Het transcript dat je hieronder aantreft is gegenereerd met behulp van computertechnologie.
Hierdoor kunnen de namen van personen en partijen soms foutief zijn weergegeven.
Indien je een fout opmerkt kun je deze gemakkelijk verbeteren door op het bewerk-symbool (het potloodje) te klikken.
Dank u wel, mevrouw Plattenburg. Mevrouw Valkenburg, misschien zijn er ook leden van de Raad die nog een vraag over uw inspreken. Wie heeft nog een vraag aan mevrouw Valkenburg? Het was allemaal zo duidelijk, dank u wel. Dan gaan we naar Steven, kom je naar voren.
En heren, ik ben Steven, en ik wil jullie graag vertellen waarom wij het speeltuintje willen behouden. Waarom willen we het juist eigenlijk op de Gravin Catharinalaan? Nou, daar is juist veel ruimte en daar willen we dus geen gebouwen hebben. Ook is het goed bereikbaar en het is op loopafstand voor heel veel mensen uit de wijken. Er is geen gezeur, niemand die ook stiekem foto's maakt of vervelend tegen ons doet. Wij kunnen daardoor ook gewoon daar lekker spelen, maar we vinden ook nu wat van die speeltuin en we willen er misschien ook nog wat bij. We vinden het eigenlijk niet echt mooi. Het kan mooier. Het is een beetje een rommeltje, want het is een beetje aan de kant geschoven. Daardoor willen we ook een betere verdeling en meer speeltoestellen, zoals klimrekken, klimbomen en misschien klimparcours en een kabelbaan.
Wip. Grotere goaltjes zou ook wel fijn zijn, omdat je er dan ook een beetje in kunt keepen, want anders ja, dat lukt niet helemaal. Want als je er dan in staat, dan bedek je gelijk het hele goal. Ook is het misschien een leuk idee om iets met water te doen, zoals een trekvlot, dat zou goed kunnen in dat slootje daarnaast. Daar is het namelijk ook niet zo diep, dus we zouden daar ook kunnen staan als we dat willen. En ik vind ook dat de kinderen meer rechten moeten hebben dan dat we nu krijgen. Wij moeten ook een stem kunnen hebben. Dankjewel Steven.
Steven, nou, dat heb je heel goed gedaan. Is er niemand vanuit de gemeenteraad die nog een vraag voor Steven heeft? Nee, hè? Volgens mij heb je het heel duidelijk gemaakt. Dan gaan we naar de volgende, want jij wil ook nog wat zeggen. Heel goed, kom maar naar voren, Thijs. De microfoon staat al aan, Thijs, dus je kunt zo beginnen.
Hallo allemaal, ik ben Thijs en ik ben 8 jaar. Ik woon in de Graaf Ottolaan in Leidschendam. Ik speel heel vaak buiten, vaak met mijn vriendjes. Die zitten ook bij me in de klas en op school. We doen meestal verstoppertje, boomklimmen of rondrijden op onze step of fiets. Als we bij ons in de straat spelen, worden de buren soms een beetje boos als we in bomen klimmen, dan wordt de buurman een beetje boos. Als we krijten, loopt de buurvrouw met een emmer en een borstel achter ons aan en voetballen op het grasveld mag niet voor de auto's. En voetballen op de pleintjes mag ook niet, omdat de garagedeuren kapot kunnen gaan. In het speelhuis op het gras mag ook niet, dan belt de politie aan. In het speelhuisje in het speeltuintje kunnen we spelen zonder dat iemand boos wordt. Je kan er ook hutten bouwen in de struiken en voetballen en rondcrossen op je fiets. Naar het speeltuintje mag ik met mijn vriendjes en mijn kleine broertjes en zusjes mogen ook mee. Het speeltuintje is wel een beetje saai. Een vriendje van mij heeft vlakbij zijn huis een nieuwe speeltuin en daar staat een gaaf klimrek en een grote schommel. Die wil ik ook wel en een klimboom is ook gaaf, dan kan ik lekker hoog klimmen en een trekvlot in de sloot is ook leuk. Dan kunnen we lekker over het water varen. Mijn vriendjes willen ook grotere goals zodat ze kunnen voetballen. Ik vind dat jullie ook naar kinderen moeten luisteren en niet alleen naar grote mensen. Bedankt voor jullie aandacht. Thijs, dankjewel.
