19.b Raadsvoorstel: Zienswijze begroting 2018 Inkoopbureau H10 en begrotingswijziging 2017 Inkoopbureau H10

Ik stel voor om 19 A en 19 B net zoals in de commissie tegelijk in tijd te behandelen. Ja, 19 A, wat gaat over de evaluatie gemeenschappelijke regeling inkoopbureau H10 en de zienswijze begroting 2018 van het inkoopbureau en de begrotingswijziging 2017. Mag ik? Ja, als we een... Ik zie dat er weer wat rondgaat, maar voorzitter. Ja, mevrouw Baal. Mag ik?

Even iedereen bedanken voor alle lekkere traktaties. Jan Willem vanwege volgens mij de heugelijke komst van zijn dochter en de rest was mij niet helemaal duidelijk waar.

Waar de traktatie voor was, maar hij was ook nog niet bedankt. Dus bij deze: iedereen bedankt voor alle lekkernijen.

Want in deze traktatie, die komt van de heer Rouwendaal, past dat wij hem van harte feliciteren met de geboorte van zijn dochter Anna, met een koninklijke naam, want dat mag ook wel op Koningsdag. Aan de orde agendapunt 19A, 19B. Wie van u wenst daarover te spreken? De evaluatie van Inkoopbureau H10. Dat was de heer Van Rossem. Ik noteer: de heer Van Dolen, de heer Blokland, mevrouw Hohage, de heer Steutel en de heer Nou. Gedaan. De heer Van Rossem, aan u het woord. Ja, voorzitter.

Dan zult u net zien dat ik natuurlijk het verkeerde tabblad aan het wegklikken ben, dus dan doe ik hem gewoon even opnieuw. Begin ik zonder papier, gewoon zonder.

Daar kan ook Voorzitter, want ik kan het kort houden. We hebben er namelijk in de commissie al vreselijk veel over gezegd, maar ik hecht er wel aan om het college een drietal accenten mee te geven. En dan moet ik ze natuurlijk alle drie reproduceren. Anders was het allemaal bluf, Voorzitter. Ik laat het beginnen met de allerbelangrijkste. We hebben de vorige keer met elkaar gesproken over het visietraject, wat aanstaande is. Dank overigens aan het college voor de uitnodiging van 6 juni om daarover mee te praten. Ik hecht er wel echt aan om hier te benadrukken en de wethouder ook dat accent mee te geven dat alles wat gebeurt in dat visietraject wat mij betreft leidt tot een visie op een beter bestuurbaar inkoopbureau en ook leidt tot een kosteneffectief inkoopbureau, maar het is wel een inkoopbureau. Het is een gezamenlijke inkooporganisatie en geen beleidsinstituut. En ik denk dat we daar helder over moeten zijn en daar ook in deze raad geen verwarring over moeten hebben.

Die ik graag mee wil geven aan de wethouder, en die heb ik volgens mij vorige week al voorzichtig gezegd, maar daar word ik dan nu iets stelliger in. Er staan een aantal aanbevelingen in de evaluatie die echt niet hoeven te wachten tot het visietraject opgestart is. Het schrappen van onnodige overleggremia is er zo een, ga er alsjeblieft mee aan de slag zonder te wachten op een visietraject, zelfs wat mij betreft zonder te wachten op 6 juni. Volgens mij kan er morgen een belletje die kant op: zeg, joh, weten we daar al wat van? Ik werd druk gesouffleerd door de heer Van Griet. Jij precies? Dankjewel collega. Van nu ben ik nummer 3 kwijt, voorzitter. Ja precies, flauwe grap. Tweede termijn, voorzitter, hartstikke goed. Dank u.

