Het transcript dat je hieronder aantreft is gegenereerd met behulp van computertechnologie.
Hierdoor kunnen de namen van personen en partijen soms foutief zijn weergegeven.
Indien je een fout opmerkt kun je deze gemakkelijk verbeteren door op het bewerk-symbool (het potloodje) te klikken.
We bespreken het initiatiefvoorstel van D66 met betrekking tot de winkelsluitingstijden. En ik wilde de heer Van Maldegem in de commissie blijven op de plaats zitten. Meneer Van Hemel wilde ik de heer Van Maldegem het woord geven.
Dank u, voorzitter. Ik vroeg het omdat het een initiatiefvoorstel is. Ik dacht, misschien gelden daar andere regels bij vandaag. Voorzitter, de fractie van
Ging van mijn tijd af. Excuus. De fractie van D66 heeft samen met collega Rozenberg een initiatiefvoorstel opgesteld om de winkeltijdenverordening van onze gemeente te moderniseren. Nu verbieden we ondernemers nog steeds om op eerste kerstdag, eerste paasdag, eerste pinksterdag en Goede Vrijdag open te zijn. En dit initiatiefvoorstel schrapt dat verbod, zodat ondernemers niet langer belemmerd worden om hun deuren te openen wanneer zij dat willen. En voorzitter, ik wil echt benadrukken: dit voorstel dwingt niemand om ook verplicht open te zijn. Dat is niet het doel. Het gaat om de mogelijkheid om open te gaan zonder daar regels aan te stellen. En voorzitter, het leuke is, soms lijkt een debat bijna onnodig, want dat geldt volgens mij nu, want als je kijkt naar de belofte die deze fracties allemaal hebben gedaan aan de kiezers twee jaar geleden, dan zijn we er vrij snel uit, want de VVD schrijft in het programma: winkeliers mogen zelf bepalen wanneer en hoe lang ze open zijn. En het CDA schreef in het programma: het CDA wil ruimte geven voor initiatieven van ondernemers en waar mogelijk verminderen het aantal regels. De PvdA wilde volgens het programma de proef regelvrije ondernemer voortzetten. En ja, ChristenUnie SP schreef: regels zijn er om bedrijven te beschermen en te reguleren, niet om ze te belemmeren. En dat moet de insteek zijn van alle regelgevingen en dit zijn citaten. Dit in combinatie met mijn informatie die ik heb ingewonnen bij andere fracties die ik niet heb genoemd, zit je op 35 stemmen voor dit voorstel. Dan is een debat eigenlijk niet meer nodig en dat is heel fijn, want dan hebben wij dit voorstel omarmd. Een voorstel van moderne winkeltijden. Maar helaas, helaas, zegt het college: het is nu prima zo, want we hebben een bestuurlijke procedure voor winkeliers die ze kunnen doorlopen op het moment dat ze wel open zouden willen op eerste kerst, eerste pinkster, eerste pasen, Goede Vrijdag. Maar dan ga je kijken hoe dat dan beschreven staat in het coalitieakkoord. Waarom moeten die hoogtijdagen op deze moeilijke manier geregeld zijn? Dus dan pak je Samen AZ erbij. Ik benadruk Samen AZ en daar staan regels in: we lopen ondernemers niet voor de voeten met onnodige regels en ondernemers bepalen zoveel mogelijk zelf hun openingstijden. Dat is volgens mij geen Chinees, maar dan toch komt het college met de redenering: er is al een moeilijke manier om open te gaan op deze dagen en ondernemers vragen er niet om. Maar ja, dat is nogal wiedes als het een lastige procedure is, dus is het niet nodig om deze verboden te schrappen. Einde argumentatie en eigenlijk draai je daarmee de bewijslast om wat mij betreft, want je wil namelijk dat ondernemers niet onnodig belemmerd worden. Dus D66 vindt het eigenlijk vreemd dat dit college, deze coalitie, die eigenlijk de gemeente wenst die er is voor de inwoners en voor de ondernemers, dit beleid voorstaat, want eigenlijk zeg je daarmee dat je niet voor alle ondernemers bent, want in de reactie van het college staat ook te lezen dat het alleen maar gaat om een paar supermarkten die op deze dagen open zouden willen zijn. Dus we zijn er voor alle inwoners en alle ondernemers, behalve voor die paar supermarktondernemers. Nou, dat vindt de D66-fractie een vrij rare redenering, want daarmee zijn niet alle ondernemers deze coalitie even lief. En nogmaals, ik benadruk ook in Samen AZ staat: er mag geen sprake zijn van dwang en dat snap ik gezien de samenstelling van de coalitie. Maar dit voorstel bedoelt ook zeker niet dat er sprake is van dwang om open te zijn op deze hoogtijdagen. En als je dan kijkt naar de agenda van gisteren, bespraken wij de opzet van een nieuwe APV en daar staat letterlijk in dat het voor inwoners mogelijk moet zijn om bijvoorbeeld een ijsje op zondag en 's avonds te krijgen, beschikbaar te zijn onder het kopje: venten zonder vergunning is toegestaan. Maar waarom mag dat ijsje dan wel op zondag gehaald worden, maar niet op eerste paasdag in de supermarkt? Dat vind ik vrij raar. Kijk, en als ondernemers niet voor een paar pakketjes open willen gaan op een mooie pinksterdag, dat is prima, maar laten we ze niet belemmeren en het wordt nog gekker op het moment dat je beseft dat deze raad heeft ingestemd met een voorstel voor blurring, namelijk branchevervaging. Er is een kroeg mag wel op de eerste paasdag open zijn, maar een boekhandel die daar hypothetisch naast zit en ook iets schenkt, die mag dat niet op eerste paasdag, want dan zeggen we tegen onze inwoners: nee, morgen ben je wel welkom om een boek te kopen en een glas wijn te drinken, maar vandaag niet, dus je moet nu even naar de kroeg verderop. Nou, kortom, hoe je het ook beredeneert, het is vreemd. En eigenlijk ook niet meer van deze tijd, vindt D66. We krijgen met de Mall of the Netherlands een hypermodern winkelcentrum met, zoals het college zelf ook schrijft, internationale allure. Dan is het een beetje vreemd dat wij daar ondernemers belemmeren en dat wij als raad, als college, op de stoel van de ondernemer gaan zitten en zeggen: die dagen mag jij niet open zijn. Dus D66 stelt voor met die 35 stemmen voor dit voorstel te omarmen en dat we onze inwoners niet langer beknotten in de keuze wanneer zij hun boodschappen doen op eerste paasdag, Goede Vrijdag of op eerste pinksterdag een ijsje willen halen bij een supermarkt of zeg op eerste kerstdag een fles glühwein. Dank u wel.
