen en die nog afgesloten gaan worden. En daar is zeker ruimte voor verbetering, mijns inziens. Voorzitter, dan even over de toekomst. We hebben met zijn allen hier gesproken een aantal maanden geleden over het herstructureringsplan en ook over de toekomst. Een aantal scenario's lagen bij u voor en u heeft aangegeven, ja, een keus tussen scenario 3 of 4. Even in herinnering, scenario 3 was de netwerkorganisatie, noem ik het maar eventjes, en scenario 4 was het centrumgemeentemodel, als ik het even samenvat, waarbij Zoetermeer dan als centrum van de gemeente zou kunnen gaan fungeren. Wij hebben de afgelopen maanden met de input van uw commissie aan de slag gegaan. Dat wil zeggen, we hebben eerst gekeken van, hoe zou nou zo'n organisatie als netwerkorganisatie eruit kunnen gaan zien? Aan welke voorwaarden moet het voldoen? Nou, al die vragen en het mooie is aan zo'n proces dat je op een gegeven ogenblik merkt dat je als drie gemeenten absoluut een gedeelde visie hebt over de toekomst, daar waar er inderdaad in het verleden, ik weet niet meer wie dat zei, was het meneer Paardenkooper? In het verleden was er geen eenduidige aansturing, dat is nu gelukkig wel het geval. Maar we hebben een visie en ook een gedeelde ambitie. Waar we nog wel naar op zoek zijn, voorzitter, is de wijze waarop we dat organisatorisch zouden willen gaan vormgeven, of eigenlijk liever gezegd, wat de beste vorm is om het organisatorisch te gaan vormgeven. En dat, voorzitter, is een vraag die de komende paar maanden nader gaat worden bekeken en het antwoord daarop, in elk geval van een aantal adviezen daaromtrent, die leg ik na de zomer bij uw raad neer, zodat u daarover kunt spreken. Dus een visie staat helder. De ambitie is ook helder. De organisatievorm, daar gaan we nu naar kijken wat de beste manier is. Ik geloof even de vragen af, voorzitter. Ja, de heer Van Rossem, inderdaad, verwonderd worden door de DSW. Ik zou willen zeggen, ik weet niet of ik hier nog zit volgend jaar, maar ach, vast wel. Nou, laat ik dan hopen dat we dan weer in deze samenstelling hier kunnen zitten en dat de heer Van Rossem kan gaan zeggen: ik ben tenminste een keer verwonderd, daar gaan we voor. Dus dat zou hartstikke mooi zijn. Dat intrigeert me.
Voorzitter, ja. Volgens mij is er ruimte voor verbetering binnen de DSW. En dat heeft de directeur ook wel tussen de regels door aangegeven. De directeur heeft ook aangegeven dat hij maandag officieel begint en ik stel voor, als hij dat op prijs stelt of fijn vindt, dat bijvoorbeeld over twee of drie maanden de directeur met u even in gesprek gaat. Dan heeft hij ook een eerste beeld bij de organisatie en dan kan hij ook beter uiteenzetten aan u zelf. Ik zal er uiteraard ook bij zijn, dan kan hij ook aan u uiteenzetten hoe hij in het komend jaar daarmee aan de slag gaat. Dus die toezegging doe ik u graag. Want ik vind dat een hele terechte vraag en die wil ik zelf namelijk ook graag weten, maar er is nu nog gewoon geen antwoord, hè? Voorzitter, dan volgens mij zei de heer Van Rossem ook de laatste keer dat we over de DSW praten, maar dat komt echt wel een paar keer terug, want dan gaan we het hebben over de toekomst, want volgens mij zijn dat hele mooie discussies. De heer Van Schoor, volgens mij heb ik daar voldoende op ingegaan. U was degene trouwens die sprak over de suboptimale aansturing. Excuses, ja, als u voorzitter, de heer Paardenkoop loop ik even langs. Ik heb ook uw vragen beantwoord en de heer Blokland, nee oh, sorry.
Meneer Paardenkooper, dank u voorzitter. Nee, het ging om het level playing field naarmate bezuinigingen zich verder zouden kunnen voltrekken en dan moet je je echt afvragen: misschien komt het in die visiestukken van rond de zomer, zijn andere bedrijven even goed of zelfs beter in staat dan de DSW om dat te doen? Ik herinner me van het antwoord van 11 jaar geleden van een van uw voorgangers, de heer Renze, dat er ook nog een soort van budgettair voordeel was vanwege het rijksdeel in het werkbudget, dus we deden er verstandig aan om dat in het DSW te stoppen, omdat we dat toch aangevuld kregen vanuit het rijk. Die reden is volgens mij allang weg, dus ik put nu uit een oude doos die niet meer bestaat, dus dan kom ik even terug op dat level playing field en daar had u nog geen antwoord op gegeven.
