Analyse van het document
Titel en Samenvatting:
De motie "Van regionaal naar Lokaal – operationalisering van kwaliteitsimpulsen" richt zich op het verbeteren van de jeugdhulp in de regio Haaglanden door kwaliteitsprikkels in te voeren die kostenbeheersing op lokaal niveau stimuleren. De motie constateert dat de huidige regiovisie niet voorziet in dergelijke prikkels en stelt voor om leidende principes en ambities te vertalen naar een lokale aanpak. Het Frieslandmodel wordt genoemd als voorbeeld voor samenwerking en kwaliteitsverbetering. De motie draagt het college op om met een integraal voorstel te komen voor de lokale operationalisering van deze ambities.
Oordeel over de volledigheid:
De motie is redelijk volledig in het identificeren van het probleem en het voorstellen van een richting voor de oplossing. Echter, specifieke details over hoe de kwaliteitsprikkels precies geïmplementeerd moeten worden, ontbreken.
Rol van de raad:
De raad heeft de rol om het college op te dragen een integraal voorstel te ontwikkelen dat de ambities van de motie operationaliseert. De raad moet ook beoordelen of het uiteindelijke voorstel voldoet aan de gestelde eisen.
Politieke keuzes:
De raad moet beslissen of zij de voorgestelde kwaliteitsprikkels en het Frieslandmodel als geschikte methoden beschouwen voor kostenbeheersing en kwaliteitsverbetering in de jeugdhulp. Er moet ook een keuze worden gemaakt over de mate van financiële prikkels en de impact op lokale partners.
SMART en Inconsistenties:
De motie is niet volledig SMART (Specifiek, Meetbaar, Acceptabel, Realistisch, Tijdgebonden) geformuleerd. Er zijn geen specifieke meetbare doelen of tijdlijnen opgenomen. Er zijn geen duidelijke inconsistenties, maar de uitwerking van de kwaliteitsprikkels is vaag.
Besluit van de raad:
De raad moet besluiten of zij het college de opdracht geven om een integraal voorstel te ontwikkelen voor de lokale operationalisering van de ambities uit de motie.
Participatie:
De motie zegt weinig over participatie, maar impliceert dat lokale partners betrokken moeten worden bij de operationalisering van de kwaliteitsprikkels.
Duurzaamheid:
Duurzaamheid wordt niet expliciet genoemd in de motie, maar kan relevant zijn in de context van langdurige samenwerking en kwaliteitsverbetering.
Financiële gevolgen:
De motie suggereert een wijziging in het financieringsmodel door 2% van de financiering afhankelijk te maken van kwaliteitsplannen. Er wordt echter niet aangegeven hoe deze wijziging financieel gedekt wordt of wat de precieze impact op het budget is.