Het transcript dat je hieronder aantreft is gegenereerd met behulp van computertechnologie.
Hierdoor kunnen de namen van personen en partijen soms foutief zijn weergegeven.
Indien je een fout opmerkt kun je deze gemakkelijk verbeteren door op het bewerk-symbool (het potloodje) te klikken.
We geloven er wel in, voorzitter, om mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt boven alles serieus te nemen en vooral te helpen zich nuttig te kunnen maken. Niemand wil aan de kant staan. En die gedeelde opvatting zie ik gelukkig terug in het stuk dat voorligt. Sterker nog, volgens mij wordt er een doorontwikkeling gemaakt van het oude beleid waar ik aan mee mocht schrijven en worden er hier voorstellen gedaan die ik toejuich: beter maatwerk door de doelgroep verder te specificeren. Voor vijftigplussers, voor jongere werklozen en voor statushouders worden aparte paden ingericht en het tweesporenbeleid op re-integratie enerzijds en participatie anderzijds wordt verder uitgebouwd en dat is verstandig. En toch moet ik bekennen, voorzitter, dat ik hier en daar tussen de regels door de focus op de euro's toch wel door zie sluipen en ik snap dat met de tekorten. Maar ik grijp toch de angst dat misschien ergens in de komende 3 jaar we hier en daar wat VVD-slogans, handen uit de mouwen in plaats van hand ophouden, dat soort werk tegen gaan komen in de stukken, maar vooralsnog hou ik er positief aan vast dat wethouder Stemerdink en ik een visie delen, voorzitter.
Van Rossem ja, voorzitter. Dat is precies waarom meneer Van Veller en ik het minder vaak eens zijn dan wethouder Stemerdink en ik, zoals ik al zei. Volgens mij wil niemand aan de kant staan en heeft ook niemand zin om zijn hand op te houden. Dus de druipende toon die daarvan afkomt is in ieder geval geen GroenLinks toon. Er zijn redenen waarom we niet aan de onderhandelingstafel zijn gaan zitten. Voorzitter, dit is er één van. We moeten de beperkte effecten en de middelen die we hebben namelijk goed inzetten en geen energie verliezen aan verkeerde trajecten en trajecten die mensen de kast op jagen. Mensen die geen uitzicht hebben op betaald werk moeten we niet opjagen, maar helpen om een bijdrage te leveren aan de samenleving. Mensen die snel een baan zouden kunnen vinden, moeten we enkel een duwtje in de rug kunnen geven en mensen met een specifieke problematiek moeten gerichte ondersteuning krijgen. Iedereen heeft de intrinsieke behoefte om bij te dragen. Dat gelooft GroenLinks ten diepste en juist daarom is GroenLinks ongelukkig met hoe onze gemeente haar cliënten binnen W&I af en toe bejegent. We horen al tijden vanuit verschillende hoeken verhalen over hoe stukken kwijtraken, hoe voicemails onbeantwoord blijven, maar sancties wel altijd om de hoek staan, maar ook hoe mensen van het kastje naar de muur worden gestuurd en erger nog, voorzitter. Ik spreek genoeg ambtenaren om te weten dat dit met de beste wil van de wereld gebeurt. Want ook onze afdeling deelt de visie van wethouder Stemerdink en mijzelf. Maar we zijn er daarom wel dieper ingedoken de afgelopen maanden, met dank overigens aan de cliëntenraad en aan Ilonka Kortbeek in het bijzonder. Ik heb de korte memo die daaruit is ontstaan al met u allen in de gemeenteraad gedeeld. Juist omdat maatwerk de beste aanpak is, is GroenLinks ongelukkig. Ook met de splitsing in functies tussen werk en inkomen. Cliënten zijn soms juist nummers in plaats van gezichten in de maatwerkoplossing en dat moeten we niet willen. Hoe kunnen we maatwerk propageren als we vervolgens stranden in een organisatie waarin we onze consulent opzadelen met een enorme caseload aan anonieme gezichten nota bene? En waarom moeten de cliënten die slechts een aantal maal per jaar contact hebben met de gemeente, daarvoor twee verschillende aanspreekpunten krijgen? Voorzitter, GroenLinks heeft een aantal moties voorbereid en ook al gedeeld. Ze staan volgens mij ook in iBabs die wat mij betreft mee kunnen in de stemming van 11 december met dit onderwerp. Een motie vraagt het college om een aanpak van die bejegening en om specifiek de stukkenstroom daarin onder de loep te nemen. We hebben een ingewikkelde postkamerfunctie ingericht die volgens mij de grootste veroorzaker is van al die stukken die kwijtraken. Een motie vraagt het college naar een onderzoek naar opheffing van de splitsing tussen de consulent werk en de consulent inkomen. Volgens mij is dat een verstandig idee en de laatste motie is misschien het meest bijzonder, voorzitter. Daarin stellen we voor om de lokale ombudsman te verzoeken een onderzoek in te stellen naar hoe cliënten van ons sociaal domein de gemeente ervaren. En ik begrijp dat er wat verwarring is over waarom ik die motie indien. Ik wil dat graag uitleggen. We hebben een hoop mensen gesproken, mede dankzij de cliëntenraad die hun verhaal wel aan ons wilden doen, maar niets formeel wilden doen en niet hun naam durfden op te schrijven omdat ze bang waren voor repercussies en volgens mij is dat niet onze gemeente, maar moeten we dat signaal wel serieus nemen en precies om die reden willen we de ombudsman graag vragen om zijn blik daar eens op te werpen hoe de gemeente ervaren wordt in het sociaal domein in brede zin. Volgens mij, voorzitter, zijn dit voorstellen die onze dienstverlening weer een stap in de goede richting brengen. Meer nog, een stap dichterbij brengen in het terugdringen van het aandeel mensen met een uitkering dat in isolement geraakt, want het geniet de bestand groeit nog altijd. Zelfs in deze tijden van krapte op de arbeidsmarkt moeten we ons realiseren dat het niet een ieder is gegeven om zich te ontworstelen aan werkloosheid of armoede. Ik sprak al over de harmonieuze verhouding die ik met wethouder Stemerdink heb, voorzitter. Ik hoop op haar steun en ik hoop ook dat ze snel terugkomt in de raad met concrete voorstellen waar het beleid wat voorligt nu nog vaag of niet uitgewerkt is, zoals ook het advies van de participatieraad aanstipt. En ik hoop ook dat ze snel werk maakt, ik deel nog een ergernis van de aansluiting bij de Haagse Arbeidsmarktregio in plaats van die papieren regio waar we nu toe behoren. Ook daar weet ik dat de wethouder en ik het eens zijn en voorzitter. Ik wil tot slot toelichten waarom de buig in mijn betoog nog niet gevallen is. Ik wil de ogen heus niet sluiten voor dat tekort, maar boven alles hebben we ook hier, net als in de jeugdzorg wat GroenLinks betreft absoluut een zorgplicht. Dank u wel.