Dankjewel. Ook heel duidelijk en goed dat jullie je stem hebben laten horen. En straks gaat de gemeenteraad spreken over dit onderwerp. Voordat we dat gaan doen, zijn er nog insprekers over een ander onderwerp en die geef ik eerst de gelegenheid voor hun inspraak. Dat is de heer Van Ierland. Ik wil u de gelegenheid geven om in te spreken op de wijziging algemene subsidieverordening. En ik heb begrepen dat mevrouw Van der Deijl, die zou ook inspreken, maar helaas niet aanwezig kon zijn en het verzoek was om haar inspraakreactie hiermee te geven. Ja, de heer Van Ierland.
Dank u wel, voorzitter, geachte raadsleden en ook de mensen thuis. Ja, wederom wil ik u meegeven dat ik voorstander ben van de vernieuwing in het sociale domein en de financiering daarvan. Ik wil dan ook mijn bewondering naar Niek en Klaske uitspreken dat ze het voortouw nemen voor deze innovatie. Ook ben ik voorstander van vernieuwing op het gebied van de lokale democratie. Ten aanzien van het proces van het voorstel tot wijziging van de subsidieverordening ben ik alleen ontzettend teleurgesteld. Of mevrouw Timmer wel of geen gelijk heeft dat de subsidieverordening 2006 op deze wijziging van toepassing is, kan ik niet beoordelen. Ik ben geen jurist, wel wil ik u mededelen dat het vreemd op mij overkomt als in het voorstel staat benoemd dat inspraak voor deze wijziging niet nodig is omdat het voorstel zou zijn voorgelegd aan partijen en de participatieraad. Mijn ervaring vanuit de bijeenkomst in het Veur Theater is dat partijen, behoudens de twee grootste, helemaal niet geïnformeerd waren. Ook vind ik het lastig te begrijpen wat wethouders bedoelen met uitspraken als "ik sta open om te leren" en "we hebben huiswerk te doen" als de stukken al bij de Raad liggen. De vraag waar ik mee zit is de volgende: waarom is het schema in de bijlage van de Inspraakverordening 2006 niet gevolgd in de startnotitie waarin de inspraak is geregeld, inzage in het voorstel van 4 weken, een inspraakbijeenkomst, de mogelijkheid van het indienen van een schriftelijke zienswijze en een eindverslag met inspraakverslag naar de Raad? Met name dat laatste is bij de democratische vernieuwing van belang, zodat u als raadsleden toe kan zien op het bewaken van de democratische waarde. Daar waar ik gehoopt had op mijn samenspel, staan belanghebbenden en de Raad nu buitenspel en wordt het spel dat overblijft gespeeld in de laatste minuut. Mijns inziens doet dit geen recht aan de mogelijke bijdrage die belanghebbenden en raadsleden zouden hebben kunnen toevoegen aan het voorstel. Juist de verschillende perspectieven op een wijziging kunnen bijdragen aan een beter en mooier voorstel. Naast mijn teleurstelling over het proces, wil ik ook mijn verontrusting uitspreken over de regel dat partijen aan tafel zelf uitmaken wie erbij mag aanschuiven. Als je subsidie ziet als taart, ja, dan is het iets om te delen. Maar als je afhankelijk bent van de subsidie en dus de vergelijking maakt met brood, dan liggen die verhoudingen aan tafel straks heel anders. In de pilot ging het om een aanvullende, bijkomstige dienstverlening van het thema ruimte voor verschillen. Deze raken niet de basisexploitatiebegroting van de betrokken organisaties. Anders wordt dit wanneer dit wel in het geding komt. In Breda is het koppelen van financiële consequenties aan de thematafels op verzoek van de thematafels zelf gebeurd. De inzet van de thematafels daar was in eerste instantie het afstemmen van aanbod en het van elkaar leren. Hebben wij in Leidschendam-Voorburg dan niet de stap overgeslagen? In Haarlem maken de raadsleden, net als ik, zich zorgen over de rol van de Raad na invoering van de tafels. Heeft u als hoogste orgaan en volksvertegenwoordiging dan nog wel iets te zeggen en kan ik mij nog tot u wenden als de grote partijen besluiten om er niet toe te laten tot de tafels? Reden in ieder geval voor de raadsleden in Haarlem om niet direct akkoord te gaan en voor instemming eerst duidelijke kaders te verlangen. Geachte raadsleden, nieuwe burgerinitiatieven en kleine partijen zijn kwetsbaar. Ik hoop dat u in uw besluitvorming hier rekening mee houdt. Bedankt voor uw aandacht.