Kunnen. Mijn excuus, ik ben vergeten collega's uit te nodigen aan tafel. Welkom wethouder Van Eekelen. Het initiatiefvoorstel is mede ingediend door Gemeentebelangen. Dus ik wil graag de heer Rozenberg het woord geven. Voorzitter, dank.
Dank u wel. Ik denk dat de heer Van Maldegem uitstekende argumenten heeft gebruikt waarom wij dit initiatiefvoorstel hebben ingediend. En toen hebben we het gehad over het boek. Op eerste Pinksterdag dacht ik aan een bijzonder boek, maar dat mag ik eigenlijk niet kopen op eerste Pinksterdag, wel op de tweede Pinksterdag. De reden voor Gemeentebelang om dit initiatiefvoorstel in te dienen is ook omdat in deze collegeperiode is gebleken dat het college gedoogt, namelijk het treedt niet op bij winkels die open zijn op eerste Pinksterdag, terwijl die wel een vergunning hadden moeten aanvragen of daarvan melding hadden moeten doen. En als regels niet worden nageleefd en het college dingen gedoogt, ja dan zijn regels kennelijk overbodig en vandaar dat wij hebben voorgesteld met het initiatiefvoorstel om al die beperkingen op te heffen. Het college is ook zelf wat laks in het toepassen van de regels die men zelf heeft gesteld of die wij hebben gesteld. De Parkweg, de Albert Heijn, krijgt extra mogelijkheden op zondag en het college geeft dan aan in een besluit dat het van 's ochtends 7 tot 11 kan, terwijl de regelgeving heel helder is dat dat niet is toegestaan. En verder, voorzitter, mijn collega Van Maldegem haalde het al aan, de Mall of the Netherlands. Ik ben zeer benieuwd naar het antwoord van de wethouder. Welke regels gaan gelden voor de Mall of the Netherlands? Is het zo dat daar alleen supermarkten worden vrijgesteld van die winkelsluitingstijden of gaat het ook gelden voor de andere winkels? Want het kan toch niet zo zijn dat dit landelijke fenomeen, wat straks wordt geopend op bepaalde dagen die voor mensen in het land niet meer als heilig worden beschouwd, dat het dan gesloten zou zijn, terwijl men elders in het land wel terecht kan. En overigens, voorzitter, ik wil niks afdoen aan het feit dat mensen vrij moeten zijn, integendeel, maar het zijn wel de afspraken die misschien zijn gemaakt in de Mall of the Netherlands, dus ik ben zeer benieuwd naar het verhaal van de wethouder op dit punt. U begrijpt het al, geen hamerstuk.
Dank u, voorzitter. Ja, niets zo Nederlands als gedogen volgens mij, dus het handhavingsaspect doet me wat minder. Maar als ik het voorstel bekijk, dan zijn we volgens mij een aantal beperkingen aan het wegnemen die, zoals collega Van Maldegem het zegt, misschien niet meer van deze tijd zijn. Maar GroenLinks kan zich prima vinden in dat voorstel, dus die vier stemmen voor zijn binnen. Over het vraagstuk van dwang zou ik het volgende willen zeggen: ik snap dat het voorstel dat niet beoogt. Ik vrees daar ook niet voor, maar ik denk wel dat we ons moeten realiseren dat de sociale druk in een bepaald winkelgebied kan toenemen om open te zijn op een bepaalde dag. Als we dit voorstel aannemen, zou ik het waarderen als het college daar wat aandacht aan besteedt en in gesprek gaat met de ondernemers, omdat dat niet de bijvangst kan zijn van zo'n voorstel. Verder denk ik dat we dit voorstel ook een aantal jaar geleden al hadden kunnen aannemen, dus wat mij betreft mag het ook als hamerstuk naar de Raad. Dank u wel, meneer.
Dank u wel, voorzitter. Ik ben meneer Van Eleveld. Voorzitter, in de basis is de VVD natuurlijk voor minder dwingende regelgeving voor ondernemers. Dus we begrijpen heel goed dat u zou kunnen verwachten dat wij volledig meegaan in dit initiatiefvoorstel. Gelukkig doet de VVD zijn eigen woordvoering en zijn we niet afhankelijk van meneer Van Maldegem, want de VVD is namelijk ook een zeer betrouwbare coalitiepartner vanuit dat oogpunt gezien en het feit dat de urgentie voor deze wijziging volledig ontbreekt. Aangezien er gewoon een, volgens mij, niet zo heel ingewikkelde ontheffingsmogelijkheid is, volgt de VVD het collegevoorstel, voorzitter.