Deze week vieren we het feit dat het wettelijk minimumloon 50 jaar geleden is ingevoerd. Ik weet niet of het toeval is, maar dat is nou eenmaal zo. Vorige week bracht het Sociaal Cultureel Planbureau de armoede in kaart en schetste daarbij een beeld van armoede in Nederland. Geen prettig gegeven om te lezen. Nog los van wat armoede is, kunnen we vaststellen dat iedereen die het ervaart er eentje te veel is. Waarom deze introductie? Voor het CDA is het belangrijk dat iedereen volwaardig deel kan nemen aan de gemeenschap. Zonder meer een groot en goed gegeven. Een kwaliteit van onze maatschappelijke inrichting en onze maatschappelijke plicht. Er zijn helaas twee belangrijke momenten waarop dat lastig kan worden, omdat het volwaardig dragen en deel kunnen nemen aan de gemeenschap. En dat zijn momenten waarop de gemeente een rol gaat spelen en in deze coalitie juist verantwoordelijkheid moet nemen. En dan heb ik het over het re-integratie- en participatietraject en het vormgeven van het minimabeleid. De wethouder heeft op dit moment de re-integratie- en participatietrajecten voorliggen. En in dat opzicht is het CDA, dat kunt u natuurlijk wel verwachten, redelijk tevreden, zo niet tevreden met de onderbouwing daarvan. Het is een degelijk plan en we kijken uit, en dat is net al eerder gememoreerd, naar een snelle en gedegen uitwerking van het plan, zodat er ook van start kan gegaan worden met de inhoud daarvan. Ik kom in dat opzicht tot vijf vragen of aandachtspunten voor de wethouder. Zou het een idee zijn om stagebegeleiders te vragen? De stagebegeleiders op onze scholen of ze misschien zouden kunnen meedenken hoe de toeleiding naar werk of naar werkervaringsplekken vorm zou kunnen krijgen? Het is een extra bron die je kunt aanboren. Het is misschien wel meegenomen, maar ik wil toch ook pleiten voor een extra contactmoment en regie bij de begeleiding van dit soort processen. Kan de wethouder daar haar mening over geven? Het zou dus ook goed zijn, en dan kijk ik ook even naar mijn vorige spreker, als er voor een cliënt een aandachtspersoon zou kunnen zijn. Dus ik denk dat op zich dat wij als CDA deze motie zeker zouden willen ondertekenen. Wat vindt de wethouder van deze suggestie? Het zou bijvoorbeeld ook mooi zijn als onze maatschappelijke organisaties een helpende hand kunnen bieden. Het is een vraag, zou het een systeem kunnen zijn voor sociale buddies waarvan ik denk dat hun toegevoegde waarde zou kunnen hebben? Misschien kunnen we daar, hè, de maatschappelijke organisaties in onze gemeente daar ook nog een kans in zien. Zou de wethouder die kans ook willen grijpen en kijken met de maatschappelijke partijen of daar een afspraak over te maken valt? Het versterkt de onderlinge band tussen onze inwoners en het biedt wellicht voor degene die het nodig heeft iets meer ingangen en een beter sociaal contact. En wie weet ook een socialere toekomst, dat zou mooi zijn. Enkele deelplannen dienen natuurlijk nog nader uitgewerkt te worden, handhaving bijvoorbeeld en beleid rond deeltijdwerk en ontheffing. Het signaal wil vooral gedegen plannen zien, maar gezien de economische wind van dit moment is het misschien te overwegen om er iets sterker aan te trekken. Nu is de tijd rijp, wie weet waar we over een paar jaar staan en dat zou toch iets meer kansen kunnen bieden voor mensen om werk te vinden en daarmee te kunnen gaan participeren aan de samenleving. En tenslotte heb ik ook nog gewens met het recht op hulp voor integratie staat ook het doel van de partij, de participatie voorop. Het CDA realiseert zich dat de toeleiding naar werk niet altijd mogelijk is, niet altijd een volwaardig inkomen oplevert en niet altijd een volwaardige tijdsbesteding geeft. Is het de wethouder dan ook met het CDA eventueel eens dat er ook een moment komt dat we naast het behoud van die rechten ook een vorm van verplichting zouden kunnen opleggen? Een verplichting die een sterke betrokkenheid geeft met de maatschappij, zodat ook op die manier ervaring en werkervaring opgedaan kan worden die ook weer extra kansen biedt. Interruptie van
Nee, dat klopt maar. Dan kom je in de sfeer terecht van sociale buddies en dan kom je in de sfeer terecht van maatschappelijke participatie. Nou, met wie je dan, wat met wat dan ook dat zou kunnen doen. En daarmee zou je toch net iets meer druk? Dwang vind ik een lelijk woord, hè? Maar dat is meer druk kunnen leggen bij degene die op dit moment in een integratietraject zit of participatietraject zit en daarmee ook dus weer een extra stimulans krijgt om mee te willen doen. Het gaat eventjes om het ja, vriendelijk aandringen mag ik het zo noemen? De
Ja voorzitter, als ik het zo mag interpreteren dat collega Visscher eigenlijk gewoon een aantal ideeën aan elkaar wil knopen en zo de drempel lager wil maken om mee te doen, dan vinden we elkaar daar volledig. Omdat ik denk dat die dwang niet nodig is als we het mogelijk maken voor mensen om zich nuttig te maken. Daar heeft het vaak veel meer mee te maken dan met niet willen.
De heer Visser. Ik ben in België woonachtig geweest en dan heb je het over deontologie. We kunnen ons in dat opzicht vinden in de uitgangspunten en dan is de woordkeuze in dat opzicht ook natuurlijk relevant. Voorzitter, ja, inwoners van onze mooie gemeente zijn trotse mensen, mensen die graag willen deelnemen aan onze maatschappij en onze samenleving. En dat lukt niet altijd zonder hulp van de gemeente en het is mooi dat we deze ondersteuning kunnen bieden. Laten we er vooral voor zorgen dat veel inwoners weer heel snel trots kunnen zijn, vrij van dit soort zorgen die uit integratieprojecten en participatietrajecten voortkomen. Voorzitter, samen naar Z, waarbij in dit geval een speciale groep bewoners centraal staat. Inwoners die hopelijk even die extra steun van de gemeente goed kunnen gebruiken. Laten we met de registratie in het participatieprogramma vooral aan de slag gaan.