De heer Van Dolen. Voorzitter. Te danken na het een-tweetje van mijn fractievoorzitter met de fractievoorzitter van GroenLinks kan ik eigenlijk niet anders dan zeggen dat de woorden van de heer Van Rossem mij uit het hart gegrepen zijn en dat ik ze volledig deel en nog meer van dat moois. College ook bedankt voor het kunnen meepraten over dit inkoopbureau straks. Wij zijn echter wel van mening dat het inkoopbureau op zich gewoon goed werkt. Het draait nu twee jaar, in 2014, eind 2014 is het gestart en ik heb ook in de commissie gezegd, dit is onder stoom en kokend water gestart, dus dan mogen we niet verwachten dat er in een hele korte tijd, nog geen twee jaar, terwijl de hele grote, uitgebreide inkooptrajecten zijn gestart, dat er dan ook een volledig 100% functionerend bureau staat. Dat betekent dus dat zo'n evaluatie heel erg goed is. Dat betekent ook dat we nu aankomen in de fase waarin de financiën, ik noem het altijd maar even, uitgetrild zijn en we dus meer zicht gaan krijgen op eventuele tekorten en dus bedragen die erbij komen. Dat is denk ik de fase waar wij nu in zitten. Het is ook de fase waarin het bestuur op meer beleidsniveau een visie moet gaan bepalen waarbij gemeentes samen met elkaar een standpunt kunnen bepalen. En dat is de fase waarop wij ook als raad zo meteen zullen gaan meewerken. Een belangrijk punt is, en de heer Van Rossem zei het al, start als je niet start gelijk met wat je nu al kunt doen. D66 steunt dat volledig. Wij ondersteunen dus ook de zienswijze en we zeggen tegen de collega's van het inkoopbureau, ga vooral verder met het goede werk. Voorzitter, interruptie van de heer Van Rossem. Ja, dat...

Bespaart mij een tweede termijn, voorzitter. Als ik de heer Van Dolen nou de suggestie doe om zich aan te sluiten bij de oproep die de heer Steutel in de commissie al deed, en ik zou het college daar ook willen uitdagen. Dus misschien wil meneer Van Dolen die vraag dan even voor mij stellen om het inkoopbureau vooral ook uit te dagen om wat beter te laten zien wat nou de opbrengst is van gezamenlijk inkopen en die besparingen en efficiëntieslagen wat beter aan de radar te verkopen.

De heer Van Doorn: Ja, u heeft een vraag ook gesteld, dus waarom zou ik hem moeten stellen? Dat is een beetje dubbel werk, denk ik. Het verhaal van de heer Steutel, dat willen we gewoon nog even bekijken. Dank u wel. De heer Blokland: Even kijken, ja.

Ja, voorzitter ook. Ik sluit me graag aan bij de woorden van de heer Van Rossum dat het verbetertraject meteen opgepakt moet worden, want er zijn echt problemen die echt nodig opgelost moeten worden. Ik wil nog wel twee dingen meegeven daarbij. Ik lees ook in het rapport van Seinstra dat het bureau vrij beperkt van omvang is en dat roept ook wel de vraag op, ja, wat kan zo'n organisatie in korte tijd allemaal veranderen? Dus laten we daar ook gewoon reële verwachtingen van hebben. En het tweede punt is ook het visietraject, dus op zich heel goed om dat met het oog op 2019 in de aanbesteding op te starten. Maar ik zou de dingen wel in de goede volgorde willen doen: dat verbetertraject nu eerst, want dat moet echt met voorrang worden opgepakt. Visietraject, dat zou ik daarna doen. En oppassen dat die twee elkaar niet in de weg gaan lopen, dat je bij het verbetertraject niet allerlei fundamentele discussies krijgt over die visie, dus dat dat op een handige manier toch uit elkaar wordt gehaald.

Verduidelijkende vraag aan collega Blokland: u zegt dat moet verbeterd. Ja, ik moet voorop. Daarna pas de visievorming. Ik zie het zo voor me in de rolverdeling der dingen dat het verbetertraject, met name door het inkoopbureau ter hand moet worden genomen, zoals u ook suggereert dat die visievorming juist door de beleidskant door de gemeentes moet worden opgepakt. Waarom zou je dat dan achter elkaar doen en niet gelijktijdig? Ieder vanuit de eigen rol.