Dat de heer Heideveld dan toch net iets te snel voorbijgaat aan zijn eigen coalitieakkoord. Zijn eigen programma daar gelaten. Maar het coalitieakkoord zegt alleen dat er geen sprake mag zijn van dwang en wij zeggen het en wij omarmen als fractie. En ik denk ook dat ik namens de heer Rozenberg spreek het punt van de heer Van Rossum, dat inderdaad dwang daarvan geen sprake mag zijn. Op het moment dat we dat kunnen borgen, staat niets in de weg dat we dit voorstel omarmen, want uw coalitieakkoord zegt namelijk nergens iets over deze dagen. Sterker nog, uw programma zegt: winkelgebieden moeten bruisender. Waar je de ruimte hebt om te ondernemen, gaat over de gemeente met zo min mogelijk regels en waar lokale ondernemers een streepje voor hebben. Als je dan gaat kijken naar buurgemeentes, lees gemeente Den Haag, daar mag het wel. Dus als u als fractie wilt dat onze lokale ondernemers een streepje voor hebben, dan kunt u niet anders dan dit voorstel omarmen, want anders hebben uw lokale ondernemers geen streepje voor, maar staan ze een nul achter op deze dagen en u wil met zo weinig mogelijk regels de ondernemers de kans geven het meeste uit hun zaak te halen. Als je niet open mag op die dagen, haal je niet het meeste uit uw zaak. Dus wat zijn de woorden in uw programma waard op het moment dat u zegt dat u een betrouwbare coalitiepartner wil zijn?
Ja hoor, dank u wel, voorzitter. Ik ben wel blij dat de heer Van Maldegem ons programma zo goed gelezen heeft. Dan hoop ik dat hij dat ook wat meer punten gaat steunen nog in de toekomst. Maar zoals ik aangaf, wij zijn een betrouwbare coalitiepartner en op dit moment staat de regelgeving opengaan niet in de weg. Er is gewoon een ontheffingsmogelijkheid en we gaan zometeen van de wethouder horen hoe die precies in elkaar zit, hoe vaak er gebruik van wordt gemaakt en mocht de mol daar misschien een aanvraag voor doen hoe het college tegen die tijd daar gaat kijken. Die mogelijkheid is er. Dus wij zien op dit moment de urgentie niet om de regelgeving aan te passen.
Kan de heer Eleveld mij dan uitleggen wat het betekent om een betrouwbare coalitiepartner te zijn op dit punt? Op basis van welke afspraak wilt u betrouwbaar zijn? Meneer Rosenberg.
Ik heb hetzelfde punt, want ik hoor de heer Eleveld verwijzen naar een coalitieafspraak, maar als ik de heer Van Maldegem hoor, staat er helemaal niks in het coalitieakkoord. Dus waar is die coalitieafspraak? Is dat een geheim stuk wat wij niet kennen? Dan ben ik zeer benieuwd wat het dan is. Mereveld.
Ik blijf bij mijn woorden, voorzitter. Dit is hoe wij erin staan. We zien de ruimte om gewoon open te gaan met een aanvraag voor een ontheffing en die ruimte vinden we op dit moment voldoende. Dank u wel, meneer Rosenberg.
Het is toch grappig hoe de heer Eleveld opeens nu in zijn argumentatie wijzigt, want eerst was het zo dat het stond in het coalitieakkoord. Of het was een coalitieafspraak. Ik vraag daarnaar, dan is het opeens geen coalitieafspraak meer en is het van: ja, maar wij volgen gewoon de wethouder of het college. Ik vind het een beetje slappe hap eigenlijk. Ik bedoel, wees gewoon helder, zeg dan tegen deze raad en tegen de bevolking: we hebben met elkaar in het coalitieoverleg een afspraak gemaakt en die hebben we niet met u gedeeld, maar die is er wel. Dat is liberaal gedrag van de VVD.
Voorzitter, laatste keer. Ik heb ons een betrouwbare coalitiepartner genoemd. Ik heb nergens gezegd dat dit in het coalitieakkoord staat, dus u legt mij nu woorden in de mond die ik niet gezegd heb. En voor de rest heb ik ook in mijn eerste inbreng direct al gezegd dat wij de ruimte zien in de ontheffingsmogelijkheid die er is. Dat wij er tevreden mee zijn. Dank.
Ik zal collega Eleveld misschien wel helpen. Ik snap best wat hier speelt, hè? We hebben in de vorige periode als GroenLinks ook een Stompwijkseweg geaccepteerd waar we niet zo enthousiast over waren. Maar toen hebben we in de debatten voortdurend gezegd, ja, we vinden het een heel slecht idee en het doet ons pijn. Maar we accepteren het toch. En dan verbaast het me toch dat de VVD ervoor kiest om te zeggen, nou, mensen van D66 doen maar vaker ons programma en gelukkig hoeven we niet naar jullie te luisteren in plaats van te zeggen, het doet ons zeer, het had ons lief geweest, maar we doen het niet omdat er afspraken zijn gemaakt. Volgens mij is dat dat. Ik hoor collega Kortman zeggen dat hebben we gezegd, ik heb dat niet gehoord, dus misschien als we dat eleganter brengen, is deze discussie korter. Mijn
Dank u wel. ChristenUnie en de SGP waarderen zondagsrust, dus niemand zal twijfelen of wij van de christelijke hoogtijdagen koopzondagen willen maken. Ik zal nog eerder een autoloze zondag voorstellen met GroenLinks dan onze feestdagen aan de 24/7-economie willen offeren. Mijn steun gaat naar de ondernemers en werknemers die in hun hart gewoon met hun familie willen zijn op zo'n feestdag. Zelfs als er maar een enkeling zou zijn die niet in het dilemma van het verschuivende afwegingskader terecht wil komen van, moet ik nou meebewegen in het open gaan of werken van anderen. Zelfs als dat maar een enkeling zou zijn, zou ik die enkeling willen steunen met mijn stem. Dank u wel.
Ik zou de heer Van Schoordijk graag willen vragen of er afspraken zijn gemaakt bij de coalitieonderhandelingen waar de heer Eleveld nu naar verwijst of de heer Van Schoordijk weet van heeft.