Dank u wel, voorzitter. Voorzitter, dames en heren, een heel belangrijk onderwerp. Participatie in de samenleving, meedoen. Zoveel mogelijk mensen aan het werk en daar ben ik trots op dat ik nog steeds wil als VVD'er, zoveel mogelijk aan het werk, niet in de bijstand blijven hangen, niet mensen afschrijven. Je zal er maar in zitten, in die bijstand. Maar ook je zal er maar niet in zitten. Je zal maar aan het werk zijn. Je zal belasting betalen. In beide gevallen mag je kritisch zijn op wat de gemeente doet, wat de gemeente doet om mensen weer aan het werk te krijgen en actief te krijgen. De economie stijgt, het aantal mensen in de bijstand daalt landelijk gezien, in Leidschendam-Voorburg is dat helaas wat minder het geval. En we hebben daar eerder over gesproken en nu zijn we zover dat we een beleidsplan hebben. Ik wil me als raadslid kaderstellend opstellen, dus niet helemaal onder die motorkap gaan kijken en meedenken en meekijken met allerlei details. Maar mijn vingers jeuken, we komen miljoenen tekort, miljoenen tekort op dit onderwerp in deze gemeente. We komen zoveel tekort dat we daarvan het huisvuil bij wijze van spreken een keer per dag zouden kunnen ophalen in de hele gemeente en dat is niet eens een overdrijving, miljoenen. Maar als je nou kijkt naar dit plan, straalt dat niet die urgentie uit die nodig is, niet de urgentie uitstraalt, niet de urgentie uit om mensen aan het werk te krijgen, uit die bijstand te halen. Het straalt niet de urgentie uit om dat miljoenentekort te bestrijden. Er is heel wat aan de hand met die gemeente en wat dat betreft ben ik het met de heer Van Rossem eens. Het mag best wel wat duidelijker en scherper hoe de gemeente hierin opereert, maar dan gaat het wel een andere kant op dan meneer Van Rossem stelt. Ik wijs maar eens even op het niveau-za rapport waarin staat dat we een lager uitstroompercentage hebben, een andere gemeente een hogere nettoprijs van de uitkeringen, lager bedrag aan verrekende inkomsten dus hoezo streng, helemaal niet, een hoger aantal ontheffingen, 30% van de mensen in de bijstand heeft ontheffing van sollicitatieplicht, die zijn dus afgeschreven. Lagere andere cliënten dat parttime werkt, een hoger aantal cliënten met een of meerdere integratie- of werkvoorzieningen. Een lager aantal maatregelen. Kortom, alle indicatoren staan de verkeerde kant op. Ik kan wel even doorgaan, maar ik begrijp dat er een interruptie is.
Ik heb, voorzitter. Het verbaast me natuurlijk niet dat de heer Van Vellen zich stoort aan die ontheffingen, maar ik maak er wel bezwaar tegen dat hij de conclusie trekt dat mensen die een ontheffing hebben van de sollicitatieplicht dus afgeschreven zijn, omdat het ook een hele effectieve manier kan zijn om iemand klaar te stomen om wel weer op zoek te gaan naar die baan. En ik denk dat we niet moeten onderschatten hier wat werkloosheid en wat vaak daaraan gekoppelde armoede met mensen doet. Dus soms kan een rust inbouwen daarin het beste middel zijn om iemand weer klaar te stomen om wel klaar te zijn om die baan te zoeken en dingen dan roepen in deze zaal als geen plicht dus afgeschreven helpen daar niet bij.
Ik begrijp best dat u dat zegt, maar daarmee bent u dus averechts beleid aan het maken. Dus als u het nog erger wilt maken met die tekorten, dan zou ik dit gaan doen.
Nou, dat weet ik niet. Ik kijk alleen maar naar het Divosa-rapport en daarin staat dat zo'n beetje 10 à 11% van alle mensen in de bijstand ontheffing hebben. In onze gemeente is dat 30%. Dat is 3 keer zoveel. Dat is 1/3 van alle mensen die in de bijstand zitten, vind ik absurd. En afgezien van deze cijfers van Divosa stelde ik al eerder vast op grond van antwoorden op vragen die ik stelde dat de taaltoets hier niet wordt gehandhaafd. Er zijn heel weinig mensen die zo'n taaltoets moeten afnemen en de mensen die hem niet halen, die krijgen geen maatregelen of wat dan ook. De tegenprestatie is hier minder dan in andere gemeenten. Kortom, er is nog wel wat aan de hand en nogmaals, dit beleidsplan straalt weinig urgentie uit. Er is een taskforce die was al eerder aangekondigd, maar als ik nou kijk wat die taskforce gaat doen op pagina 19, dan zijn er maar twee onderwerpen die ze oppakken. Wat mij betreft mag het allemaal veel meer. Er mag veel meer actie komen, dus ik zou de wethouder willen opdragen of vragen, werk dit zo snel mogelijk uit. We hadden een koers of nee, wat was het, een startnotitie? Nu hebben we een beleidsstuk en nu moeten we wachten op een implementatie en een uitvoeringsplan. Het gaat me allemaal veel te traag. Er staat hier weinig over in gesprek gaan met werkgevers en de participatieraad zegt dat ook, want ik ben niet de enige criticaster. Zelfs de participatieraad is zeer kritisch. Kortom, leg de lat hoger. Ik vind het lastig om als gemeenteraadslid onder die motorkap te kijken en mee te doen, maar dit gaat niet snel genoeg, dank u wel.
Yes, voorzitter, dank u wel. In het raadsbesluit lezen we dat er een splitsing wordt gemaakt tussen twee richtingen, reïntegratie en participatie. Wat dat betreft laat het raadsvoorstel niets aan de verbeelding over. Net als de participatieraad vindt D66 het een goed idee om deze twee groepen te benoemen. We vragen ons echter wel af of het niet nog beter zou zijn om de eerste groep nogmaals in twee groepen in te delen, zoals al eerder hier besproken: een groep van nul tot 6 maanden en een groep van 7 tot 24 maanden. Hoe korter de afstand, hoe meer kans op reïntegratie. De wethouder heeft gezegd dit D66-voorstel voor een tweede keer te snappen en ook wel te willen. We vinden dat bemoedigend, maar we snappen ook dat het college eerst de eerste knip legt, zoals nu in het raadsvoorstel staat. Als de organisatie goed staat, zullen wij in de loop van 2019 wederom het college attenderen op deze tweede knip. Ook is D66 het eens met de participatieraad dat één keer per jaar contact met de cliënten in de eerder genoemde groep erg weinig is. Bij een eerder debat over dit onderwerp heb ik al de suggestie gedaan om een applicatie of een app aan te bieden. Dit biedt mensen niet alleen de kans om op zoek te gaan naar kansen voor participatie, maar geeft de gemeente ook de mogelijkheid regie te voeren en samenwerking met de welzijnsorganisaties vorm te geven. En wellicht ook wel met de werkgevers die meneer Van Veller zojuist noemde. Is de wethouder, die aangaf hiermee bezig te zijn, in staat om aan te geven of deze app al bijna klaar is en hoe zij deze gaan promoten binnen de groep mensen die nu in de participatie vallen? Tot zover. Dank u.
Ja voorzitter, de linkerkant voelt ook veel beter. Ja, het re-integratie- en participatiebeleid wordt complexer, wat ook een moeilijk probleem is, maar eigenlijk is wat hier vandaag ter discussie staat heel eenvoudig te omschrijven. Het gaat om mensen en het gaat erom dat mensen kunnen meedoen in onze samenleving, onze maatschappij. En of dat nu is op de werkvloer door in contact te komen met collega's, door weer een ritme te ervaren, of dat het is door bij te dragen als vrijwilliger aan een maatschappelijke organisatie. Het gaat erom dat we als gemeente die mensen helpen. Dit beleid is opgericht om die mensen te helpen en daar ben ik ook blij mee. Want in deze gemeente schrijven we geen mensen af. Ik ben ook blij dat we een wethouder hebben kunnen leveren, een linkse wethouder die dit beleid mogelijk maakt. We hebben er nu een. Stelt u zich eens voor wat we hadden kunnen doen met twee linkse wethouders, zeg ik tegen de collega's van GroenLinks, voorzitter. De heer van
Ja, ik ben het natuurlijk eens met de heer Streefkerk, maar na het betoog van collega Van Veller net zingt bij mij in mijn hoofd een quote van Gerard Reve die ooit eens een mooie grap maakte: Arme mensen zijn slecht, anders waren ze niet arm. Dat is het gevoel wat ik krijg als de heer Van Veller spreekt en daarom ben ik blij dat ik niet in een coalitie zit met de VVD, dank u wel. En eerst...
