Analyse van het document

Titel en Samenvatting
Titel: Raadsvoorstel tot het vaststellen van een begrotingswijziging betreffende de uitvoering van de motie over het wijkcentrum in Bovenveen.

Samenvatting: Op 6 juni heeft de gemeenteraad van Leidschendam-Voorburg een motie aangenomen om het nieuwe wijkcentrum in Bovenveen zo snel mogelijk operationeel te maken. Dit voorstel betreft de uitvoering van die motie. Het college heeft €105.000,- beschikbaar gesteld voor de openstelling en inrichting van het wijkcentrum, vooruitlopend op goedkeuring van de raad. Er is een subsidie van €25.000,- verleend aan Woej voor de inrichting, en de gemeente heeft €80.000,- aan kosten voor meubilair en een tapinstallatie overgenomen. Het wijkcentrum is op 29 juni geopend en Woej is gestart met het plannen van activiteiten.

Oordeel over de volledigheid van het voorstel
Het voorstel is redelijk volledig. Het bevat een duidelijke beschrijving van de stappen die zijn ondernomen om het wijkcentrum operationeel te maken en de financiële implicaties daarvan. Echter, er ontbreekt gedetailleerde informatie over de lange termijn financiering en de exacte afspraken met de wijkvereniging Bovenveen.

Rol van de raad bij het voorstel
De raad moet het voorstel goedkeuren, met name de begrotingswijziging die nodig is om de gemaakte kosten te dekken. Daarnaast houdt de raad toezicht op de uitvoering van de motie en de verdere ontwikkeling van het wijkcentrum.

Politieke keuzes die moeten worden gemaakt
De raad moet beslissen of zij akkoord gaat met het gebruik van de post voor onvoorziene uitgaven voor de kosten van het wijkcentrum. Daarnaast moet de raad overwegen hoe om te gaan met de financiële bijdrage van de wijkvereniging Bovenveen.

Is het voorstel SMART? Zijn er inconsequenties?
Het voorstel is deels SMART (Specifiek, Meetbaar, Acceptabel, Realistisch, Tijdgebonden). Het is specifiek en meetbaar in termen van de financiële middelen die nodig zijn. Echter, het is minder duidelijk over de tijdslijnen voor het terugvorderen van kosten van de wijkvereniging en de langetermijnplanning voor het beheer van het wijkcentrum.

Besluit dat de raad moet nemen
De raad moet besluiten om de begrotingswijziging goed te keuren, zodat de kosten voor de inrichting en openstelling van het wijkcentrum gedekt zijn.

Participatie
Het voorstel vermeldt dat buurtbewoners na de vakantieperiode geïnformeerd worden over de opening en activiteiten van het wijkcentrum. Er lijkt echter weinig directe participatie van de buurtbewoners in de besluitvorming te zijn geweest.

Duurzaamheid
Duurzaamheid wordt niet expliciet genoemd als een relevant onderwerp in dit voorstel.

Financiële gevolgen en dekking
De financiële gevolgen bedragen €105.000,-, waarvan €25.000,- als subsidie aan Woej en €80.000,- voor overgenomen kosten. Deze uitgaven worden gedekt door een begrotingswijziging ten laste van de post voor onvoorziene uitgaven. Er wordt onderzocht of de wijkvereniging kan bijdragen aan de kosten.

Analyse van het document

Analyse van het voorstel: Fusie besturen openbaar basisonderwijs Leidschendam-Voorburg

Titel en Samenvatting:
Het voorstel betreft de "Besluit fusie besturen openbaar basisonderwijs Leidschendam-Voorburg, de SKO De Jakobsladder en de SKO Voorschoten". Het voorstel beoogt de fusie van de besturen van het openbaar basisonderwijs in Leidschendam-Voorburg met de Stichting Katholiek Onderwijs De Jakobsladder en de SKO Voorschoten per 1 maart 2006. Dit besluit is een stap naar de bestuurlijke verzelfstandiging van het openbaar basisonderwijs, zoals gewenst door de gemeenteraad. De fusie zal leiden tot een nieuw bestuur dat de belangen van zowel openbaar als rooms-katholiek onderwijs behartigt, met behoud van de identiteit van de afzonderlijke scholen.

Oordeel over de volledigheid:
Het voorstel is uitgebreid en gedetailleerd, met aandacht voor juridische, financiële en organisatorische aspecten. Het bevat alle relevante informatie voor een weloverwogen besluitvorming.

Rol van de raad:
De raad moet instemmen met de fusie en de overdracht van bevoegdheden, eigendommen en personeel aan het nieuwe bestuur. De raad houdt toezicht op de uitvoering en behoud van de identiteit van het openbaar onderwijs.