Mijn beleving? De christelijke hoogtijdagen om daar een openstelling voor te bepleiten. Dat ligt gewoon volledig buiten mijn denkwereld, buiten mijn denkscope. En volgens mij hebben we dat aan de onderhandelingstafel niet besproken, eerlijk gezegd. Maar voorzitter,
Dank u wel, voorzitter. Voorzitter, ik begrijp het initiatiefvoorstel wel en ik begrijp dat in het denken van de 24-uurs economie en het denken in hoe wij dan ook een lokale economie vormgeven, je met een dergelijk voorstel komt. En de indieners hebben het dan met name over belemmeringen die ondernemers zouden ervaren. Daar wordt een hele trits verkiezingsprogramma's enzovoorts bij gehaald. Ik heb met name een vraag en daar worstel ik in oprechtheid mee. Is er in Leidschendam-Voorburg recentelijk een aantal ondernemers of een ondernemer naar u toe gekomen met het verzoek: "We voelen ons echt belemmerd. We hebben echt last hiervan. We kunnen echt niet meer opereren. We hebben dit nodig." Ik ben daar naar op zoek. Of dit ook iets is wat uit ondernemers is gekomen of dat dit iets is wat uit een politieke koker is gekomen. Misschien kunt u me dat als indiener verduidelijken.
De heer Dupont zal zeker antwoorden. Dit initiatiefvoorstel komt voort uit een discussie over het gedogen van zondagse openstelling op hoogtijdagen. Dus ja, er zijn ondernemers die heel graag op deze hoogtijdagen open willen. Dus volgens mij is dat het kortste antwoord op je vraag.
Ook een stukje hoffelijkheid, denk ik. Ja voorzitter, volgens mij zegt de heer Van Maldegem exact wat ik wilde aangeven. Het gaat er inderdaad om dat het college gewoon de eigen regelgeving niet naleeft en dingen gedoogt. En dan wordt er gezegd, ja, er was geen handhaving en dergelijke, maar als dat dus het geval is en je hebt niet het lef om te gaan handhaven tegen grote supermarktketens, dan moet je ook zo eerlijk zijn en zeggen: we heffen het verbod gewoon op. Meneer Dupont.
Ja voorzitter, dan zou je heel graag willen zeggen dat alle zorgen en bedenkingen zijn weggenomen. Maar dat is dan niet helemaal het geval, want als ik goed geïnformeerd ben, ook over de vragen die u over deze casus heeft gesteld, ging het over een casus van een winkel die inderdaad zonder de juiste procedures te hebben doorlopen open is gegaan.
Ja, want de heer Dupont ligt er nu druk. Maar hoe kan de heer Dupont dan de regel in het verkiezingsprogramma uitleggen? Het CDA wil meer ruimte geven aan initiatieven van ondernemers. Dit zijn initiatieven van ondernemers. U wilt daar meer ruimte voor geven of zie ik iets achter het woord initiatieven verkeerd, want dan moet u mij uitleggen wat u bedoelt met initiatieven van ondernemers. In uw plan.
Van de ondernemers is het daadwerkelijk wel eens zinvol heel even na te denken, want ik ben zelf erbij aanwezig geweest toen deze regel daadwerkelijk in ons verkiezingsprogramma kwam. Die is daadwerkelijk in de breedste zin van het woord dat we de ruimte willen geven in een fysieke en een niet-fysieke zin en ruimte geven betekent dat je luistert naar wat ondernemers willen en wat ze daadwerkelijk nodig hebben. En dat is mijn worsteling op dit moment.
En dan heb ik voor de heer Dupont nog een citaat uit zijn eigen verkiezingsprogramma, waar hij zelf bij aanwezig was. We willen het bedrijfsleven de ruimte geven en daar staat er tussen de twee, letterlijk en figuurlijk. De gemeente vermindert het aantal regels voor ondernemers. Hoe kunt u dat dan uitleggen? Was u erbij toch?
Ik was er ook bij vorig jaar bij de begrotingsbehandeling, toen het CDA een motie indiende om bij de gedereguleerde APV te komen die gisteren in de commissie ook daadwerkelijk is behandeld. Dat was het doel dat we daadwerkelijk nastreefden en daar zijn we mee op weg. Wat ik ook gisteren heb gemerkt en dan haak ik ook in op wat de heer Rosenberg aangaf.
En dat er een handhavingsvraagstuk is. Nou, dat ben ik met u eens, want dan grijp ik ook nog een keer terug op gisteravond, toen we het over de APV hadden. Daar kwamen ook heel veel discussies. In de APV kwamen we terug op de vraag: als we deze regel hebben, handhaven we die dan ook wel? Dus daar ligt ook mijn vraag naar de wethouder toe. Maar onderaan de streep, voorzitter, en dan ga ik voor mezelf.
Voorzitter, ik hoorde de punten hoor. In de APV die we gisteren behandelden, staat letterlijk vermeld door het college, waar het CDA ook al onderdeel van uitmaakt, dat op zondag ijsjes gekocht moeten kunnen worden door bewoners. Waarom die ijsjes op zondag wel, maar niet op eerste kerstdag of eerste Pinksterdag? U hoeft dat ijsje niet te kopen, maar stel dan anderen in ieder geval in staat om die ijsjes wel te kopen.
Ja kijk, de discussie wordt nu teruggebracht naar ijsjes, voorzitter. Ik denk dat onderaan de streep, en dan grijp ik heel even terug op de ondernemers die die kleine zaken hebben die ik ken, en de heer Van Rossem had het zojuist over sociale druk. Daarom ben ik ook op zoek naar welke wens leeft daadwerkelijk bij ondernemers. Want ondernemers zijn ook mensen met een gezin, ook mensen met kinderen. En ik weet dat de meeste ondernemers in ieder geval keihard werken die dagen, en dat gaf de ChristenUnie-SGP net ook al aan, zijn ook rustdagen voor deze mensen. Dus juist in de kernen waar onze winkeliersbestand al zo kwetsbaar is, waar toch al veel leegstand is geweest in de recente geschiedenis, wil ik heel voorzichtig zijn om alles maar open te gooien, enzovoorts. Tenzij winkeliers dat ook echt daadwerkelijk zelf zouden willen, dan zou ik daar echt, en ook mijn fractie zou daar echt naar willen kijken. Maar ik heb nog op dit moment niks gehoord wat daarop wijst. Maar...