Voorzitter, ik zei het al, je kunt maar beter meedoen in de samenleving. Voorzitter, ik begin met een paar positieve noten, want ik ben blij om te kunnen constateren dat in het beleid ook mantelzorg met name wordt genoemd als een activiteit die valt onder participatie en die dus ook valt onder meedoen in de samenleving. Ik denk dat het terecht is. Ik ben blij dat te kunnen lezen en ik ben ook blij om te kunnen constateren dat een heleboel van de bijdragen die door deze raad zijn gedaan twee weken geleden, of dat is ook langer geleden, maar dat die zijn meegenomen en dat die ook zichtbaar terugkomen in het beleid, voorzitter. De kern van dit beleid bestaat uit twee elementen, namelijk het aanbrengen van focus op mensen die op korte termijn bemiddelbaar zijn om ons daarop te richten en op het aanbrengen van doelgroepen. Hanteren van doelgroepen en om met dat laatste punt te beginnen. We lezen dat de participatieraad dat ook een goed idee vindt. Wij denken dat dat doelgroepenbeleid ook zeker kan bijdragen aan de effectiviteit van het beleid. Maar we denken wel dat er, en daar hebben wij een zorg, we denken wel dat er een hoop valt of staat met de manier waarop mensen bejegend worden. Doelgroepenbeleid, als je daar dan niet invalt in die doelgroep, dan kan het ook een heleboel onbegrip kweken. Nou, om dat te voorkomen denken wij dat het heel belangrijk is dat mensen op een zorgvuldige manier op een fatsoenlijke manier bejegend worden. Ik heb daar op zich vertrouwen in, maar het is wel een aandachtspunt en daarom zijn we ook benieuwd naar de reactie van de wethouder op de moties die door GroenLinks zijn ingediend en staan we ook positief tegenover die moties. Dan, voorzitter, tweede punt of tweede kernelement eigenlijk van dit beleid? Dat is het aanbrengen van focus. En daar hebben wij een paar vragen als het gaat over de drempelmomenten en daar zien we daar een aantal van. Eerste drempelmoment is, je komt binnen in het beleid, de intake, en dan wordt er bepaald of je makkelijk of minder gemakkelijk bemiddelbaar bent. Daar wordt een diagnose-instrument voor ingezet. Dat staat dan ergens in een voetnoot van het beleid, maar dat klinkt wel heel abstract en heel afstandelijk. En wat ik me afvraag en wat ik aan de wethouder vraag is, hoe wordt ervoor gezorgd dat ook in die fase mensen zich behandeld voelen als mens, dat ze niet geobjectiveerd worden, want het objectiveren van mensen is altijd een glijdende schaal. Kan de wethouder daar meer over vertellen en aangeven hoe in de ervaring van cliënten ook sprake blijft van een menselijke benadering dan de manier waarop je eigenlijk wordt ingedeeld in de categorie langer dan twee jaar bemiddelbaar? Ook daar denken wij dat het aankomt op een zorgvuldige communicatie. Dat kan een heel stevige boodschap zijn als je dat te horen krijgt en daar is zorgvuldigheid van belang. Om dan terug te komen vanuit die groep van langer dan twee jaar bemiddelbaar naar weer de groep re-integratie. Dat kan als er sprake is van gewijzigde omstandigheden en dat kan als er sprake is van een gewijzigd enthousiasme. Gewijzigde motivatie bij de persoon om wie het gaat. Wie bepaalt dat? Is dat nou weer een instrument, is dat een subjectieve benadering, wie gaat daarover? En dan lezen we in het beleid dat er ook een rol is weggelegd voor de welzijnsorganisatie en hier haal ik eigenlijk de vraag die de participatieraad ook stelt, namelijk, hoe ziet de gemeente die samenwerking met de welzijnsorganisaties voor zich? Gaan we inderdaad als gemeente een regierol nemen, is dat nodig? Graag. Dat is een verzoek aan de wethouder om daar extra toelichting bij te geven. Welke rol hebben we daarbij als gemeente en hoe gaan we ervoor zorgen dat mensen inderdaad zo drempelloos mogelijk weer terug die re-integratiegroep in kunnen? Dan, voorzitter, door het aanbrengen van focus is ook de bedoeling dat de caseload bij de ambtenaren wordt verlicht, wordt verminderd, waardoor er meer ruimte voor persoonlijke aandacht zou moeten zijn. Nou, dat is een goed streven. Dat kunnen we onderschrijven en graag een reactie van de wethouder op het punt dat de personele inzet niet vermindert. Daardoor dus dat die gelijk blijft en dat daardoor ook inderdaad die persoonlijke aandacht kan worden verruimd. Voorzitter, tot slot een punt, het beleid gaat wel in op het rijksbeleid. Er wordt 35 miljoen per jaar de komende twee jaar beschikbaar gesteld onder de noemer perspectief op werk. Is de wethouder van plan een regionaal actieplan op te zetten, zoals het rijksbeleid eigenlijk waar het rijksbeleid op voorsorteert, of aan te haken bij een actieplan dat door een andere gemeente wordt opgesteld? Dank u wel. Dank u wel, dan...
Nou, bij mij doet hij het wel. Dank u wel, voorzitter. Zoals ik tijdens de bespreking van de startnotitie heb aangegeven, kan de ChristenUnie-SGP de keuze van het nieuwe beleid steunen. De keuze voor intensivering van begeleiding naar werk voor, zeg maar, relatief kansrijke mensen. Ik heb toen op dat moment aandacht gevraagd voor de mensen aan de andere kant van de keuze, aan de andere kant van de streep. Zeg maar de mensen die maatschappelijk actief zijn, een bijdrage leveren, meedoen zonder salaris. Je zou niet willen dat uitval optreedt in die groep maatschappelijke participatie. Het beleid is nu concreter uitgewerkt op dat punt. Er is begeleiding door een maatschappelijke partner en minimaal eens per jaar persoonlijk contact met de consulent. En het blijft mogelijk om vanuit participatie door te stromen naar reïntegratie, bijvoorbeeld ook naar aanleiding van signalen van een maatschappelijke partner. Dus mijn conclusie is: laten we inderdaad op deze manier aan de slag gaan. Dank u wel. Dank u.
