Het transcript dat je hieronder aantreft is gegenereerd met behulp van computertechnologie.
Hierdoor kunnen de namen van personen en partijen soms foutief zijn weergegeven.
Indien je een fout opmerkt kun je deze gemakkelijk verbeteren door op het bewerk-symbool (het potloodje) te klikken.
Vragen en CDA aan zaken Boei. Ik denk dat er wat mensen naar huis gaan, dus ik schors de vergadering even voor enkele minuten. Ik heropen de vergadering, mag de deur dicht, dan hebben we ook geen last van het geroezemoes op de gang en wilt u gewoon weer gaan zitten? En als u wilt praten of wilt staan, dan kan dat ook. Buiten de zaal. Agendapunt 12. Mag het ook even stil worden. Ook op de ambtenarentribune. De heer Paardenkooper heeft verzocht om op de agenda te zetten de beantwoording van de schriftelijke vragen conform artikel 42. En hij heeft daarbij aangegeven dat het niet om de inhoud gaat, maar meer om de manier waarop de vragen zijn beantwoord. Ik vroeg me even af of er ook een wethouder bij nodig was, maar die is al gaan zitten. Het kan zijn, nou ja, het kan zijn dat u het inderdaad wilt bespreken of in de commissie in dit geval. Maar u wilt ook een wethouder daarbij, maar die zit er al. Het woord is aan de heer Paardenkooper. Dank.
Voorzitter, ik zou het heel graag over hoe je willen hebben. Vandaag en vooral de antwoorden van de wethouder op onze vragen, zij het dat die vragen helemaal niet volledig zijn beantwoord in onze optiek. Ik maak het zelden mee dat vragen van de Raad op deze wijze worden afgedaan. Laat ik ook even het halfvolle glas benoemen. Ik kom heel vaak tegen dat vragen van deze fractie, ik kan alleen maar even over onze eigen vragen beoordelen, heel goed worden beantwoord. Sterker nog, als ik aan mevrouw Stemerdink vraag om een taartgrafiek, dan maakt ze daar een mooie taartpunt van. Stel ik kennelijk onduidelijke vragen op het gebied van mevrouw de Ridder, dan belt mevrouw de Ridder mij gewoon op en dan zegt ze: "Wat bedoel je met die vraag?" Dus het valt mij een beetje tegen, nou had ik zeggen, deze ene keer een beetje tegen dat we op deze manier over een belangrijk onderwerp als Woei en de ontwikkelingen die daarin gaande zijn op deze manier een beantwoording krijgen. Het was opvallend dat niet alleen de CDA-fractie die reflex had op het moment dat we deze vraag ontvingen, maar dat ook de griffie dat zag en contact heeft opgenomen met het college daarover. Het past mijns inziens ook niet in de verhoudingen tussen Raad en college om op deze manier vragen niet volledig te beantwoorden. Laat ik het even zo stellen: wat ons betreft is dat eens maar nooit meer. Laat ik ook even zeggen dat ik met de heer Kist zelf contact heb opgenomen en gezegd: "Geachte heer Kist, als we een concrete vraag stellen, dan verwachten we niet een visie zoals in de commissie u vaak begint met een visie of een collegelid begint met een visie. En dan verwacht u dat u ingaat op die vier vragen die we hebben gesteld." Ik zeg niet dat u niet op een vraag bent ingegaan, maar ik tref op heel veel vragen geen concreet antwoord aan en het gaat me dus niet om de inhoud van die antwoorden en ook niet hoe we daarover oordelen. Immers, ik heb nog geen antwoord daarop kunnen ontvangen en mijn verzoek aan de heer Kist was en is of hij wel op die vier vragen zou willen ingaan en alsnog die antwoorden aan de Raad zou willen doen toekomen. Meneer
Paardenkooper, dank u wel, maar ik wil u toch verzoeken de griffie hier buiten te laten. Ja, u in uw betoog gaf u dat aan, maar ik denk dat het goed is dat we hier politiek bedrijven en een discussie tussen de raad en het college, en de griffie is een hulpmiddel, maar u gaf even aan dat zij ook een mening hadden en dat vind ik eigenlijk niet zo juist om dat in deze zaal te melden. Nou, ik weet niet of ik het daarmee eens ben. Voorzitter, het is niet voor niks, ja, maar ik wil. Ik heb even aangegeven wat ik heb aangegeven. Ja, ik wil u toch verzoeken of ik het nou mee eens ben of niet? De heer Steutel. Je hebt toch...
Een vraag aan de heer Paardenkooper. Ik moest even kijken. Maar wat wilt u nu precies? Wilt u nu concrete antwoorden op de vragen die u heeft gesteld in deze commissie of vraagt u aan de wethouder om onze vragen nog een keer concreet op schrift te beantwoorden, want dat is me...