Heeft een. U houdt een gloedvol betoog over ondernemers die het rustiger moet hebben, die het moeilijk hebben etcetera. Als je daar consequent in bent, dan moet u zeggen, ja, ik ben dus tegen zondagopenstelling.
En er gebeurt dus iets vreemds in de redenering, want u gaat eerst, sorry, de heer Dupont gaat eerst naar de kleine ondernemers, zegt vervolgens: Wij als fractie vinden dat de zondag de rustdag moet zijn. Het is de rustdag voor ondernemers, zegt u. Maar waarom schrijft u voor dat ondernemers op zondag moeten rusten en mag het niet op maandag of op woensdag? U legt dus dwang op aan ondernemers dat ze op zondag moeten rusten en dit is precies het voorstel dat beoogt geen dwang op te leggen aan ondernemers, maar ze vrij te laten en te doen waar ze goed in zijn, namelijk ondernemen op momenten dat zij willen ondernemen en er geen beperking op te zetten.
Nee, voorzitter, dat laatste onderdeel van mijn betoog had ik al gemeld en wij denken dat als er zoiets daadwerkelijk waarde zou toevoegen, dat het in eerste instantie uit onze lokale MKB moet komen, van de winkeliers af moet komen en van de winkeliersvereniging moet afkomen, dan is het zinvol. Dan wordt het vraaggestuurd en dan doen we ook daadwerkelijk iets voor hen.
Ja voorzitter, daar wil ik wel op reageren. Volgens mij, als dat zo zou zijn, als dat verzoek komt, dan zullen we daar met elkaar naar moeten kijken. Dan ben ik ook benieuwd naar wat de visie van de wethouder daarop is te zijner tijd. Maar ik kan niet nu hier zeggen: ik ga per definitie voor of tegen een dergelijk initiatief zijn. Eerst de heer...
Ik hoor net toch echt de heer Van Maldegem en ik leg hem nu geen woorden in de mond. Ik kom toch echt zeggen net van als het gaat om initiatieven van ondernemers die zich melden, dan zijn we altijd bereid om daarin mee te gaan. En nu is het opeens van ja toch maar weer niet. Ondernemers melden zich in de molen van Nederland. Zij willen op die dagen open zijn. Wat zegt u dan ja of nee en dan niet naar de wethouder kijken, maar gewoon uw mening. Als het CDA, u bent helder geweest in een coalitieakkoord. Kennelijk of niet, dat weet ik nu niet meer. U bent helder geweest in uw verkiezingsprogramma en nu gaat u draaien, wat is het nu ja of nee?
Wordt een beetje vervelend, misschien, maar ik hoor ook iets raars in het betoog van de heer Dupont. Eerst stelt hij de vraag of er überhaupt behoefte aan is, dan antwoorden: ja, er is behoefte, want gaan winkels open? Vervolgens gaat hij naar de kleine ondernemer op het moment dat hij dan zegt: ondernemers, als die behoefte aan hebben, dan gaan we open, maar toch weer niet. En vervolgens breekt hij het begin van een visie af door te verwijzen naar de volgende visie van de wethouder. Het is een beetje raar. Zeker op het moment dat je de kiezer belooft twee jaar geleden dat je bent voor minder regels voor ondernemers.
De heer Dupont maakt nog een fout. Het is geen hypothetische situatie. Er zijn winkels opengegaan op hoogtijdagen, dus het is wel degelijk aan de orde.
Ik sluit de discussie af, voorzitter, door van mijn kant in ieder geval te zeggen dat ik in het betoog van de beide insprekers op geen enkele manier heb gehoord of dit verzoek wordt gesteund door lokale MKB, door lokale winkeliers dan wel de winkeliersvereniging. Die heb ik in het hele betoog niet gehoord en dat vind ik de meest waardevolle stem in dit verhaal. Meneer
Keer dan voorzitter, winkels willen open, want dat was de aanleiding voor dit initiatiefvoorstel. Dus u kunt nu blijven herhalen dat wij een soort massa-enquête hadden moeten doen langs alle ondernemers. Er zijn winkeliers die open willen en u geeft dus aan dat sommige winkeliers belangrijker zijn in deze gemeente voor het CDA dan andere winkeliers. Meneer Rozenberg, ik...
Ik hoor u de heer De Bont weer zeggen van op het moment dat de ondernemers zich melden. Ja, dan is er een andere situatie. Maar wat is dan het verschil met die situatie? Bent u daar dan wel voor of bent u daar dan niet voor?
Dank voorzitter. De Partij van de Arbeid hecht aan de winkeliers in Leidschendam-Voorburg, onze lokale winkeliers die zorgen voor bruisende winkelcentra, gezellige buurtcentra, maar er ook voor zorgen dat wij tot laat in de avond onze al dan niet noodzakelijke boodschappen kunnen doen. Hun werk houdt niet op op het moment dat zij de letterlijke en spreekwoordelijke winkels sluiten. Ondernemer ben je namelijk altijd. In juli stelde Gemeentebelangen schriftelijke vragen over de winkeltijdenverordening. Uit de antwoorden op die vragen bleek dat er niet actief werd gehandhaafd door de gemeente en werd de indruk gewekt dat er een soort gedoogbeleid werd gehanteerd. Dat zou toch niet de bedoeling moeten zijn? Het initiatiefvoorstel van D66 en Gemeentebelangen lijkt hier dan ook een logisch gevolg van. Het college geeft aan dat zij vanwege de beperkte aanvragen geen aanleiding ziet om de winkeltijdenverordening aan te passen. De Partij van de Arbeid steunt het voorstel van het college dan ook. Meneer Rozenberg, het...
Het punt is nou juist dat ondernemers geen aanvraag doen, maar gewoon open zijn op die dagen. Dat hebben we geconstateerd. En het college kijkt dan de andere kant op en doet niets.
