Analyse van het document
Titel en Samenvatting:
De motie heet "Economisch Aanvalsplan Corona-crisis" en is ingediend door de leden G.P.W. Dupont en P.F. Rozenberg. De motie roept het college van de gemeente Leidschendam-Voorburg op om een economisch aanvalsplan te ontwikkelen in samenwerking met lokale MKB's, winkeliersverenigingen en de culturele sector. Dit plan moet concrete maatregelen bevatten om de lokale economie te stimuleren, met name in specifieke winkelgebieden. Het voorstel benadrukt dat de uitvoering van het plan primair gefinancierd moet worden uit de reeds beschikbare noodbudgetten van 5 miljoen euro, die zijn ingesteld om de gevolgen van de corona-crisis te bestrijden.
Oordeel over de volledigheid:
De motie is redelijk volledig in de zin dat het duidelijk aangeeft wat er van het college wordt verwacht: het opstellen van een economisch aanvalsplan in samenwerking met relevante lokale partijen. Echter, het mist specifieke details over de aard van de maatregelen en de tijdlijn voor implementatie.
Rol van de raad:
De raad speelt een toezichthoudende en richtinggevende rol. Ze moeten het college aansturen om het economisch aanvalsplan te ontwikkelen en ervoor zorgen dat de beschikbare middelen effectief worden ingezet.
Politieke keuzes:
De raad moet beslissen of ze prioriteit willen geven aan economische stimulering en hoe ze de beschikbare middelen willen inzetten. Er moet ook worden gekozen welke sectoren of gebieden extra aandacht verdienen binnen het plan.
SMART en Inconsistenties:
De motie is niet volledig SMART (Specifiek, Meetbaar, Acceptabel, Realistisch, Tijdgebonden). Het is specifiek in zijn oproep voor een economisch plan, maar mist meetbare doelen, een tijdsbestek en specifieke criteria voor succes. Er zijn geen duidelijke inconsistenties, maar de vaagheid kan leiden tot interpretatieverschillen.
Besluit van de raad:
De raad moet beslissen of ze de motie willen aannemen en daarmee het college de opdracht geven om het economisch aanvalsplan te ontwikkelen.
Participatie:
De motie benadrukt participatie door samenwerking met lokale MKB's, winkeliersverenigingen en de culturele sector, wat wijst op een participatieve benadering bij het opstellen van het plan.
Duurzaamheid:
Duurzaamheid wordt niet expliciet genoemd in de motie, maar kan relevant zijn als onderdeel van de economische stimulering, bijvoorbeeld door duurzame bedrijfspraktijken te bevorderen.
Financiële gevolgen:
De motie stelt dat de uitvoering van het plan primair moet worden gefinancierd uit het reeds beschikbare noodbudget van 5 miljoen euro. Er wordt echter niet gespecificeerd hoe dit budget precies verdeeld zal worden of welke maatregelen prioriteit krijgen.