Niet helemaal. Duidelijk, pardon voor het laatste, voorzitter, excuus. En waarom breng ik dat in deze commissie? Ik vind het belangrijk om een signaal af te geven dat vragen vanuit welke fractie dan ook een serieuze behandeling verdienen.
Voorzitter, laat ik ermee beginnen dat ik op zich aan de vorm al wel snap dat er wellicht wat irritatie ontstaat omdat er niet de vraag en daaronder een antwoord staat. Dus ik wil het gevoel van de heer Paardenkooper serieus nemen. Ik denk dat het goed is dat hij in de commissie dat signaal afgeeft. Ik wil wel de kanttekening maken en in zoverre had ik een beetje moeite met de vragen dat ik vraag één en twee een stuk acceptabeler vind voor deze commissie dan vraag drie, want die gaat wel zo diep de organisatie van Woei in, dat denk ik. Ik weet niet of wij daar als gremium mee omgaan. Ik ben benieuwd hoe de heer Paardenkooper daar tegenaan kijkt, maar volgens mij hebben we een subsidierelatie met Woei en zijn we niet... Woei is niet van ons.
De heer Blanken: Voorzitter, een vraag aan de heer Paardenkooper. Ik ben het eens met de heer Van Rossem wat hij zei in aanvulling daarop. Het zou mij helpen als hij de onrust iets concreter kon maken, dan is misschien de beantwoording ook wat makkelijker. Want nu kan het of heel klein zijn, die onrust, of heel groot; kan de dienstverlening in gevaar zijn of de continuïteit van de organisatie. Maar als dat niet zo is, dan krijgt het een andere lading. Dus het zou ons helpen als je dat iets concreter kon maken. Tot zover.
Ik vind het uiteraard gewoon vervelend dat de heer Paardenkooper dit gevoel heeft en dat vind ik vervelend. Dat was nooit mijn bedoeling geweest om dat te doen, maar ik zat met een aantal dingen te worstelen en daarover vraag ik graag advies aan deze commissie. Hoe we dat dan moeten aanpakken? Aan de ene kant zitten er vragen in, zoals de heer Van Rossem aangeeft, die naar mijn idee erg diep in hun organisatie ingaan en ik vond het vervelend om te moeten opschrijven: fractie van het CDA en daar ga je niet over. Dat vond ik een vervelende soort reactie, zeker in de relatie die je dan met elkaar hebt. Ik heb daarom, zoals we in het sociaal domein gewend zijn, de vraag achter de vraag proberen te achterhalen en antwoord gegeven op de vraag of we bezorgd zijn over de koers van Hoeje op dit moment en daarvoor heb ik heel duidelijk aangegeven dat ik dat niet ben. Ik heb ook in de brief met de verwachting uitgesproken dat we daarmee de vraag hebben beantwoord. Kennelijk hebben we dat in de ogen van de heer Paardenkooper niet gedaan, maar ik worstel ook met de vraag hoe ver we moeten gaan met het stellen van dit soort vragen. Het beantwoorden van dit soort vragen om maar een piepklein voorbeeld te geven: Hoeje is natuurlijk onze welzijnsorganisatie. Maar als ik kijk naar de dagbesteding, daar kan iemand die daar gebruik van wil maken uit 150 organisaties kiezen. En als dan de vraag is, moet ik dan van al die 150 organisaties evenveel weten als we over Hoeje weten, dan wordt het wel erg moeilijk. Dus ik hecht, hè, ik wil niet afdoen aan het gevoel van de heer Paardenkooper, maar ik vraag wel om advies over hoe we dit dan moeten gaan doen en meer in praktische zin heb ik ook al tegen de heer Paardenkooper gezegd, het was beter geweest als ik hem van tevoren had gebeld om te zeggen, joh, ik loop ergens vast, wat kunnen we voor elkaar doen?
Volgens mij is de heer Deel hier, dus wellicht is dit een mooi moment om na de vergadering of morgen eens te kijken of we als Commissie met de heer Deel in gesprek kunnen hierover. In zoverre vind ik de signalen die de paardenclub heeft opgeschreven, wel de moeite van het onderzoeken waard. Dan is het volgens mij ook interessant om daar met de directeur
Nog ja, dank voorzitter. Ik denk dat het een mooi voorstel is van de heer Van Rossum om dat een keer te doen. De vraag van de heer Blank was in hoeverre u nou die signalen van onrust heeft ontvangen. Ja, ik vraag juist, met name ook van vraag een tot en met vier, op een aantal indicatoren hoe het zit met het beeld van de wethouder over die onrust. Ik zal ook zometeen vertellen wat ik zelf voor signalen heb ontvangen, maar ik heb het totaaloverzicht niet. Daarom stel ik die vragen juist en u kunt gerust van een enkele indicator vinden dat die misschien te diep gaat of te ver gaat, maar het zijn voor mij een aantal indicatoren aan de hand waarvan ik die onrust wat beter kan inschatten. En het kan best zijn dat een aantal stoplichten op groen staat, op rood staat of op oranje staat, of dat het wat dichterbij de wethouder staat, dus wat verder van de wethouder af. Laat hem dat dan gewoon aangeven. Ook in parallelle dossiers waar het gaat om DSW, soms Avalex, hebben we af en toe wat personeelsindicatoren aan de hand, al was het maar in de toelichting van de mentaliteit, ik zeg het maar even zo. Welke signalen van ja, u mag mij onderbreken, maar ik wil wel even aangeven welke signalen...