Ja voorzitter, last but not least. Bij het lezen van het stuk dacht ik, wat lees ik nou? Nou, zou je kunnen zeggen, nou, wat er staat? Nee. Het deed mij denken aan het traject waarin ik zit op mijn werk. Ik begeleid een post-HBO-eindejaarsstudent die volop met zijn scriptie bezig is en ik dacht van ja, het stuk ademt van alles goede bedoelingen. Maar is weinig concreet. En ik dacht van, ja, ik ga maar diezelfde vraag aan de wethouder stellen die ik aan mijn student ook stel van, wat staat er nou, wat gaat u doen? En wees eens concreet en ik vraag niet naar een plan van aanpak of tenminste. Onze fractie vraagt daar niet naar, maar wat ons hogelijk verbaast is dat we hebben de startnotitie gehad. Daarin hebben we ook gereageerd en aangegeven. Nou neem dat zus en hiermee, het komt niet terug en mij bekruipt het gevoel en onze fractie ook dat we vervolgens aan de hand van dit beleidsstuk weer een vervolg krijgen met betrekking tot het plan van aanpak en ik denk van, wanneer gaan we nou eens wat doen wethouder? Het deed me denken aan een stuk wat ik vandaag las. Ik ben even de titel van het boek vergeten, maar daar stond in dat als het besluit over het beleid genomen is, houden we op met nadenken. En dat wil ik toch wel even meegeven. Laten we nu eens na gaan denken. We hebben de startnotitie gehad. We hebben nu dit beleid. En, wat gaan we nou doen? Ik lees een vleugje Delft terug, hè? Dus dat is de bekende motie van collega Van Vuil en mij. Maar ook van daaruit wordt niet al een opmaat gemaakt van. En hoe gaan we dat nou inzetten? We wederom prima de het onderscheid in de doelgroepen, de aanpak daarop niks mis mee, maar nu het vervolg. Ik haal toch even het volgende agendapunt even aan, want ik raakte in de war toen ik dat las. Daar stond in. Ik kom daar straks natuurlijk ook nog even op terug. Ik, ik stel me voorbeeld voor dat je zegt van, we hebben een intentie om een aantal concrete projecten op te gaan zetten voor de mensen die een wat grotere afstand hebben tot de arbeidsmarkt. En dan denken wij bijvoorbeeld aan een fietsproject. In het minimabeleid lezen we terug gratis een fiets, maar dan denk ik van ja, waar komt die fiets dan vandaan. Start dan aan de andere kant ook een project, maar nu ga ik al de uitvoering in met betrekking tot kansarmen die in ieder geval via een dergelijk project weer orde en regelmaat krijgen en hun kwaliteiten kunnen ontdekken en vervolgens verdergaan niet van de taal. Over Divosa hoef ik het niet meer te hebben. Dat heeft de heer Van Vellen uitstekend uitgelegd. Daar heb ik ook verder niks aan toe te voegen. Het duurt ons allemaal wel heel erg lang wethouder en goed de bedoelingen, maar concreet is van. Het had ook prettig geweest als je 26 pagina's gaat lezen dat je eigenlijk begint met een soort management summary van nou, we hebben dit bedacht, u leest ook onze actiepunten en we komen met een concrete uitwerking en al datgene mis ik dus eigenlijk wil ik u meegeven. Neem het stuk terug en kom met een concreet stuk terug, waarbij u ook in ieder geval al een tipje van de sluier oplicht met betrekking tot een. Hoe gaan we het nu doen? Dank u wel. Dank u wel.
Dank u wel. In de eerste plaats, voorzitter, dank voor alle woorden die zijn uitgesproken over dit volgens mij buitengewoon ambitieuze en voortvarend ter hand genomen reïntegratie- en participatieplan. Want wat hier ligt is namelijk niet zomaar iets, denk ik. En ik ben eigenlijk wel trots dat dit er nu ligt. We hebben inderdaad in de vorige collegeperiode de eerste aanzet gegeven om focus aan te brengen. Daar was de heer Van Rossem zeer nauw bij betrokken. Het plan dat nu voorligt is onder andere gebaseerd op een motie van de heer Van Veller en de heer Steun. Daar zijn we ook vervolgens mee aan de slag gegaan. Waar we hier nu echt voor kiezen, is om een keuze te maken. Een keuze om enerzijds meer mensen aan het werk te helpen en anderzijds een forse financiële taakstelling die er ook bij hoort en die ook zeer ambitieus is. Als u kijkt naar hetgeen ik heb aangegeven wat volgens mij haalbaar moet zijn, is het dan zo dat er de afgelopen maanden niks is gebeurd om mensen aan het werk te helpen? Ik kan u allen geruststellen, want er wordt elke dag snoeihard gewerkt door de mensen in de organisatie om een ieder aan een baan te helpen of mee te laten doen aan de samenleving, al naar gelang wat je kunt. En ik kan u ook alvast aangeven, laten we hopen dat deze cijfers zich voortzetten, maar dat de daling van het aantal mensen in een uitkering is ingezet. Of het ook structureel is, dat zal de tijd moeten gaan leren, maar gelukkig werkt de economie mee. Maar we hebben deze aanpak wel nodig die hier nu voorligt. We hebben echt de aanpak nodig om ook in de komende jaren die focus aan te gaan brengen. Als we dat niet doen, voorzitter, zal het gevolg zijn dat er minder mensen naar een baan zullen worden begeleid, maar is ook de financiële taakstelling die er is bij de BUIG buitengewoon ingewikkeld om te halen. Voorzitter, ik ga even naar de vragen toe en nu bedenk ik maar even iets. Ja, voorzitter, dank. Dan begin ik even met de heer Van Rossem. De visie dat niemand aan de kant moet blijven staan, wordt voortgezet. Dat zeg ik u toe. Want daarvoor ben ik namelijk wethouder geworden in de eerste plaats. Voorzitter, dan kom ik even op de moties die GroenLinks heeft ingediend. Zoals ik al aangaf, er wordt door de organisatie ongelooflijk hard gewerkt met alle goede bedoelingen van dien. Maar dat er dingen misgaan, dat is ook heel normaal. Want waar mensen werken, worden ook fouten gemaakt. Ik herken de door de heer Van Rossem geschreven notitie dat er in de bejegening van cliënten, en ik pak eens even samen de motie nummer twee en drie, dat er zeker winst te behalen is. Dus die, voorzitter, ga ik graag mee aan de slag. Ook ten aanzien van het samenbrengen van de consulent werk en inkomen in één punt is ook zeker een stap die ik graag met de organisatie wil gaan maken. Dus ook die, voorzitter. Ik weet niet of dat al over drie maanden kan, maar de intentie is er zeker en daar kom ik graag op terug. Voorzitter, dan voorzitter de heer...
Je wat mij betreft kan de wethouder de motie ook zo interpreteren, omdat we volgens mij eerst de wethouder ruimte willen geven om te onderzoeken wat er nodig is, dus zo is hij ook bedoeld. Dan voorzitter de
Het onderzoek van de lokale ombudsman heeft twijfel, ik twijfel ook heel even. Mijn vraag is aan het college: als uw Raad zegt, "Maar dat willen we graag doen om ook, zeg maar, een onafhankelijk punt ermee te krijgen," dan doe ik dat heel erg graag, want alles is gewoon welkom om te kunnen leren. Dan, voorzitter, vraag over de Arbeidsmarktregio Haaglanden. Ja, dat is een puntje inderdaad. We zoeken nu steeds meer de contacten op met die regio, om daar uiteindelijk onze mensen te laten werken. Maar voorzitter, ik wil toch een positief puntje noemen van ZHTC waar we nu in zitten. Wij krijgen vanuit het rijk in 2019 en 2020 een miljoen als regio en we krijgen nu wel een stuk groter uit die miljoen dan wanneer we in Haaglanden hadden gezeten. Dat is wel een voordeel, want ik heb ook al aangegeven, of ik ga het aangeven. Heb ik eigenlijk nog niet, maakt niet uit, dan weten ze dat nu. Ik ga nu even voorstellen in de arbeidsmarkt dat ik ook graag zelf een stukje wil hebben waarmee ik eigen beleid kan ontwikkelen. Wat goed is voor Leidschendam-Voorburg, volgens mij moet dat prima gaan lukken, gezien de inmiddels goede samenwerking in de arbeidsmarktregio. Dan, voorzitter, kom ik bij de heer Visscher en zijn vragen daarop of we stagebegeleiding... Ik ben al ingegaan natuurlijk op ieder talent aan eigen mijn contactpersoon. Die is er, maar die kan dus nog worden verbeterd. Als u een motie van GroenLinks en Denk aanneemt, dan gaan we daar weer verder mee. Stagebegeleiders, ja, het toeleiden naar werk is wel een vak en ik weet niet helemaal zeker of stagebegeleiders daar echt meerwaarde in hebben. Ik neem uw idee mee, maar ik twijfel even of die inpasbaar is, dus ik denk, ik stel voor dat we dat ook in de komende maanden zullen gaan ervaren. Interruptie.
