De gemeenteraad van Leidschendam-Voorburg overweegt een nieuwe verordening voor startersleningen, met een budget van €1.710.000. Deze lening moet starters helpen bij het kopen van hun eerste woning. Maar is dit de juiste oplossing voor de woningmarktproblemen?
Politiekverslaggever Rijk de Bat
Tijdens een recent debat in de commissie Omgeving van Leidschendam-Voorburg werd het voorstel voor een nieuwe verordening voor startersleningen uitvoerig besproken. Het voorstel, dat een budget van €1.710.000 beschikbaar stelt voor leningen aan starters op de woningmarkt, stuitte op zowel enthousiasme als kritiek.
De heer Dupont opende het debat met een kritische noot. Hij betwijfelde of de starterslening wel het juiste instrument is om de woningmarkt te verbeteren. "Eigenlijk zijn wij als gemeenteraad een beetje bankje aan het spelen," merkte hij op, wijzend op de mogelijke prijsopdrijvende effecten van de lening. Hij verwees naar onderzoeken van De Nederlandsche Bank, die suggereren dat het afbouwen van de hypotheekrenteaftrek effectiever zou zijn dan het verstrekken van extra leningen.
D66 daarentegen sprak zijn steun uit voor de regeling. "Iedere jongere verdient een eerlijke kans op de woningmarkt," stelde de fractie. Ze benadrukten dat startersleningen in veel gemeenten worden aangeboden en volgens het Kadaster geen prijsopdrijvend effect hebben. D66 stelde ook voor om de regeling uit te breiden naar mensen met cruciale beroepen, zoals leraren en verpleegkundigen.
De ChristenUnie en GroenLinks uitten hun zorgen over het prijsopdrijvende effect en vroegen zich af of het geld niet beter besteed kon worden aan het bouwen van meer betaalbare woningen. "We moeten het aanbod vergroten, niet de vraag oppompen," aldus de ChristenUnie.
De wethouder verdedigde het voorstel door te benadrukken dat de lening starters helpt bij hun wooncarrière en dat het geld specifiek voor dit doel is bestemd. "Het is niet ons geld, en als we het niet uitgeven, kunnen we het ook niet aan iets anders uitgeven," legde hij uit.
Het debat eindigde zonder een definitieve beslissing, maar met de belofte van D66 om een amendement in te dienen om de regeling uit te breiden naar cruciale beroepen. De gemeenteraad zal in de vergadering van 23 september verder praten over het voorstel. Het blijft de vraag of de starterslening de juiste oplossing is voor de woningmarktproblemen in Leidschendam-Voorburg, of dat er andere wegen bewandeld moeten worden.
Samenvatting van het voorstel
De gemeenteraad van Leidschendam-Voorburg overweegt om een nieuwe verordening voor startersleningen vast te stellen. Deze verordening zou de bestaande regeling vervangen en een budget van € 1.710.000 beschikbaar stellen voor het verstrekken van leningen aan starters op de woningmarkt. De starterslening helpt bij het overbruggen van het verschil tussen de aankoopkosten van een woning en het maximale bedrag dat starters kunnen lenen volgens de Nationale Hypotheek Garantie. De nieuwe verordening introduceert enkele wijzigingen, zoals de toevoeging van een combinatielening en een energiebespaarbudget. De lening is bedoeld voor inwoners die nog niet eerder een huis hebben gekocht en zelf in de woning gaan wonen. De gemeente verwacht dat de regeling de doorstroming op de woningmarkt bevordert en geen extra financiële lasten voor de gemeente met zich meebrengt. De gemeenteraad moet nog een besluit nemen over de invoering van deze nieuwe verordening.
Documenten
-
Analyse van het document
Analyse van het voorstel: Verordening Starterslening Leidschendam-Voorburg 2025
Titel en Samenvatting:
De titel van het voorstel is "Verordening Starterslening Leidschendam-Voorburg 2025". Het voorstel beoogt de herinvoering van startersleningen in de gemeente Leidschendam-Voorburg om starters op de woningmarkt te ondersteunen. Het stelt een budget van €1.710.000 beschikbaar voor het verstrekken van deze leningen, die het verschil overbruggen tussen de aankoopkosten van een woning en het maximale bedrag dat bij de bank kan worden geleend. De nieuwe verordening introduceert enkele wijzigingen ten opzichte van de vorige, zoals de toevoeging van een Energiebespaarbudget en een expliciete rol voor het Stimuleringsfonds Volkshuisvesting Nederland (SVn) in de toetsing en afwijzing van aanvragen.
Oordeel over de volledigheid:
Het voorstel is redelijk volledig. Het biedt een gedetailleerde uitleg van de werking van de starterslening, de doelgroep, en de financiële implicaties. Er is echter beperkte informatie over de participatie van belanghebbenden in de ontwikkeling van de nieuwe verordening.