Voorzitter, ik denk dat die vraag zeker terugkomt in de stukken over de toekomst. Ik ben bang dat als we alleen dit punt eruit gaan halen, daarmee de hele discussie onrecht wordt aangedaan. Want ik ben het met u eens dat we ook moeten kijken naar hoe de financiën dan vormgegeven gaan worden, maar wel op basis van hoe de toekomst vormgegeven gaat worden. Dus ik wil u vragen, voorzitter, als de heer Paardenkooper dat goed vindt, die vraag wellicht over een paar maanden nader met elkaar te gaan bespreken, want hij is zeker zeer relevant. De heer Blokland, voorzitter, sprak over het aanpassen van de zienswijze. Nou, het is uiteraard prima, het is uw zienswijze, dus die kunt u aanpassen. Als u daar ondersteuning bij nodig heeft, dan horen we dat uiteraard graag.
Gewoon mijn lijstje. Ja, voorzitter, het putten uit de reserves voor het aanvullen van de spaarpotje herstructureringsreserve, ja, op dit ogenblik is dat even het enige potje, bijna willen zeggen, waar we dat uit kunnen financieren. Ik ben het met de heer Blokland eens, het zou geen structurele financieringsdekking mogen en kunnen zijn, dus dat hebben wij ook in het DB zo aangegeven en ook daar, voorzitter, gaan wij zeker naar kijken, want ook op een aantal andere financiële posten, en als u kijkt naar de begroting, ook daar is nog ruimte voor verbetering. Ik vrees overigens wel, maar goed, daar heb ik al antwoord op gegeven, dat er een tekort is of zal zijn. Of ja, ik durf hier niet te gaan zeggen dat dat tekort gaat worden weggewerkt, dus dat er altijd sprake is van, zoals de heer Paardenkooper dat netjes zei, investeren in mensen, dat sluit ik niet uit. Even kijken hoor, ruimte meerjarig nu ook al vastleggen. Had het over die meerjarige tekort, van mij ben ik daar ook op ingegaan. Vraag van de heer Blokland. Frank, zo haar had geen vraag aan mij. Dank u wel, de heer Van der Ham, maar ben ik voldoende ingegaan op de organisatie en de toekomst, denk ik. En de heer Steutel had nog een vraag, een concrete vraag over de verlofdagen en de vakantiedagen. En ik begreep me eigenlijk niet zo goed. Fijne, ja, dat heb ik vaker regen, dat is het.
Nou, het is zo dat normaal gesproken een bedrijf het laatste kwartaal de saldo opmaakt van niet opgenomen verlof en vakantiedagen en dat wordt opgenomen in de balans en dat heeft dus een effect op het resultaat, conform het BV. Want dat heeft u vorig jaar daarmee uitgelegd. Is de DSW dat niet verplicht om dat op die manier te doen? Tenminste, volgens mij was u dat die dat zei. Ik heb dat toen voor kennisgeving aangenomen, maar ik blijf er toch ieder jaar maar weer op wijzen dat op het moment dat je daar geen voldoende sturing op hebt in je bedrijfsvoering, dan kan dat dus behoorlijke consequenties hebben op het moment dat je af gaat rekenen. En daar staan wij met zijn allen nooit bij stil, maar het is wel zo. Dus stel dat er voor 150 of 250.000 euro een hoop bestaat aan niet opgenomen verlof. Nou, dan moet je dat nog optellen bij het huidige tekort. Nee.
Dank u, ik begrijp u volledig en volgens mij wat u net zegt in het kader van de sturing is het een relevant gegeven, dus ik stel voor dat wij in het volgende jaarverslag in ieder geval gewoon in de toelichting aangeven hoe groot dat saldo is van die niet opgenomen uren. En dan hebben wij de indicatie en kunnen wij samen volgen hoe zich dat ontwikkelt, want ik ben met u eens dat het een zeer relevant gegeven is.
Ja, ik zou het liever zo zien dat al het verlof van vakantiedagen gewoon zijn opgenomen. En, dat heeft met je bedrijfsvoering te maken, maar goed, daar ga ik me verder niet mee bemoeien. Maar dat is meer een tip.
Nu ben ik aan het eind gekomen, want ik heb blijkbaar ook geen vragen. Ook een opmerking over de zienswijze en ook daar geldt hetzelfde voor. We denken graag mee als u dat wenst, maar uiteraard ook de aangepaste zienswijzen zien we graag tegemoet van uw zijde.
Ik ga vanuit de wethouder stemmen. Ik denk dat de uitspraak van de directeur een toezegging is van de wethouder. Uiteraard, oké, nee, even voor alle zekerheid.