Gaat mis niet zozeer om het feit dat zij zeggen, maar moeten participeren in het begeleiden naar werk. Maar ze hebben ervaring met de contacten die ze opdoen om hun eigen leerlingen te plaatsen en die ervaringen zouden ze natuurlijk samen kunnen delen. Echt waar.
Nou, daar kunnen we denk ik wel mee aan de slag, want laat ik ook even hierop aangeven: als dit beleid nu wordt vastgesteld, betekent dat niet beleid voor 4 jaar. Maar volgens mij moeten we na een jaar elke keer de peilstok erin gaan steken. Zijn we al bezig met de goede dingen en dan kunnen zomaar wijzigingen ook op gaan komen. Dan, voorzitter, het voorstel van de heer Visser over de maatschappelijke organisatie. Daar maken we nu al afspraken mee, vooral welzijn en sport zijn twee hele belangrijke partners voor ons in deze, die ze maar begeleiden, ook heel veel mensen op hun weg naar een baan. Handhaving bent u over begonnen, daar komt een apart raadsvoorstel uw kant op, want handhaving pakken we sociaal domein breed op. Daar zal die Rouwendaal als coördinerend sociaal domein wethouder in de richting van uw raad in de eerste helft, volgens mij van volgend jaar, op gaan komen. Dan, voorzitter, het doel van de participatie, nou, volgens mij is dat al even in het kort bij debatje aan Nora is. Volgens mij willen we allemaal hetzelfde, namelijk dat mensen ervaren hoe fijn het is om weer aan de slag te gaan. En soms hebben ze daarvoor een extra zetje nodig, niet door het opleggen van sancties, maar vanuit de positiviteit ze benaderen. Even kijken hoor.
Even nakauwen op uw opmerking. Komt er nou in de eerste helft van volgend jaar, dus uiterlijk juni volgend jaar, een stuk over handhaving? En wat doen we dan tot die tijd? En uw laatste opmerking is: mensen hebben een positief zetje nodig, maar het kan toch best wel zijn dat sommige mensen een anders dan positief zetje nodig hebben. Of zie ik dat nou verkeerd?
Ja, er is al een geldend handhavingsbeleid sociaal domein. Dat is al door uw Raad eerder een aantal jaar geleden vastgesteld, dus dat is er gewoon net zolang totdat er een nieuw beleid wordt vastgesteld en dat nieuwe beleid komt uw kant op. Dat is één en twee. Ik begrijp wat u zegt en de ene cliënt staat positiever in het leven dan de andere. Dat realiseer ik me ook, maar wat we wel zien: als je echt contact hebt met die mensen, dan wil uiteindelijk iedereen gewoon aan de slag. Dus we hebben niet heel veel ervaring dat mensen zeggen van laat mij maar lekker op die bank zitten. Dat valt in de praktijk namelijk meer dan reuze mee. Dus vandaar, maar we zijn er scherp op, want zeker de mensen die de mogelijkheden hebben om naar een betaalde baan uit te stromen. Daar zitten we al veel meer bovenop, maar als dit plan wordt aangenomen, gaan we daar nog meer bovenop zitten en scherp ook met die mensen het gesprek aangaan, daar waar dat nodig is. Voorzitter, dan de punten van de heer Van Veen. Voor mij ben ik daar aan het begin op ingegaan. Ik herken dat niet, ik vind het zelfs buitengewoon ambitieus, zeg ik u in alle eerlijkheid. Urgentie is meer dan aanwezig, zelfs het gevoel in alle opzichten door elkaar. Aantal mensen dat een uitkering krijgt dan wel de financiële tekorten op de buig. En, we gaan zeker niet zo langzaam. We gaan volgens mij heel snel, want iedereen hoopt in de organisatie dat dit plan wordt aangenomen, want dan kunnen ze namelijk gewoon volle vaart vooruit gaan staan te trappelen om hiermee aan de slag te gaan. Dan, voorzitter, de vragen van mevrouw Van Velzen. De eerste vraag is inderdaad over die extra knip hè, die we maakten 3 maanden of 6 of zeg maar, 7 maanden hebben het zeg maar over gehad. Daar heb ik ook nog even over nagedacht. Ik haal hem zeker in mijn achterhoofd. Dit plan staat niet voor 4 jaar vast. Dat kan niet, maar goed, dat zal misschien ook blijken in de praktijk. Uiteindelijk gaan we natuurlijk wel voor iedereen een andere ontwikkelroute ontwikkelen. Als je minder dan 3 maanden of minder dan 6 maanden in de bijstand zit, heb je andere begeleiding nodig dan als je 24 maanden, zoals voorbeeld hè, in de instantie. Dus ik denk dat het misschien wel in de praktijk wel zo zou gaan. Maar dan moeten we even gaan ervaren, maar als die knip handig is, dan wordt die in de toekomst uiteraard alsnog gemaakt. Dan de app, daar zijn we mee bezig. Ik ga even per mail aangeven of we die gaan invoeren, ja of nee. Ik weet dat ze ermee bezig zijn, maar ik weet het antwoord op die vraag niet concreet op dit ogenblik, dus die zal ik u voor 11 december even per mail doen toekomen. Maar wij zijn er wel erg enthousiast over. Maar of die kan worden ingevoerd? Zomaar heb ik even weinig informatie over nu. Dan, voorzitter, de heer Streefkerk.
Ik heb nog heel even een vraag daarover. Ik vind het fijn dat u daar op terugkomt. Op zo'n korte termijn zou ik wel mogen verzoeken, stel dat jullie ervoor kiezen om die app niet in te voeren, wat daar dan de reden van is. Want ik heb op zich best wel veel voorbeelden van andere gemeenten waar het heel goed werkt, dus ik ben dan wel benieuwd naar de overweging. We zijn ermee...
