Het transcript dat je hieronder aantreft is gegenereerd met behulp van computertechnologie.
Hierdoor kunnen de namen van personen en partijen soms foutief zijn weergegeven.
Indien je een fout opmerkt kun je deze gemakkelijk verbeteren door op het bewerk-symbool (het potloodje) te klikken.
Gaan wij naar agendapunt twee, het spreekrecht burgers. Er hebben zich 5 insprekers gemeld. Iedere inspreker krijgt maximaal 5 minuten om zijn inbreng te doen en ik begin met de heer Van Ierland. Ik vraag of hij naar het spreekgestoelte komt. Hij weet hoe het werkt. Het gaat over zijn initiatiefvoorstel met betrekking tot Schakenbos. Dat is dinsdag in de Commissie Openbaar Gebied aan de orde geweest. Maar er zijn ook aspecten die deze commissie aangaan, dus zal de heer Van Ierland hier over zijn inbreng doen. Maar het stond toch niet op de agenda vandaag? Dat is even wat ik wilde zeggen. Meneer Van Ierland, gaat uw gang. Dank u.
U wel voorzitter, geachte raadsleden, dank u voor de gelegenheid dat ik wederom mijn woord tot u mag richten. Sinds ik alle fracties heb bezocht, is er veel gebeurd. De projectontwikkelaar heeft de intentie uitgesproken om een overeenkomst met ons te tekenen en ons mee te nemen in de ontwikkelingen van Schakenbos. Afgelopen dinsdag hebben de commissieleden openbaar gebied zich op zeer positieve wijze uitgelaten over het burgerinitiatief van het wijkleercentrum en de wethouder gevraagd om in het proces te faciliteren. Burgerinitiatieven laten zich niet graag in een hokje stoppen. En het brede algemeen belang van het initiatief is dan ook terug te vinden in de beleidsterreinen zorg en welzijn, werk en inkomen, gezondheidszorg, onderwijs en wijkgericht werken. De voordelen van het wijkleercentrum als sociale coöperatie vindt u terug in het bevorderen van de inclusie, sociale cohesie en arbeidsmarktparticipatie. Voor uw uitgaven en doelstellingen op het gebied van WMO levert ons initiatief dan ook besparingen en een niet te onderschatten bijdrage aan die doelstellingen. U erkent dit ook in de visie op de wijkverenigingen, waarin u ons als maatschappelijke partner erkent. Op het gebied van werk en inkomen wil ik verwijzen naar twee rapporten: die van de OECD en die van de Gezondheidsraad, waarin aangegeven wordt dat werk en inkomen en GGZ in Nederland te ver van elkaar gescheiden zijn. Door ons initiatief is het voor u mogelijk om te besparen op de uitgaven van reïntegratietrajecten. Immers, door het benutten van het arbeidspotentieel van vrijwilligers en mensen met een uitkering in een wijkleercentrum met realistische verdienmodellen ontstaat de mogelijkheid cliënten hun eigen ondersteuning en begeleiding te laten verdienen en te bekostigen, daarmee hun eigen reïntegratietraject. Uit divers onderzoek blijkt dat burgers die maatschappelijk betrokken zijn en al dan niet door arbeidsmarktparticipatie minder beroep doen op de gezondheidszorg en zorg in het algemeen. Het burgerinitiatief staat voor de volgende uitdagingen: de financiële onderbouwing en financiering, het ontwikkelen van de juiste rechtsvorm met een bijzonder statuut, de samenwerking met het MBO Rijnland, zodat we deelnemers ook van een startkwalificatie op de arbeidsmarkt kunnen voorzien, en de samenwerking met de groei en de implementatie van de Piazza-methodiek en het cliëntvolgsysteem gemeente breed, zodat we het proces van maatschappelijke reactivatie tot arbeidsmarktparticipatie op individueel niveau kunnen begeleiden en monitoren. Een belangrijk aspect van het burgerinitiatief is de te ontwikkelen rechtsvorm. U ziet het op het plaatje links van mij. Het is voor ons nieuw en voor u waarschijnlijk ook. Het initiatief begeeft zich op het grensgebied van het publieke en het