Ja nou, zodat op die manier los wat mijn punt is, met name dat die twee elkaar niet in de weg gaan zitten, dus als dat op die twee niveaus onderscheiden kan worden, ambtelijk verbetertraject meer bestuurlijk daarboven langs. Daar hebben wij ook een rol in als raadsleden. Het visietraject, dan hoeft dat elkaar inderdaad niet te bijten, dus de strekking van wat de heer Paardekoper zegt, kan ik onderschrijven. Dank u wel, voorzitter. Dank u wel, dan

Dan is het woord aan mevrouw Hohage. Dank u, voorzitter.

Sorry, dank u, voorzitter. Excuses voor het verkoudheidsvirus. Voorzitter, dank. Het Inkoopbureau H10 is één inkoopbureau, niet meer en niet minder. Al vanaf het begin van het inkoopbureau in 2014 waren er twijfels. Bij fractie Hohage zijn de twijfels nog steeds niet weg. De vraag is: weet het inkoopbureau wat het inkoopt? Vaak niet. Het was zelfs niet echt bekend dat er mogelijk een onderzoek komt van de landelijke toezichthouder op Jeugdbescherming West, een van de organisaties die door het inkoopbureau wordt ingekocht. Voorts, dit is geen evaluatie. Dit is een roep om geld. De evaluatie moet nog komen. Laten we dat goed en grondig doen, zo snel mogelijk. Ik dank de wethouder alvast dat we op 7 juni hiermee aan de slag kunnen en laten we vooral heel kritisch het inkopen van dit inkoopbureau volgen. Het gaat om een heel belangrijk beleidsterrein van onze gemeente. Het gaat om onze kinderen, om de jeugdzorg en niet alleen om kinderen, maar alles wat daarmee samenhangt. Dank u. Dank u wel, dan...

Dan is het woord aan de heer Steutel. Voorzitter, dank.

Dank u wel allereerst dank die heer Van Rossem die al een vraag heeft gesteld die ik ook in mijn inleiding had. Maar eerst even wat betreft de evaluatie. Ik denk dat het goed is dat we de samenwerking met een jaar verlengen, omdat we ook in de Commissie hebben. We heeft de wethouder duidelijk aangegeven. We zijn nu net op de goede weg met betrekking tot de samenwerking en specifiek. Wordt er nu ook gesproken om met name. Het hele inkooptraject per gemeente en alle eisen die per gemeente gesteld worden om die te harmoniseren, omdat dat voor de zorginstellingen in onze regio nogal wat werk oplevert. En dat gaat met name om de grote verschillen die gesteld worden in de inkoop eisen van de diverse gemeentes en. Dat is denk ik een goede zaak, want hoe efficiënter dat gaat, hoe efficiënter ook onze zorginkoop kan plaatsvinden en waardoor ook zorginstellingen gewoon minder werk hebben aan een dergelijk inkooptraject. Verder moet mij van het hart dat ik wel wat beducht ben voor het feit dat er toch wat gerommel is in de interne organisatie, dus wat dat betreft ben ik blij dat er een nieuwe directeur komt die zich toch specifiek gaat bezighouden met de bedrijfsvoering, maar blijkbaar is dat nodig. En, dat lijkt me ook precies het karakter van het Trinko Bureau je koopt in. En dan als ik kijk naar de begroting, vind ik het toch jammer dat we als gemeente daar toch weer € 35.000 aan moeten bijpassen, omdat er geen weerstandsvermogen is. Maar zoals ik in de Commissie al heb gezegd. En zoals de heer Van Rossem al opmerkte, het is een inkoopbureau, dus tonen we ook eens aan wat je voordelen zijn en geef eens aan wat dat nu eigenlijk oplevert voor zowel gemeentes als voor het inkoopbureau zelf, want daar kun je best mee spelen met die voordelen en zo bekijk denk ik dat het op zich op termijn niet nodig zou zijn om te investeren in een inkoopbureau. Tot zover dank u wel.

