De gemeenteraad van Leidschendam-Voorburg voerde op 22 januari 2019 een intens debat over een motie die extra aandacht vraagt voor jonge LHBTQI+ personen in streng-gelovige milieus. De motie, ingediend door GroenLinks, D66 en GBLV, kwam voort uit de recente commotie rond de Nashville-verklaring.
Politiekverslaggever Rijk de Bat
In een verhitte raadsvergadering werd de motie besproken die specifiek aandacht vraagt voor de psychische worstelingen van jonge LHBTQI+ personen in streng-gelovige milieus. De motie, ingediend door GroenLinks, D66 en GBLV, benadrukt de noodzaak van specifieke aandacht binnen het LHBTQI+-beleid van de gemeente. De aanleiding voor de motie was de recente commotie rond de Nashville-verklaring, die volgens de indieners aantoont dat acceptatie van LHBTQI+ personen in sommige religieuze kringen in Nederland nog steeds problematisch is.
Wethouder Rouwendal, die eerder had aangegeven geen afstand te willen nemen van de Nashville-verklaring, stond in het middelpunt van de discussie. Hij vergeleek de ondertekening van de verklaring door SGP-leider Kees van der Staaij met uitspraken van Arnoud van Doorn in de Haagse gemeenteraad. "Dat is wel een scheve vergelijking," reageerde een raadslid, "want van de wethouder van Financiën van onze gemeente verwacht ik meer zinnigheid."
De discussie werd verder aangewakkerd door de vraag of wethouder Rouwendal zijn persoonlijke opvattingen kon scheiden van zijn publieke verantwoordelijkheid. "De wethouder heeft recht op een eigen mening," stelde een raadslid, "maar wanneer die mening strijdig is met ons coalitieakkoord of zelfs met de wet, dan wordt dat een ander verhaal."
De VVD-fractie benadrukte het belang van verdraagzaamheid en gelijkwaardigheid in de gemeente. "Iedereen is gelijkwaardig en iedereen telt mee," aldus een VVD-raadslid. "Discriminatie en uitsluiting zijn verwerpelijk en passen niet in onze gemeente."
Het debat maakte duidelijk dat de gemeenteraad verdeeld is over de vraag hoe om te gaan met persoonlijke opvattingen van bestuurders die mogelijk in strijd zijn met het gemeentelijke beleid. De motie om extra aandacht te besteden aan jonge LHBTQI+ personen in streng-gelovige milieus werd uiteindelijk ingediend en zal in een volgende vergadering verder worden besproken.
De discussie onderstreepte de complexiteit van het balanceren tussen persoonlijke overtuigingen en publieke verantwoordelijkheden, vooral in een diverse gemeenschap als Leidschendam-Voorburg. Het debat zal ongetwijfeld een vervolg krijgen, waarbij de focus zal liggen op het waarborgen van een inclusieve en veilige omgeving voor alle inwoners.
Samenvatting van het voorstel
De gemeenteraad van Leidschendam-Voorburg heeft op 22 januari 2019 een motie besproken die extra aandacht vraagt voor jonge lhbtqi+ personen in streng-gelovige milieus. De motie, ingediend door leden van GroenLinks, D66 en GBLV, benadrukt de psychische worstelingen die deze jongeren ervaren bij zelfacceptatie. De recente commotie rond de Nashville-verklaring heeft aangetoond dat acceptatie van lhbtqi+ personen in sommige religieuze kringen in Nederland nog steeds problematisch is. De motie verzoekt het college om in het lhbtqi+-beleid specifiek aandacht te besteden aan deze doelgroep en hun problemen.
Documenten
-
Analyse van het document
Titel en Samenvatting:
De motie heet "Afstand nemen van Nashville-verklaring". Het betreft een voorstel van de gemeenteraad van Leidschendam-Voorburg om zich uit te spreken tegen de Nashville-verklaring, die op 4 januari 2019 in Nederland werd gepresenteerd. De verklaring wordt gezien als polariserend en kwetsend, vooral voor jongeren die hun seksuele identiteit nog ontwikkelen. De motie benadrukt dat de gemeente een Regenbooggemeente is, waar iedereen zichzelf kan zijn, ongeacht seksuele geaardheid of identiteit. De raad wil hiermee een signaal afgeven dat er in de gemeente ruimte is voor iedereen, ongeacht geloof of seksuele identiteit.