Dank u wel. Zijn er vragen aan de heer Van Ierland over deze inspraakreactie? Nee? En u wilt ook nog even de inspraakreactie van mevrouw Van der Deel voorlezen? Ja.
Ja, ja, Fenneke, ik weet dat je zit te kijken. Beterschap, dank u wel voorzitter. In mijn vorige spreekbeurt richtte ik mij vooral op het aspect van co-creatie en op de positie van de kleine organisaties aan de tafels. Dat doe ik nu weer, want ik heb verschillende mensen erover gesproken en hoor nog steeds bezwaren op dat gebied. Maar ik wil er kort over zijn. Er zijn zorgen over de positie van kleine organisaties aan de tafels, over de hoeveelheid tijd die het gaat kosten om mee te doen, over de bekwaamheid van sommige organisaties om mee te doen en over de wijze waarop zij überhaupt een plek gaan krijgen. Ik vraag u om ervoor te zorgen dat er ondersteuning voor een representatie van de kleine organisaties komt, zodat zij niet verdrinken en zodat er eventueel door een externe partij een vinger aan de pols kan worden gehouden tijdens het hele proces. Daarbij moeten de kleine partijen een stem hebben in het definiëren van het inhoudelijke probleem dat aan de tafels moet worden opgelost. Het is namelijk van belang om met een variëteit aan kennis gezamenlijk een definitie te formuleren. Op die manier kan het hele middenveld meedenken over een oplossing en ontstaat er meer draagvlak voor die oplossing. De vraag is of daar nu voldoende tijd voor wordt gemaakt. Kunnen de juiste partijen daarbij aansluiten? Wat betreft co-creatie wil ik het volgende zeggen: ondanks het aantal vragen dat inmiddels is beantwoord door de wethouder, zie ik en hoor ik van verschillende kleine organisaties dat er nog te veel onduidelijkheid is rond de spelregels van de tafels. Ik wil u daarom vragen de tijd te nemen om deze spelregels eerst verder uit te werken voordat er een besluit wordt genomen over de verordening. Als laatste wil ik even terug naar de gang van zaken tot nu toe. Ten eerste is er een gebrek geweest aan formele inspraakmogelijkheden en ten tweede is het zo ontzettend jammer dat we het vooral over geld hebben. Het aspect van samenwerking en innovatie is volledig ondergesneeuwd door de discussie over geld. Het is een subsidieverordening, dus het gaat over geld, maar de achterliggende gedachte is dat er op innovatieve wijze en meer integraal wordt samengewerkt tussen de partijen. Helaas zijn veel belanghebbenden in een kramp geschoten over geld en concurrentie. Gisteren was ik bij een bijeenkomst in Rotterdam, waar verschillende plaatselijke en een paar landelijke partijen waren uitgenodigd door een samenwerkingsverband van bewonerscoöperaties, gemeenten, woningbouwcoöperaties en een paar andere partijen om eerst samen te denken wat er nodig is in die bepaalde wijk. Eerst wordt die vraag uit de wijk vastgesteld. Daarna komen de ideeën en plannen en daarna pas de discussie over geld. De manier waarop dit uitgebreide project is opgezet, is inspirerend doordat het eerst ruimte geeft om niet over geld na te denken, maar over inhoud en samenwerking en doordat ze ondersteuning geven aan zowel de kleine partijen als degenen die het proces kritisch zullen blijven volgen. Ik hoop dan ook dat er meer tijd zal worden genomen om de samenwerking in zowel het voortraject als tijdens de tafels beter te waarborgen. Namens Fenneke, dank u wel.
