De gemeenteraad van Leidschendam-Voorburg overweegt een wijziging van de Verordening sociale en middeldure woningbouw 2022. Deze wijziging, ingegeven door de nieuwe Wet betaalbare huur, zou de minimale gebruiksoppervlakten voor woningen verlagen. Het doel: meer betaalbare woningen bouwen die aansluiten bij de huidige woningbehoefte. Maar niet iedereen is overtuigd.
Politiekverslaggever Rijk de Bat
In een levendig debat besprak de gemeenteraad van Leidschendam-Voorburg het voorstel om de minimale gebruiksoppervlakten voor sociale en middeldure huurwoningen te verlagen. De wijziging is een reactie op de nieuwe Wet betaalbare huur, die vanaf juli 2024 de middenhuur reguleert en het woningwaarderingsstelsel (WWS) moderniseert. De huidige minima van 75 m² voor middeldure en 55 m² voor sociale huurwoningen zijn volgens de nieuwe regelgeving en gestegen WOZ-waarden niet langer haalbaar. Het voorstel is om deze minima te verlagen naar respectievelijk 50 m² en 40 m².
De VVD opende het debat met vragen over de oorsprong van dergelijke wijzigingen. "Komt dit initiatief van de woningcorporaties of van de ontwikkelaars?" vroeg een VVD-raadslid. Het CDA uitte zorgen over het mogelijke verlies aan woongenot door de waardestijgingen. "Het lijkt een financieel gedreven voorstel," aldus een CDA-woordvoerder.
D66 benadrukte de noodzaak van betaalbare woningen voor jongere starters en mensen met een lager inkomen. "Als we vasthouden aan grote woningen, bouwen we huizen die niet meer betaalbaar zijn voor de mensen die ze het hardst nodig hebben," stelde een D66-raadslid. GroenLinks was kritisch en noemde het voorstel een stap op een "glijdende schaal naar nog duurdere woningen."
GBLV vroeg zich af voor welke projecten de wijziging zou gelden en benadrukte het belang van een gedifferentieerd woningaanbod. De PvdA sprak zich uit voor het recht op goed en betaalbaar wonen, maar waarschuwde voor "sociale bezemkasten." De SP sloot zich hierbij aan en benadrukte dat de huurder vaak de dupe is van dergelijke voorstellen.
Wethouder reageerde door te benadrukken dat de wijziging noodzakelijk is vanwege de nieuwe wetgeving en de hoge grondprijzen in de regio. "We hebben woningen keihard nodig," aldus de wethouder. Ze stelde voor om gedifferentieerd te bouwen, met een mix van kleinere en grotere woningen, om zo aan de diverse woonbehoeften te voldoen.
Het debat eindigde met de toezegging van de wethouder om het voorstel aan te passen en terug te brengen naar de raad, waarbij een amendement van GBLV in de maak is. De discussie over de balans tussen betaalbaarheid en woonkwaliteit blijft voorlopig nog onderwerp van gesprek in Leidschendam-Voorburg.
Samenvatting van het voorstel
De gemeenteraad van Leidschendam-Voorburg overweegt een tweede wijziging van de Verordening sociale en middeldure woningbouw 2022. Deze wijziging is ingegeven door de nieuwe Wet betaalbare huur, die vanaf juli 2024 de middenhuur reguleert en het woningwaarderingsstelsel (WWS) moderniseert. De huidige minimale gebruiksoppervlakten van 75 m² voor middeldure en 55 m² voor sociale huurwoningen zijn door de nieuwe regelgeving en gestegen WOZ-waarden niet meer haalbaar. De wijziging stelt voor om deze minima te verlagen naar respectievelijk 50 m² en 40 m², zodat er meer betaalbare woningen kunnen worden gebouwd die aansluiten bij de huidige woningbehoefte, vooral voor eenpersoonshuishoudens. De wijziging biedt ook de mogelijkheid voor een gemiddeld gebruiksoppervlak binnen bouwprojecten, wat een gedifferentieerd woningaanbod mogelijk maakt. De wijziging heeft geen financiële gevolgen en de betrokken woningcorporaties zijn positief over het voorstel. Na vaststelling door de raad wordt de wijziging bekendgemaakt en treedt deze de dag na publicatie in werking.
Documenten
-
Analyse van het document
Titel en Samenvatting:
De titel van het voorstel is "Vaststellen Tweede wijziging van de Verordening sociale en middeldure woningbouw Leidschendam-Voorburg 2022." Het voorstel beoogt de minimale gebruiksoppervlakte (GBO) voor sociale en middeldure huur-/koopwoningen te verlagen. Dit is noodzakelijk vanwege de modernisering van het woningwaarderingsstelsel (WWS) en de gestegen WOZ-waarden, waardoor nieuwbouwwoningen sneller in de vrije sector vallen. De wijziging maakt het mogelijk om kleinere, maar kwalitatief goede woningen te bouwen die aansluiten bij de huidige woningbehoefte, met name voor eenpersoonshuishoudens en andere aandachtsgroepen.