privaatrechtelijke domein. Vanuit uw perspectief bent u waarschijnlijk gewend om vanuit beleid, inkoopkaders en subsidies het aanbod binnen het domein te reguleren. Vanuit het organisatieperspectief zou ik dit willen benoemen als topdown. Een burgerinitiatief komt echter uit de leefwereld zelf en is daarmee bottom-up. Als de leefwereld de systeemwereld gaat raken, loopt een burgerinitiatief tegen allerlei wet- en regelgeving aan die de realisatie kan belemmeren. Ik hoop met het bovenstaande inzichtelijk te hebben gemaakt dat het burgerinitiatief en de gemeente een gezamenlijk belang hebben en elkaar ook nodig hebben, ieder vanuit een ander perspectief. Tijdens de commissie LG ben ik hier al nader op ingegaan. Ik realiseer me dat het voor de ambtelijke organisatie nieuw is. Ik kan me dan ook goed vinden in de woorden van wethouder mevrouw De Ridder dat de gemeente nog niet zo goed weet hoe ze met burgerinitiatieven om moet gaan. Ook heb ik begrip dat wellicht nog niet alles duidelijk is en dat er behoefte is aan meer concrete uitwerking. En ik ben blij met het commitment dat ik bij u voel om het burgerinitiatief te ondersteunen en samen te kijken op welke wijze de gemeente faciliterend kan optreden. Hoe een burgerinitiatief succesvol kan verlopen, daar is nog geen draaiboek over hoor. Overal in het land wordt hiermee geëxperimenteerd, maar zeker nu het burgerinitiatief ook aansluit bij de intenties van de Meyer Bergman Erfgoed Groep, die als commercieel ontwikkelaar veel maatschappelijke verantwoordelijkheid neemt, heb ik er alle vertrouwen in dat we met uw steun samen iets moois kunnen neerzetten. Iets waarop u, de Meyer Bergman Erfgoed Groep en de burgers zelf trots kunnen zijn. Ik zou u dan ook willen vragen het college te verzoeken om het gezamenlijk belang te onderkennen en de bereidheid uit te spreken om samen te onderzoeken, te experimenteren en concreet vorm te geven en indien nodig regels en obstakels voor het realiseren van het initiatief weg te nemen. Ik dank u hartelijk voor uw aandacht.
Van Ierland, precies 5 minuten. Misschien kunt u nog even blijven staan, want ik kijk even naar de Commissie of er nog vragen zijn aan u. De heer Van der Griend heeft vragen. Dank, meneer Van Ierland, voor uw verhaal en een verduidelijkende vraag, want u heeft, als ik het goed heb, een burgerinitiatief dat echt gaat over een aantal locaties opschalen. Moet ik uw verhaal in deze context, hè, wat u vanavond vertelt, ook als een apart burgerinitiatief beschouwen of gaat u, hè, dus hoe gaat u die twee bij elkaar brengen? Want ik ken een burgerinitiatief, dat is dat andere. Dat is een vrij ruimtelijke en dit is een hele sociale. Hoe moet ik dat zien? Nou...
Ja, het is natuurlijk een beetje raar dat burgers zich niet zo goed houden aan afspraken, hè? Dus we hebben iets ingediend op het gebied van ruimtelijke ontwikkeling en we zijn in gesprek gegaan met de projectontwikkelaar. En nou, die heeft aangegeven een intentieovereenkomst met ons te willen tekenen. Er is natuurlijk een verschil van perspectief en uiteindelijk moet je komen tot een vierkante meterprijs. Daar heeft de projectontwikkelaar uitleg over gegeven en we zijn eigenlijk meer op elkaars belangen gaan zitten. En ja, de projectontwikkelaar heeft aangegeven daar ruimte aan te willen bieden. En of het dan specifiek het veerhuis wordt? Ja, dat weet ik niet, maar we mogen in ieder geval ergens op die locatie starten met onze activiteiten.
Heer van der Griend, dus voor de goede orde, uw initiatief richt zich op de ruimtelijke ontwikkeling daar, hè. Daarom heeft u dat ook in OGO besproken. Als dat een vervolg krijgt, dan zou dit uw invulling zijn van die ruimte daar, een sociale coöperatie. Ja, correct.