De heer Van Ierland, dank u wel ook voor het voorlezen van deze reactie van mevrouw Van der Deijl. En dan de laatste inspreker, dat is de heer Van der Ploeg, ook over ditzelfde agendapunt. De heer Van der Ploeg, dank u.
Geachte voorzitter, leden van de Raad, wethouders en overige aanwezigen. Ik spreek vanavond in over de beoogde subsidietafel levendige leefomgeving en doe dat namens Theater Ludens, de Bibliotheek aan de Vliet, de Kunstuitleen Voorburg, Theater en Filmhuis Voorburg, Museum Swaensteyn en Huygens' Hofwijck. Enkele weken geleden stond het onderwerp subsidietafels op uw agenda. De gedachtewisseling daarover leidde toen niet tot een beeld dat helder genoeg was om te besluiten tot de instelling van de tafels. Daarom staat het onderwerp vanavond opnieuw geagendeerd. Sinds die vorige bespreking is er onder de partners die door de gemeente zijn uitgenodigd voor de tafel levendige leefomgeving het gevoel ontstaan dat de subsidietafel zoals die nu wordt voorgesteld, niet de beste weg is. Ook wij vinden dat een regelmatig overleg over samenwerking in projecten en het aanvragen van subsidies heel zinvol kan zijn, maar dat kan anders en werkbaarder dan nu wordt voorgesteld. Met welke aspecten van deze tafel hebben wij moeite? Dat zijn er vier. Ten eerste, de wat gedwongen en daardoor niet helemaal logische insnoering in het sociaal kompas. Dat sociaal kompas is zeker belangrijk voor onze activiteiten, maar voor deze tafel niet in die mate en niet in die eenzijdigheid zoals nu wordt voorgesteld. Onze activiteiten komen ook voort uit heel andere doelen. Ten tweede, de omslachtigheid van het voorgestelde overleg. Als deelnemer aan de tafel worden wij geacht om twee medewerkers af te vaardigen naar ieder overleg. Dat zijn per tafel tussen eind mei en begin oktober zeven overleggen. Keer twee medewerkers is veertien dagdelen. Als je aan een tafel zit zoals de musea, wordt dat 28 dagdelen. Er zijn organisaties die aan vier tafels zitten, rekent u zelf maar uit, dat moet effectiever kunnen. Dan de naam van de tafel levendige leefomgeving. Ik heb altijd geleerd dat je dingen bij hun naam moet noemen. Als wij morgen op straat aan voorbijgangers zouden vragen waar de naam levendige leefomgeving voor staat, wat zouden we dan krijgen als antwoord? Heel weinig mensen zullen dat weten. Ons voorstel is daarom: het onderwerp van de tafel is cultuur, dus noem hem cultuurtafel. Daarvoor staan wij namelijk. En dan nog een heel praktisch bezwaar: het tijdspad. In de voorgestelde structuur wordt in oktober de subsidieaanvraag vanuit de gemeente van het totaal aan het gemeentebestuur gestuurd. Wat in de praktijk betekent dat we in december formeel weten waar we aan toe zijn. Dat is echt heel laat, mede omdat de begroting voor het volgende jaar bij de meesten van ons uiterlijk in oktober moet worden goedgekeurd door besturen dan wel leden. Er is u meer aan gelegen. We zijn voor het georganiseerd overleg, zien daar de voordelen van, maar dan wel in overleg dat functioneert op een wijze waar we zelf zeggenschap in hebben, die wij bovendien organisatorisch kunnen bemannen en die op een eerder moment in het jaar duidelijkheid oplevert over de toegekende subsidie. En tenslotte, om af te sluiten: deze gemeente beschikt al vier jaar over een formele subsidietafel. Dat is het erfgoedpodium, opgericht na het aannemen van de gemeentelijke cultuurvisie in 2015. Een kleine twintig organisaties zijn daarbij aangesloten en komen vijf à zes keer per jaar bij elkaar. Een ambtenaar erfgoed van de gemeente zit als deelnemer aan tafel en beslissingen over de verdeling van de subsidie worden in gezamenlijkheid genomen. Dat werkt prima. Dus waarom zou zo'n overzichtelijke, efficiënte en productieve vorm van overleg niet kunnen worden toegepast op een cultuurtafel? Temeer omdat de vier grootste partners namens wie ik hier inspreek al jaren een informeel cultureel overleg voeren. Vandaar is het een logische stap naar een formele vorm daarvan. Als u ons de kans geeft om te bewijzen dat dit kan werken, gaan wij aan de slag. Voor de komende subsidieronde zijn we natuurlijk te laat, maar we gaan graag alvast met de gemeente in overleg over de cultuurtafel van volgend jaar. Dank u wel.