Volledigheid van het Voorstel:
Het voorstel is redelijk volledig. Het biedt een duidelijke uitleg van de aanleiding, de noodzaak van de wijziging, en de verwachte impact. Er is echter weinig detail over de exacte implementatie en monitoring van de effecten.
Rol van de Raad:
De raad moet het voorstel goedkeuren om de wijziging van de verordening officieel vast te stellen. Dit is een belangrijke stap om de woningbouwplannen in lijn te brengen met de nieuwe regelgeving en marktomstandigheden.
Politieke Keuzes:
De raad moet beslissen of ze de verlaging van de minimale GBO steunen, wat kan leiden tot kleinere woningen maar mogelijk meer betaalbare opties. Dit kan invloed hebben op de sociale cohesie en de kwaliteit van leven in de gemeente.
SMART en Inconsistenties:
Het voorstel is specifiek en tijdgebonden, maar mist meetbare doelen en een duidelijke evaluatieprocedure. Er zijn geen directe inconsistenties, maar de impact op lange termijn is niet volledig uitgewerkt.
Besluit van de Raad:
De raad moet besluiten om de Tweede wijziging van de Verordening vast te stellen, waarmee de minimale GBO voor sociale en middeldure woningen wordt verlaagd.
Participatie:
Er is beperkte participatie van inwoners; de focus ligt op consultatie van woningcorporaties. Dit kan een gemiste kans zijn om bredere input te krijgen.
Duurzaamheid:
Duurzaamheid is relevant, aangezien nieuwbouwwoningen aan hoge energiezuinigheidseisen moeten voldoen, wat invloed heeft op de WWS-punten.
Financiële Gevolgen:
Het voorstel heeft geen directe financiële gevolgen voor de gemeente, zoals vermeld in het document. Er is geen informatie over hoe eventuele indirecte kosten of besparingen worden gedekt.
-
Analyse van het document
Titel en Samenvatting:
De titel van het voorstel is "Vaststellen Tweede wijziging van de Verordening sociale en middeldure woningbouw Leidschendam-Voorburg 2022." Het voorstel beoogt de minimale gebruiksoppervlakte (GBO) voor sociale en middeldure huur-/koopwoningen te verlagen. Dit is noodzakelijk vanwege de modernisering van het woningwaarderingsstelsel (WWS) en de gestegen WOZ-waarden, waardoor nieuwbouwwoningen sneller in de vrije sector vallen. De wijziging maakt het mogelijk om kleinere, maar kwalitatief goede woningen te bouwen die aansluiten bij de huidige woningbehoefte, met name voor eenpersoonshuishoudens en andere aandachtsgroepen.
Volledigheid van het Voorstel:
Het voorstel is redelijk volledig. Het biedt een duidelijke uitleg van de aanleiding, de noodzaak van de wijziging, en de verwachte impact. Er is echter weinig detail over de exacte implementatie en monitoring van de effecten.
Rol van de Raad:
De raad moet het voorstel goedkeuren om de wijziging van de verordening officieel vast te stellen. Dit is een belangrijke stap om de woningbouwplannen in lijn te brengen met de nieuwe regelgeving en marktomstandigheden.
Politieke Keuzes:
De raad moet beslissen of ze de verlaging van de minimale GBO steunen, wat kan leiden tot kleinere woningen maar mogelijk meer betaalbare opties. Dit kan invloed hebben op de sociale cohesie en de kwaliteit van leven in de gemeente.
SMART en Inconsistenties:
Het voorstel is specifiek en tijdgebonden, maar mist meetbare doelen en een duidelijke evaluatieprocedure. Er zijn geen directe inconsistenties, maar de impact op lange termijn is niet volledig uitgewerkt.
Besluit van de Raad:
De raad moet besluiten om de Tweede wijziging van de Verordening vast te stellen, waarmee de minimale GBO voor sociale en middeldure woningen wordt verlaagd.
Participatie:
Er is beperkte participatie van inwoners; de focus ligt op consultatie van woningcorporaties. Dit kan een gemiste kans zijn om bredere input te krijgen.
Duurzaamheid:
Duurzaamheid is relevant, aangezien nieuwbouwwoningen aan hoge energiezuinigheidseisen moeten voldoen, wat invloed heeft op de WWS-punten.
Financiële Gevolgen:
Het voorstel heeft geen directe financiële gevolgen voor de gemeente, zoals vermeld in het document. Er is geen informatie over hoe eventuele indirecte kosten of besparingen worden gedekt.
-
-
-