Oordeel over de volledigheid:
De motie is redelijk volledig in zijn argumentatie en doelstelling. Het benoemt de context, de problematiek en de gewenste uitkomst. Echter, het mist specifieke actiepunten of vervolgacties na de uitspraak.
Rol van de raad:
De raad heeft de rol om een standpunt in te nemen en een signaal af te geven aan de inwoners van de gemeente. Het is een symbolische daad die de inclusiviteit van de gemeente benadrukt.
Politieke keuzes:
De raad moet kiezen of zij zich publiekelijk willen uitspreken tegen de Nashville-verklaring en daarmee een inclusieve boodschap willen uitdragen. Dit kan politieke gevolgen hebben, afhankelijk van de samenstelling en opvattingen binnen de raad en de gemeenschap.
SMART en Inconsistenties:
De motie is niet volledig SMART (Specifiek, Meetbaar, Acceptabel, Realistisch, Tijdgebonden) geformuleerd. Het is specifiek en acceptabel, maar mist meetbare doelen, een tijdsbestek en concrete acties. Er zijn geen duidelijke inconsistenties, maar de motie blijft op een symbolisch niveau.
Besluit van de raad:
De raad moet besluiten of zij de motie aannemen en zich daarmee formeel uitspreken tegen de Nashville-verklaring.
Participatie:
De motie zelf zegt weinig over participatie van burgers in het proces. Het is een top-down besluit van de raad zonder directe betrokkenheid van de gemeenschap in de besluitvorming.
Duurzaamheid:
Duurzaamheid is geen relevant onderwerp in deze motie. Het richt zich op sociale inclusiviteit en acceptatie.
Financiële gevolgen:
De motie vermeldt geen directe financiële gevolgen of hoe deze gedekt zouden worden. Het betreft een symbolische uitspraak zonder financiële implicaties.
-
Analyse van het document
Titel en Samenvatting:
De motie draagt de titel "Extra aandacht voor jongeren in streng-gelovige milieus - lhbtqi+-beleid". Het voorstel richt zich op het verbeteren van de ondersteuning voor lhbtqi+-jongeren die opgroeien in streng-gelovige milieus. Deze jongeren ervaren vaak ernstige psychische worstelingen bij het proces van zelfacceptatie. De motie is een reactie op de Nashville-verklaring, die de acceptatie van lhbtqi+-personen in bepaalde geloofsgemeenschappen ter discussie stelt. De indieners verzoeken het college om in het lhbtqi+-beleid extra aandacht te besteden aan deze kwetsbare groep.
Oordeel over de volledigheid:
De motie is beknopt en richt zich specifiek op een duidelijk omschreven doelgroep binnen het lhbtqi+-beleid. Het biedt echter weinig concrete details over hoe de extra aandacht vorm moet krijgen, wat de uitvoerbaarheid kan bemoeilijken.
Rol van de raad:
De raad heeft de rol om de motie te bespreken, te overwegen en te besluiten of zij het college verzoekt om de voorgestelde extra aandacht in het lhbtqi+-beleid te implementeren.
Politieke keuzes:
De raad moet beslissen of zij de noodzaak ziet voor extra aandacht voor lhbtqi+-jongeren in streng-gelovige milieus en of zij bereid is middelen en beleid hierop aan te passen.
SMART en Inconsistenties:
De motie is niet volledig SMART (Specifiek, Meetbaar, Acceptabel, Realistisch, Tijdgebonden) geformuleerd. Er ontbreken specifieke maatregelen, meetbare doelen en een tijdspad voor implementatie.
Besluit van de raad:
De raad moet besluiten of zij het college verzoekt om de voorgestelde extra aandacht in het lhbtqi+-beleid te integreren.
Participatie:
De motie vermeldt geen specifieke participatie van de doelgroep of andere belanghebbenden in de beleidsvorming.
Duurzaamheid:
Duurzaamheid is geen direct relevant onderwerp in deze motie, aangezien het zich richt op sociale acceptatie en ondersteuning.
Financiële gevolgen:
De motie geeft geen inzicht in de financiële gevolgen of hoe eventuele kosten gedekt zouden worden. Dit kan een aandachtspunt zijn voor de raad bij de besluitvorming.