Hoorde, mevrouw Noupoort, ik hoorde u zeggen het woordje dus, maar in het hele betoog komt u op een stellingname. We steunen het college, maar ik zie daar geen enkele logica in. U wilt een bruisend centrum. U wilt tot laat willen winkelen. Behalve op eerste Pinksterdag.
Volgens mij is er dan ook in dit verband een synoniem voor, dus dan stel ik de vraag: waarom steunt de PvdA dan dit voorstel op basis van wat ze eerder heeft gezegd? Het
Het college heeft aangegeven dat zij weinig aanvragen krijgen. En daar kom ik later in mijn betoog op terug. Daaruit trek ik de conclusie dat er dus geen behoefte aan is om op die dagen open te zijn vanuit de ondernemers.
Ik hoor mevrouw Van den Anker zeggen: Er zijn weinig aanvragen en dus is er geen behoefte. Weinig is meer dan nul en geen is nul, dus er zit geen logica in het verhaal van de VVD voor regelvrije ondernemers. Schrijft u in uw programma op: Er is nu een regel waardoor er weinig belangstelling is. Haal die regels dan weg, want dan hebben we een bruisend centrum en kunnen we winkelen wanneer we willen.
Meneer Van Maldegem, als u mij mijn verhaal niet af laat maken, dan kan ik ook niet tot mijn punt komen. Maar als we dan regels hebben, moeten deze ook worden nageleefd. Daar ben ik het met de heer Rozenberg eens: erop toezien dat deze worden nageleefd, is de verantwoordelijkheid van het college. Ik hoor graag van het college op welke wijze actief invulling aan de handhaving wordt gegeven op deze dagen. Dit neemt niet weg dat we als Partij van de Arbeid-fractie het initiatiefvoorstel van D66 en Gemeentebelang zeer sympathiek vinden. De Partij van de Arbeid is zeker voor het schrappen van irrelevante en ouderwetse artikelen in verordeningen. Dat stond ook al in ons verkiezingsprogramma. Het schrappen moet daarbij echter geen doel zijn, maar een middel, een middel om degenen om wie het gaat in hun behoefte te kunnen voorzien. Het college geeft aan dat er nauwelijks aanvragen binnenkomen. Hier is wat onze fractie betreft dan ook alles mee gezegd. Dank, voorzitter.
Even terug naar de opmerking dat er moet worden gehandhaafd, maar die handhavers moeten dus op zondag werken dan, hè? Dus op het moment dat we geen regels zouden hebben, hoeven handhavers ook niet op pad. Het is gewoon een vrije keuze voor ondernemers om open te zijn, niet gehinderd door regelgeving van deze gemeente. Op het moment dat we deze regel handhaven, moeten handhavers van de gemeente op zondag, op eerste kerstdag, op eerste Pinksterdag, op eerste paasdag, noem ze maar op, op pad om te gaan controleren. Dat is wel de consequentie van uw opmerking. De heer van...
Sorry, maar ik snap werkelijk de redenering niet. De PvdA zegt: we moeten regels schrappen als daar behoefte aan is. Het college schrijft dat er wellicht weinig aanvragen komen, maar er is dus wel behoefte, zij het weinig. En dus schrapt u deze regel niet? De logica ontbreekt echt volledig, mevrouw Planting. Meneer Boer.
Ja voorzitter, ik vind het machtig om te zien hoe collega's van Management en Rosenberg op de inhoud proberen deze discussie te winnen. Maar dat gaat natuurlijk niet gebeuren, want ChristenUnie SGP heeft gewoon heel elegant hier de hoffelijkheid binnengesleept. Wat me daar wel aan stoort, is dat ik dan een argument hoor als: ja, er schijnen niet zoveel aanvragen te zijn, dus het is misschien niet nodig, terwijl deze discussie volgens mij principiëler is dan dit. Dus wat mij betreft kunnen we de discussie staken. Collega's van D66 en Gemeentebelangen, er is namelijk geen inhoudelijk debat over te voeren en dat is prima. Alleen had ik het prettig gevonden als ze dat gewoon direct hadden geconstateerd en ik vind het prima om te accepteren dat collega Verschoor zonder afspraken dit heeft binnengesleept. Volgens mij heeft u dat hartstikke goed gedaan, mevrouw Potts.
Post. U bent klaar met uw betoog? Dank u wel, dan was dit de eerste termijn. Dan zullen we even een reactie vragen aan het college, maar misschien wethouder Van Eekelen, wilt u ook de medewerker van uw organisatie even introduceren? Ja, voorzitter.
Voorzitter, dat wil ik zeker. Dat is Margreet Witteveen, beleidsmedewerker op de afdeling economie. Voorzitter, ik heb een levendige discussie gevolgd en het is mooi om te zien hoe dit leeft. En ik moet zeggen, meneer Van Maldegem heeft gelijk als hij zegt, we zijn er voor de ondernemers en voor alle inwoners. Daar heeft hij gelijk in. Tegelijkertijd zijn er een aantal dingen die ik hierover kan zeggen en dan gaat het ook even over hoeveel behoefte er nu aan is. We hebben sinds 2016 zes aanvragen gekregen. Daarvan zijn
Zijn geweigerd en moet ik eventjes spieken omdat het college heeft gezegd dat zij het verlenen van een ontheffing voor feestdagen te ver vond gaan. Voorzitter.
Het is toch bijzonder dat de gemeenteraad een verordening heeft vastgesteld die artikel 3 ruimte geeft om ontheffing te verlenen. En dat gaat niet omdat het college dat toevallig leuk vindt, maar dat gaat omdat openbare orde zaken aan de haak zijn. Of de woon- en leefsituatie. En met dit argument is dus elke aanvraag die iemand doet, volledig van tafel te vegen door het college. Ik vind dat uitermate bevreemdend.