Ermee bezig, maar ik durf er niet nu te zeggen. Ja, we gaan het doen en dan staat hij er. Dus ik denk dat ik aan u kan gaan aangeven. We zijn ermee bezig en over misschien zoveel maanden zijn we er ook op aangesloten. Ik denk dat het antwoord zo gaat worden. Dan voorzitter, de heer Streefkerk, ja, de drempelmomenten, nou voor mij ben ik daar op een aantal punten al bij de heer Van Rossem. Zeg maar terugkomen. Mensen moeten zeker worden behandeld als mens, de menselijke benadering, maar uiteindelijk is het ook wat uiteindelijk het gesprek wat moet gaan plaatsvinden als mensen wel kunnen werken, hè? Uiteindelijk is het ook gewoon zakelijk, maar daar waar het gaat echt over dat mensen geen nummer moeten zijn, dat mensen een contactpersoon moeten hebben, want ze weten waar ze zeg maar aan toe zijn, dat we ook zorgvuldig wordt gekeken. Wat kun je wel en wat kun je niet? Hoe gaan we met je aan de slag? Dat zullen we lerende weg moeten gaan ervaren. Gaat het dan nog wel een paar keer mis? Ja, zeker, gaat dat een paar keer mis, maar uiteindelijk is er dan ook voor volgende dat op te gaan pakken en het te gaan herstellen. En ik hoop uiteraard dat die missers zo klein mogelijk te gaan houden. De personele inzet blijft ook op sterkte, die hebben we ook ongelooflijk hard nodig, anders gaan we dit plan en deze ambities qua inhoud als qua financiën niet redden. Voorzitter, er komt dus wat mij betreft geen regionaal actieplan, want ik heb een beetje daarop ingegaan. Kon het wel extra geld vanuit het rijk, maar de arbeidsmarktregio waar wij in zitten, die is gewoon anders voor ons daar waar Zoetermeer, Pijnacker, Nootdorp en Lansingerland vormen met zijn drieën doen heel veel. Wij doen veel met Voorschoten en Wassenaar en zijn dan veel meer geënt op andere regio's. Dus het geld vanuit die arbeidsregio wil ik graag zo effectief mogelijk en zo snel mogelijk kunnen inzetten om inderdaad mensen aan het werk te gaan helpen en niet tijd eigenlijk te gaan weergeven aan een regionaal actieplan, maar de contacten met Haaglanden zijn er meer dan ooit zijn geweest. De heer Verschoor had geen vragen volgens mij, voorzitter, de heer Steutel, ja, weinig concreet, ja, jammer, ja, jammer dat u dat zo ervaart. We kunnen natuurlijk een hele trits aan maatregelen hier gaan beschrijven, maar.
Ik ben niet de enige die het ervaart. Het is onze hele fractie om te beginnen. Je zou natuurlijk op een gegeven moment toch wel mogen verwachten dat op het moment dat je zo vaak over deze onderwerpen praat, dat je niet af gaat zitten wachten tot deze Raad een besluit neemt over dit beleidsstuk. Maar ik neem aan dat het toch discretionaire vrijheid is in uw organisatie dat je gewoon aan de slag gaat met een aantal zaken en dat je op een gegeven moment ook kan aangeven aan de hand van je beleidsstuk van kijk, dit zijn we al aan het doen en het werkt, want het blijft bij intenties en voornemens en u vindt alle voorstellen die andere collega's hebben gedaan prima, neemt u mee en over een maand of over twee maanden gaan we het er weer over hebben en dan hebben we eigenlijk al een half jaar verloren. En dat vind ik zorgelijk, want ik bedoel die zwarte wolk die boven het hele stuk hangt, dus het miljoenentekort, dat lossen we nog steeds niet op.
Ja voorzitter, volgens mij ben ik daar al op ingegaan. Het miljoenentekort lossen we zeker niet binnen enkele maanden op. Maar als je ziet welke financiële ambities erin zitten, is het best een hele forse ambitie om het aantal miljoenen terug te dringen. En voorzitter, uiteraard zitten we niet stil. Volgens mij heb ik net al aangegeven dat er nog elke dag snoeihard doorgewerkt wordt om meer mensen aan het werk te helpen. De daling van het aantal mensen met een bijstandsuitkering zien we ook de laatste 3 à 4 maanden. Cultureel moet nog even blijken, maar natuurlijk zitten we niet op onze handen te wachten tot uw Raad een akkoord geeft. Want het feit dat mensen uit die bijstand moeten, is gewoon dagelijks werk voor heel veel mensen in deze organisatie. Begrijpt u?
U dan onze zorg dat dat, dat nemen we niet waar met dit mooie stuk, want ik vind het soms ook heel bloemrijk, academisch van aard en u kent me. Ik ben wat meer van de koude grond, maar dat mis ik toch echt, voorzitter.
Op datzelfde punt, ik wil me daar wel bij aansluiten, want die zorgen leven niet alleen bij de Gemeentebelangen-fractie, maar ook bij onze fractie. Er wordt in het punt ook gesproken, bijvoorbeeld in het plan over: er komt nog een implementatie- en uitvoeringsplan. Wat staat daar dan in, hoe, wanneer, hoe lang moeten we nog wachten tot de concrete acties er zijn? Ik heb een hele lijst met allerlei zorgpunten genoemd die in het Divosa-rapport staan. Wat gaat u nou per zorgpunt aanpakken, wat gaat u daaraan doen?
Ja voorzitter, het zeg maar Divosa-rapport is natuurlijk gewoon een opsomming van de feiten zoals die zijn. De acties die we al aan het inzetten zijn, hopelijk nog meer gaan inzetten, zijn er natuurlijk maar op gericht om mensen uit de uitkering te krijgen en de daling van het tekort dat we hebben op de BUIG.
Maar toch even, voorzitter. Volgens mij leg ik een stuk voor. Nu legt het college een stuk voor aan uw raad, waar de duidelijke doelstellingen in staan. Aantal mensen uit de bijstand jaarlijks 30 tot 50 en zoveel daling jaarlijks van het tekort op de BUIG. Dat zijn toch de twee doelstellingen waarop u mij mag aanspreken elk jaar, dat zijn toch hele concrete punten en hoe ik het doe nou, ik kan hier een trits aan maatregelen noemen, maar dat is toch uiteindelijk gewoon mijn verantwoordelijkheid ook. En ik wil u daar graag nader over informeren, maar daar waar het gaat over de doelstellingen, namelijk mensen aan het werk helpen en een daling van de tekorten op de BUIG, die staan hier duidelijk in. Ja.
Bijna willen zeggen, doe dan die lijst. Kom maar door, want ik wil best als raadslid kaders stellen, maar dit zijn te ruime kaders naar mijn ogen en zeker als het dan weer in dit stuk we begonnen met een startnotitie, nu met een beleidsnotitie en straks met een uitvoeringsplan en dan met een implementatieplan. Dat duurt, net zoals de heer Van Steutel zegt, dat duurt allemaal wel heel erg lang, dus kom eigenlijk maar door met die lijst met acties, wethouder.
Wat is er nou minder concreet aan aantallen noemen elk jaar 30 tot 50 cliënten minder in de bijstand en de hele financiële gevolgen daarvan staan hier jaarlijks in ingedeeld. Ik kan het toch niet veel concreter maken dan dat en dat is voor mij precies waar ook, zeg maar, een beleidsplan over gaat: de kaders en de doelstellingen die we hier met elkaar afspreken. Dat u zorgen heeft, begrijp ik, en die zorgen, die uitdaging, die zie ik ook hierin staan. Maar ik ga daar wel voor staan en we gaan ervoor en we gaan het halen en ik heb altijd de ambitie om het beter te doen dan de doelstelling zoals die erin staan. Ik hoop dat het ook weer gaat lukken. Voorzitter, jij sleutel?