Dank u wel, voorzitter, en dank u wel voor de inspraak. Ik hoor een soort verenigd front van allerlei grote culturele instellingen in deze gemeente. Dat is altijd heel fijn om te horen dat er zo interactief samengewerkt wordt. Ik bespeur wel een verandering in standpunt ten opzichte van de vorige keer dat we insprekers hadden, onder andere theater Ludens. Correct me if I'm wrong, maar ik hoorde daar toen op 7 april een theater Ludens dat eigenlijk als voorstander sprak van deze cultuurtafels en ik hoor nu eigenlijk het tegendeel in uw verhaal. Waar komt die verandering vandaan? Om daar nog een tweede vraag aan te koppelen: theater Ludens was een van de spelers die zei, wij kunnen het ook regelen voor de kleintjes en tegelijkertijd hoor ik in uw verhaal nu ook dat voor ons die organisatie zoals die nu opgezet is, 7 keer overleggen per jaar eigenlijk te zwaar is.
Nou, wij zijn een kleintje. Ik weet niet of we ons al zo'n grote beschouwen, maar hoewel ik 1,4 FTE heb, ben ik een kleintje. Dus als er heel veel vergaderingen zijn, ja, zal ik naar al die vergaderingen moeten.
Waarom het zeg maar wij daar iets anders in staan en zeker Ludens is omdat wij vorige week van de gemeente het overzicht hebben gekregen van de bijeenkomsten waar we moeten aanschuiven tot begin oktober. En dat is echt een enorm tijdsbeslag, dus dat kan dus gewoon veel effectiever wat ons betreft en dat was een tweede vraag. Ja, dat...
Een hele goeie, sorry, ik heb dus vannacht 2,5 uur geslapen. Excuus, vanwaar de verandering van mening? U was eerst voorstander van het idee van de subsidietafels. Ik ben...
Nog steeds een voordeel van standaard subsidie tafel. Alleen vanwege de vier redenen die ik genoemd heb, zou die aangepast moeten worden, maar dan zijn wij een grote voorstander. Maar het is tijdrovend. Echt heel omslachtig is het. Het is veel te veel georganiseerd vanuit sociaal kompas. Terwijl wij ook vanuit andere doelen activiteiten organiseren ten name van de tafel heb ik gezegd, en het tijdspad. We zijn veel te laat, is het duidelijk hoeveel geld we krijgen. Dank.
En daarmee hebben we alle insprekers gehad voor deze vergadering en ik ga met u naar de bespreking van het agendapunt en dat gaat over het initiatiefvoorstel. Dat is ingediend met betrekking tot herbestemming Gravin Catharinalaan.
Dat initiatiefvoorstel is ingediend door de Fractie van Gemeentebelangen en namens die fractie zal de heer Van Popering daar het woord over voeren, de heer Van Popering. Mag ik u uitnodigen? U gaat toch niet die hele stapel voorlezen, hè? Nog even een kaartje eruit haalt de heer Van Popering. En meneer Van Popering, ik begreep dat het uw eerste speech sinds uw aantreden is. Dus we zullen u ongestoord uw gang laten. Maar de spreektijd loopt wel.