Rol van de raad:
De raad heeft de rol om de nieuwe verordening vast te stellen en het budget goed te keuren. Daarnaast kan de raad besluiten om aanvullend budget beschikbaar te stellen indien het huidige budget uitgeput raakt.
Politieke keuzes:
De raad moet beslissen over de toewijzing van financiële middelen voor startersleningen en over de voorwaarden waaronder deze leningen worden verstrekt. Er moet ook worden overwogen of de regeling voldoende bijdraagt aan de doorstroming op de woningmarkt en of de risico's van overkreditering acceptabel zijn.
SMART en Inconsistenties:
Het voorstel is grotendeels SMART (Specifiek, Meetbaar, Acceptabel, Realistisch, Tijdgebonden). Het stelt duidelijke doelen en budgetten vast. Er zijn geen evidente inconsistenties, maar de effectiviteit van de regeling in termen van doorstroming en het verminderen van scheefwonen kan moeilijk meetbaar zijn.
Besluit van de raad:
De raad moet besluiten om de nieuwe verordening vast te stellen en het voorgestelde budget goed te keuren.
Participatie:
Er is weinig participatie van inwoners of belanghebbenden in de ontwikkeling van de nieuwe verordening, omdat de beleidsruimte beperkt is en de regeling grotendeels door landelijke kaders wordt bepaald.
Duurzaamheid:
Duurzaamheid is een relevant onderwerp, aangezien de nieuwe verordening het Energiebespaarbudget introduceert, waarmee aanvragers energiezuinige voorzieningen kunnen treffen.
Financiële gevolgen:
De financiële gevolgen zijn beperkt, aangezien er voldoende middelen beschikbaar zijn binnen de bestaande gemeentelijke rekeningen bij het SVn. Het risico op niet-terugbetaling is gering door de borgstelling via de Nationale Hypotheek Garantie (NHG). De beheerkosten worden gedekt vanuit bestaande budgetten.
-
Analyse van het document
Analyse van het voorstel: Verordening Starterslening Leidschendam-Voorburg 2025
Titel en Samenvatting:
De titel van het voorstel is "Verordening Starterslening Leidschendam-Voorburg 2025". Het voorstel beoogt de herinvoering van startersleningen in de gemeente Leidschendam-Voorburg om starters op de woningmarkt te ondersteunen. Het stelt een budget van €1.710.000 beschikbaar voor het verstrekken van deze leningen, die het verschil overbruggen tussen de aankoopkosten van een woning en het maximale bedrag dat bij de bank kan worden geleend. De nieuwe verordening introduceert enkele wijzigingen ten opzichte van de vorige, zoals de toevoeging van een Energiebespaarbudget en een expliciete rol voor het Stimuleringsfonds Volkshuisvesting Nederland (SVn) in de toetsing en afwijzing van aanvragen.
Oordeel over de volledigheid:
Het voorstel is redelijk volledig. Het biedt een gedetailleerde uitleg van de werking van de starterslening, de doelgroep, en de financiële implicaties. Er is echter beperkte informatie over de participatie van belanghebbenden in de ontwikkeling van de nieuwe verordening.
Rol van de raad:
De raad heeft de rol om de nieuwe verordening vast te stellen en het budget goed te keuren. Daarnaast kan de raad besluiten om aanvullend budget beschikbaar te stellen indien het huidige budget uitgeput raakt.
Politieke keuzes:
De raad moet beslissen over de toewijzing van financiële middelen voor startersleningen en over de voorwaarden waaronder deze leningen worden verstrekt. Er moet ook worden overwogen of de regeling voldoende bijdraagt aan de doorstroming op de woningmarkt en of de risico's van overkreditering acceptabel zijn.
SMART en Inconsistenties:
Het voorstel is grotendeels SMART (Specifiek, Meetbaar, Acceptabel, Realistisch, Tijdgebonden). Het stelt duidelijke doelen en budgetten vast. Er zijn geen evidente inconsistenties, maar de effectiviteit van de regeling in termen van doorstroming en het verminderen van scheefwonen kan moeilijk meetbaar zijn.
Besluit van de raad:
De raad moet besluiten om de nieuwe verordening vast te stellen en het voorgestelde budget goed te keuren.
Participatie:
Er is weinig participatie van inwoners of belanghebbenden in de ontwikkeling van de nieuwe verordening, omdat de beleidsruimte beperkt is en de regeling grotendeels door landelijke kaders wordt bepaald.
Duurzaamheid:
Duurzaamheid is een relevant onderwerp, aangezien de nieuwe verordening het Energiebespaarbudget introduceert, waarmee aanvragers energiezuinige voorzieningen kunnen treffen.
Financiële gevolgen:
De financiële gevolgen zijn beperkt, aangezien er voldoende middelen beschikbaar zijn binnen de bestaande gemeentelijke rekeningen bij het SVn. Het risico op niet-terugbetaling is gering door de borgstelling via de Nationale Hypotheek Garantie (NHG). De beheerkosten worden gedekt vanuit bestaande budgetten.
-
-
-
-
-