Ik ben het met u eens die die weigering heeft plaatsgevonden eind 2017. Daar wil ik niet mee zeggen dat het daarmee goed te praten is, maar ik ben het met u eens, want wij mogen alleen maar weigeren als de openbare orde en de veiligheid en de levenssituatie in gevaar komen. Dat zijn de weigeringsgronden die wij hebben voor een ontheffing, dus in alle andere gevallen wordt er gewoon vrijstelling gegeven. Ik ben het met u eens dat dat geen goede grond was, maar dit zijn de weigeringsgronden die op dit moment in de verordening staan. En dit zijn de weigeringsgronden die naar onze mening voldoende grond bieden voor alle ondernemers om, als ze open willen en die toetsing aan de openbare orde en de veiligheid een positief effect oplevert, ze gewoon open kunnen.
Ik denk dat het net een reis met hobbels kan worden als u zorgt dat deze stukken naar de Raad toekomen, alstublieft, dus dat was niet zelf bij ik aan het hopen voor op de vraag.
Bedoelde ik het ook, voorzitter? Dan even over de heer Rozenberg, hij had het over gedogen en volgens mij heb ik dat de vorige keer gezegd, hè? U heeft schriftelijke vragen daarover gesteld. Ik heb toen gezegd: we hebben geen gedoogbeleid, dus in principe moeten we gewoon handhaven. Daar heeft u echt gelijk in. De casus die u de vorige keer gaf, was op Pinksterdag waar volgens mij ook een evenement was en er op dat moment zodanige capaciteit was dat de prioriteit werd gegeven aan het evenement. Maar dat wil dus niet zeggen dat als winkels opengaan met de feestdagen en die dat niet mogen, dat we dat dan maar gedogen. Wij hebben wel degelijk handhavingsbeleid hierop.
Betekent dus dat die betreffende ondernemer geen ontheffing heeft aangevraagd en daarmee dus ook het argument van de Partij van de Arbeid dat er ontheffing moet zijn aangevraagd, etcetera, dus niet van toepassing is. Ondernemers doen gewoon wat ze willen.
Ja, dat weet ik niet, voorzitter. Iedere ondernemer kan ons om een ontheffing vragen en wij zullen die ontheffing altijd verlenen, tenzij de weigeringsgronden die ik u net heb genoemd van toepassing zijn. Ja, zover.
Tot hij in het verleden voor openingen op zondag uw best had gedaan en dat dat de eerste keer niet lukte en vervolgens wel, waarop je aanvullend zei: ik hoop dat het ooit ook met deze zaak gaat lukken. Wat is er in de tussentijd gebeurd? Want u bent gaan draaien.
Nou, ik denk dat ik hem iets anders heb gezegd. U bedoelde vorige keer in de Raad? Ja, ik heb vorige keer gezegd in de Raad. Uiteraard ben ik niet voor strikte regelgeving. Tenminste, ik ben wel voor regelgeving, maar zo min mogelijk en het mensen zo vrij mogelijk maken en zo makkelijk mogelijk maken. Dat heb ik gezegd. Ik heb ook gezegd.
Volgens mij heb ik dat toen gezegd en heb ik gezegd dat ik in een coalitie zit en dat het op dit moment zo is dat ik weet dat de collega's van de ChristenUnie niet willen dat er winkeltijden op feestdagen en dergelijke vrij worden gegeven en ik heb...
Zeker en dat ik dat respecteer en dat en ik heb ook gezegd dat dat wellicht een volgende keer dat het dan wel van pas kan komen. Volgens mij heb ik zoiets gezegd.
Dank u wel, mevrouw Van Eekelen. Even een ogenblikje. Ik keek even naar de klok, hè? Ik zei dat ik op de tijd zou gaan letten, dus ik wil kijken of we een hele korte tweede ronde kunnen gaan organiseren. U kijkt geïnteresseerd, meneer Van Maldegem. Nou, ik ga even verder. Tegelijkertijd onze...
Ik heb verder de wethouder horen concluderen en ik heb verder geen sprekers gezien, dus dan ga ik naar de tweede termijn. Ik ga nu naar de tweede termijn. Ik kijk, inventariseer even wie er nog iets wil zeggen. Meneer van Maldegem, meneer Rosenberg. Meneer Eleveld, sorry de heer Eleveld, ik weet niet wat er vanavond is met een van hen. Dank u wel, meneer van Maldegem. Ja voorzitter.
Dank u wel. Ik wilde de wethouder nog een keer vragen. De heer Dupont begon net over vorige levens. U was in een vorig leven lijsttrekker van de VVD en heeft ook coalitieonderhandelingen meegemaakt. Kunt u ons toelichten wat er dan in die coalitieonderhandelingen is afgesproken over de zondagsrust? U refereert naar collega Mattie en dat zou misschien ook collega Bijleveld een beetje helpen. Waarom die betrouwbare coalitiepartner moet zijn?
Ja voorzitter, ik denk dat het duidelijk is dat zowel de SP en Gemeentebelangen staan voor dit initiatiefvoorstel. Ik ben ook blij met de steun van GroenLinks en wat ons betreft komt het ook in de raadsvergadering nog een keer terug en we zullen goed kijken naar de rest van de regio. Hoe daar de VVD reageert op dit soort initiatieven. Wij vermoeden dat daar anders wordt gereageerd dan de VVD nu hier laat zien.
Dank u wel, voorzitter. De VVD is erg blij dat deze wethouder in elk geval anders naar de ontheffingen kijkt dan het vorige college en we kijken met vertrouwen tegemoet naar de ontheffingen die er binnenkomen. Dank u wel.
Volgens mij is deze vraag al een paar keer naar voren gekomen. Hoe gaat het college reageren als vanuit de Molen Nederlands een aanvraag wordt gedaan voor ontheffing op deze dagen?
Ja volgens mij twee vragen. Eerst eens de heer Van Maldegem, u vraagt wat ik heb gezegd als lijsttrekker. Ik zit hier nu als wethouder en ik heb te maken met een coalitie waarin afgesproken is dat uitbreiding op zondag niet wordt gedaan en dat respecteer ik.