Meneer Van Ierland, andere leden niet. Nee, geen vragen meer. Dan geef ik het woord aan de volgende spreker, dat is de heer Koolhof, voorzitter van de rugbyvereniging, en het gaat over agendapunt 10, de raadsbrief, tijdelijke...
Tijdelijke huisvesting rugbyclub meneer Koolhof aan u is het woord dank u wel Voorzitter geachte aanwezigen, mijn naam is Peter Koolhof, voorzitter van de Voorburgse rugbyclub, inmiddels bekend bij de meeste mensen. Ik ga er 5 minuten niet nodig hebben. Ik heb een paar korte punten te maken ten aanzien van het voorstel zoals het nu ligt. Ik zou willen beginnen om te zeggen dat ik zeer verheugd ben dat er zo voortvarend gewerkt is aan de opvolging van de motie, welke met brede steun goedgekeurd is geworden op de afgelopen gemeenteraadsvergadering van 30 oktober. Dat gezegd hebbende, zou ik er 3 punten over willen opmerken. De eerste is: het voorstel gaat uit van een rugbyveld van maximale afmeting met wat kanttekeningen bij of dat wel of niet zou geplaatst kunnen worden. Als we uitgaan van de minimale afmetingen zoals de rugbybond die ook voorschrijft, is daar geen enkele twijfel over en past het gewoon. Dat is opmerking één. De tweede opmerking is: er zitten in het voorstel een aantal open einden en een aantal impliciete en expliciete vragen aan de Voorburgse rugbyclub, waaronder vragen omtrent zelfredzaamheid en vragen omtrent, zeg maar, het zelf faciliteren van een clubhuis. Omdat de doorlooptijd relatief kort is geweest, is er nog geen kans geweest om met ons daarover in gesprek te gaan. Ik wil in elk geval graag de bereidheid uiten om dat gesprek aan te gaan en ook om die vragen omtrent zelfredzaamheid en het zelf faciliteren van een clubhuis te bespreken. En dan het derde punt, en dat is een hele simpele: onze urgentie is nog onverminderd groot. Onze problemen zijn nog niet opgelost. Wij staan met steeds meer kinderen, want de teller loopt door op het veld en ik hoop dan ook dat we de volgende stap met een even brede steun kunnen gaan zetten als we dat tijdens de gemeenteraadsvergadering hebben gedaan. Tot zover dank u wel.
Mijn naam is Mandy van Eckardstein, en ik wil namens de ouders van de kinderen van de Maarten van der Velde School inspreken over de nieuwbouw van het cultuurhuis. Wij kijken namelijk al 3 maanden lang dagelijks aan tegen deze troosteloze zandvlakte en vinden dat een onacceptabele situatie. Daarnaast worden wij er nu mee geconfronteerd dat de tijdelijke huisvesting die we nu hebben nog eens verlengd wordt met nog eens 7 maanden, wat een verdubbeling is van die tijd. Tot slot hebben wij er geen vertrouwen in dat dit bouwproces voldoende beheerst wordt en dat het bij deze vertraging blijft. Hiermee staat de ontwikkeling van onze kinderen op het spel. Om dit standpunt kracht bij te zetten zijn er daarom vanavond een groot aantal ouders en leraren die hier aanwezig zijn om hun bezorgdheid daarover te uiten. Ook hebben wij onze zorgen kenbaar gemaakt in een brief aan de Raad. Daarnaast hebben wij een aantal handtekeningen ingezameld. Dat zijn er meer dan 150 en die zou ik graag straks aan de wethouder willen overhandigen. Wat is er aan de hand? Er zou na de zomervakantie gestart worden met de bouw van het nieuwe cultuurhuis. Om dit mogelijk te maken is het aparte kleutergebouw gesloopt. De kleuters zijn ingehuisd in het oude schoolgebouw en daarmee is de beperkte ruimte die daar aanwezig is nu volledig uitgenut. Echter, er kon geen start bouw plaatsvinden omdat gebleken is dat de gemeente geen aanvangscertificaat