Ik stel voor dat de laatste interruptie plaatsvindt en dan kan de wethouder verder met de beantwoording van de eerste sleutel. Ik snap dat de wethouder met de opstelling van de vragen van ons en de VVD mogelijk in een spagaat terechtkomt, maar anderzijds is het toch logisch dat op het moment dat je zegt: "Wat u had, het over de ambitieuze doelstelling hè? 30 tot 50 mensen aan het werk." Nou, dat klinkt mooi, maar is ook makkelijk opgeschreven. Eerlijk gezegd, ja nee, dat meen ik echt. En hoe dan? En hoe toets je het? En waar monitor je dat datgene wat je hebt opgeschreven ook tot succes heeft geleid?
Ja voorzitter, ik ga natuurlijk monitoren, dat spreekt voor zich. Dat betekent wel dat ik aan het eind van elk jaar ga kijken hoeveel de stand was op 1 januari en hoeveel de stand is van het aantal mensen in de uitkeringen op 31 december. Nou, dan volgen er een aantal uitkomsten en dan kan ik ook daar, zeg maar, een x bedrag aan gaan koppelen voor de bezuinigingen, maar die worden teruggedrongen. Ja, heel veel concreter kan ik het niet maken. Want ik.
Ik mag waarschijnlijk niet meer reageren, maar ik kan het toch niet laten, voorzitter? Ja, maar ja, hier zijn we aan het herhalen, ook qua woorden, laatste opmerking. Maar als je met de financiële consequenties waarin we zitten, als je dan gaat zeggen, ik kijk op 1 januari en ik kijk op 31/12, dan denk ik van nou, bedrijfsmatig gezien rammelt dat, dat doe je op zijn minst dan per kwartaal of per half jaar. Neem me niet kwalijk.
Niets, maar dit neemt u van mij aan dat we. Ik gaf het voorbeeld omdat uiteindelijk onder de streep of ik per jaar mijn doelstellingen heb gehaald. Maar u, het is ook raar om te denken dat ik ook niet tussentijds een monitor. Dat is natuurlijk raar. Natuurlijk gaan we dat doen. Ik wil toch elke keer weten of we op de goede weg zijn. Ik zou wel gek zijn als ik dat niet zou doen en dat ben ik niet. Voorzitter, tot zover.
Voorzitter, interruptie. De heer Rozenberg? Ja. De heer Sleutel heeft volgens mij verwezen naar de gemeente Delft en naar de plannen die daar zijn. Wat de gemeente Delft doet is eigenlijk de lijst van maatregelen die de heer Van Veller ook aangeeft. Gewoon heel concreet. Hoe gaan we nou zorgen dat die punten van het niveaurapport stap voor stap worden ingevuld en welke doelstellingen we daarbij hebben? Dat is volgens mij waar we naar vragen in mijn fractie en ook waar de heer Van Veller, naar ik aanneem, naar vraagt. Kom gewoon met die lijst en geef dat niet één keer in het jaar maar één keer per kwartaal aan deze Raad om te zien hoe het staat met de afname van het aantal vrijstellingen, hoe het staat met de handhaving, waar de Velde het over heeft en niet vage dingen als 30 of 50 personen. De economie die gaat als een tierelier. En we realiseren niet meer dan 30 tot 50 personen. Nou, ik vind dat persoonlijk weinig. Wil de wethouder die...
Voorzitter, bij het uitvoeringsplan zullen al die maatregelen gaan komen, maar niet voor dit plan. Het plan is voor het stellen van de kaders. Ik wil niet de mening dat het weinig ambitieus zal zijn, inderdaad. Ik heb net al aangegeven dat, inderdaad, ik hoop zelfs meer te gaan bereiken en ik zal jaarlijks aangeven waar we staan ten aanzien van de te behalen doelstellingen. Hiermee sluit ik af.
Nou, ik stel voor dat we naar de tweede termijn gaan en dan horen we vanzelf of mevrouw Van Velzen dat gemist heeft. Wie wenst nog in de tweede termijn nu het woord? Voorzitter, de heer Steutel.
Dan gaan we nu eerst een schorsing van 5 minuten hebben. Ik stel voor dat wij weer plaatsnemen. Als iedereen plaats heeft genomen, dan heropen ik de vergadering. En dan inventariseer ik wie in de tweede termijn nog het woord wil voeren. Ik heb genoteerd de heer Van Verren, de heer Steutel. Nu ga ik even noteren. De heer Van Rossum, mevrouw Van Velsen. De heer Streefkerk. Ja, die heb ik genoteerd. De heer Steutel, aan u het woord. Voorzitter.
Dank u wel. Wat betreft het stuk zullen wij richting de besluitvorming met de motie dan wel een amendement komen met een motto van vaart erin, waarbij in ieder geval een aantal elementen gevraagd kan worden met betrekking tot monitoring op basis van Divosa. En ja, ons moet van het hart dat we toch het gevoel hebben dat de wethouder de sense of urgency toch niet helemaal heeft gezien de situatie waarin we verkeren. Dank u wel.
Wel voorzitter. Ja, als resumerend is het natuurlijk heel goed dat er een beleidsplan is. Het is weer een stapje. Verder mag het geen geheim zijn en geen verrassing dat het ons niet snel genoeg gaat. Ik zou heel graag alle implementatie- en uitvoeringsplannen, wat er ook is, zo heel, heel snel zien, uiterlijk januari. Ik zou eraan willen koppelen ook monitoring van die Divosa-indicatoren in ieder geval plus de taaltoets. Dat zal u ook geen verrassing zijn om te kijken onder die motorkap hoe het verder gaat op die indicatoren en ik overweeg daarover een motie in te dienen met de heer Sleutel. Ik geloof ik niet voor gevolg, maar heb je nog wel genoemd of nou dat wordt dan een coproductie voor over twee weken? Dank u wel.
Voorzitter, dank. Ik wil graag opmerken in het kader van de vorige discussie dat staand beleid natuurlijk gewoon vrolijk doorgaat als je naar nieuw beleid kijkt. Misschien dat de boel wat verzacht. Verder wil ik het er graag bij laten dat ik natuurlijk de wethouder dankbaar ben dat ze onze voorstellen omarmd heeft.
Werd mij toen de microfoon uitstond, nog de vraag gesteld of ik iets over de werkgevers had gezegd. Ik had het inderdaad gezegd als onderdeel van die app, dat het daar ook in opgenomen kan worden, dus dat klopt. Dat was wel antwoord op gekomen in die zin dat er antwoord op die app komt. Daarnaast ten aanzien van het ging natuurlijk net allemaal heel erg snel, maar het idee van monitoring op dit beleidsplan staan wij zeker niet negatief tegenover. Dus ik ga ervan uit dat we de komende twee weken daar contact over hebben. Dank u.
Dank u wel, voorzitter, en dank ook aan de wethouder voor haar antwoorden. Onze vragen zagen vooral op het element van de menselijke benadering. Nou, dat het niet 100% foutloos kan, dat snappen we. Dat is ook het kenmerk van mensenwerk, hè? Dus dat is inherent aan die benadering en we hebben er alle vertrouwen in dat de organisatie dat goed kan oppakken, zeker ook met de onderzoeken waar in de moties naar wordt gevraagd. Dank u wel. Dank u.