Politieke keuzes:
De raad moet beslissen over de overdracht van eigendommen en personeel, de financiële ondersteuning via de bruidsschat, en de instemming met de statuten van de nieuwe stichting.

SMART en Inconsistenties:
Het voorstel is specifiek, meetbaar, en tijdgebonden, maar de haalbaarheid en relevantie hangen af van de uitvoering. Er zijn geen duidelijke inconsistenties, maar de effectiviteit van de fusie moet worden gemonitord.

Besluit van de raad:
De raad moet besluiten om de fusie goed te keuren, de overdracht van eigendommen en personeel te autoriseren, en de financiële ondersteuning te bevestigen.

Participatie:
Het voorstel vermeldt overleg met medezeggenschapsraden, maar verdere participatie van ouders en andere belanghebbenden wordt niet uitgebreid besproken.

Duurzaamheid:
Duurzaamheid is geen expliciet onderwerp in dit voorstel, hoewel de fusie kan leiden tot efficiënter gebruik van middelen.

Financiële gevolgen:
De fusie heeft aanzienlijke financiële implicaties, waaronder de overdracht van eigendommen en een bruidsschat van maximaal €729.000. De dekking komt uit bestaande reserves en rijksvergoedingen.

Analyse van het document

Analyse van het voorstel / amendement of motie

Titel en Samenvatting:
Titel: Lokale invoering Wmo (o.a. Beleidsnotitie en Verordening Individuele voorzieningen)
Samenvatting: Het voorstel betreft de lokale invoering van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) in Leidschendam-Voorburg per 1 januari 2007. Het omvat de definitieve vaststelling van de Beleidsnotitie en Verordening Individuele voorzieningen, de kennisname van het inspraakverslag, en de instemming met de inzet van subsidieregelingen die overgaan van de Awbz en Wvg naar de Wmo. Het voorstel biedt ook informatie over de financiële consequenties, communicatieplannen, en een geactualiseerde planning voor de invoering van de Wmo.

Oordeel over de volledigheid:
Het voorstel is uitgebreid en gedetailleerd, met een duidelijke uitleg van de verschillende aspecten van de Wmo-invoering, inclusief financiële, juridische en organisatorische elementen. Het bevat echter nog onzekerheden over de exacte budgetten en de impact van de subsidieregelingen.

Rol van de raad:
De raad moet de Beleidsnotitie en Verordening vaststellen, kennisnemen van het inspraakverslag, en instemmen met de voorgestelde subsidieregelingen. De raad speelt een cruciale rol in het goedkeuren van de beleidskaders en het waarborgen van de financiële en organisatorische haalbaarheid.

Politieke keuzes:
De raad moet beslissen over de toewijzing van middelen, de keuze voor het CIZ als indicatiesteller, en de aanpak van de aanbestedingsprocedure. Er moeten keuzes worden gemaakt over de prioritering van middelen en de ondersteuning van mantelzorgers en vrijwilligers.

SMART en Inconsistenties:
Het voorstel is niet volledig SMART (Specifiek, Meetbaar, Acceptabel, Realistisch, Tijdgebonden) geformuleerd, vooral vanwege de onzekerheden in budgetten en de afhankelijkheid van externe factoren zoals ministeriële besluiten. Er zijn geen duidelijke meetbare doelen of tijdlijnen voor sommige onderdelen.

Besluit van de raad:
De raad moet besluiten om de Beleidsnotitie en Verordening vast te stellen, kennis te nemen van het inspraakverslag, en in te stemmen met de subsidieregelingen voor 2007.

Participatie:
Het voorstel vermeldt inspraakprocedures en de betrokkenheid van verschillende belanghebbenden, zoals cliëntenraden en zorgorganisaties. Er is echter beperkte informatie over de daadwerkelijke participatie van burgers in het besluitvormingsproces.

Duurzaamheid:
Duurzaamheid wordt niet expliciet genoemd als een relevant onderwerp in het voorstel. De focus ligt meer op de organisatorische en financiële aspecten van de Wmo-invoering.

Financiële gevolgen:
Het voorstel schetst de financiële gevolgen, waaronder de budgetten voor huishoudelijke verzorging en subsidieregelingen. Er is echter onzekerheid over de exacte bedragen en de dekking van de kosten, vooral gezien de groeiende zorgvraag en de afhankelijkheid van toekomstige budgetverdelingen.