kan afgeven omdat er geen financieel sluitende businesscase is. U zult begrijpen dat wij graag willen dat u instemt met het voorliggend raadsbesluit en dat deze financiële injectie er komt, dan kan er immers gestart worden met de bouw. Echter, wij vinden dit niet voldoende en er dienen meer maatregelen genomen te worden om dit verdere proces goed te beheersen. Wij willen namelijk dat er een gezonde en veilige tijdelijke huisvesting komt. Daarnaast willen wij dat dit bouwproces goed beheerst wordt. Allereerst wil ik zeggen dat het bewonderenswaardig is, hoe de leraren en ook de kinderen nu omgaan in deze situatie. In het oude krappe gebouw om u een beeld te geven van de situatie zal ik deze kort toelichten en aangeven waar onze zorgpunten liggen. Om de bouw van het nieuwe cultuurhuis mogelijk te maken is het schoolplein wat aan de voorzijde lag naar de achterzijde geplaatst. Maar omdat er nu geen inrit meer aanwezig is, want daar ligt nu het huidige bouwterrein, vragen wij ons af hoe nu de bereikbaarheid van onze school is gewaarborgd voor de ambulance en voor de brandweer. Want de inrit die hier voorheen lag en die leidde tot de deur van het hoofdgebouw, die is nu niet meer aanwezig. Daar is nu dit afgesloten bouwterrein. Situering van het nieuwe schoollokaal aan de achterzijde van de lokalen is verre van ideaal, omdat deze direct grenst aan de klaslokalen. Dit leidt tot veel hinder en afleiding in de klas zelf. Zo moeten bijvoorbeeld de werkinstructies voor 09.30 uur 's ochtends gegeven worden, omdat daarna de kleuters gaan buitenspelen en graag aandacht vragen door bijvoorbeeld, zoals u hier ziet, voor de ramen te gaan staan. Uiteraard wordt er door de leraren op gestuurd dat dat niet mag, maar dat blijkt moeilijk te beheersen. Daarnaast is de situatie op het schoolplein onveilig, zoals u ziet hangen de zonweringen naar beneden en hier heeft zich al een ongeluk voorgedaan doordat een kind hier tegenaan gelopen is. Ook geldt eigenlijk hetzelfde voor de openstaande ramen die u hier ziet. Doordat de kleuters zijn gehuisvest in het hoofdgebouw, zijn er een aantal klassen nu naar de kelder van het gebouw verplaatst. Dit is verre van ideaal omdat deze klas midden in het lokaal, zoals u dat hier ook kan zien, één grote kolom heeft. Daarnaast moeten de ramen en de deuren regelmatig gesloten worden om de overlast van de naastliggende klas en vanaf het schoolplein zoveel mogelijk te beperken. Ook is de klimaatbeheersing in de lokalen zeer moeilijk te regelen en zijn oude ventilatieroosters, zoals die helemaal rechts, afgeplakt met ducttape omdat zich hierachter asbestkanalen bevinden. De smalle gangen die ook al als vluchtweg dienen, worden nu noodgedwongen gebruikt om werkplekken in te plaatsen en om speelvoorzieningen te creëren. Daarnaast is het zo dat de vervangingsinvesteringen, omdat dit proces tot nieuwbouw al 13 jaar duurt, worden uitgesteld en dat er alleen het noodzakelijke gedaan is. Wij nodigen u dan ook van harte uit om voor 12 december te komen kijken en uzelf een beeld te vormen van deze situatie. U zult begrijpen dat wij ons zorgen maken over de veiligheid en de gezondheid van onze kinderen en daarom willen wij graag een onderzoek door een onafhankelijk bureau naar de veiligheid en de gezondheid in deze tijdelijke huisvesting. Daarnaast vinden wij dat deze tijdelijke situatie beslist niet langer dan één schooljaar kan duren en dat er tijdig moet worden nagedacht over een alternatieve huisvesting, mocht de planning niet gehaald worden.
