De gemeenteraad van Leidschendam-Voorburg heeft ingestemd met een wijziging van de Verordening sociale en middeldure woningbouw 2022. De wijziging verlaagt de minimale gebruiksoppervlakte voor sociale en middeldure huur- en koopwoningen, een stap die volgens het college noodzakelijk is om te voldoen aan de nieuwe Wet betaalbare huur en het gemoderniseerde woningwaarderingsstelsel.
Politiekverslaggever Rijk de Bat
In een levendig debat dat de gemeenteraad van Leidschendam-Voorburg in twee kampen verdeelde, werd een voorstel aangenomen om de minimale gebruiksoppervlakte voor sociale en middeldure woningen te verlagen. De wijziging, die de minima verlaagt naar respectievelijk 40 m² voor sociale en 50 m² voor middeldure woningen, werd met 20 stemmen voor en 11 tegen aangenomen.
Flexibiliteit versus Woongenot
Voorstanders van het voorstel, waaronder de fracties van VVD, GBLV, D66, ChristenUnie en Aandacht-LV, benadrukten de noodzaak om flexibeler te kunnen bouwen. "Er is een tekort aan kleinere woningen," verklaarde wethouder Bremer. "Driekwart van de woningzoekenden op onze lijst bestaat uit tweepersoonshuishoudens. Deze wijziging stelt ons in staat om aan die vraag te voldoen."
De wijziging biedt ook de mogelijkheid om een gemiddeld gebruiksoppervlak binnen bouwprojecten te hanteren, wat volgens de wethouder meer flexibiliteit biedt aan woningcorporaties om verschillende doelgroepen te bedienen.
Kritiek op Krimpflatie
Tegenstanders, waaronder de fracties van CDA, GroenLinks, PvdA en SP, uitten hun zorgen over de impact van de wijziging op het woongenot. "Als een woning van 55 m² naar 40 m² gaat, kunnen we niet echt meespreken van inflatie, maar wel van krimpflatie van meer dan 25%," aldus een kritische opmerking van de SP-fractie. Zij vrezen dat de verlaging van de minimale oppervlakte leidt tot een race naar de bodem, waarbij woningen steeds kleiner en duurder worden.
Amendement voor Grotere Gemiddelden
Een amendement van de GBLV-fractie, dat pleitte voor een gemiddelde gebruiksoppervlakte van minimaal 45 m² voor sociale en 55 m² voor middeldure woningen, werd aangenomen. Dit amendement kreeg steun van meerdere partijen die bezorgd waren over de leefbaarheid van te kleine woningen. "Kleine woningen mogen de uitzondering zijn, niet de nieuwe standaard," benadrukte de PvdA-fractie.
De Weg Vooruit
Ondanks de verdeeldheid binnen de raad, is de wijziging nu een feit. De betrokken woningcorporaties hebben positief gereageerd op de nieuwe mogelijkheden die de wijziging biedt. De wijziging treedt in werking de dag na publicatie, waarmee de gemeente hoopt beter te kunnen inspelen op de huidige woningbehoefte, vooral voor eenpersoonshuishoudens.
Met deze beslissing zet Leidschendam-Voorburg een stap in de richting van meer betaalbare woningen, maar de discussie over de balans tussen flexibiliteit en woongenot zal ongetwijfeld voortduren.
Samenvatting van het voorstel
De gemeenteraad van Leidschendam-Voorburg overweegt een tweede wijziging van de Verordening sociale en middeldure woningbouw 2022. Deze wijziging is ingegeven door de nieuwe Wet betaalbare huur, die vanaf juli 2024 de middenhuur reguleert en het woningwaarderingsstelsel (WWS) moderniseert. De huidige minimale gebruiksoppervlakten van 75 m² voor middeldure en 55 m² voor sociale huurwoningen zijn door de nieuwe regelgeving en gestegen WOZ-waarden niet meer haalbaar. De wijziging stelt voor om deze minima te verlagen naar respectievelijk 50 m² en 40 m², zodat er meer betaalbare woningen kunnen worden gebouwd die aansluiten bij de huidige woningbehoefte, vooral voor eenpersoonshuishoudens. De wijziging biedt ook de mogelijkheid voor een gemiddeld gebruiksoppervlak binnen bouwprojecten, wat een gedifferentieerd woningaanbod mogelijk maakt. De wijziging heeft geen financiële gevolgen en de betrokken woningcorporaties zijn positief over het voorstel. Na vaststelling door de raad wordt de wijziging bekendgemaakt en treedt deze de dag na publicatie in werking.