Analyse van het document

Titel en Samenvatting
Titel: Raadsvoorstel tot vestiging van een nevenvestiging van de J.C. Pleysierschool in de gemeente Leidschendam - Voorburg

Samenvatting: Het voorstel betreft de vestiging van een nevenvestiging van de J.C. Pleysierschool in Leidschendam-Voorburg. De school richt zich op voortgezet speciaal onderwijs voor jongeren met gedragsstoornissen en/of psychiatrische problematiek. Het voorstel vraagt om instemming met tijdelijke en later permanente huisvesting voor 24 leerlingen met autisme. Daarnaast wordt een verzoek om tegemoetkoming in salariskosten afgewezen. De gemeente moet een verklaring van geen bezwaar afgeven, wat financiële consequenties heeft. De school is tijdelijk gehuisvest zonder goedkeuring van het ministerie van OCW. Er zijn plannen voor nieuwbouw in samenwerking met andere zorginstellingen.

Oordeel over de volledigheid van het voorstel
Het voorstel is redelijk volledig, met een duidelijke uitleg van de wettelijke kaders, financiële consequenties, en de noodzaak voor de nevenvestiging. Echter, er ontbreekt gedetailleerde informatie over de lange termijn financiële dekking en de exacte planning voor de nieuwbouw.

Rol van de raad bij het voorstel
De raad moet instemmen met de huisvesting van de nevenvestiging en de verklaring van geen bezwaar ondertekenen. Dit is essentieel voor de uitbreiding van de gemeentelijke zorgplicht voor onderwijshuisvesting.

Politieke keuzes die moeten worden gemaakt
De raad moet beslissen of zij de financiële lasten en de uitbreiding van de zorgplicht willen accepteren. Ook moet er een keuze worden gemaakt over de prioritering van deze voorziening binnen het bredere gemeentelijke onderwijs- en zorgbeleid.

SMART en Inconsistenties
Het voorstel is deels SMART: het is specifiek, meetbaar en tijdgebonden met betrekking tot de tijdelijke huisvesting. Echter, de haalbaarheid en relevantie zijn minder duidelijk, vooral gezien de financiële dekking en de afwijzing van het verzoek om salariskosten. Er zijn geen duidelijke inconsequenties, maar er is een risico op financiële tekorten.

Besluit dat de raad moet nemen
De raad moet besluiten om in te stemmen met de huisvesting van de nevenvestiging en de verklaring van geen bezwaar te ondertekenen en te versturen.

Participatie
Het voorstel vermeldt geen specifieke participatie van ouders, leerlingen of andere belanghebbenden, behalve overleg met de J.C. Pleysierschool zelf.

Duurzaamheid
Duurzaamheid wordt niet expliciet genoemd als relevant onderwerp in het voorstel. De focus ligt meer op de zorg- en onderwijsaspecten.

Financiële gevolgen en dekking
De tijdelijke huisvesting kost € 78.469, met een gedeeltelijke dekking van € 65.122 door verhoging van het gemeentefonds en reductie van leerlingenvervoer. Er blijft een tekort van € 13.347. De nieuwbouw kost naar verwachting € 1.200.000, met jaarlijkse lasten van € 70.000, die niet volledig gedekt worden door het gemeentefonds. Er is geen gedetailleerd plan voor de lange termijn financiële dekking.

Analyse van het document

Analyse van het voorstel / amendement of motie

Titel en Samenvatting:
De titel van het voorstel is "Collegestandpunt inzake raadsvoorstel kaders minimabeleid". Het voorstel betreft de ontwikkeling van een nieuw minimabeleid voor de periode 2007-2010 in de gemeente Leidschendam-Voorburg. Het college reageert op aanbevelingen van een werkgroep die voortkwamen uit een sociale conferentie. Het doel is om de armoedeproblematiek aan te pakken door arbeidsreïntegratie te bevorderen en sociale voorzieningen te verbeteren. Er zijn aanbevelingen die algemeen gedragen worden en aanbevelingen waarover nog discussie zal plaatsvinden. Het voorstel bevat ook een voorlopige schatting van de financiële gevolgen van de aanbevelingen.

Oordeel over de volledigheid:
Het voorstel is redelijk volledig in de zin dat het een uitgebreide evaluatie van het huidige minimabeleid bevat en gedetailleerde aanbevelingen voor de toekomst. Het biedt ook een eerste schatting van de financiële gevolgen van de aanbevelingen. Echter, sommige financiële implicaties zijn nog niet volledig doorgerekend, wat een beperking vormt.

Rol van de raad:
De raad moet de aanbevelingen van de werkgroep en de reactie van het college beoordelen en besluiten welke aanbevelingen worden overgenomen. De raad speelt een cruciale rol in het vaststellen van de kaders voor het nieuwe minimabeleid en het goedkeuren van eventuele financiële implicaties.

Politieke keuzes:
De raad moet beslissen welke aanbevelingen worden overgenomen, met name die met significante financiële gevolgen. Er moeten keuzes worden gemaakt over de prioritering van doelgroepen en de mate van financiële ondersteuning. Ook moet de raad beslissen over de balans tussen individuele en categoriale bijstand.