Ten aanzien van het proces? In het collegebesluit staat dat de kans op prijsstijgingen blijft bestaan. Het risico wordt dus niet weggenomen. Staan wij hier over 3 maanden dan weer om een nieuw besluit te nemen? Wij vinden dat niet acceptabel, omdat dat weer leidt tot vertraging in dit proces. Ja, ons inziens moeten de betrokken partijen, namelijk de gemeente, Pantarijn en Slimbouwen, hun verantwoordelijkheid gaan nemen en alles doen wat in hun macht ligt om ervoor te zorgen dat dit nieuwe cultuurhuis er zo spoedig mogelijk komt en in gebruik genomen kan worden, want onze kinderen hebben recht op een gezonde, veilige en inspirerende schoolomgeving. En, wij kijken met zijn allen uit naar dit mooie, frisse en duurzame gebouw. Dank u wel.
Dank u wel. Ik wil toch even de tribune toespreken. Het is niet gebruikelijk in deze zaal dat u enthousiast bent of dat u niet enthousiast bent, dus boe roepen en klappen en zo is niet toegestaan. Dat wist u natuurlijk niet, maar dat vertel ik u even voor het verdere verloop van de avond. Dat is dus allemaal niet toegestaan. En er zijn allerlei redenen voor die wil ik u wat vertellen, maar we hebben nog wel een volle agenda, dus ik ga gewoon door. Zijn er vragen vanuit de commissie aan de inspreekster? De heer Van Dolen, u had het ook.
Over bijna een oncontroleerbaar proces heeft daar geen vertrouwen in, waaruit, even los van het verhaal dat u heeft gehouden, blijkt het oncontroleerbare van het proces? Wat zijn de signalen daarvan? Ja, daar gaat het nog vele malen langer duren en staan we straks weer bij elkaar. Wat...
Wat mij zorgen baart, is het feit dat onder het kopje risico in de voorliggende toelichting van het raadsvoorstel staat dat de kans op prijsstijgingen nog steeds blijft bestaan. Dus we besluiten nu tot een financiële injectie. Daarmee kunnen we starten met de bouw. Maar wat doen we als er straks weer een financiële tegenvaller is? Moeten we dan weer wachten op deze besluitvorming en ligt die bouw dan stil? Dat is mijn grote zorg en dat wij dan nog meer in de vertraging schieten. En daarnaast, het is een innovatief bouwconcept en het is een hele nieuwe samenwerking op een hele kleine schaal waar alle betrokken partijen naar mijn mening weinig ervaring mee hebben. En dat tezamen vind ik dat die risico's goed beheerst zouden moeten worden. En ik zou graag willen horen hoe dat gaat gebeuren.
Dank u wel, verder geen vragen vanuit de commissie. Dank u wel. Dan is er nu het woord aan de heer Verburg namens de Adviesraad Stompwijk. En dat gaat ook over het raadsvoorstel Cultuurhuis.
Een goedenavond en dank u wel voor deze gelegenheid. Ja, het meeste is al gezegd door de medezeggenschapsraad, maar namens de adviesraad Stompwijk wil ik ook graag gebruikmaken van de mogelijkheid tot inspreken. Zoals wij in onze brief naar de verschillende fracties ook al aangegeven hebben, maken wij ons vanuit de adviesraad en vanuit heel Stompwijk eigenlijk grote zorgen om de voortgang van de activiteiten rondom het cultuurhuis. Ik wil even een klein beetje teruggaan. Nou, het proces loopt al langer. In 2010 zijn we ongeveer begonnen toen er al een groep vanuit het dorp is gaan kijken. Ja, eigenlijk de start met het maken van de daadwerkelijke plannen en kijken hoe het gebouw eruit moet gaan zien. Wat gaan we allemaal doen? De projectleider die ik zag, kan dat ook vast beamen. Vele rapporten zijn er geschreven, bezoeken afgelegd aan voorbeeldprojecten, ontelbare bijeenkomsten met het kernteam, met gebruikers, geïnteresseerde dorpsgenoten en de adviesraad. En die hebben allemaal plaatsgevonden. En ja, waar wij bang voor zijn, wat net ook al gezegd werd, is dat het huidige tekort al is opgegaan aan de voorgaande fase. Dus wat dat aangaat denk ik, begin alsjeblieft en zorg dat er nu daadwerkelijk wat gebeurt.