Dank u wel, dan geef ik het woord aan de heer Van Veller. Dank u.

Voorzitter, dames en heren, ja, er zijn al veel behartenswaardige woorden gesproken door de overige sprekers. Dus ja, wat kan ik eraan toevoegen? Het is een heel belangrijke functie, dat inkoopbureau. Het is natuurlijk opgericht vanuit het oogpunt van kosten, maar als je kijkt naar kosten moet je ook altijd nog kwaliteit meenemen en kwetsbaarheid. Dat zijn ook factoren en zeker over de kwaliteit van inkoop is er natuurlijk nog veel op te merken en dat gaan we ook in de komende tijd doen. Ik wil het college twee dingen meegeven, want ik leer altijd veel van de heer Van Rossem, die had net drie dingen, hij kon er twee onthouden. Ik heb ook geen papier bij me, dus ik denk nou, ik hou het bij twee. Het eerste gaat nog even over de begroting en die kosten. Dat is namelijk: het doet mij een beetje denken aan mijn oude leermeester, professor In 't Veld. Die had het over, komt er een moeilijk woord, de Wet op de Beleidsaccumulatie. Dat komt erop neer: als beleid goed werkt, dan moet je daar meer geld bij stoppen, want het werkt goed. Werkt het beleid minder goed, dan moet je er meer geld bij stoppen, want dan gaat het misschien beter. En daar doet mij het voorstel een beetje aan denken om de begroting van het inkoopbureau op te hogen. Het gaat niet zo goed, dus we moeten er meer geld bij stoppen en daarom ben ik heel erg blij met de gewijzigde zienswijze die vaststelt dat we daar niet zonder meer structureel mee akkoord gaan. Dus dat is punt één dat ik wil meegeven. Punt twee. Dat is ook een beetje iets voor de mensen op de tribune die nu een tijd lang hebben gesproken over het fenomeen gemeenteraad en nu denken dat er allerlei beleid wordt besproken en nu om de oren worden geslagen met bedrijfsvoering en allemaal van dat soort dingen. Het gaat natuurlijk hier om kinderen. Uiteindelijk gaat het om kinderen in een heel moeilijke positie. Het gaat om gezinnen, ouders die daar moeite mee hebben, dus het is een heel belangrijk fenomeen, dat inkoopbureau en waar het zich mee bezighoudt. Dat is dus het onderwerp en daar krijg je dus de leefwereld. Heb je ook een systeemwereld, dat is de wereld van hier, de gemeenteraad, de gemeente, dat inkoopbureau, hoe geef je dan het beste zorgen, hoe organiseer je die goede zorg? En daar gaat het hier over. En nou, zoals u misschien weet, ben ik van de VVD en bij ons heeft nog wel eens het idee postgevat dat marktwerking daar best een goed idee in zou kunnen zijn en dat geldt ook voor de jeugdhulp. We hebben heel veel aanbieders die allemaal soorten jeugdhulp aanbieden en dat zijn soms hele grote clubs en dat zijn soms kleintjes. En ik wil dus aan het college ook meegeven dat we ook echt zicht blijven houden op het aanbod in de jeugdhulp van die kleine aanbieders. Die zijn concurrerend, die kunnen zorgen voor innovatie, voor nieuwe vormen van jeugdhulp en niet in de laatste plaats, en dat blijkt nu, is bij die grote aanbieders sprake van wachtlijsten, waardoor die kinderen lang moeten wachten op hulp. En dus die ouders ook. Terwijl bij die kleine aanbieders veel minder tot geen wachtlijsten zijn, dus daarom een oproep, we hebben het ook in de commissie over gehad, een oproep om nogmaals aandacht voor te vragen om meer transparantie in die markt te brengen om bijvoorbeeld net als vroeger een lijst op de site te zetten met zorgaanbieders zodat de ouders kunnen kiezen en kijken waar geen wachtlijsten zijn en naar wat voor specifieke soorten hulp er kunnen worden geboden. Dus dat is nog een inhoudelijke opmerking die ik wil meegeven aan het college. Dank u wel.