Dank u wel, dan zijn we toe aan de tweede termijn. Er is dus een fractie met een voorstel voor aanscherping van de zienswijze op twee punten, waarbij een andere fractie op één punt zich heeft aangesloten. Ik wil even inventariseren of het gedragen wordt door de commissie, want wat ik net al zei, als dat breed gedragen wordt, is het misschien handig als we zelf de tekst aanpassen in plaats van bij een amendement. Als u dat in de tweede termijn even wilt aangeven en ik stel ook voor, dat lijkt mij toch het handigste, dat de initiatiefnemer van, in dit geval de PvdA, de wijziging zelf even een zin levert, want volgens mij zijn het gewoon twee zinnen, dan ben je klaar. En hoeven we het college ook niet mee te belasten. Het is tenslotte onze zienswijze. Ik begin gewoon weer met waar ik daarnet ook ben begonnen, de heer Van Rossum. Dank u, voorzitter.
Allereerst de hulde aan de wethouder voor haar kritische woorden over het beleid van staatssecretaris Klijnsma. Volgens mij onverstandig, halfslachtig en erg ingestoken op korte termijn, korte financiële termijn, onverstandig beleid. Fijn om ook onze wethouder dat te horen uitspreken. Ik onderschrijf die mening volledig. GroenLinks heeft op dit moment niet zoveel behoefte aan aanscherping van die zienswijze en niet alleen op het argument dat ik zojuist gaf, maar ook omdat ik vind dat we de kersverse directeur niet teveel in de weg moeten lopen. Laten we hem de bezem ter hand nemen en deze Raad volgend jaar positief verrassen. Mocht ik hier niet zijn, dan kom ik op de publieke tribune zitten. Het aanbod om na de zomer in gesprek te gaan met de heer Verhoef lijkt mij een prima idee. Wat mij betreft kan het als hamerstuk naar de Raad. Als er wel een voorstel wordt gedaan voor aanpassing, dan wil ik daar uiteraard positief kritisch naar kijken.
Dank u wel, ik heb niets toe te voegen aan wat ik zonet gezegd heb. Een aanscherping van de zienswijze vind ik niet per se noodzakelijk, maar als er een amendement komt, dan kijken we daarnaar zoals je naar een amendement kijkt. Dank u wel. Dank u.
Bij de laatste zin kan het CDA zich aansluiten en tenslotte nog dank voor de toezeggingen van de wethouder, klip en klaar. Binnen een maand of 3 à 4 komen we hierop terug.
Ik wil ook de wethouder bedanken. Ik deel haar mening ook dat de teruglopende rijksbijdrage toch wel een van de grote factoren is. Ik ben blij dat ik hoor dat de nieuwe directeur ook mogelijkheden ziet voor verbetering. En ik zeg ook toe dat ik een tekstvoorstel met de collega's zal delen, dan kunnen zij zelf aangeven of ze dat kunnen steunen. En, het heeft mijn voorkeur om dat niet met een amendement te doen, want dan gaan we misschien in discussie over dingen die we hier voeren, dus ik zal met behulp van de griffie een tekstvoorstel doen. Dank u.
Inderdaad dank aan de wethouder voor de toezeggingen en wat we richting de toekomst later dit jaar voor de zomer na de zomer gaan doen met betrekking tot de zienswijze vanuit de VVD. Wat mij betreft, of wat ons betreft, denk ik toch aan een tweetal aanscherpingen. Die liggen ook in de lijn die de heer Blokland volgens mij aangeeft. We hebben van de griffie ook de zienswijze van onze collega-gemeentes gekregen en volgens mij kunnen we twee frases over twee stukken uit de stukken die ook bij Zoetermeer genoemd zijn, zijnde de inspanningsverplichting om de herstructurering te beperken en de andere de inspanning tot het naar beneden brengen van de gemeentelijke bijdrage. Ik denk dat dat de twee punten zijn en die sluiten volgens mij ook aan bij de kritische noten van collega Blokland. Die zou ik graag aangepast willen zien in de nieuwe zienswijze. Dank u.
Voorzitter, ik stel voor dat de heer Blokland en de VVD, meneer Van der Houwen, samen even kijken naar de zienswijze en wat ons betreft stellen we de zienswijze op zoals nu wordt voorgesteld en wellicht dat D66 daar ook nog even mee kan kijken. En dan is het wat ons betreft een hamerstuk. Dank.
Ik hoor dat de PvdA en de VVD het voorstel rondsturen en dan kijken we wel hoe dat loopt, of we nog voor de Raad de zienswijze en gewijzigde zienswijze als besluit kunnen indienen. Maar in principe vindt iedereen wel dat het een hamerstuk zou moeten zijn. Oké, uw lampje brandt, meneer Steutel. Uw lampje brandt nog, voorzitter. De heer Van Schoor. Ik...
Voorzitter, dank. Ik zie als het. Als u dat goed vindt, dan zie ik graag de aanpassingen tegemoet. Als u anders besluit, dan is het uiteraard uw besluit. Dank u.