Voorzitter, ik herken dat ook dat we dat soort vragen stellen bij DSW, maar er is een groot verschil. DSW is van ons, het is een gemeenschappelijke regeling en dat is wat mij betreft een ander verhaal dan een subsidierelatie. Dat is waar mijn ongemak zit.
Snap ik, daarentegen stel ik daar tegenover dat we enkele miljoenen aan subsidie geven aan. We hebben daar ook een aantal kerntaken al sinds mensenheugenis aan uitbesteed. We hebben er ook flink op bezuinigd bij de bezuinigingsoperatie in de vorige raad, maar een flink aantal ouderenadviseurs weggehaald. Daar ligt nogal wat. Wat er is gebeurd in het verleden, laat ik het even heel netjes zo zeggen, is ook opgevangen door het oude, boeiend nieuwe. Welke signalen van onrust hebben we ontvangen nou eigenlijk? Al sinds de zomer hebben we al een aantal signalen binnengekregen. We hebben signalen binnengekregen van de buurtbemiddelaars die in grote getale moeite hadden met het optreden van een interim-directeur. We hebben signalen binnengekregen van vertrekkende medewerkers. We hebben ook een mevrouw hier in oor, aangezien die afscheid heeft genomen voor met haar dingen. En op een gegeven moment kwam er nog een signaal binnen. Dat was de derde keer dat we een signaal binnenkrijgen en toen dacht ik, drie keer is scheepsrecht. Welke vragen kunnen we nou stellen om die onrust wat beter te duiden? Voor zover er onrust is. Dus zo zijn we op deze vier vragen uitgekomen. En als daar nou een serieus antwoord op komt, dan kunnen we ieder vanuit onze eigen rol ook die onrust beter inschatten.
De heer Paardenkooper is het met mij eens dat we ons eigenlijk wel op het randje van het raakvlak van de politiek dan wel ons bemoeien met bedrijfsvoering bevinden. Want ik hoor u zeggen dat een aantal signalen tot u is gekomen, maar ik vraag me altijd af of dat dan een reden is om dat politiek te maken. Want daar zit ik een beetje mee.
Ja voorzitter, tot slot, als dat de kerntaken van ons raakt, natuurlijk wel, en dat zou natuurlijk in het verlengde hiervan duidelijk moeten worden. Onzichtbaar is ook gebleken uit die signalen dat een aantal van die kerntaken geraakt worden of bezig zijn geraakt te worden, hè? Vrijwilligers lijken weg te lopen. Laten we nu heel voorzichtig zeggen. Medewerkers lijken weggestuurd te worden of gaan uit eigen beweging. Dat betekent dat die kerntaken wat ons betreft daarmee onder druk komen en daarmee wordt het wat ons betreft ook tijd om die vragen te stellen met het oog op eventueel voorkomen van schade of inzien dat er geen schade is. Laat dat dan blijken uit de beantwoording door wethouder Kist.
Kan ik volgen, maar ik blijf het op het randje vinden om die stap te zetten en dan neig ik eerder naar om een keer wellicht samen met de directeur van Rey en de wethouder in besloten omgeving die discussie te voeren dan in het publiek. Want bij mij krimpt hij wat.
Liever niet, maar de heer Paardenkoper heeft mij verzocht om opnieuw toch die vragen te gaan beantwoorden en ik hoor nu toch een discussie en ik heb om advies gevraagd van, hoe wilt u dan dat ik dat doe? Misschien is het goed als we gewoon even ook na deze vergadering contact met elkaar hebben om te kijken wat een goede nette manier is om deze vragen te beantwoorden, zodat we allemaal de informatie krijgen die we nodig hebben om tot een politiek oordeel te komen. Misschien mag ik dat aanbieden.
Ja, zij dat er een dingetje onder zit. Je kunt of de Raad of een Commissie vragen van hoe vindt u dat deze vragen beantwoord moeten worden? Maar als fractie hebben we daar ook ons eigen afwegingskader. In dat laatste wou ik nog even toevoegen.