Ligt dat dus ver achter ons. Er is nu eindelijk een partij geselecteerd die voor de realisatie van het cultuurhuis moet gaan zorgen. Met nieuwe energie is het afgelopen jaar weer gewerkt aan de ruimtelijke indeling in het gebouw. De verdeling van de ruimtes over de gebruikers, hoe knelpunten moeten worden opgelost rondom gedeeld gebruik. En er wordt gekeken, zelfs al in de fase dat we zijn van, nou ja, de kleurstelling van het gebouw, de detailinrichting, benodigd meubilair en alle nodige faciliteiten. Er is daarnaast, zoals ik net ook zei, afscheid genomen van het oude kleutergebouw en de sloop heeft ondertussen plaatsgevonden. Maar helaas is nu dus de werkelijkheid weer anders en we staan hier nu bij elkaar in een proces dat toch weer tot stilstand is gekomen of dreigt te komen. Kinderen zitten ondertussen met drie groepen in de kelder van een oud schoolgebouw dat sinds de start van de plannenmakerij eigenlijk al sinds 2010 ook geen groot onderhoud meer gekregen heeft. De luxe flexwerken niet meer, dubbel glas is niet aanwezig. En de ruimtes in de kelder, die voelen echt kil en donker aan. Het is koud, het is nat. En dat zijn niet de omstandigheden waarin je kinderen naar school wil laten gaan. Dus ik hoop dat u begrijpt dat deze situatie zo niet voort kan duren en daarom ook de noodkreet eigenlijk om te zorgen dat de ontwikkelingen verder kunnen gaan. Want verdere vertraging, ja, naar onze mening alleen maar leiden tot hogere kosten. En ja, de mogelijkheid om te stoppen, die zijn we al een heel tijdje terug voorbij gegaan. Dankjewel. Dank u wel.
Zijn er nog vragen vanuit de Commissie? Zo niet, dan dank u en gaan we naar de volgende inspreker. Dat is de heer Dijl, directeur-bestuurder van Roeien, en het gaat over agendapunt 12: de beantwoording van de vragen van het CDA. Dank.
U wel dank allereerst inderdaad voor de gelegenheid om de Commissie te informeren en dat is namelijk wat ik graag zou willen doen. U in het kort informeren over hoe het gaat met Woej. Ik ben Marcel Deijl en het is nu alweer bijna een jaar geleden dat ik aantrad als nieuwe directeur-bestuurder van Woej en dat leek mij een mooie gelegenheid, hoewel er vast nog wel een andere aanleiding te bedenken is. Er is in die korte tijd behoorlijk wat in gang gezet en eigenlijk ben ik in het algemeen ook best trots op wat er tot dusver is bereikt. Op één punt hebben we dat nog niet goed gedaan en dat is de communicatie. En dat is mij recent gebleken. We proberen het op dat punt ook aanzienlijk te verbeteren. Bij mijn aantreden in december vorig jaar was er vooral een sprankeling van een bundeling van bevlogen en betrokken medewerkers die allerhande activiteiten of diensten verzorgden. Er werden prachtige activiteiten verricht, om maar zo te zeggen wat ongericht, en dat was overigens ook vanuit de medewerkers de roep om professionalisering, om richting en structuur te krijgen in de organisatie. En we willen met onze organisatie naar een professionele organisatie voor sociaal werk in Leidschendam-Voorburg die zich richt op het vergroten van zelfredzaamheid, actieve deelname van bewoners, vergroting van hun betrokkenheid op hun leefomgeving en met name ook voor hen voor wie de deelname aan die samenleving niet vanzelfsprekend is of onder druk staat. Een professionele organisatie die resultaat- en doelgericht inzet en aansluit op de doelen in het sociaal kompas in het sociaal beleid van deze gemeente. Een organisatie ook die systematische ontwikkeling van kwaliteit daarbij van groot belang acht en dat is ook een organisatie dat ze doet met steeds een voorname en bijzondere rol en positie van en voor vrijwilligers. De