De wethouder zegt nu dat er een afspraak is dat er niet op zondag uitgebreid wordt, maar dat staat nergens te lezen in het coalitieakkoord. Werkelijk niet, er staat alleen dat er geen dwang toegepast mag worden. Dat is niet alles.
De heer Verschoor zei net dat hij zich dat niet kan herinneren. Daar maakt hij een grap over, dus ik neem aan dat je bedoelde dat hij dat niet heeft besproken op die manier. De wethouder zegt nu wat anders, dus wat is daar nu precies gebeurd? Is er wel of geen afspraak? En, ik kijk toch even naar de heer Verschoor, want die is tenslotte bekend om zijn rechtdoorzee mentaliteit. Is er wel of geen afspraak gemaakt? Meneer Verschoor.
Als het gaat over de Mall of the Netherlands, wij gaan de Mall of the Netherlands ook hetzelfde behandelen als ik u net heb geschetst. Dus op het moment dat de winkels in de Mall of the Netherlands een ontheffing gaan aanvragen, dan gaan we die weer langs de toetsingsgronden leggen en als we daaraan gewoon keurig voldoen, verlenen. De heer Van Maldegem.
Dat ook toezeggen schriftelijk, want in deze cirkel merken we nu dat de ene fractie denkt dat er een afspraak is waar ze zichzelf aan moeten houden. De volgende coalitiepartner zegt dat er geen afspraak is en de wethouder gaat uit van een andere afspraak die helemaal niet bestaat, dus ik zou een schriftelijke toezegging dat als de Mall of the Netherlands inderdaad op deze hoogtijdagen open wil dat ze die openingstijden ook krijgen graag op papier hebben. Met de houder.
Ik heb gezegd dat als de molen van Nannes open wil, dat ze gewoon ook een ontheffing moeten aanvragen, net als alle andere ondernemers en dat dat gewoon wordt beoordeeld en dat we die kunnen weigeren op bepaalde gronden. En als die gronden niet aanwezig zijn, dan wordt het een verleend.
De gronden die ik zojuist heb genoemd en die kan ik nog wel eventjes voor benoemen. Ontheffing kan worden geweigerd als de woon- en leefsituatie of de openbare orde in de omgeving van de winkel op ontoelaatbare wijze nadelig wordt beïnvloed door de openstelling van de winkel op basis van de ontheffing. Dank u.
Nu zitten we in een interessante situatie dat er natuurlijk een redelijk principieel debat is gekomen en dat als we naar een 10 minuten debat zouden willen gaan, het heel lastig is om te identificeren wat dan de onderwerpen zijn waar je dan nog over wil gaan discussiëren, dat je dus bij wijze van spreken een herhaling van zetten gaat krijgen. Ik kijk toch even naar de twee indieners of u kunt aangeven waarvan u zegt, dit zijn nog de twee laatste punten die we dan in 10 minuten debatten aan de orde zouden willen hebben, meneer Volgen. Elke twee minuten schorsen? Ik heropen de vergadering. Ik kijk even naar de heer Van Maldegem. En dan naar de heer Rozenberg? Meneer Van Mandre. Wij willen graag
Heb ik even niet gehoord. Misschien mag ik even de zaal vragen wat stiller te zijn. Ik heb de bijdrage van de heer Van Maldegem niet kunnen horen. Meneer Van Rossum, meneer Eleveld alstublieft. Misschien mag ik even vragen dat te herhalen? Zeker.
Uh, terug, dank u wel. Net als scheidsrechter extra tijd, willen we graag het onderwerp toch agenderen voor een minuut debat de volgende keer, omdat we denken dat we nog extra informatie kunnen halen uit de regio bijvoorbeeld. Dank u wel.
Meneer Rosenberg, daar sluit ik me bij aan, voorzitter. We zullen extra informatie krijgen om ons initiatiefvoorstel te steunen en dat is nieuwe informatie, dus dat rechtvaardigt naar ons idee een debat in de gemeenteraad.
Dank u wel. Als we het daar allemaal mee eens zijn, dan zullen we het 10 minuten debat gaan voeren over de nieuwe informatie die door het college wordt aangeleverd, meneer Dupont.
Mijn verwarring is groeiende gedurende dit debat, maar welke nieuwe informatie gaat er komen? Want u heeft gewoon een initiatiefvoorstel met een redenering. Daar is ook een antwoord van het college en wij hebben op al die argumenten een debat gevoerd, dus ik ben even opnieuw op zoek naar welke nieuwe informatie er dan gaat komen in of richting een 10 minuten debat?
Volgens mij is er een aantal toezeggingen gekomen van de wethouder. Ook zijn er aanvullende vragen gekomen. Dat zijn volgens mij de twee onderwerpen die dan aan de orde gaan komen. Ik heb ze even niet helemaal paraat, maar ik weet dat er gewoon een paar dingen zijn gezegd. Het gaat over de wegrichting die je daar komt, nog informatie over.
Maar, sorry Voorzitter, ik moet op mijn beurt wachten, maar die veranderde de essentie van dat voorstel volgens mij op geen enkele manier, want dat zijn dingen over bestaande procedures, over weigeringsgronden en over de rol van de Nederlandse. Misschien kunnen de indieners daar een licht op werpen, want ik ben er heel benieuwd naar.
Is te definiëren waar het in minuten debat over gaat, want het lijkt me redelijk voor de hand liggend dat dat gaat komen. Dus we zijn aan het specificeren wat dan de thema's zijn die daar gaan komen. En dan zeggen, hoor ik de twee indieners zeggen, dan gaat het over de nieuwe informatie. Nou, dat lijkt me redelijk om te voorkomen dat het debat over gaat doen. Dus de vraag is of u dan nog meer informatie nodig hebt anders dan dit, want dit is ongeveer, dit zijn de smaken die er zijn. Ja. Dan wil ik het toch zo voorstellen, dan komt het, dan komt het over hè? Dan komt 10 minuten debat over de antwoorden die dit college gaat geven op de vragen die in deze raadscommissie zijn gesteld. Dan wil ik u danken voor deze ronde.