Analyse van het document
Titel en Samenvatting:
De titel van het voorstel is "Erfgoedverordening Leidschendam-Voorburg 2010". Het voorstel betreft de vaststelling van een nieuwe Erfgoedverordening voor de gemeente Leidschendam-Voorburg, die per 1 oktober 2010 in werking treedt. Deze verordening vervangt de Monumentenverordening 2004, die automatisch vervalt met de invoering van de Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht (WABO). De verordening regelt onder andere de aanwijzing van gemeentelijke monumenten, het vergunningenstelsel voor monumenten, en het instandhoudingsregime voor archeologische monumenten. Ook wordt de Welstands- en monumentencommissie ingeschakeld als onafhankelijk adviesorgaan.
Oordeel over de volledigheid:
Het voorstel lijkt volledig, aangezien het de noodzakelijke aanpassingen aan de WABO bevat en de bestaande beleidsregels uit de Nota Archeologie overneemt. Het behandelt de belangrijkste aspecten van erfgoedbeheer binnen de gemeente.
Rol van de raad:
De rol van de raad is om de Erfgoedverordening vast te stellen. Dit is een formele goedkeuring van de voorgestelde regels en procedures voor het beheer van erfgoed binnen de gemeente.
Politieke keuzes:
De politieke keuzes betreffen de goedkeuring van de nieuwe regels en procedures voor erfgoedbeheer, inclusief de inschakeling van de Welstands- en monumentencommissie. Er moet ook worden besloten of de bestaande beleidsregels zonder wijzigingen worden overgenomen.
SMART en Inconsistenties:
Het voorstel is specifiek en tijdgebonden, gezien de inwerkingtreding per 1 oktober 2010. Het is meetbaar in termen van de vastgestelde regels en procedures. Er zijn geen duidelijke inconsistenties in het voorstel.
Besluit van de raad:
De raad moet besluiten om de Erfgoedverordening vast te stellen, waarmee de nieuwe regels en procedures voor erfgoedbeheer in werking treden.
Participatie:
Er is geen sprake van participatie in de vorm van inspraak, bezwaar of beroep tegen de verordening. De communicatie is beperkt tot bekendmaking via publicatie.
Duurzaamheid:
Duurzaamheid is indirect relevant, aangezien het behoud van erfgoed bijdraagt aan culturele duurzaamheid. Echter, het voorstel richt zich niet expliciet op duurzaamheid.
Financiële gevolgen:
Er zijn geen financiële consequenties verbonden aan het voorstel, zoals vermeld in de samenvatting. Er wordt geen dekking aangegeven, aangezien er geen kosten zijn.