Documenten
-
Analyse van het document
Titel en Samenvatting:
De titel van het voorstel is "Vaststellen Tweede wijziging van de Verordening sociale en middeldure woningbouw Leidschendam-Voorburg 2022." Het voorstel beoogt de minimale gebruiksoppervlakte (GBO) voor sociale en middeldure huur-/koopwoningen te verlagen. Dit is noodzakelijk vanwege de modernisering van het woningwaarderingsstelsel (WWS) en de gestegen WOZ-waarden, waardoor nieuwbouwwoningen sneller in de vrije sector vallen. De wijziging maakt het mogelijk om kleinere, maar kwalitatief goede woningen te bouwen die aansluiten bij de huidige woningbehoefte, met name voor eenpersoonshuishoudens en andere aandachtsgroepen.
Volledigheid van het Voorstel:
Het voorstel is redelijk volledig. Het biedt een duidelijke uitleg van de aanleiding, de noodzaak van de wijziging, en de verwachte impact. Er is echter weinig detail over de exacte implementatie en monitoring van de effecten.
Rol van de Raad:
De raad moet het voorstel goedkeuren om de wijziging van de verordening officieel vast te stellen. Dit is een belangrijke stap om de woningbouwplannen in lijn te brengen met de nieuwe regelgeving en marktomstandigheden.
Politieke Keuzes:
De raad moet beslissen of ze de verlaging van de minimale GBO steunen, wat kan leiden tot kleinere woningen maar mogelijk meer betaalbare opties. Dit kan invloed hebben op de sociale cohesie en de kwaliteit van leven in de gemeente.
SMART en Inconsistenties:
Het voorstel is specifiek en tijdgebonden, maar mist meetbare doelen en een duidelijke evaluatieprocedure. Er zijn geen directe inconsistenties, maar de impact op lange termijn is niet volledig uitgewerkt.
Besluit van de Raad:
De raad moet besluiten om de Tweede wijziging van de Verordening vast te stellen, waarmee de minimale GBO voor sociale en middeldure woningen wordt verlaagd.
Participatie:
Er is beperkte participatie van inwoners; de focus ligt op consultatie van woningcorporaties. Dit kan een gemiste kans zijn om bredere input te krijgen.
Duurzaamheid:
Duurzaamheid is relevant, aangezien nieuwbouwwoningen aan hoge energiezuinigheidseisen moeten voldoen, wat invloed heeft op de WWS-punten.
Financiële Gevolgen:
Het voorstel heeft geen directe financiële gevolgen voor de gemeente, zoals vermeld in het document. Er is geen informatie over hoe eventuele indirecte kosten of besparingen worden gedekt.
-
Analyse van het document
Titel en Samenvatting:
De titel van het voorstel is "Vaststellen Tweede wijziging van de Verordening sociale en middeldure woningbouw Leidschendam-Voorburg 2022." Het voorstel beoogt de minimale gebruiksoppervlakte (GBO) voor sociale en middeldure huur-/koopwoningen te verlagen. Dit is noodzakelijk vanwege de modernisering van het woningwaarderingsstelsel (WWS) en de gestegen WOZ-waarden, waardoor nieuwbouwwoningen sneller in de vrije sector vallen. De wijziging maakt het mogelijk om kleinere, maar kwalitatief goede woningen te bouwen die aansluiten bij de huidige woningbehoefte, met name voor eenpersoonshuishoudens en andere aandachtsgroepen.
Volledigheid van het Voorstel:
Het voorstel is redelijk volledig. Het biedt een duidelijke uitleg van de aanleiding, de noodzaak van de wijziging, en de verwachte impact. Er is echter weinig detail over de exacte implementatie en monitoring van de effecten.
Rol van de Raad:
De raad moet het voorstel goedkeuren om de wijziging van de verordening officieel vast te stellen. Dit is een belangrijke stap om de woningbouwplannen in lijn te brengen met de nieuwe regelgeving en marktomstandigheden.
Politieke Keuzes:
De raad moet beslissen of ze de verlaging van de minimale GBO steunen, wat kan leiden tot kleinere woningen maar mogelijk meer betaalbare opties. Dit kan invloed hebben op de sociale cohesie en de kwaliteit van leven in de gemeente.
SMART en Inconsistenties:
Het voorstel is specifiek en tijdgebonden, maar mist meetbare doelen en een duidelijke evaluatieprocedure. Er zijn geen directe inconsistenties, maar de impact op lange termijn is niet volledig uitgewerkt.
Besluit van de Raad:
De raad moet besluiten om de Tweede wijziging van de Verordening vast te stellen, waarmee de minimale GBO voor sociale en middeldure woningen wordt verlaagd.
Participatie:
Er is beperkte participatie van inwoners; de focus ligt op consultatie van woningcorporaties. Dit kan een gemiste kans zijn om bredere input te krijgen.
Duurzaamheid:
Duurzaamheid is relevant, aangezien nieuwbouwwoningen aan hoge energiezuinigheidseisen moeten voldoen, wat invloed heeft op de WWS-punten.
Financiële Gevolgen:
Het voorstel heeft geen directe financiële gevolgen voor de gemeente, zoals vermeld in het document. Er is geen informatie over hoe eventuele indirecte kosten of besparingen worden gedekt.
-
-
-