Dank u wel, voorzitter. Ook hier heb ik weer niet heel veel bijzonders over te melden. Zou je dat ook op papier kwijt kunnen? Dat is al erg vervelend. Met je virus vanavond. Maar het meest is in de commissie al gezegd en daar heeft ook mijn fractiegenoot Verschuuren al iets over gezegd, meneer. Verder heeft ook zojuist al iemand gezegd, van ja, we moeten niet akkoord gaan met een structurele groei van de begroting op voorhand, dus dat was de enige wijziging die wij wilden aanbrengen. Dan weet ik niet zeker: moet ik het amendement indienen of is het feit dat die in de gewijzigde zienswijze staat voldoende? Dat is voldoende, dan kan ik mijn bijdrage hier ook beperken. Voorzitter, dank u wel.

Dank u wel, maar volgens mij is die tekstwijziging meegenomen in de zienswijze. Wethouder De Ridder, ik geef u de gelegenheid om een reactie te geven op deze eerste termijn. Ja, bedankt voorzitter.

Voorzitter, ik heb voor de zekerheid mijn papier meegenomen, zodat ik wat makkelijker kan spreken. Bedankt allemaal voor de constructieve opstelling en de zienswijze die naar de discussie in de commissie tot stand is gekomen. Hier blijkt heel veel eenduidigheid uit en ook de wil om samen eruit te komen en ook een eigen bijdrage te leveren. Dus dank ook voor de positieve ontvangst van de bijeenkomst op 6 juni. Ik kijk ernaar uit, dat lijkt me een goede voorbereiding op de regionale raadsledenconferentie van 12 juni en de rest van het visietraject. Ter geruststelling van de heer Blokland: op basis van de evaluatie worden er twee sporen tegelijkertijd ingezet. Enerzijds wordt de bestaande regeling met een jaar uitgesteld en worden de verbeterslagen die gesuggereerd zijn in de evaluatie doorgevoerd en tegelijkertijd wordt een start gemaakt met de nieuwe organisatie. Het nieuwe regionale inkoop van de jeugdzorg, zodat we dat optimaal en zo efficiënt mogelijk kunnen doen. En het doel daarbij is inderdaad dat het een doelmatige inkooporganisatie wordt, die naast de efficiëntie en de doelmatigheid het doel, zijnde goede jeugdzorg, niet uit het oog verliest. En uiteraard, inderdaad, er zijn heel veel aanbieders en dat is ook nu al het geval. Er zijn dus ook heel veel contracten met heel veel aanbieders. Er is vrijheid van keuze. Voorzitter, denk ik. Voorzitter.

Ik heb ook niet gezegd dat er te weinig aanbieders zijn. Ik bedoelde meer op de transparantie voor ouders en misschien ook dat ouders te snel doorverwezen worden naar grote instituten en hebben ze door te weinig transparantie geen zicht op het feit dat er ook veel kleinere aanbieders zijn. En

Op deze manier heeft u extra gelegenheid gehad om daar de aandacht voor te vragen en dat vind ik terecht.

Wethouder, dank u wel. Vraagt dit nog bespreking in tweede termijn van uw kant? Het is gelukt. Meneer Van Rossem, het punt is gemaakt, dan wil ik overgaan tot besluitvorming over agendapunt 19A. Dat is het eerste besluit over de evaluatie. Kunt u daar allen mee instemmen? Dat is akkoord en unaniem vastgesteld. 19B, dat is de zienswijze met daarin ook de tekstwijziging die de heer Verschooren in de commissie heeft gedaan. Die staat daar ook in opgenomen. Kunt u allen daar ook mee instemmen? Dat is het geval en daarmee is dan ook de zienswijze unaniem vastgesteld. Het raadsvoorstel over harmonisatie, peuterspeelzalen en kinderopvang vanaf 2018.