betrokkenheid van bewoners. Veel van ons werk verrichten we immers uitsluitend dankzij de steun en betrokkenheid van een enorme groep vrijwilligers. Denk aan onze vervoersdiensten, maatjesprojecten voor bijvoorbeeld het tijdelijk ontlasten van mantelzorgers, al onze diensten in het sociaal-juridische domein van sociaal raadslieden tot hulp in de thuisadministratie, maar ook de personenalarmering, ontmoetingscentra voor dementie, het beheer van onze centra, de ouderen soos en ook de buurtbemiddeling om zomaar wat te noemen. In die situaties zijn wij verantwoordelijk voor de dienst en de te bereiken resultaten. Dan stellen we ook eisen, bijvoorbeeld aan de veiligheid, de kwaliteit, de continuïteit en bijvoorbeeld ook opleiding of trainingseisen. Tegelijkertijd is deel van onze professionele inzet, professionele inzet om tal van initiatieven van bewoners zelf, vrijwilligers zelf mogelijk te maken. Dan is het niet van Woej, maar mogelijk gemaakt met Woej. De doelen, inhoud, kwaliteit en de behaalde resultaten zijn en blijven dan van de betreffende groep bewoners of vrijwilligers. Daarbij willen we faciliteren, ondersteunen, stimuleren, aanjagen zo je wilt en nadrukkelijk zonder het initiatief over te nemen en denk daarbij vooral aan tal van op ontmoeting gerichte activiteiten, maaltijdprojecten, maar ook activiteiten om bijvoorbeeld kinderen een leuke vakantiedag te bezorgen, zouden daarbij kunnen horen. En, we doen dat werk, maar zelfde alleen Woej werkt vooral samen volop en midden in de lokale samenleving, midden ook in de transities, midden in de ontwikkelingen. Niet primair in concurrentie, maar complementair werken samen met onze collega's van SW bijvoorbeeld of met MEE en Kwadraad in ons sociaal servicepunt dat het afgelopen jaar echt goed uit de startblokken is gekomen en we het komend jaar nadrukkelijker op de kaart willen zetten als dé plek voor bewoners voor alle vragen op het sociale vlak. Maar ook met partners in de cultuur, sport en zeker niet in de laatste plaats ook de wijkverenigingen en wij werken keihard aan zo'n organisatie waarbij we greep hebben op de geldstromen, inzichtelijk hebben wat de dienstverlening kost en welke bijdrage het levert aan de doelstellingen in sociaal kompas. Dat doen we overigens met minder management dan tevoren. Meer geld in de uitvoering en met vooral veel ruimte voor het vakmanschap van onze sociaal werkers, veelal HBO'ers. Er is ook een andere indeling in de organisatie gekomen, aangesloten daarbij op wat ook in de gemeente verder plaatsvindt. Wijkgericht, wijkgericht met binnen alle wijkteams alle voorkomende disciplines, meer betrokken op elkaars werk, meer intern een positief kritische houding jegens elkaar waar men mee bezig is. Daar bemoeit men zich ook mee en dat is ook nodig.
Ja, ga ik meneer, al het werk moet bovendien, ik ben welzijnswerker, al het werk moet bovendien ontwikkelingsgericht zijn, gericht op het laten zetten van de volgende stap op de participatie- of zelfredzaamheidsladder van onze deelnemers, klanten en vrijwilligers, zeker als zij een grote afstand hebben tot de arbeidsmarkt. Het breed uitrollen van de daarvoor overigens eerder gememoreerde methodiek, de Piëzo-methodiek, zal in 2018 plaatsvinden. Trots ben ik op de installatie van de vrijwilligersraad, waarmee ook de grote groep van 740 vrijwilligers een formele spreekbuis heeft gekregen, vergelijkbaar met die van een ondernemingsraad. Als laatste, echt als laatste, beloof ik u dat wij aan dat communiceren hard gaan werken. Dat is nog wel een dingetje en ik zou zeggen, kom gerust eens langs en vaker mag ook zeker zolang wij daar nog mee worstelen, dank u wel.