SMART en Inconsistenties:
Het voorstel is niet volledig SMART (Specifiek, Meetbaar, Acceptabel, Realistisch, Tijdgebonden) geformuleerd, vooral omdat sommige financiële gevolgen nog niet volledig zijn doorgerekend. Er zijn geen duidelijke tijdlijnen voor de implementatie van de aanbevelingen.

Besluit van de raad:
De raad moet besluiten welke aanbevelingen worden overgenomen en hoe deze worden gefinancierd. Dit omvat het vaststellen van de kaders voor het nieuwe minimabeleid en het goedkeuren van eventuele budgettaire aanpassingen.

Participatie:
Het voorstel vermeldt dat de sociale conferentie in samenspraak met maatschappelijke instellingen is georganiseerd, wat wijst op een participatieve benadering. Echter, verdere details over participatie van burgers of specifieke doelgroepen worden niet uitgebreid besproken.

Duurzaamheid:
Duurzaamheid lijkt geen centraal thema in dit voorstel. De focus ligt meer op sociale en economische aspecten van het minimabeleid.

Financiële gevolgen:
Het voorstel bevat een voorlopige schatting van de financiële gevolgen van de aanbevelingen, met een totaal van €451.750 aan extra kosten. Er wordt aangegeven dat verdere doorrekening nodig is om de exacte budgettaire gevolgen te bepalen. Het voorstel suggereert dat sommige kosten mogelijk gedekt kunnen worden door herschikking van bestaande budgetten of door het instellen van een reserve.

Analyse van het document

Analyse van het Raadsvoorstel tot het vaststellen van kaders voor een nieuw minimabeleid

Titel en Samenvatting:
Het voorstel betreft het "Raadsvoorstel tot het vaststellen van kaders voor een nieuw minimabeleid" voor de gemeente Leidschendam-Voorburg. Het doel is om nieuwe kaders voor het minimabeleid voor de periode 2007-2010 vast te stellen, gebaseerd op een evaluatie van het beleid van 2003-2006 en aanbevelingen van een Sociale Conferentie. De raad wil hiermee de sociale voorzieningen verbeteren en het niet-gebruik van middelen verminderen door een doelgroepgerichte en persoonsgerichte benadering. Het voorstel omvat aanbevelingen voor bijzondere bijstand, re-integratie, en ondersteuning van specifieke groepen zoals ouderen en jongeren.

Oordeel over de volledigheid:
Het voorstel is uitgebreid en gedetailleerd, met een duidelijke evaluatie van het vorige beleid en concrete aanbevelingen voor verbetering. Het behandelt diverse aspecten van het minimabeleid en biedt een goede basis voor verdere discussie en besluitvorming.

Rol van de raad:
De raad heeft de rol om de kaders voor het nieuwe minimabeleid vast te stellen. Dit omvat het beoordelen van de aanbevelingen en het geven van richting aan het college voor de ontwikkeling van een beleidsnota.

Politieke keuzes:
De raad moet keuzes maken over de prioritering van aanbevelingen, zoals de mate van financiële ondersteuning voor specifieke doelgroepen, de samenwerking met andere instanties, en de aanpak van niet-gebruik van voorzieningen.

SMART en Inconsistenties:
Het voorstel is niet volledig SMART (Specifiek, Meetbaar, Acceptabel, Realistisch, Tijdgebonden) geformuleerd. Hoewel het specifieke aanbevelingen bevat, ontbreken meetbare doelen en tijdlijnen. Er zijn geen duidelijke inconsistenties, maar verdere specificatie zou de implementatie kunnen verbeteren.

Besluit van de raad:
De raad moet besluiten over de vaststelling van de kaders voor het nieuwe minimabeleid en eventuele aanpassingen of aanvullingen op de voorgestelde aanbevelingen.

Participatie:
Het voorstel benadrukt participatie door de betrokkenheid van maatschappelijke instellingen en de Cliëntenraad Sociale Zaken bij de ontwikkeling van aanbevelingen. Dit wijst op een participatieve benadering bij het vormgeven van het beleid.

Duurzaamheid:
Duurzaamheid wordt niet expliciet genoemd als een relevant onderwerp in het voorstel. De focus ligt voornamelijk op sociale en economische aspecten van het minimabeleid.

Financiële gevolgen:
Het voorstel bespreekt financiële implicaties, zoals de noodzaak om budgetten voor bijzondere bijstand te behouden en niet-gebruikte middelen niet terug te laten vloeien naar de algemene middelen. Er wordt echter geen gedetailleerd financieel plan gepresenteerd over hoe deze aanbevelingen gedekt zullen worden.